Home » 2024 » februari

Maandelijkse archieven: februari 2024

Dr. Bert-Jan Heusinkveld waarschuwt: “De mens wil het leven manipuleren”

Al ruim twintig jaar is hij met het onderwerp bezig: mensverbetering. Theoloog en ethicus dr. Bert-Jan Heusinkveld ziet een toegenomen interesse in het onderwerp, mede omdat de technologie steeds meer mogelijk maakt. Toch waarschuwt hij: “We willen het leven maken zoals wij het wensen, het manipuleren. We doen al snel een greep naar de macht.”

“Mensverbetering heeft altijd gespeeld”, zegt Heusinkveld, die tevens predikant in de protestantse gemeente in Daarle is. “Dat is ook logisch: we zijn op de aarde om er iets van te maken. Maar waar ik mij op richt is de mensverbetering waarbij je de mens wilt opwaarderen en perfectioneren door middel van technologie.”

Een concreet voorbeeld? “Neem hardlopen. Ik kan dat niet op het niveau van de topsporters, maar neem middelen om dat niveau toch te halen. Dat valt onder mensverbetering, omdat ik zonder die middelen dat niveau niet haal. Maar stel dat ik een beenprothese aanbreng, zodat ik harder kan lopen dan jij. Dan heb ik iets wat geen enkel mens heeft: dat gaat boven het mens-zijn uit – dat noemen we transhumaan. Denk ook aan het nieuws van eind vorige maand dat Elon Musks bedrijf Neuralink een computerchip in de hersenen van een mens heeft geplaatst zodat er communicatie tussen brein en computer kan plaatsvinden.”

U zegt: we moeten ons wel verbeteren als mens. Hoe legt u dat uit als christen?

“Als christen zeg ik: we moeten ons ontwikkelen. God heeft alles gemaakt en het aan ons toevertrouwd. “Maak er wat van,” zei Hij. Dat mogen wij de mogelijkheden in de schepping ontdekken en daarmee aan de slag gaan. Dat is ontwikkeling, verbetering zo je wilt. Ik denk ook dat het nieuwe paradijs uiteindelijk beter is dan het oude paradijs was.”

Juist in dat paradijs heeft de zondeval plaatsgevonden door een poging tot mensverbetering: de mens wilde als God zijn.

“Ja, terwijl we dat al waren: we zijn geschapen als beeld van God. Gemaakt om Hem te weerspiegelen. We hebben al bijna goddelijke eigenschappen. Doordat we nog een stap hoger wilden, ging het mis. Dat is ook precies het probleem bij praktische mens- en lichaamsverbetering. Wij denken te kunnen definiëren wat goed en kwaad is en dat te bepalen. Dat is eigenlijk een greep naar de macht.”

“Als je het hebt over mensverbetering zijn er grofweg twee houdingen. De eerste is de houding van waardering en respect. Waarom hebben wij eigenlijk dit lichaam? Wat is de betekenis ervan en is het niet iets goeds om te bewaren? Waarom moet het anders? De tweede houding is die van manipulatie: we willen het leven naar onze hand zetten. Het lichaam zo maken als we het wensen. Wat wij voelen en denken is het uitgangspunt.”

U maakt de verbinding met onze cultuur: wat wij denken en voelen is het vaak uitgangspunt. Hoe ziet u dat bij lichaamsverbetering optreden?

“Als een jongen als basketballer professional wil worden, maar slechts 1,65 meter lang is, zou je een groeihormoon kunnen toedienen. Want waarom zou je die jongen zijn droom ontnemen? Maar: moet dan ieder mens profbasketballer kunnen worden? Dat is de andere kant. Kun je je levensvervulling misschien ook ergens anders in vinden?”

Dan voel je gelijk de spanning met onze tijdgeest toenemen.

“Dat is een belangrijk punt. Het leven is een doe-het-zelfproject geworden. Als het je tegenwoordig mislukt om er iets van te maken, is het je eigen schuld. Dan heb je geen goede keuzes gemaakt, niet goed voor jezelf gezorgd. We denken dat het leven volledig maakbaar is.

Vroeger probeerden we zieken te herstellen. Dat is geneeskunde. Zodat we weer ‘normaal’, weer gezond worden. Nu gaat het een stap verder en willen we het leven van de wieg tot het graf controleren en perfectioneren. De volgende stap wordt in het mensverbeteringsdebat het transhumanisme genoemd. Transhumanisten streven ernaar dat mensen beter zijn dan goed: een langer leven, een beter geheugen hebben, verbindingen tussen brein en computer (cyborgs), het voelen van magnetische velden en bijvoorbeeld infrarood zien.”

Ook in de Bijbel zien we lichaamsverbetering: Jezus genas zieken. Hij herstelde mensen wel naar een menselijk niveau.

“Zeker. En daarom mag de wetenschap en geneeskunde zich ook ontwikkelen. Tegelijkertijd staat bij Jezus de lichamelijke genezing niet op de eerste plaats. Bij de verlamde man die door zijn vrienden door het dak aan de voeten van Jezus wordt gelegd, worden eerst zijn zonden vergeven. Daarna volgt genezing.

Je ziet dat er gebrokenheid is als gevolg van de zonde. Jezus herstelt, maar houdt zich aan de structuren die de Vader en Zoon aanbrachten toen ze de mens schiepen. Als je begint aan technologische mensverbetering, moet je uitkijken. Het lichaam dat God gemaakt heeft vinden we te beperkt. Laten we een nieuwe schepping creëren, zeg je dan. Maar als Jézus het over die nieuwe schepping heeft, gaat het over de vernieuwing van je hart door de Geest. Hij is je aan het verbeteren. Pas bij de terugkomst van Christus krijg je het nieuwe lichaam dat wij niet kunnen maken.”

Voor u is een belangrijke lijn bij lichaamsverbetering dus het lichaam respecteren dat God heeft geschapen. Wat zijn andere kaders?

“Als je iets aan het lichaam verandert, moet het passen bij wie je bent en bij je identiteit. Er moet dus continuïteit zijn: biografisch gezien moet het bij je leven passen. En is er sprake van coherentie? Past het bij jou als persoon, bij je levensbeschouwing en je morele waarden? En je sociale omgeving is belangrijk: als je een ingreep ondergaat waarna mensen niet meer weten wie je bent, is dat niet goed voor jou en voor je omgeving.”

Heeft u een voorbeeld van een toepassing die ethisch gezien in het ene geval wel kan en in het andere te betwisten is?

“Neem het cochleair implantaat. Een implantaat waarmee je dove mensen terugbrengt in het land van de horenden. Dat werkt inmiddels best goed. Als je dat echter inzet om geluid te horen wat alleen dieren kunnen horen, bijvoorbeeld hypersonisch geluid, is dat een twijfelachtige toepassing. Wat heb je eraan, waarom doe je het? Je plaatst je buiten de gemeenschap van mensen, omdat niemand anders het kan.

Een tweede voorbeeld: zelf ben ik aan een oog vrijwel blind. Ik zie er alleen licht mee. Daar kun je, zoals getest is bij een kat, videobeeld op aansluiten. Dat was nog niet perfect, maar mogelijk is het wel. Op zo’n videobeeld zou je tijdens een gesprek via Google kunnen zoeken. Terwijl ik met je aan het praten ben, krijg ik informatie binnen. Dan is het contact totaal anders.”

Welke vragen over lichaamsverbetering moeten beter besproken worden, vindt u als ethicus?

“Bij dit thema zie je dat er soms een toepassing wordt gebruikt, maar het niet duidelijk is wat het effect is op de persoon en op de omgeving. Zo krijgen sommige sterk bevende parkinsonpatiënten deep brain stimulation, elektrische stootjes in de hersenen via ingebrachte electroden. Vaak helpt dat ook: het beven wordt minder. Tegelijk: feitelijk weten we niet precies wat we doen, maar wel dat het werkt.

Er is een bekend voorbeeld van iemand die dat ingeschakeld kreeg en rare dingen ging doen. Hij gaf onverantwoord geld uit en legde het aan met allerlei vrouwen. Een interessante vraag: wie is verantwoordelijk, de man, het apparaat of de arts? De man kreeg de keuze om de draden te laten zitten en in een tehuis te wonen, of het te laten verwijderen. Dan zouden de klachten weer terugkomen. Dat is ook enhancement: je doet wat en je weet niet precies wat het uitwerkt, met name in de hersenen. Tegelijkertijd is er ook de omgeving, is men na het stoppen van het beven ook echt gelukkiger geworden?”

Schuilt de verbeteringsgedachte ook in de christelijke wereld?

“Ja, je gaat zo mee in de storm. Voor je het weet ben je bezig met spectaculaire dingen beleven en er op sociale media goed uitzien. Anders ben je niet veel waard. De drang naar verbetering door lichaamsverandering zit er blijkbaar diep in.

Voor mijzelf als christen zou ik als verbetering graag zien dat de Heilige Geest mijn leven een update geeft zodat Christus meer centraal komt te staan. Dat mensen aan mij merken dat Christus mijn leven is, ik niet alleen hoop dat ik gezond ben. maar vooral veilig en geborgen ben en straks een nieuw lichaam krijg. Ik kan mijzelf niet maken zoals ik zou kunnen en moeten zijn. Daar is Christus voor gekomen, dat gaat Hij doen.”

Dr. Bert-Jan Heusinkveld hoopt vanavond over dit thema een lezing te geven in Breukelen. Eerder heeft hij over dit onderwerp gesproken op een congres van ‘Fundamentum’.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

Parenteel van Teunis Willem van Meerten (1819-1875) en Heiltje Jansen (1820-1898)

Teunis Willem van Meerten werd op 7 september 1819 geboren te Meerten1 als zoon van Jan Dirk van Meerten (1786-1871) en Antonia Brouwer (1789-1875). Het parenteel van zijn ouders is hier te vinden. Hij is overleden op 24 november 1875 te Lienden.2 Hij trouwde op 7 november 1845 te Echteld3 met Heiltje Jansen. Heiltje Jansen werd op 14 november 1820 te Echteld4 geboren als dochter van Gijsbert Jansen (1778-1848) en Cornelia Derksen (1785-1870). Zij is overleden op 24 januari 1898 te Lienden.5

Kinderen

Uit dit huwelijk werden de volgende acht kinderen geboren:

  1. Tonia Hendrina van Meerten. Zij is geboren op 30 maart 1846 te Echteld6 en is overleden op 18 april 1918 te Lienden.7 Zij trouwde op 13 mei 1869 te Lienden8 met Teunis Peters, geboren op 17 januari 1845 te Lienden9 en overleden op 15 april 1919 te Lienden.10 Hij was een zoon van Dirk Peters (1801-1868) en Alida Kapellen (1809-1877). Het parenteel van dit echtpaar is hier te vinden.
  2. Gijsbert van Meerten (1848-1890).
  3. Janna van Meerten (1851-1938).
  4. Cornelia van Meerten. Zij is geboren op 30 maart 1853 te Lienden11 en overleden op 1 november 1937 te Rhenen.12 Zij is ongehuwd overleden.
  5. Dirkje van Meerten (1855-1926).
  6. Teuntje van Meerten (1858-1920).
  7. Heiltje van Meerten (1861-1929).
  8. Maria van Meerten (1863-1949).

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

‘Je lichaam upgraden?’ – Dr. Bert-Jan Heusinkveld verzorgt de negende Egbert Schuurmanlezing in het Bonifatiushuis (Breukelen)

‘Je lichaam upgraden? Medische techniek voor een beter leven’. Dat is de titel van de lezing die dr. Bert-Jan Heusinkveld hoopt te geven in Breukelen. Bron: Pixabay.

Op donderdag 29 februari 2024 D.V. hoopt dr. Bert-Jan Heusinkveld een lezing te geven in Breukelen, naar aanleiding van zijn proefschrift ‘De Betere Mens’. Heusinkveld is daar op uitnodiging van de afdelingen van de ChristenUnie van de gemeente Stichtse Vecht en de provincie Utrecht. De lezing wordt gehouden als negende Egbert Schuurmanlezing. De nog in leven zijnde prof. dr. ir. Egbert Schuurman (1937) is bekend geworden vanwege zijn filosofie van de techniek.1 Dr. Heusinkveld zal de lezing toespitsen op de mogelijkheden tot mensverbetering. Een soortgelijke lezing hield de theoloog en ethicus voor een congres van Fundamentum het afgelopen najaar.2 Deze lezing wordt daarom ook door ons van harte aanbevolen.

Je lichaam upgraden? Medische techniek voor een beter leven’. Dat is de titel van de lezing van dr. Heusinkveld. De website van RTV Stichtse vecht geeft de volgende samenvatting3:

”Op zoek naar geluk en een beter leven lijken een sterker lichaam, een beter geheugen, het bij voorbaat genetisch aanpassen van embryo’s en een onlineverbinding tussen ons brein en de computer heel wenselijk. Met behulp van techniek kan de medische wereld ons helpen ons lichaam op te waarderen en te perfectioneren.
Welke mogelijkheden zijn er? Moeten we die willen? Is een technologisch opgewaardeerd leven een beter leven? In de lezing worden deze onderwerpen besproken en worden aanzetten tot een beoordeling gegeven. Daarbij is er ruime gelegenheid voor discussie.”

Praktische informatie

De avond wordt op 29 februari 2024 DV gehouden in het Bonifatiushuis te Breukelen en begint om 20:00 uur. Het adres is Kerkplein 18, de toegang is gratis en de inloop is vanaf 19:30 uur. Dr. Bert-Jan Heusinkveld is predikant in de Gereformeerde Kerk van Daarle (PKN). Hij promoveerde op 11 juni 20214 aan de Theologische Universiteit Kampen (nu Utrecht) op het proefschrift ‘De Betere Mens. Een Medisch-ethisch Kader voor Mensverbetering vanuit Christelijk Perspectief’. Zijn proefschrift verscheen ook in handelseditie bij Eburon Academic Publishers.5 Vermoedelijk zal het boek ook op de avond zelf te koop worden aangeboden.

Voetnoten

Kerk en slavernij? (9) – Bijdrage van dr. Dick de Vos aan het debat over de rol van de kerk

Slavernij is verwerpelijk en de regering heeft excuses aangeboden voor de Nederlandse betrokkenheid. In het navolgende gaat het er geenszins om ook maar iets af te doen van eventuele kerkelijke betrokkenheid. Wat verkeerd is, moet aan het licht worden gebracht. Maar als er naar de kerk wordt gewezen in verband met slavernij, dan moet dit met onderbouwing gebeuren.

Inleiding

In deze artikelenserie is aandacht geschonken aan werk en project van A. Merz, G. Harinck, R. M. Allen, M. Stoutjesdijk. Zie hiervoor de referentie.1 Bij de eerste drie gaat het om hoogleraren, de laatste is wetenschappelijk medewerker. In voorgaande afleveringen is aangetoond dat genoemde hoog- en zeergeleerde personen, hoewel in hun eigen vakgebied deskundig, beperkingen kennen in de kerk- en staatsgeschiedenis gerelateerd aan slavernij. Zij citeren met instemming het werk van de Amerikaanse assistent-hoogleraar D. L. Noorlander, gezien zijn naam met Nederlandse wortels.2 Het is dus met grote belangstelling en nieuwsgierigheid dat genoemd werk, ”Toorn van de hemel”, ter hand wordt genomen. Het boek van Noorlander is de handelsuitgave van zijn proefschrift, bewerkt aan de Georgetown University Washington DC. Noorlander is nu assistent-professor geschiedenis aan de State University of New York at Oneonta.

Uit de introductie van het werk van D.L. Noorlander

De West-Indische Compagnie (WIC) wordt verlengstuk van de staat genoemd. Helaas wordt over de verhouding kerk-staat gezwegen. Een dergelijke compagnie wordt participant in de zending genoemd. Dat is te veel gezegd. De directeuren van de WIC waren gereformeerd. Die godsdienst werd dus gepraktiseerd. Zending werd bedreven door predikanten en andere ambtsdragers.

Gesproken wordt over de verhouding kerk-compagnie. Helaas zegt Noorlander niet wat hij onder kerk verstaat. Het lijkt bij Noorlander te gaan om de totale kerk. Die kerk en niet alleen de geestelijkheid zou een inschikkelijke visie hebben op economische ontwikkeling. Noorlander zegt: “De afhankelijkheid van de geestelijkheid van de compagnieën met gezamenlijke aandelen – zoals de WIC – en de stem en invloed van de koopman in de kerk droeg bij tot een opmerkelijk flexibele, inschikkelijke houding ten opzichte van handel en seculiere zaken in het algemeen. Nederlandse calvinisten, zowel leken als geestelijken, konden Gods hand overal zien en elke respectabele activiteit als vroom uitleggen.”

In Nederland was de predikant veelal voor zijn benoeming en zijn traktement van de overheid afhankelijk. Ook op de benoeming van andere ambtsdragers had de overheid invloed evenals op een ambtelijke vergadering als de kerkenraad. Anders dan Noorlander beweert, had de koopman in de kerk geen invloed. De kerk, namelijk de gereformeerde kerk, heeft zich nimmer uitgesproken over handel en seculiere zaken. Die konden niet op de agenda staan, want daarop stonden slechts kerkelijke zaken. Dat de Nederlandse calvinisten alles vroom uitlegden, is zo ver bezijden de waarheid.

Noorlander wijst de scheiding van bestuur en beheer, die reeds vanaf de middeleeuwen bestond, af. In de Nederlandse gereformeerde kerkordeningen is niets over het beheer van goederen en gelden te vinden. De kerkvoogden werden door de overheid benoemd, de kerkenraad had daarin geen zeggen.

Twee opmerkingen

In het navolgende worden twee opmerkingen gemaakt over zaken die in Nederland in kerken ontstaan uit afscheiding in 1834 en doleantie in 1888 vrijwel geheel onbekend zijn. Veel kerken in Amerika zijn beïnvloed vanuit genoemde Nederlandse kerken.

Het eerste punt is de scheiding van bestuur en beheer. In de kerkorden van de Nederlandse gereformeerde kerken is niets te vinden over het beheer van kerkelijke goederen. Het gaat in die kerkorden om de kerkregering door de kerkenraad van de plaatselijke kerk en van het kerkverband door de meerdere vergaderingen. De overheid liet het beheer van de kerkelijke goederen in stand, zoals het voor de reformatie was. Voor de reformatie was er toezicht op het beheer door de overheid en de roomse kerk. Die laatste viel weg zodat slechts het overheidstoezicht overbleef. Voor het beheer gold ook vaak het patronaatrecht. De houder van dat recht, bijvoorbeeld een adellijk persoon, mocht het beheer regelen. Dat patronaatrecht verviel in 1922. Het beheer buiten de Nederlandse Hervormde Kerk bleef vrij tot 2003.3

De slogan uit de tijd van de doleantie “terug naar de nimmer afgeschafte Dordtse kerkorde” heeft zijn duizenden verslagen. Ook in Amerika wordt gedacht dat de Dordtse kerkorde 1619 voor geheel de Nederlanden gold. Het volgende punt valt eveneens aan een Amerikaan bijna niet uit te leggen. Volgens de Unie van Utrecht (1579) was de godsdienst een zaak van de gewesten. De Dordtse kerkorde (1619) is in geen gewest als zodanig aangenomen. Friesland, Groningen, het landschap Drenthe, en Zeeland hadden eigen kerkorden. Overijssel, Gelderland en Utrecht hebben de Dordtse kerkorde in het gewestelijke gewoonterecht ingepast. Het gewest Holland heeft de Dordtse kerkorde voorlopig goedgekeurd. Verder is het nooit gekomen.4 In Generaliteitslanden gold de Dordtse kerkorde. Die kerkorde werd ook door de WIC toegepast.

Er is ook wel eens een hoogleraar die blijkt geeft van de juiste kennis van de Nederlandse kerkgeschiedenis. Zo hield de wereldberoemde hoogleraar J.I. Israel (geb. 1946), Engels historicus maar werkzaam aan het Institute for Advanced Study in Princeton (NY) in Amerika op 8 mei 2018 een lezing in Leeuwarden. De schrijver van dit stuk vroeg hem naar de gereformeerde staatkunde van J. Althusius (1563-1638), hoogleraar rechtsgeleerdheid in Herborn en Steinfurt, stadsadvocaat van Emden. Professor Israel citeerde zowaar volstrekt juist en terecht de acta van de synode van Emden 1571. Het kan dus ook anders.

© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnement op deze nieuwsbrief is gratis!

Voetnoten

Elise van Hoek (NPV): verzoek om duo-euthanasie neemt toe – Uitgelicht! 14 februari 2024

Op 14 februari 2024 was drs. Elise van Hoek van de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) te gast in het programma Uitgelicht! van Family7. Zij sprak over de toenemende verzoeken tot duo-euthanasie. Dit kwam in het nieuws doordat het hoogbejaarde echtpaar Van Agt zo ook hun leven hebben beëindigd. Met dank aan Family7 staat deze video online en kunnen we deze via onze website delen.

Onder de video staat de volgende informatie:
Sinds het overlijden van oud-premier Van Agt staat duo-euthanasie volop in de belangstelling. Dit is een vorm waarbij twee partners euthanasie toepassen. Uit cijfers blijkt dat steeds meer mensen kiezen voor deze vorm.

Adam, wat doet het ertoe? – Bespreking van ‘Adam, waar ben je?’

Waren Adam en Eva echt de eerste mensen, direct door God geschapen uit de aardbodem, en is door hun zonde de dood de wereld binnengekomen? Vele christenen die de evolutie van de mens als een bewezen feit beschouwen, kunnen dat niet meer plaatsen. Voor hen is ‘Adam een geëvolueerde hominide’ (AGH), en misschien een groep mensen, eerder dan een individu. Doodslag, perversiteit, en de dood, waren al honderdduizenden jaren in de wereld voor ‘Adam’ op het toneel verscheen. Het is deze visie die Willem Ouweneel in zijn boek op de korrel neemt.

Als natuurwetenschapper drukt Ouweneel zich onverbloemd uit: ‘Met de kennis die wij nu hebben van biologische mechanismen en van het fossielenarchief, is het mij onmogelijk in een algemene evolutie (van amoebe tot mens) te geloven’ (p. 10). Toch biedt dit boek niet een uitgewerkte argumentatie voor de wetenschappelijke houdbaarheid van het scheppingsmodel tegenover de evolutieleer. Enkel in hoofdstuk 2 is uitvoerig aandacht voor biologische aspecten. De rest van het boek is theologie en vooral hermeneutiek: waarom is het evolutionaire denken van AGH onverenigbaar met een gedegen lezing van de Schrift (hermeneutiek) en met een gezonde geloofsleer (theologie)?

Na een inleiding (H1) betoogt Ouweneel in hoofdstuk 2 dat de zogenaamd strikt wetenschappelijke evolutieleer verweven is met een ideologie, het evolutionisme. Een ‘isme’ noemt Ouweneel elk ideologisch systeem dat ondanks falsificatie van welk onderdeel dan ook altijd overeind blijft omdat men elk alternatief bij voorbaat uitsluit.

Hoofdstuk 3 is gewijd aan hermeneutiek. Een lezing van Genesis 1-3 die compatibel is met AGH is niet natuurlijk, is niet de manier waarop christenen en joden die teksten altijd gelezen hebben, en druist in tegen de manier waarop ze werden begrepen door Jezus en de apostelen.

Hoofdstuk 4 gaat over historiciteit. De openingshoofdstukken van de Bijbel beschrijven unieke historische gebeurtenissen, van wezenlijk belang voor de mensheid. Schepping, zondeval en zonvloed worden verderop in de Schrift zonder meer als historisch beschouwd. Als men vandaag moeite heeft met bepaalde gebeurtenissen, omdat die ondenkbaar zijn zonder een bovennatuurlijk ingrijpen van God, waarom zou men dan wel vasthouden aan de wonderen van Jezus of Zijn opstanding uit de dood? En dat willen de meeste voorstanders van AGH nog wel.

In de hoofdstukken 5 tot 9 geeft Ouweneel aan hoe in het Genesisverslag de bouwstenen worden aangereikt voor een bijbelse mensleer, zondeleer en verlossingsleer. Telkens daagt Ouweneel zijn opponenten uit vooral minutieus met de tekst te worstelen. AGH kan misschien theologisch een mooi verhaal opzetten, maar exegetisch lopen ze vast.

Hoofdstuk 10 bespreekt de wijze waarop Nieuwe Testament Genesis 1 tot 3 hanteert. Paulus, de andere nieuwtestamentische auteurs en Jezus gaan allemaal uit van een historische Adam en Eva, door God geschapen aan het begin. Aannemen dat Jezus niet beter wist, of dat Hij aansloot bij heersende denkbeelden, doen volgens Ouweneel geen recht aan het bijbelse Jezusbeeld.

Het boek is gedegen en goed gedocumenteerd en de argumentatie is krachtig. Hier en daar wordt het complex, dus wie niet thuis is in de wereld van de theologie zal hier moeilijk doorheen komen. Eén minpunt: Ouweneel herhaalt zich meermaals. Het boek had 50 pagina’s korter kunnen zijn zonder inhoudsverlies.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website IndeKerk. Het originele artikel is op die website niet meer te vinden.

‘The Controversial Views of Isaac Newton’ – Wiskundige dr. ir. Kees Roos te gast in het programma van dr. James Tour

Op 16 februari 2024 was de wiskundige en emeritus hoogleraar prof. dr. ir. Kees Roos te gast in het programma van organisch chemicus dr. James Tour. Hij sprak daar over ‘The Controversial Views of Isaac Newton‘. Hieronder is deze aflevering terug te kijken. Dr. Kees Roos schreef ook mee aan de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht‘. De video is, helaas voor sommigen, slechts in de Engelse taal te volgen.1

Voetnoten

Blote-Billen-Lepelaar

Op 16 januari 2024 keek ik vanaf de Tollewaardbrug over de Tollewaard. De waard was grotendeels drooggevallen. Alleen het iets lager gelegen onverharde klompenpad (Batouwepad) stond nog onder water. Tot mijn grote verbazing zag ik naast de vele Meerkoeten op het pad een heen en weer lepelende grote witte vogel. Niet te geloven: een Lepelaar en dat in januari.

Jaarlijks arriveren de eerste Lepelaars eind februari in de Blauwe Kamer. Natuurlijk vanaf de brug foto’s genomen. Het betrof geen volwassen vogel maar een juveniel gezien de kleur van de snavel en het verdere uiterlijk. Het is heel wel mogelijk dat het een laat jong betrof van de kolonie in de Blauwe Kamer bij Rhenen. Op 7 september 2023 zag ik daar vanuit de vogelkijkhut nog vier jonge vogels op of bij de nesten! De leeftijd van één jong schatte ik op ongeveer drie weken: dit jong was pas vliegvlug in oktober!

Ik kan me voorstellen dat er dan van wegtrekken naar Afrika niet veel komt. De Nederlandse Lepelaars trekken normaliter via Franse en Spaanse moerassen naar winterkwartieren langs de West-Afrikaanse kust (vooral Banc d’Arguin) (Vogelbescherming).

Lepelaars zoeken voedsel in ondiep water. Dat moet voor deze jonge vogel toch niet makkelijk zijn geweest in de koude weken voor 16 januari. Trouwens best verbazend dat dit broekie (hoewel zonder broek) op het klompenpad liep te lepelen naar vissen en dergelijke. Zou die gemerkt hebben dat bij het droogvallen van de Tollewaard de aanwezige vissen geconcentreerd werden in het resterende water?

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, Blote-Billen-Lepelaar, Het GemeenteNieuws 23 (5): 7.

‘Taphonomy, the Fossil Record, and Clues about the End of the Flood’ – Dr. Leonard Brand sprak voor de livestream van Logos Research Associates

Dr. Leonard Brand heeft een groot deel van zijn leven onderzoek gedaan naar tafonomie. Hij heeft zijn werk grotendeels gepubliceerd in naturalistisch-wetenschappelijke tijdschriften of gepresenteerd op geologische conferenties, zoals die van de Geological Society of America. Afgelopen week was hij te gast in de livestream van Logos Research Associates om daar delen van zijn werk te presenteren.

Onder de video staat een uitgebreide beschrijving (in het Engels):

From years of attendance at the Tucson Fossil and Mineral Show, and other evidence, Dr Brand will take a close look at the quality of preservation throughout the fossil record. The quality of this preservation can help us evaluate which parts of the fossil record could be after the flood, and which parts need the catastrophic burial that would be typical of a global catastrophe.

Illiberale democratie – Kort briefje van Lorens Knap uit Hongarije

Szechenyi Kettingbrug over de Donau bij Boedapest. Bron: Pixabay.

In het RD van 20 januari jl. stond een artikel over de vermeende neergang van de democratie in de Oost-Europese landen. In het artikel wordt helaas niet vermeld dat de geïnterviewde ‘experts’ onder een democratie niets anders dan een liberale democratie verstaan. Illiberale democratieën zoals in Hongarije, waarbij de soevereiniteit van een staat een belangrijk uitgangspunt is, worden als bedreiging gezien. Elke democratie wordt geacht de socialistische, inclusieve opvattingen van de EU en het WEF (World Economic Forum) over te nemen zoals massa-immigratie en genderideologie. Zo niet, dan daal je op de democratische ranglijst. Wie naar de achtergrond van beide heren en de cijfers kijkt, hoeft zich niet te verwonderen: Séan Hanley is universitair hoofddocent aan het University College in Londen, een universiteit van het Open Society University Network (OSUN) van George Soros. Thomas Carothers is vice-president van de denktank Carnegie Endowment for International Peace. Reeds in 2001 vond deze instelling het nodig om George Soros te eren met de First Andrew Carnegie Medal of Philanthropy. En u raadt het al, ook de ‘onafhankelijke’ NGO Freedom House is niet onbekend met financiering door George Soros. Voor wie deze naam nog onbekend is: de miljardair George Soros (en nu zijn zoon Alexander) financiert vele organisaties teneinde de links liberale doelstellingen te verwezenlijken. Een zeer liberaal gekleurd onderzoek naar de democratie in Oost-Europese landen!

Dit briefje werd door de auteur aangeboden aan het Reformatorisch Dagblad voor de rubriek ‘Opgemerkt’. Om moverende redenen werd het niet geplaatst en daarom plaatsen we het hier.