Home » 2023 » juli

Maandelijkse archieven: juli 2023

Tegenstellingen #3 Hoe overtuig je iemand van de Bijbel? – Een serie met mr. Kees van der Staaij en dr. ir. Erik van Engelen

Deze video is opgenomen samen met mr. Kees van der Staaij.

Daniël Online heeft een serie video’s op genomen over de onrust die er heerst in Nederland rond klimaatverandering, godsdienstvrijheid en de betrouwbaarheid van de Bijbel. Willemijn Kok en Hesther Stijnen gaan hierover in gesprek met politicus mr. Kees van der Staaij en wetenschapper dr. ir. Erik van Engelen. Met dank aan Daniël Online kunnen we deze video ook hieronder delen.

Jeugdrubriek – Schepping

Er is een tijd geweest dat deze aarde er niet was. Er waren geen mensen, geen dieren, geen bomen en planten. God was er wel. Hij is er altijd geweest. Hij was er met Zijn Zoon en met de Heilige Geest. We lezen in de Bijbel dat de Heere Jezus was spelende voor het aangezicht van Zijn Vader. Er was volmaakte liefde, heiligheid en heerlijkheid. Ze hadden geen mensen nodig om Hen te dienen. Toch wilde God een aarde scheppen waar mensen op zouden wonen. Hij wilde die mensen ook Zijn Liefde schenken en Zijn heiligheid en heerlijkheid laten zien. Kijk eens om je heen. Zoveel miljarden mensen die nu op de aarde leven en hoeveel miljarden mensen hebben er al op de aarde geleefd. Het zijn allemaal schepselen van God.

“In den beginne schiep God den hemel en de aarde.” Dat zijn de eerste woorden van de Bijbel. Het begin van de aarde is voor ons het begin van een tijd. Bij de Heere is er geen tijd. Hij is er altijd geweest zal er altijd zijn. Dat kunnen wij nooit begrijpen. Hoe langer je daarover nadenkt, hoe onbegrijpelijker het wordt. Bij ons gaat het altijd om tijd. Op tijd opstaan, op tijd naar school, op tijd naar bed. De ene dag volgt op de andere. We worden geboren en moeten ook een keer sterven. En dan is ook onze tijd voorbij en begint de eeuwigheid. Waar zul jij dan eeuwig zijn?

Toen God de hemel en de aarde schiep, deed Hij dat niet in één keer. Eerst was de aarde woest en leeg. Het was ook helemaal donker. De aarde was bedekt met water. Gods Geest zweefde boven de wateren. Er zij licht, sprak Hij. Ineens was het helemaal licht. De eerste dag! Het werd weer donker. De eerste dag was voorbij. Op de tweede dag werd het weer licht. Dat er een scheiding kome tussen de wateren, sprak God op de tweede dag. Een scheiding tussen de wateren op de aarde en boven de aarde. Dat is gebeurd! De aarde is nog helemaal bedekt met water, maar boven de wateren is er lucht en er drijven wolken in de lucht. Als het weer nacht is geweest, maakt God scheiding tussen de wateren die de hele aarde bedekken. Het droge komt tevoorschijn. Op andere plekken zijn zeeën, rivieren en meertjes. Het droge wordt bedekt met gras, bloemen in mooie kleuren, struiken en bomen. De derde dag is voorbij. Op de vierde dag schept God de zon, de maan en de sterren. Het grote heelal met al zijn planeten. Vanaf nu komt het licht iedere dag van de zon. ‘s Nachts geeft de maan haar schijnsel. Op de vijfde dag schept God allerlei soorten vissen en vogels. Het water en de lucht is ermee gevuld. Op de zesde dag schept God de dieren op het land. Grote en kleine. En als laatste, als heel de aarde als een mooie woonplaats ligt te wachten, schept God de mens. Hij wordt gemaakt van aarde. God blaast de adem in zijn neusgaten. De mens krijgt een lichaam en een ziel. De mens kent God. Hij draagt het beeld van God. Hij heeft God lief. Hij mag voor de schepping zorgen. Wat een mooie taak. En het was zeer goed!

Het ruime hemelrond
Vertelt, met blijden mond.

(Psalm 19:1)

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland. De bronvermelding luidt: Veldhuizen-Bisschop, H. van, 2023, Schepping, Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente 46 (13): 127.

De Wetenschapsbijbel – Hoe lezen we de Bijbel?

Rond de uitleg van de Bijbel is op het gereformeerde erf verwarring en onduidelijkheid ontstaan, onder meer rond onderwerpen als schepping en evolutie. Aan de hand van de zogeheten Wetenschapsbijbel willen we in dit artikel duidelijk maken waar die verwarring vandaan komt.

De Wetenschapsbijbel bevat de tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling, aangevuld met 300 bijdragen geschreven door 60 wetenschappers. De uitgave wil de ‘kloof tussen de tijd van de Bijbel en onze eigen tijd’ overbruggen. Met het doel om de eigentijdse bijbellezer te helpen, stelt de Wetenschapsbijbel ook gevoelige kwesties aan de orde. Het gaat dan om thema’s als evolutie, homoseksualiteit, geweld en de vrije wil.

Onthutsend

In dit artikel brengen we de Wetenschapsbijbel in verband met de hoofdvraag van deze serie: Hoe lezen we de Bijbel? We vragen ons af wat er gebeurt als de Bijbel wordt gelezen met in het achterhoofd modern wetenschappelijk onderzoek.

Opvallend, en eerlijk gezegd ook onthutsend, is de inleiding in de Wetenschapsbijbel, geschreven door twee personen. Eén van hen is G. van den Brink, hoogleraar dogmatiek aan de Vrije Universiteit en auteur van het boek ‘En de aarde bracht voort‘. Daarin wil hij het geloof in God als Schepper verbinden aan de evolutietheorie. De inleiding begint niet bij God als eerste Auteur, maar neemt zijn vertrekpunt in de menselijke factor van de Bijbel. We lezen: ‘De Bijbel is een oud boek – of eigenlijk een hele verzameling oude boeken – afkomstig uit lang vervlogen antieke culturen’. In de hele inleiding lezen we niet dat de Bijbel Gods openbaring is. Het eerste wat we over God lezen is: ‘De God van wie de Bijbel getuigt blijft volgens diezelfde Bijbel door alle eeuwen heen dezelfde…’. Verderop lezen we dat geloofsgemeenschappen samenkomen ‘om een Bijbelpassage af te tasten op haar betekenis voor vandaag, zich openstellend voor de stem van God die er zomaar doorheen kan klinken’. En: ‘Gelovigen zien de Bijbel als Gods Woord, door God geïnspireerd’. Nee, zeggen we, dit is geen visie van gelovigen, dit is wat God openbaart!

Volgens de auteurs waren de evangelisten ‘betrokken volgelingen van Jezus die wat hun overkomen was in de beelden en concepten van hun tijd en cultuur probeerden te vatten’. En, over wonderen lezen we: ‘Voor sommigen is het vanzelfsprekend dat de beschreven wonderen werkelijk hebben plaatsgevonden. Ze staan immers in de Bijbel’. Wie zijn die sommigen, zo vragen we ons af. Laten we het houden op de kerk van alle tijden en plaatsen, met uitzondering dan van de geseculariseerde westerse mens.

Wissel

Passeert de Wetenschapsbijbel de wissel die we in het vorige artikel benoemden, de wissel waarin de Bijbel uiteindelijk een boek wordt van mensen over God? Zo sterk willen we dat niet zeggen, dan doen we de auteurs geen recht. Maar, het klinkt beslist onvoldoende door dat de Bijbel Gods openbaring is. De Bijbel is geen boek waarin Gods stem ‘zomaar doorheen kan klinken’. Nee, het zijn de woorden Gods tot ons.

De 300 bijdragen in de Wetenschapsbijbel staan in het spoor van de inleiding. Wat is het gevolg? De majesteit van het spreken van God over de schepping maakt plaats voor een tastend en zoekend spreken. Majesteitelijk begint de Bijbel: ‘In den beginne schiep God den hemel en de aarde’. Het doet ons met ontzag luisteren naar de Schepper. In de Wetenschapsbijbel lezen we – hoe afgezwakt: ‘Je krijgt de indruk dat het ontstaan van de wereld en het leven erop in een oogwenk plaatsvond: God sprak en het gebeurde’. Is dit slechts ‘de indruk krijgen?’ Nee, zo openbaart God het.

Aan de andere kant wordt het spreken van de wetenschap te stellig neergezet: ‘Het voor ons waar te nemen heelal is 13,8 miljard jaar oud’. En: ‘Als zoogdier evolueerde de mens uit een gemeenschappelijke voorouder met apen gedurende ongeveer 8 miljoen jaar’. Is er ergens in Gods openbaring iets te lezen wat hier op lijkt?

Veiliger weg

De Wetenschapsbijbel maakt duidelijk waar we uitkomen in het uitgezette spoor. Het leidt tot onthutsende uitspraken zoals: ‘Het zou daarom kunnen dat de namen die in Genesis 5 en 11 worden genoemd, staan voor mensen die ooit hebben geleefd’. Het boek Jona heet een ‘novelle’ waarbij we ‘bij de erin beschreven wonderen vooral moeten letten op hun betekenis en niet op de vraag of ze echt gebeurd zijn’.

Nog één uitspraak: ‘Alles afwegend is het vanuit een modern perspectief misschien beter te zeggen dat in de Bijbel de geschiedenis meer gebruikt wordt om een eigen punt te maken dan om gedetailleerd feitelijke gebeurtenissen te beschrijven’. Klinkt in het woordje misschien nog wat onzekerheid door? Laten wij kiezen voor de veiliger weg van de openbaring. Daarop beriep Christus Zich ook steeds. Hij sprak: Er is geschreven (Matth. 4:4,7). En: De Schrift kan niet gebroken worden (Joh. 10:35). Dat is bepaald geen modern perspectief, maar dat hebben we ook niet nodig om de Bijbel uit te leggen.

Een samenvatting van de rest van de serie is hier te vinden.

Dit artikel is met toestemming van de auteur en redactie overgenomen uit De Saambinder. De bronvermelding luidt: Heer, J.M.D. de, 2023, Hoe lezen we de Bijbel? (3) De Wetenschapsbijbel, De Saambinder 101 (30): 4-5.

Het scheppingsparadigma een recente ontwikkeling? – Oudere reactie (2012) op een artikel over het werk van Ab Flipse in het Reformatorisch Dagblad

In 2012 verscheen in het Reformatorisch Dagblad een artikel over het artikel van Ab Flipse verschenen in Church History. Ik stuurde een ingezonden stuk, maar deze werd niet geplaatst. Volgens de redacteur reageerde ik niet op het artikel, ik was van mening van wel en wil jullie ruim tien jaar naar dato deze reactie niet onthouden. Het ingezonden stuk volgt hieronder.

Recent (13-08-2012) verscheen er in deze krant een artikel over het creationisme. De vraag waar het creationisme vandaan komt wordt gesteld. De titel geeft aan dat het uit VS komt. Dit artikel en een zoektocht in de literatuur geeft aan dat George McCready Price gezien kan worden als het startpunt. Veel referenties binnen die literatuur geven Ronald Numbers als bron. Ronald Numbers heeft een lijvig werk geschreven over creationisten. Wat het ontstaan van het creationisme betreft vind ik zijn argumenten niet sterk. Er zijn een aantal zaken te noemen die pleiten tegen de gedachte dat George McCready Price gezien kan worden als startpunt van het jonge-aarde-scheppingsparadigma. Het is allereerst nuttig om een jonge-aarde-creationist te definiëren. Een creationist is iemand die, wat de oergeschiedenis betreft, gelooft dat ‘de aarde zo’n 6.000 tot 10.000 jaar geleden in zes dagen geschapen is, de mens een afzonderlijke schepping van God is, er sprake is van een historische zondeval, een zondvloed en een historische spraakverwarring.’ Binnen het jonge-aarde-scheppingsparadigma dient onderscheid gemaakt te worden tussen Bijbelse creationisten en Wetenschappelijk creationisten. De Bijbelse creationisten nemen alleen Gods Woord aan als kenbron van de oergeschiedenis. Zoals Ds. G.H. Kersten zegt: ‘Alleen door de openbaring kunnen wij de schepping kennen en door het geloof verstaan.’ Deze Bijbelse creationisten vind je bijvoorbeeld in de bevindelijk-gereformeerde kringen maar ook in andere stromingen. Dit Bijbelse scheppingsmodel is niet afkomstig uit de VS maar vind je al terug bij de kerkvaders en is via Calvijn en Luther in Nederland gekomen. Als tweede het wetenschappelijk scheppingsmodel. Een Wetenschappelijk creationist wil met de Bijbel in de hand onderzoek doen in de wereld om ons heen. Het motto is: ‘Gods Woord en de werkelijkheid kunnen niet met elkaar in tegenspraak zijn.’ Een wetenschappelijk creationist ziet in de aardgeschiedenis sporen van de zondvloed (zondvloedgeologie) en ziet discontinuïteit tussen verschillende groepen van organismen (baraminologie). Volgens hen zijn er sporen van ontwerp in de natuur waar te nemen. Dit Wetenschappelijk Scheppingsmodel is ook niet afkomstig uit de VS. Je vindt deze gedachte al bij de zogenoemde ‘Scriptural Geologists’ die zich op hun beurt weer baseerden op de vroegere zondvloedgeologen. Een voorbeeld ter verduidelijking: Steven Austin, zondvloedgeoloog in de VS, ontwikkelde het idee dat steenkool was gevormd door snelle afzetting van drijvende vegetatiematten tijdens de zondvloed. Dit idee was niet nieuw maar was al geopperd door John Williams in 1789, James Parkinson in 1804, Granville Penn in 1825, Martyn Paine in 1856 en Ellen G. White in 1864. Er zijn nog tientallen voorbeelden aan te halen in de literatuur die ervoor pleiten dat de argumenten van het wetenschappelijk scheppingsmodel niet werden ontwikkeld als reactie op het Darwinisme maar al veel eerder bestonden.

Dit artikel werd geschreven in 2012 en heb ik nu licht aangepast. Dit artikel wordt hier opnieuw geplaatst vanwege een discussie rond het artikel van het overlijden van dr. Ronald L. Numbers.

In Memoriam: dr. Ronald L. Numbers (1942-2023) – Geleerde hield karikatuur ‘creationisme als (van origine) Amerikaanse bizarriteit’ in stand

Op 24 juli 2023 is de wetenschapshistoricus dr. Ronald L. Numbers op 81-jarige leeftijd overleden. De geleerde is o.a. bekend geworden door zijn boek ‘The Creationists: The Evolution of Scientific Creationism’. Dit boek verscheen in 1992. In 2006 werd een ‘revised and expanded’ edition gepubliceerd.

Dr. Ronald L. Numbers in 2008 op de conferentie van de ‘History of Science Society’. Bron: Wikipedia.

Dr. Ronald Numbers is een voormalige Zevendedags Adventist (ZDA), maar omschreef zich later als agnost op het gebied van de scheppingsleer. Hij studeerde aan Southern Missionary College en verkreeg zijn mastergraad aan de Florida State University. In 1969 promoveerde Numbers op een wetenschapshistorisch onderwerp aan de University of California, Berkeley. De titel van zijn dissertatie was: ‘The Nebular Hypothesis in American Thought’. Een bewerking van zijn dissertatie verscheen in 1977 als boek: ‘Creation by natural law: Laplace’s nebular hypothesis in American thought’. Hij was, samen met dr. David Lindberg, redacteur van de achtdelige serie Cambridge History of Science. Hij lag regelmatig in de knoop met de geloofsgemeenschap waar hij uit kwam. Dat begon al in 1976 ná de publicatie van zijn boek ‘Prophetess of Health’ (over Ellen G. White een van de grondleggers van de ZDA). In die tijd was hij docent aan de Loma Linda University. Hij vertrok na alle ophef en werd een bekend wetenschapshistoricus.1 Zijn bekendste wetenschapshistorische werken zijn, naast bovengenoemde, ’God and Nature: Historical Essays on the Encounter between Christianity and ScienceGalileo goed to jail and Other Myths about Science and Religion’ en ‘Newton’s Apple and Other Myths About Science’. Op 24 juli 2023 overleed hij in de leeftijd van 81 jaar. Een medecreationist, die hem ontmoette op de herdenkingsbijeenkomst van Scopes Trial, gaf aan dat Numbers in omgang een aardige en joviale man was naar iedereen.2

Karikatuur

Het is spijtig om te noemen, maar dr. Ronald Numbers droeg met zijn werk over creationisten (wellicht onbewust) bij aan de karikatuur, dat het klassieke scheppingsgeloof en het daarop voortbordurende scheppingsparadigma ‘een Amerikaanse bizarriteit’ is (in de woorden van de paleontoloog dr. Stephen J. Gould). Of een mildere variant: dat het zogenoemde creationisme vooral ontstaan is onder de Amerikaanse Zevendedags Adventisten en dat dit pas later als Amerikaans exportproduct overgewaaid is naar andere delen van de wereld. Ook in Nederland wordt deze zienswijze verdedigd, zelfs door zeer geleerde heren zoals dr. Rik Peels3 en dr. Taede Smedes4 Dit is op z’n minst historisch revisionisme, maar in fermere bewoording kunnen we het ook geschiedvervalsing noemen. Dr. Ronald Numbers heeft prachtig werk verricht door het moderne Amerikaanse creationisme te beschrijven, maar hij heeft té weinig onderzoek gedaan naar en daardoor ook té weinig kennis van het klassieke scheppingsgeloof buiten Amerika. Helaas hebben Nederlandstalige ‘leerlingen’ van Numbers, zoals dr. Ab Flipse5 en dr. Stefan Blancke6, dit karikatuurbeeld overgenomen.7 Wie zich, voor wat betreft de Nederlandse situatie, verdiept in de stromingen van bijv. Nadere Reformatie, Reveil en Afscheiding (maar ook wel in Hervormde kring) ziet dat scheppingsgedachten (en gedachten over zondeval en zondvloed), zoals die er in het Amerika van vóór de Eerste Wereldoorlog waren, toen óók in Nederland verdedigd werden.8

Dr. Numbers leeft niet meer, zijn werk zal nog veel gelezen worden en dat is terecht. Hij heeft veel goed werk verricht en ik hoop dat promovendi zijn werken zullen gebruiken als springplank om nog meer wetenschapshistorische informatie boven tafel te krijgen. Als deze promovendi verlost worden van een karikatuurbeeld over creationisten, zal dit wetenschapshistorische werk alleen maar in waarde toenemen.

Voetnoten

Gereformeerde Gezindte denkt na over Schriftgezag en Bijbeluitleg – Flyer congres beschikbaar – Nieuwsbrief d.d. 27-7-2023

We sluiten de maand juli opnieuw af met een nieuwsbrief. De website ‘Oorsprong’ is afgelopen maand veel bezocht. We danken u voor uw interesse en steun. Achter de schermen wordt deze vakantie hard gewerkt aan het congres van 21 oktober 2023 D.V. In deze nieuwsbrief geven we u daar meer informatie over. Daarnaast houden we de ontwikkelingen rond het klassieke scheppingsgeloof en het daarop voortbordurende scheppingsparadigma in de gaten. We zijn dankbaar dat er in de Gereformeerde Gezindte (opnieuw) nagedacht wordt over Schriftgezag en Bijbeluitleg. Daarover hieronder meer. 


Congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023’

Op zaterdag 21 oktober 2023 D.V. organiseren wij een congres in Hardinxveld-Giessendam. Dankzij hulp van familieleden en vrijwilligers is het mogelijk een dergelijk congres op te zetten. De organisatie ligt in handen van Jan van Meerten, maar zelf is hij fysiek zwak. Jan: “Hoewel de Heere het nog geeft dat ik op het ziekbed nog veel kan lezen en schrijven, lukt het niet goed om fysieke werkzaamheden op te pakken. Het wachten is momenteel op een donorhart, en dat kan nog wel een aantal jaren duren. Als gezin hopen we dat de behandeling in Zijn gunst mag zijn, dat de Heere dit wil zegenen en dat de Heere het nog wil gebruiken tot eer van Zijn Naam. Dankzij familieleden en kennissen is het toch mogelijk om een congres voor te bereiden. Zelf hoop ik ook in Hardinxveld aanwezig te kunnen zijn, desnoods op een stretcher.” 

Het thema van het congres is ‘verwondering‘. Verwondering over wat de Heere ons geeft in Zijn Woord, maar ook verwondering over wat Hij laat zien in het boek der natuur. De bekende Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) laat zien wat de verhouding tussen deze twee ‘boeken’ is. Dankzij Gerda van de Werken hebben we sinds deze week een flyer van het congres. Zou u deze willen verspreiden onder familieleden, vrienden en kennissen? Het congres wordt gehouden in De Bron, Maasstraat 1, Hardinxveld-Giessendam én er is ook een livestream beschikbaar. De livestream zal verzorgd worden door Geloofstoerusting. Komt u ook? Of: Kijkt u ook mee? Meer informatie en de mogelijkheid tot aanmelden wordt gevonden via deze webpagina.

Anglospheric Conference on Creationism

Deze maand heeft de International Conference on Creationism (ICC) plaatsgehad aan de Cedarville University (zie ook de vorige nieuwsbrief). Deze universiteit is bekend vanwege zijn creationistische bachelor programma Aardwetenschappen. Een aantal creationistische geologen hebben hier hun eerste universitaire graad behaald. Op de ICC wordt hoogstaand peer-reviewed creationistisch onderzoek gepresenteerd. Helaas is het geen internationaal congres, maar eerder een congres met Angelsaksische wetenschappers (waarvan nog eens het gros van de academici uit de Verenigde Staten van Amerika komt). Lees ook hier de column van Jan van Meerten. Ir. Gert-Jan van Heugten was als wetenschapsjournalist aanwezig en deed verslag (hier zijn alle verslagen gebundeld en is een kritisch-sympathetische bespreking te vinden). De Proceedings laten nog even op zich wachten. Wanneer deze gepubliceerd zijn, zullen we dit kenbaar maken via ‘Oorsprong’.

Bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods Aangezicht’

Er is ruime belangstelling voor de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods Aangezicht‘. Heeft u de bundel nog niet? Aanschaffen kan via dit bestelformulier. We houden hier een overzicht bij van alle reacties op de bundel. Deze maand verscheen er opnieuw een positieve recensie, geschreven door de Urker predikant ds. A. van Heteren, in Bewaar het Pand. Zelfs voor de systematisch theoloog dr. Gijsbert van den Brink, die een recensie schreef voor het Nederlands Dagblad, is de bundel niet een en al kommer en kwel. Al zijn we op diverse punten in zijn recensie een andere mening toegedaan. Geograaf drs. Hans Hoogerduijn heeft overigens deze maand via ‘Oorsprong’ gereageerd op de recensie van dr. Van den Brink.

Schriftgezag en Bijbeluitleg

We begonnen deze nieuwsbrief al met de opmerking dat er in de Gereformeerde Gezindte nagedacht wordt over Schriftgezag en Bijbeluitleg. Deze ontwikkelingen zijn natuurlijk al net zo oud als de Gereformeerde Gezindte zelf, maar recent heeft allerlei wind van leer ervoor gezorgd dat er opnieuw bezinning op dit punt noodzakelijk is. Afgelopen jaar riep dr. C.P. de Boer in het Reformatorisch Dagblad al op tot brede bezinning op het gebied van Schriftgezag en hermeneutiek. De Generale Synode 2022 van de Gereformeerde Gemeente zag de noodzaak tot bezinning ook in en stelde maar liefst drie academici aan om dit thema te onderzoeken (berichtgeving daarover is hier, hier en hier te lezen). Bovendien zijn er in De Saambinder twee series verschenen (één en twee), geschreven door predikant en theoloog dr. J.M.D. de Heer. Drs. J.M.J. Kieviet schreef eveneens een achtdelige serie rond de vraag of we de Bijbel anders zijn gaan lezen. Bekend is ook de bundel ‘Het Woord in geding‘ uit de hoek van bezwaarden binnen de voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv). Dr. P. de Vries (HHK) besprak deze bundel hier. Het is bemoedigend dat de standpunten die in de artikelen en geschriften ingenomen worden, veelal Schriftgetrouw en opbouwend van aard zijn. We hopen en bidden dat de Heere deze stroom aan publicaties over Schriftgezag en Bijbeluitleg wil zegenen, voor de Gereformeerde Gezindte en ook voor allen daarbuiten. 

Vakantie

Wij wensen u nog een fijne en gezegende vakantie toe. We hopen dat u nog wat rust mag vinden, waar u uzelf ook zou mogen bevinden: thuis of op een vakantieadres. Bovenal wensen wij u (het vinden van) de Ware Rust toe. Zoals de bekende kerkvader Augustinus ook zegt: ‘Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in God’. Mocht u geologische of biologische verschijnselen tegenkomen die Schriftgetrouwe verklaringen behoeven, schroom dan niet om uw vragen of opmerkingen te mailen naar: info@oorsprong.info of in te sturen via het contactformulier. Nogmaals: een goede vakantie! 

Website 

De website ‘Oorsprong‘ wordt ook deze maand goed bezocht. Elke dag verschijnen er artikelen over het vraagstuk geloof en wetenschap. Welke artikelen worden veel gelezen of zijn nieuw? Hieronder een greep van vijf artikelen. Veel zegen bij het (her)lezen of het (opnieuw) kijken hiervan.

(1) Hoe is onze houding ten opzichte van de minste schepselen? (geschreven door dr. ir. Erik van Engelen).
(2) COLUMN: Wereldwijd oordeel (geschreven door Jan van Meerten).
(3) ‘Hoe ziet een wereld zonder insecten eruit?’ – Dr. Hans Kroon (Radboud Universiteit) te gast bij ‘Universiteit van Nederland’ (korte lezing door dr. Hans Kroon).
(4) Jona drie dagen levend in de vis? – Antwoord van dr. Paul op deze vraag (geschreven door dr. Mart-Jan Paul).
(5) Zoogdier bijt zich vast in dinosaurus – Psittacosaurus was lekker maaltje voor Repenomamus (geschreven door Jan van Meerten).

De volgende nieuwsbrief verschijnt, als de Heere leven en gezondheid geeft, op 31 augustus 2023 D.V. (Iemand laten) Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

Een stuk land van Jacob van Meerten in 1682

De Osenvorenreeks, te vinden in de studiezaal van Historische Kring Kesteren en omstreken (HKKO), bevat een schat aan informatie voor genealogisch onderzoek. Hieronder wordt naar protocol 692 verwezen uit dit Rechterlijk Archief Nederbetuwe. Het gaat hier Gerard Verhuet die driehonderd guldens beloofd aan Gisbert Willemsz van Estvelt en zijn zus Mariken Willems, met als onderpand één morgen bouwland. Omdat deze akte niet direct te maken heeft met bezit van de ‘Van Meertens’ hieronder alleen de situatieschets.1

Feedback & Vragen 2023: Hoe zit het met de nazaten van Jacob van Meerten en Hendersken van Roothuijsen?

Via het contactformulier krijgen we regelmatig vragen en opmerkingen, ook over genealogie. Daar zijn we heel dankbaar voor en geeft ook de gelegenheid om bepaalde beleidskeuzes of onduidelijkheden op te helderen. Schroom daarom niet om contact op te nemen via ons contactformulier.1 Ik kreeg via het contactformulier ook opmerkingen en vragen over de nazaten van Jacob van Meerten (1648-?) en Hendersken van Roothuijsen (?-?).2

Iemand stuurde een reactie in op het testament van Geertje van Meerten (1680-?). Toen ik deze transcriptie online zette wist ik (nog) niet zoveel over deze familie. Maar na twee jaar genealogisch spitten ben ik meer te weten gekomen over dit gezin en de nazaten daarvan. De reageerder gaf in haar eerste mail aanvullingen op de transcriptie. Ze gaf aan dat Geertje gedoopt is in 1685 te Ingen als dochter van Jacob van Meerten en Hendersken (Peters) van Roothuijsen. Geertje is niet in 1685 gedoopt maar in 1680, maar de rest is correct.3 De reageerder geeft nog andere gegevens: Het echtpaar kreeg nog drie kinderen. Peter van Meerten (gedoopt te Ingen in 1682), Adriaantje van Meerten (gedoopt te Ingen in 1687) en Dirk van Meerten (gedoopt te Ingen in 1690). Peter trouwde met Jantje van Lienden en kreeg twee zoons: Jacob en Hendrik. Adriaantje is mogelijk jong overleden. Dirk huwde met Gerritje de Koning. Hun zoon was Jacob van Meerten. Deze is gedoopt te Ommeren in 1736 en tante Geertje was doopgetuige. Bij Jacob van Meerten staat bij een sterretje dat hij een zoon was van Derck van Meerten en in 1648 gedoopt te Lienden.4 Of deze Derck dezelfde is als degene die op 21 februari 1641 te Lienden trouwde met Aeltgen Teunis. Hij zou eerder weduwnaar van Geertruit van Eck zijn.

In een reactie bevestigde ik de bovenstaande mail. Ik gaf nog aan dat zoon Hendrik (van Peter) nageslacht heeft tot het heden. Deze gegevens hoop ik, als de Heere het geeft, binnenkort online te zetten. In een tweede mail verwijst de reageerder naar Protocol 112. Dit protocol heb ik onlangs op de website geplaatst.5 Volgens de reageerder zijn de erfgenamen van Wouter en Jantje, de kinderen van Wouter en de broers en zus van Jantje. Dit is correct. Jantje was de tweede vrouw van Wouter. Hij is, zoals de reageerder ook aangeeft, eerder getrouwd geweest met Gerritje (Jansen) van Eck. Dit echtpaar heeft inderdaad kinderen die Jan en Hillebrandus heten. Adriaan van Donselaer was getrouwd met een dochter, Hendrina van Schaerdenburgh. Ook de genoemde Anna Judith was dochters van Wouter en Gerritje en zij was inderdaad getrouwd met Cornelis Jacobse.6 Wat de reageerder niet wist is dat Jantje eveneens een dochter is van Jacob en Hendersken. Het is dus niet Adriaantje die verkeerd weergegeven is, maar daadwerkelijk Jantje van Meerten.

Ten slotte gaf ik aan dat Peter ook nog een dochter met de naam Adriaantje (overleden in 1816) en zij trouwde met Willem van Merkesteijn. Het parenteel van Peter hoop ik dit najaar online te zetten. Genealogie is een complex vakgebied om mee bezig te zijn. Twee weten meer dan één, daarom waardeer ik het meedenken ten zeerste. Heeft u ook vragen of opmerkingen? Schroom dan niet om contact op te nemen (zie inleiding).

Voetnoten

De Baron over Cuijlenburgs Hofstad en Everhard Godfried van Meerten

In De Baron (jaargang 3 nummer 1) staat een artikel over Cuijlenburgs Hofstad en de eigenaren van deze hofstad. Het artikel is geschreven door Rien van Doorn en bevat ook de naam van een ‘Van Meerten’. Hieronder meer informatie over de relatie tussen deze eigenaar en de hofstad.1

Informatie

Hierboven ziet u een penseeltekening van Kuylenborgs Hofstad te Maurik, te vinden in het Gelders Archief.2 De hofstad is eerst in bezit geweest van de Remonstrantse predikant Christianus Sopingius. Hij weigerde de Acte van Stilstand te ondertekenen en trok zich terug in de Betuwe, maar kon geen predikant meer worden. In 1651 verkopen zijn vrouw en kinderen Cuijlenburgs Hofstad aan jonker Everhard Godfried van Meerten en zijn vrouw Elisabeth van Goltsteijn. “De nieuwe eigenaren, Evarerd Godefrid van Meerten en Elisabeth van Golsteijn hebben de hofstad waarschijnlijk verpacht. Aan wie is echter onbekend. Het duurt even voordat er informatie te vinden is over de volgende eigenaren.” Van Doorn schrijft daarna over nog over verschillende andere eigenaren. In 1928 is de hofstad door een felle brand verwoest (zo laat de Tielsche Courant weten). De bezitters van het land (de familie Bus) bouwde op deze plaats een nieuwe boerderij. In het lijstje van eigenaren en bewoners op bladzijde 13 wordt bij 1651 Everhard Godfried van Meerten en Elisabeth van Goltsteijn ook genoemd.3

Voetnoten

Flyer congres ‘Bijbel & Wetenschap’ op 21 oktober 2023 D.V.

De flyer is hier in pdf-vorm te downloaden. Helpt u mee met de verspreiding? Meer informatie over het congres is hier te vinden. Met dank aan Gerda van de Werken voor het ontwerpen van deze flyer