Overlijdensakte van NN van Meerten (1864), levenloos geboren kind van Jerphaas van Meerten en Johanna Spies

Overlijdensakte van NN van Meerten (1864) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de overlijdensakte weergegeven van een levenloos geboren kindje van Jerphaas van Meerten en Johanna Spies.1 Op 18 november 1864 verscheen Jerphaas2 van Meerten (1829-1873) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van het overlijden van zijn levenloos geboren zoon. De ambtenaar in functie was burgemeester Albertus Verbrugh (1807-1887). Jerphaas was zes en dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij deed de aangifte samen met Karel Peter Campagne, negen en veertig jaar oud en timmerman van beroep. Zij verklaarden dat Johanna Spies (1831-1869) op 18 november 1864 om negen uur in de ochtend is bevallen van een levenloos kind van het mannelijk geslacht. Het echtpaar woonde te Lienden.3 De akte is ondertekend met uitzondering van Jerphaas zelf, omdat hij niet kon schrijven omdat hij dat niet geleerd had.

Voetnoten

Mijlpaal: negentienhonderd artikelen op oorsprong.info!

Vandaag heeft oorsprong.info opnieuw een mijlpaal bereikt: er staan negentienhonderd artikelen op de website. Ondertussen minder dan de helft van de artikelen gaan over de genealogie van het geslacht Van Meerten. Er is dus veel meer. Hartelijk bedankt voor uw betrokkenheid de afgelopen tijd. Hieronder volgt een top-10 van meest gelezen artikelen aller tijden. Bij het (her)lezen hiervan veel leesplezier toegewenst. Feedback kunt u geven via de pagina ‘Hier mag u uw hart luchten’. Het vorige ‘mijlpaal’-artikel is hier te vinden.

Top-10

  1. Rouwdienst en begrafenis Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022).
  2. Er is wel degelijk een stikstofprobleem – Hoogleraar Wim de Vries reageert op tegenwerpingen.
  3. COLUMN: De les van de kokmeeuw.
  4. Homo-activist Leon Houtzager draaft door – Ds. Kort moet nog dieper door het stof.
  5. Gebed gevraagd voor ds. Kort (OGGiN) in de zaak Houtzager-Kort – Predikant wordt vandaag gehoord.
  6. “Adam niet geleerd, Christus niet begeerd” – Interview met Gereformeerd Venster.
  7. Ds. Kort wordt op 16 februari 2022 gehoord – Zaak Houtzager-Kort één van lange adem.
  8. ‘Kerngroep Bezinning GKV’ haakt vanwege doorwerking van moderne hermeneutiek af – Zaterdag 19 november 2022 studiedag voor verdere bezinning.
  9. Tim Hofmans aanval op Pro-lifers is erger dan je denkt.
  10. Ds. Kort door Gerechtshof opgeroepen voor hoorzitting – Een tweede aangifte tegen de Oud Gereformeerde predikant.

Een veelzijdige inleiding op het Oude Testament – Bespreking van ‘The Old Testament: A Historical, Theological, and Critical Introduction’

Richard S. Hess die als hoogleraar Oude Testament en Semitische talen verbonden is aan Denver Seminary, schreef al weer enkele jaren geleden een uitvoerige inleiding op het Oude Testament. De bespreking van elk Bijbelboek begint een rubriek waarin de naam, tekst en structuur wordt besproken. Vervolgens wordt aan de orde gesteld hoe het bewuste Bijbelboek is gelezen. In onderscheid van vele andere inleidingen wordt dan ook aan de premoderne tijd aandacht geschonken. Bij elk Bijbelboek wordt in dit kader ook aan kritische visies aandacht geschonken.

Als het gaat om Jesaja, wijst Hess erop dat er de laatste jaren steeds meer aandacht is gekomen voor de literaire eenheid van dit Bijbelboek. Dezelfde thema’s, concepten en woorden vinden we in alle delen van Jesaja terug. Mij viel op dat Hess zelf nadrukkelijk de mogelijkheid open houdt dat het gehele boek Jesaja van de profeet met deze naam uit de achtste eeuw vóór Chr. afkomstig is. Het feit dat de naam Cyrus in de tweede helft van het boek Jesaja wordt genoemd, acht hij geen beslissend argument om het boek niet aan een profeet uit de achtste eeuw vóór Chr. toe te schrijven. Hij noemt dan in aansluiting bij K.A. Kitchen dat voordat de Perzische koning Cyrus die het neo-Babylonische rijk onder de voet liep, aan de macht kwam, er meerdere Perzische koningen met die naam zijn geweest. Die naam kon dus reeds in de achtste eeuw vóór Chr. in Juda bekend geweest zijn.

Bij Daniël wijst Hess erop dat de kritische wetenschap dit boek in de tweede eeuw vóór Chr. dateert. Hier neemt hij jammer genoeg minder duidelijk stelling dan bij Jesaja, al laat hij ruimte voor de traditionele visie dat dit Bijbelboek dateert uit de zesde eeuw vóór Chr.

Naast aandacht voor de literaire structuren van een Bijbelboek heeft Hess ook een rubriek waarin gender en ideologie naar voren komen. Zelf acht ik het woord ‘ideologie’ minder geschikt. Waar het Hess dan om gaat is wat het bewuste Bijbelboek over zaken als onrecht, oorlog en vrede enz. zegt. Waardevol is dat de context in het oude Midden-Oosten van elk Bijbelboek wordt belicht. De bespreking van elk Bijbelboek eindigt met de rubriek ‘theologische perspectieven’. Een rubriek waarin de canonieke context wordt belicht gaat daaraan vooraf. Wat de waarde van de inleiding van Hess verhoogt is dat aan het slot van de bespreking van elk Bijbelboek een aantal belangrijke commentaren en studies worden vermeld.

Aan de bespreking van de concrete Bijbelboeken gaat een inleiding vooraf waarin de structuur, canon en de tekst van het Oude Testament ter sprake worden gebracht. Hess wijst erop dat de vraag naar de vaste volgorde van Bijbelboeken pas kon gaan spelen toen het Oude Testament niet meer op meerdere rollen maar in één codex werd geschreven. De volgorde van de synagoge verschilt van die van de christelijke kerk. De christelijke kerk kent in aansluiting bij de Septuaginta de volgorde historische, dichterlijke en profetische boeken, terwijl de synagoge de ordening heeft van Mozes, de Profeten (waartoe ook Jozua-Koningen worden gerekend) en de Geschriften.

Zowel Hebreeuwse handschriften als die van die Septuaginta wijken dan ook weer onderling af. Voor de Hebreeuwse handschriften geldt, dat bij de ordening van de Geschriften en bij de handschriften van de Septuaginta zijn, die zowel die met de Kleine als met de Grote Profeten eindigen. Als het gaat om de canon, keert Hess zich tegen de gedachte dat de oudtestamentische canon aan het begin van de christelijke jaartelling nog open was. Hij zoekt de oorsprong van de canon zoals wij die kennen in het archief van de Tweede Tempel.

De vondsten van de Dode Zee-rollen laten zien dat de proto-Masoretische traditie in de gevonden handschriften en fragmenten van oudtestamentische Bijbelboeken het sterkst vertegenwoordigd was, al zijn er ook Hebreeuwse handschriften gevonden die ten grondslag hebben gelegen aan de Septuaginta en de Samaritaanse Pentateuch. Daarbij wijst Hess erop dat de masoretische tekstvorm een veel grotere mate van uniformiteit kent dan die van de Septuaginta. De handschriften daarvan tonen tal van onderlinge verschillen en binnen de handschriften van de Septuaginta zijn er ook eerdere traditiestromen te onderscheiden. De vondsten bij Masada en de spelonken uit de tijd van Bar Kohba reprenteren allen de proto-Masoretische tekstvorm. Hess acht waarschijnlijk dat de handschriften die in de Tweede Tempel te Jeruzalem werden bewaard en overgeschreven deze tekstvorm hadden.

Hess schreef een waardevolle inleiding. De kracht ervan ligt er niet in de laatste plaats in dat aan een geheel scala van zaken aandacht wordt geschonken.

N.a.v.: Richard S. Hess, 2015, The Old Testament: A Historical, Theological, and Critical Introduction (Grand Rapids: Baker Academic).

Yvonne Geuze (MSc.) over embyro’s kweken voor onderzoek – Uitgelicht! 9 mei 2023

Op 9 mei 2023 was Yvonne Geuze-van Horssen (MSc.) van de NPV te gast in het programma Uitgelicht! van Family7. Zij sprak in dit programma over het kweken van embryo’s voor onderzoek. Met dank aan Family7 staat deze video online en kunnen we deze via onze website delen.

Onder de video staat de volgende informatie:
VVD en D66 willen dat het mogelijk wordt om embryo’s te kweken speciaal voor wetenschappelijk onderzoek. Dat staat in een initiatiefwet die ze gisteren hebben gepresenteerd. Welke ethische bezwaren liggen hier ten grondslag?

Hatikvah – Het Israëlische volkslied

Gisteren was het 75 jaar geleden dat Israël zijn onafhankelijkheid uitriep. Daarop volgend krijgt de staat internationaal veel tegenstand, maar ook veel steun. Het land wordt de thuishaven van veel Joden die in de verstrooiing leven. Ter herdenking van deze mijlpaal plaatsen wij op onze website het volkslied van Israël, ‘Hatikvah’ (de hoop). Hieronder de video en daaronder de songtekst.

Het volkslied

De songtekst

Kol ‘od balevav penimah
Nefesh Yehudi homiyah,
Ulfa’ate mizrach kadimah,
‘Ayin leTziyon tzofiyah;

‘Od lo avdah tikvatenu,
Hatikvah bat shnot ’alpayim,
𝄆 Lihyot ‘am chofshi be’artzenu,
’Eretz-Tziyon virushalayim. 𝄇

Nederlandse vertaling

Zolang in het hart, van binnen,
Een Joodse ziel levendig is.
En naar het oosten, vooruit,
Het oog naar Zion kijkt.

Is onze hoop nog niet verloren.
De hoop die al tweeduizend jaren leeft.
Een vrij volk te zijn in ons land.
Het land van Zion en Jeruzalem.

Mensen kweken voor wetenschap botst met christelijke ethiek

Misschien dreigt voor het ongeboren leven een groter gevaar dan abortus: vernieuwde wetgeving opent de deur naar het kweken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek.

Op 8 mei dienden D66 en VVD een initiatiefwet in om het kweken van embryo’s mogelijk te maken (RD 9-5). Dit hing al in de lucht, maar nu wordt een concrete volgende stap gezet. Dat is zowel een politiek gevoelige als een vanuit medisch-ethisch oogpunt catastrofale stap. Ontluikend menselijk leven wordt opgeofferd aan de wetenschap.

De fractieleiders van D66 en VVD benadrukten op 8 mei in opinieprogramma Op1 dat het is gericht op verbetering van de zorg. Dat is een nobel doel, maar rechtvaardigt niet het creëren en inzetten van menselijk leven als onderzoeksmateriaal. Het medisch-ethisch debat cirkelt rond de vraag die de initiatiefnemers zelf ook stellen in de memorie van toelichting bij hun initiatiefwet: „Het recht op leven en de beschermwaardigheid van het embryo zien op een afweging tussen deze twee waarden en het belang van wetenschappelijk onderzoek.”

Gericht op relatie

Vijf overwegingen bij het wetsvoorstel, waarbij ik aansluit op punten die naar voren komen in de initiatiefwet en de bijbehorende memorie van toelichting:

  • Menselijk leven creëren en inzetten als onderzoeksmateriaal devalueert de waarde ervan. De mens heeft bestaansrecht. Het lijkt me in strijd met de menselijke waardigheid om impliciet te ontkennen dat het leven een doel heeft en daarom geïnstrumentaliseerd, als louter middel, kan worden ingezet.
  • Het doel van het menselijk leven kun je verwoorden als relatiegericht. Dat laat het scheppingsverhaal zien. De mens verhoudt zich tot de Ander (God), het andere (de schepping) en de anderen (de mensen). Embryokweek conflicteert met de belijdenis dat God het leven wil en de mens leeft tot eer van de Schepper. Niet alleen de relatie Schepper-schepsel wordt verstoord (Psalm 139), ook de intermenselijke verhoudingen zijn zoek. Een eerste blijk van de mens als relationeel wezen is dat nieuw leven bij een goede ontwikkeling al binnen 48 uur met de moeder communiceert (”early pregnancy factor”). Van relationeel leven is in het proces van kweek-onderzoek-vernietiging van embryo’s weinig sprake. Ontwikkelingen die de relatiegerichtheid tenietdoen, moeten ontmoedigd worden.
  • In een mogelijk nieuwe definitie van ”embryo” neemt men, in navolging van de in oktober 2022 gepubliceerde evaluatie van de embryowet, de ontstaanswijze als uitgangspunt. Positief hieraan is dat enkele nieuwe technieken hierdoor ook onder de embryowet gaan vallen. Het eerdergenoemde doelperspectief wil ik hier echter naast zetten. Wat is het doel van het leven? Hoe liberaal is het eigenlijk dat beginnend leven niets heeft in te brengen en al wordt vernietigd voordat het tot bewustzijn komt? Hoe autonoom is het nieuwe leven?
  • De wegen van het seculier-liberale denken en het christelijke denken gaan uiteen op mensvisie. Dat blijkt er ook uit dat bij de definitie van ”embryo” (volgens het wetsvoorstel) „het vermogen uit te groeien tot een mens” richtinggevend is. Deze visie vertolkt ook klinisch embryoloog Mastenbroek. In een artikel op RTLnieuws.nl (8-5) wijst hij erop dat embryo’s de eerste dagen na bevruchting nadrukkelijk nog niet zijn uitgegroeid tot foetussen. „We hebben het niet over een foetus, dus iets met een hoofdje en armpjes en beentjes. Dat komt pas weken later. Dit gaat over de heel vroege embryo’s, het gaat over een klompje van enkele cellen.” Volgens het christelijk-ethische denken is er daarentegen vanaf de bevruchting sprake van een nieuw mens. Een klompje cellen, maar wel bezield en dus een uniek mens met een eigen identiteit en DNA-structuur.
  • In de argumentatie ligt het accent op het belang van wetenschappelijk onderzoek. Overheid en politiek beogen een voortrekkersrol bij nieuwe technieken inzake voortplantingskunde. Overheid, politiek en wetenschap zijn zo niet strikt gescheiden.

Gebed

Mensen kweken om het binnen enkele weken te vernietigen als onderzoeksmateriaal moet vanuit het perspectief van christelijke ethiek scherp en principieel worden afgewezen. Schreeuw om Leven spant zich hiervoor in, maar er is meer nodig. Is het zondag ook in uw kerk een gebedspunt of de goede God dit kwalijke plan wil keren?

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2023, Mensen kweken voor wetenschap botst met christelijke ethiek, Reformatorisch Dagblad 53 (34): 33 (artikel).

Genesis extra deel 2: De aarde is jong – Bioloog ir. Kees Fieggen biedt extra’s bij de bijbelstudie over het eerste Bijbelboek

De aarde is niet zo oud als velen denken, geen miljoenen of miljarden maar duizenden jaren. Dat is ook al best oud natuurlijk. In deze video bespreek ik een flink aantal argumenten voor een ‘jonge’ aarde.

Jaargang 1-125 van De Nederlandsche Leeuw en telgen uit het geslacht Van Meerten

De Nederlandsche Leeuw is het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap. In de eerste honderdvijfentwintig jaargangen komen verschillende telgen van het geslacht ‘Van Meerten’ voor. Hieronder een overzicht van welke jaargangen dit betreft. De ontbrekende jaargangen bevatten geen informatie over het geslacht ‘Van Meerten’

Onlangs verschenen ‘Evangelical Study Bible’ neemt het klassieke scheppingsgeloof en de historiciteit van de Schrift als uitgangspunt

Tegenwoordig staan sommige bijbelcommentaren en studiebijbels bloot aan invloeden van het theïstisch evolutionisme. Genesis wordt dan anders uitgelegd dan wat de tekst ons ‘prima face’ (op het eerste gezicht) doet voorkomen en eeuwen gangbaar is. Het is dan ook een verademing om te zien dat er opnieuw een studiebijbel is uitgekomen waarin het klassieke scheppingsgeloof wordt beleden en de historiciteit van de Schrift als uitgangspunt wordt genomen.

Vanzelfsprekend is een historisch geloof niet genoeg en zal het uiteindelijk een spade dieper, naar het waar zaligmakend geloof toe, moeten wil het goed zijn voor de tijd en de eeuwigheid. Dat is immers ook het doel van het Bijbellezen en dat is ook te lezen in deze Evangelical Study Bible. Al zullen sommige teksten in de Gereformeerde Gezindte mogelijk anders uitgelegd worden.

Opzet

Ieder Bijbelboek wordt ingeleid met een samenvatting van de inhoud en informatie over het auteurschap. Daarnaast wordt er aan het begin van het Bijbelboek een inhoudsopgave (outline) getoond. Ieder hoofdstuk bevat kanttekeningen en er zijn korte kaders aangebracht voor aanvullende informatie. Deze kaders bevatten leerstellige informatie, persoonlijke profielen (tientallen Bijbelse figuren worden besproken), archeologische informatie en apologetische artikelen. Ook bevat deze studiebijbel diverse kaartjes met verduidelijkende informatie waar een bepaalde gebeurtenis plaatsgevonden heeft. De studiebijbel bevat een voorwoord van de initiatiefnemer dr. Edward E. Hindson. Helaas kon Hindson het eindproduct niet meer in zijn handen houden, hij overleed in 2022. Hij sprak vaak over zijn grootste doel met zijn theologisch werk en deze studiebijbel: “My greatest desire is to lift up Jesus Christ and proclaim His gospel to the entire world.” Omdat Hindson overleden is bevat de studiebijbel ook een hoofdstuk met de erkenning van het werk van Hindson. Het inleidende gedeelte bevat ook een gebruiksaanwijzing van deze studiebijbel en meer informatie over de Bijbel en de gebruikte vertaling (NKJV). Het volgende hoofdstuk geeft adviezen hoe je de Bijbel kunt bestuderen. De studiebijbel kent als laatste ook nog twee algemene inleidingen op het Oude en Nieuwe Testament. Het geheel maakt een goed verzorgde indruk!

Auteurs

De gedachte om te komen tot een studiebijbel is ontstaan vanuit een werkgroep waarvan de leden verbonden zijn aan Liberty University. Deze universiteit staat bekend als orthodox en organiseert ook veel creationistisch-wetenschappelijke activiteiten zoals onlangs het congres van Creation Research Society.1 Aan de universiteit zijn veel wetenschappers verbonden die zich verweven weten met het klassieke scheppingsgeloof. De hoofdredacteur is wijlen dr. Edward E. Hindson (1944-2022). De manager achter het geheel is dr. Daniel Sloan. Hij heeft ook de verklaring van de oudtestamentische Profeten op zich genomen. Hij deed dat samen met dr. Gary Yates. Dr. Jordan Jones heeft de verklaring van de oudtestamentische Wijsheidsliteratuur op zich genomen. De verklaarder dr. Benjamin Laird is aangeschreven om de kanttekeningen en uitleg bij het Nieuwe Testament voor zijn rekening te nemen. Dr. Dickson Ngama schreef het commentaar op de oudtestamentische historische boeken. De ‘Apologetic Worldview Articles’ hebben dr. Rob van Engen en dr. Troy Matthews verzorgd, terwijl de bekende archeoloog dr. J. Randall Price de archeologische artikelen verzorgde en meekeek met de historische beschrijvingen van de Bijbelboeken. De bekende creationist en paleontoloog dr. Marcus Ross verzorgde het commentaar op Genesis, hij deed dat samen met zijn zus en oudtestamenticus dr. Jillian Ross. Laatstgenoemde schreef ook het commentaar op de Pentateuch en deed mee met Ngama in het beschrijven van de Oudtestamentische historische boeken. De verklaring van het Oude Testament heeft best wel een aantal theologen terwijl de verklaring van het Nieuwe Testament maar door één auteur wordt verzorgd. Dit neemt niet weg dat er een indrukwekkend aantal geleerden en experts zijn aangeschreven om commentaar te leveren.

Genesis

De verklaring van Genesis is geschreven door de creationistische paleontoloog dr. Marcus Ross, samen met zijn zus oudtestamenticus dr. Jillian Ross. Dr. Ross is mogelijk ook bekend in Nederland en Vlaanderen omdat hij promotieonderzoek deed naar de Mosasauriërs (onder andere van Maastricht)2 en onlangs (2021) daarover sprak op een door Fundamentum en Geloofstoerusting georganiseerd congres.3 Het zal daarom niet verbazend zijn dat broer en zus Ross in de verklaring van Genesis uiteindelijk een creationistische verklaring voorstaan. Uiteindelijk, want uiteraard bespreken ze ook verschillende andere manieren van uitleg. Genesis is door Mozes geschreven, al geven ze ook aan dat dit door veel kritische geleerden wordt ontkend. Orthodoxe geleerden blijven echter wijzen op het zelfgetuigenis van de Schriften dat deze door Mozes zijn geschreven. Ook is er flinke discussie over wanneer Genesis geschreven is. Maar als Mozes de schrijver is dan moet Genesis wel ontstaan zijn in de 15e eeuw voor Christus. De scheppingsdagen zijn normale werkdagen van God. Ross schrijft: “While yom does display a range of meanings in the Old Testament, the formula of ‘evening and morning, the [number] day’ does not support reading yom as anything but an ordinary day.” Het zien van firmament ‘raqai’’ als een harde hemelkoepel wordt door de uitlegger afgewezen. Ross wijst erop dat de scheiding tussen vee en wilde dieren niet gezien moet worden in het licht van de huidige modern-biologische taxonomie.4 Allerlei theïstisch evolutionistische gedachten over Adam (van historisch clanhoofd tot mythisch figuur) worden afgewezen en er wordt beleden dat Adam onze eerste voorouder was. Ross schrijft: “Young-Earth Creationists maintain that Adam and Eve were the first and only humans created directly by God and that all ancient and modern people are their descendants.” Er wordt eveneens aandacht besteed aan de context van het Midden-Oosten (Ancient Near East) en aangegeven dat er veel kleitabletten in overeenstemming zijn met Genesis. Price: “There are enough similarities to indicate that these accounts have a common historical origin.” Om niet meer te noemen wordt er door de auteurs een wereldwijde zondvloed verdedigd. Ross schrijft: “The waters ultimately overwhelmed the entire world so that only Noah and those who were with him in the ark remained alive’ dik gedrukt door de redactie). Ook bij dit hoofdstuk zien we een archeologisch kader. Daarin wordt opnieuw verwezen naar het Midden-Oosten. Als het gaat om deze zondvloedverhalen geeft dr. Price het volgende aan: “These similarities are sufficient to establish these accounts as pointing back to the original flood of Noah’s time.” Daarnaast bevat de uitleg van Genesis 8 ook een kader over de zondvloed en het fossielenarchief. Daarin schrijft dr. Ross onder andere: “Young-Earth creationists maintain the creation occurred just a few thousand years ago, in which all things were created in the span of six days. Young-Earth creationists assign most of the fossil record to Noah’s Flood and its immediate aftermath, viewing it as a global record of the world’s destruction.”

Ten slotte

Er valt uiteraard veel meer te noemen en te citeren. We willen het echter niet te lang maken en hopen dat u deze studiebijbel ook zal gaan lezen. Het is bemoedigend om te zien dat er in dit naturalistisch-wetenschappelijke en materialistische tijdperk nog steeds studiebijbels verschijnen waarin onverkort wordt vastgehouden aan het klassieke scheppingsgeloof en waar de consequenties van dit scheppingsgeloof voor de verklaring van de werkelijkheid worden gevolgd. We kunnen immers niet tegelijkertijd belijden dat de wereld duizenden jaren oud is en het daarnaast als vooronderstelling aannemen dat deze óók 4,5 miljard jaar oud is. Het is daarom goed dat experts in hun vakgebied nadenken over de consequenties van dit belijden of deze vooronderstellingen voor de verklaring van de werkelijkheid. Het team achter de Evangelical Study Bible heeft een bijzonder goede daad verricht door deze studiebijbel te laten verschijnen. Hoewel het zeker niet de eerste Bijbel met kanttekeningen is die het klassieke scheppingsgeloof uitdraagt5, is het toch een welkome aanvulling. Al zouden de mensen die de King James Version hoog willen houden, mogelijk liever gezien hebben dat de KJV als Bijbeltekst was aangehouden in plaats van de NKJV.

Voetnoten

COLUMN: Geloofwaardig Nepnieuws?

Deze tijd staat bol van nepnieuws. Vooral tijdens de coronacrisis werden er allemaal hoaxen (nepnieuws) de wereld ingestuurd. Zo zouden draadloze netwerken corona verspreiden.

Wist je dat er door de tijd heen ook een heleboel hoaxen over het christendom geweest zijn?
Om enkele voorbeelden te noemen: sommigen beweerden Goliaths schedel te hebben gevonden. Anderen claimden dat Charles Darwin bekeerd werd op zijn sterfbed. Het bewijs blijft echter achterwege. Een hoax die ook om de zoveel tijd rondwaart: een waarschuwing tegen de godslasterlijke film Corpus Christi waarin Jezus en Zijn discipelen bespot zouden worden. Een verzinsel, de film bestaat niet. Ook hebben verschillenden al beweerd de ark van Noach te hebben gevonden. Of wat te denken van een enorme reus die iemand opgroef. Een unieke prachtvondst die de Bijbelse beschrijving van reuzen zou ondersteunen. Het laatste was overigens een bedenksel van een Amerikaanse boer die zelf een gebeeldhouwde reus in de grond had gestopt…

Zo zie je maar, overal kan nepnieuws opduiken, zelfs rondom christelijke waarheden. De ene keer bedoeld om het christelijk geloof onderuit te schoffelen; de andere keer als goedbedoelde poging om de Bijbel te bewijzen. Maar de Bijbelse Waarheid is en blijft toch in de eerste plaats een zaak van geloof. Toch maar houden bij de echte Waarheid, of het nu over het christelijk geloof gaat of niet!

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit Nabij Jou. De bronvermelding luidt: Staaij, H. van der, 2023, Geloofwaardig nepnieuws, Nabij Jou 1 (4): 25. Meer informatie over dit tijdschrift is te vinden via de website: https://nabijmagazine.nu/.