Home » 2022 » februari

Maandelijkse archieven: februari 2022

‘De kern van de evolutietheorie en het bijbelse scheppingsverhaal onmogelijk bij elkaar te brengen’ – Biologiedocent interviewt biologiestudent

Studeren in een academische omgeving en tegelijkertijd vasthouden aan God als Schepper en een schepping van zes dagen valt niet mee. In 2016 schreef ik in het Reformatorisch Dagblad nog een opiniestuk met tien tips.1 Is het mogelijk om aan een universiteit te studeren en tegelijkertijd bijbelvast te blijven? Onlangs verscheen er een interview in ‘Om Sions Wil’ met een biologiestudent. Volgens Lauren Zwemer zijn de kern van de evolutietheorie en het Bijbelse scheppingsverhaal ‘onmogelijk bij elkaar te brengen’.2

‘Forum’, het onderwijsgebouw van de Wageningen Universiteit. Bron: Wikipedia.

Lauren Zwemer studeert biologie aan de Wageningen Universiteit.3 Voor hem is het niet toevallig dat hij deze studie doet, maar een gebedsverhoring. Biologiedocent drs. ir. Arjan Verwoert interviewde hem voor het nieuwste nummer van ‘Om Sions Wil’, een gezinsblad voor de Gereformeerde Gezindte. Zwemer vindt dat je als jongere niet lukraak een studie moet kiezen, maar dit in gebed moet brengen. De gebedsverhoring zag Lauren Zwemer in zijn hoge cijfers bij biologie. Ook zijn vogelhobby motiveerde hem om biologie te gaan studeren. Hij reist stad en land af om bijzondere vogels te spotten.

Logischer

De overstap van de middelbare school naar de universiteit ervaarde Zwemer als groot. Hij mist de creationistische kijk op de wetenschap die hij op de middelbare school wel meekreeg. Zwemer: “In het huidige gedeelte van mijn opleiding komt de evolutietheorie af en toe langs als een verklaring voor hoe bijvoorbeeld een celorganel mogelijk ontstaan zou zijn. Ik denk dan: hoe kan zoiets ongelofelijks complex in zo weinig tijd zich ontwikkeld hebben? Omdat het véél meer tijd gekost moet hebben, is voor mij veel logischer dat de Heere in de eeuwigheid alles heeft uitgedacht.” De biologiestudent spreekt regelmatig met zijn vriendin Joske over de evolutietheorie. Ook zij ervaart een zekere spanning. Zwemer: “Zij moest pas voor haar opleiding biomedische wetenschappen, een abstract schrijven over een model hoe dieren zich evolutionair ontwikkeld zouden hebben van water- naar landleven. Dan wordt het best lastig als je daar niet in gelooft. Uit principe schrijft ze dieren en mensen apart op, om te laten zien dat mensen geen dieren zijn.” Toch komt Zwemer niet in gewetensnood. “Ik besef dat het om een theorie gaat en dat een creationistische visie in veel gevallen ook mogelijk is.

Woord & Wetenschap

Volgens de biologiestudent is de kern van de evolutietheorie niet te combineren met het bijbelse scheppingsverhaal.4 Zwemer: “Ik denk dat de kern van de evolutieleer en het bijbelse scheppingsverhaal onmogelijk bij elkaar te brengen zijn. Zouden al Gods kinderen door de eeuwen heen het mis hebben gehad? Dat kan ik mij niet voorstellen.” Hij leest er overigens niet zoveel boeken over omdat hij ‘overtuigd’ is ‘van de betrouwbaarheid van het bijbelse scheppingsverhaal’. Het is volgens hem wel goed om jezelf te verdiepen in de argumenten van de opponent (bijvoorbeeld een naturalistische hoogleraar). Het boek ‘Woord & Wetenschap’ van prof. dr. M.J. de Vries, dr. P. de Vries en prof. dr. ir. W. de Vries kan Zwemer aanbevelen.5 De student: “Dat zijn van die boeken die je twee keer moet lezen omdat er zoveel waardevolle informatie in staat. Hieruit heb ik geleerd dat de creationistische visie wetenschappelijk is en dat de evolutietheorie filosofisch bekeken eerder een geloof is dan een theorie.

Postmodernisme

Het is duidelijk dat het postmodernisme invloed heeft op de studenten. Toen Zwemer een gebed deed voor de maaltijd zag zijn medestudent dat hij christen was. De biologiestudent dacht na het gebed dat er allerlei vragen zouden volgen over zijn visie op dit en dat. Zijn medestudent zei echter alleen: ‘Oké, je bent christen’. Ieder zijn ding, als je me maar niet lastig valt. Zwemer zou wel wat meer over de Bijbel willen vertellen. Helaas kreeg hij vanuit de middelbare school daar maar matig bagage voor mee. “Ik had wel meer willen leren over hoe je een gesprek aanknoopt. Het zou goed zijn als de praktische zaken in het omgaan met andersdenkenden op de universiteit nog meer terugkomt in de dagopeningen op de middelbare school en niet alleen bij godsdienst en biologie.

Er staan nog meer lezenswaardige zaken in het interview, maar daarvoor moet u het interview zelf maar lezen. Mooi dat deze biologiedocent een biologiestudent interviewt. De student staat afwijzend tegenover de kern van de evolutietheorie en gaat uit van de betrouwbaarheid van het bijbelse scheppingsverhaal. Gelukkig zijn er nog studenten die deze houding hebben en toch met wetenschap aan de slag willen. Je kunt ook biologie studeren zonder overtuigd te zijn van Universele Gemeenschappelijke Afstamming of hier zelfs afwijzend tegenover staan. Sterker nog: ‘Niets in de biologie heeft betekenis behalve in het licht van Intelligent Design’.6

Voetnoten

Bibliografie ‘Eskol Reeks’

Eskol Reeks’ is een serie preken van Nederlandstalige predikanten en theologen. Het gaat om zowel dienstdoende als al overleden predikanten en theologen. Maandelijks verschijnt een nieuw deeltje. De ‘Eskol Reeks‘ wordt uitgegeven door ‘De Schatkamer’ te Rumpt. Hieronder is een (incomplete) bibliografie te vinden.1

Jaar Nummer Auteur Titel Verwijzing
2020 Nr. 3 Ds. C. Hegeman De schat in de akker https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-gereformeerde-gemeente-en-onze-vroegste-geschiedenis-3-ds-c-hegeman-de-schat-in-de-akker/
2020 Nr. 9 Ds. G. Gerritsen Uit de ballingschap tot vrijheid geroepen https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-oud-gereformeerde-gemeente-in-nederland-en-onze-vroegste-geschiedenis-1-ds-g-gerritsen-uit-de-ballingschap-tot-vrijheid-geroepen/
2021 Nr. 13 Ds. A. Schultink Een getrouw woord https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-gereformeerde-gemeente-in-nederland-en-onze-vroegste-geschiedenis-2-ds-a-schultink-een-getrouw-woord/
2021 Nr. 14 Ds. J. de Kok Op Jezus’ school https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-gereformeerde-gemeente-en-onze-vroegste-geschiedenis-1-ds-j-de-kok-op-jezus-school/
2021 Nr. 15 Ds. F. Mallan Het enige redmiddel tot Israëls behoudenis https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-gereformeerde-gemeente-in-nederland-en-onze-vroegste-geschiedenis-1-ds-f-mallan-het-enige-redmiddel-tot-israels-behoudenis/
2021 Nr. 18 Ds. A. Verschuure De vallei der dorre beenderen https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-gereformeerde-gemeente-en-onze-vroegste-geschiedenis-2-ds-a-verschuure-de-vallei-der-dorre-beenderen/
2022 Nr. 26 Ds. A. Schultink De volkstelling van David https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-gereformeerde-gemeente-in-nederland-en-onze-vroegste-geschiedenis-3-ds-a-schultink-de-volkstelling-van-david/
2022 Nr. 30 Ds. A. Schot Davids verlangen naar het bloed van de Middelaar https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-gereformeerde-gemeente-en-onze-vroegste-geschiedenis-4-ds-a-schot-davids-verlangen-naar-het-bloed-van-de-middelaar/
2023 Nr. 38 Ds. J. Goudriaan Dragen of gedragen worden https://oorsprong.info/predikanten-uit-de-vrije-oud-gereformeerde-gemeente-en-onze-vroegste-geschiedenis-1-ds-j-goudriaan-1946-2023-dragen-of-gedragen-worden/

Voetnoten

Predikanten uit de Gereformeerde Gemeente en onze vroegste geschiedenis (2) – Ds. A. Verschuure, De vallei der dorre beenderen

De vallei der dorre beenderen’.1 Deze titel heeft het achttiende nummer in de Eskol Reeks meegekregen. Het is een preek van ds. A. Verschuure. De preek heeft als kerntekst Ezechiël 37: .2 Hieronder kijken we vooral naar wat hij te zeggen heeft over onze vroegste geschiedenis van schepping, zondeval, zondvloed en spraakverwarring.

Adamskinderen

Volgens de predikant moet de profeet Ezechiël het woord brengen tot ‘dode, verloren adamskinderen‘ (blz. 4). Verschuure spreekt op bladzijde 10 van ‘een afgesneden adamsgeslacht dat in het paradijs verloren en verdronken is geraakt in de zonde‘. Gelukkig is het daar niet bij gebleven want ‘de Heere’ brengt ‘door het wondere werk van Zijn Geest, door het wonder van wedergeboorten en bekering weer terug (…) in de gewesten van de eeuwige zaligheid‘ (blz. 10). Herhaaldelijk wijst Verschuure erop dat wij, mensen, sinds de zondeval liggen in een ‘totale doodstaat‘ (blz. 14, 16 en 20).

Bange tijd

In de preek geeft de predikant aan dat het een ‘bange tijd’ is. Een benauwde tijd, een tijd waarbij we ons niet op ons gemak voelen.2 Het is altijd een bange tijd ‘geweest endeze ‘zal er blijven tot de jongste dag‘. Gelukkig blijft God doorgaan met zijn afsnijdende en Kerkvergaderende werk. ‘Vanaf het ogenblik dat de Heere Adam riep naar Zijn eeuwig welbehagen: “Waar zijt gij?” (Gen. 3:9), tot op deze dag toe (…)‘ (blz. 10).

Begraven

De predikant heeft het ook nog over de begrafenis van een mens en verwijst daarbij naar Genesis 3. “Wat gebeurt er met iemand die begraven is? Dat weet je wel, toch? Er staat in de Bijbel: ‘Gij zijt stof en gij zult tot stof wederkeren’ (Gen. 3:19b). Van het lichaam blijft straks helemaal niets over” (blz. 12).

Conclusie

Wij zijn nakomelingen van Adam (adamskinderen, adamsgeslacht) en liggen sinds de zondeval in onze totale doodstaat. De Heere blijft doorgaan met het Kerkvergaderende werk. Hij deed dat al vanaf het ogenblik dat Hij Adam riep in het paradijs. Na het sterven zal de mens in navolging van Genesis 3:19b tot stof wederkeren. De (gevolgen van de) zondeval word(t/en) in deze preek een aantal keren genoemd.

Voetnoten

‘Schepping door evolutie holt Bijbelse boodschap uit’ – Dr. ir. Wim de Vries aan het woord over ‘Woord & Wetenschap’

Het was deze maand twee jaar geleden dat het boek ‘Woord & Wetenschap‘ werd uitgegeven door Labarum Academic, de academische tak van uitgeverij De Banier.1 Het boek werd geschreven door de drie ‘de Vriezen’: prof. dr. Marc J. de Vries, dr. Piet de Vries en prof. dr. ir. Wim de Vries. Op 20 februari 2020 werd op het YouTube-kanaal van het Reformatorisch Dagblad een korte video geplaatst over het boek met aan het woord Wim de Vries. We delen deze video hieronder ook op onze website.

Onder de video staat het volgende: “Het idee dat God heeft geschapen door evolutie verslaat zijn duizenden in de gereformeerde gezindte. ”Onderhuids gebeurt dat ook in de rechterflank. Binnen één generatie kunnen we helemaal zijn afgegleden.” Het was voor prof. dr. Wim de Vries aanleiding om het boek ‘Woord en wetenschap‘ te schrijven.”

Voetnoten

Predikanten, theologen en andere christenen uit de 18e eeuw en onze vroegste geschiedenis (2) – Dr. Robert Traill (1793-1847), De troon der genade

De troon der genade’. In de serie ‘Bibliotheek Overjarig Koren‘ verscheen in 1988 een preek van de Ierse geestelijke dr. Robert Traill.1 Hieronder bestuderen we de preek op wat deze predikant zegt over onze vroegste geschiedenis. We doen dat in de chronologische volgorde zoals we die ook weergegeven vinden in Genesis 1-11.2

Licht van de natuur

Dr. Traill spreekt over Gods oordelen die over christenen en heidenen (ongelovigen) gaan. Hij wijst erop dat ook de heidenen kennis van God hebben door ‘het flauwe licht der natuur’. Traill op bladzijde 12: ‘Als de Heere deze oordelen over de heidenen brengt vanwege het misbruik van het flauwe licht der natuur, hoe veel te zwaarder en groter moeten de oordelen dan niet zijn voor het misbruik van het licht des Evangelies?3 Heidenen hebben dus het flauwe licht der natuur en dat kunnen ze misbruiken. Wat dit ‘licht der natuur’ inhoudt en hoe ze dat kunnen misbruiken wordt in deze preek niet uitgelegd.

Abel

Dr. Traill verwijst in de preek ook naar Hebreeën 12:24. In deze tekst wordt verwezen naar Abel uit Genesis 4.4 Hij stierf doordat zijn broer Kaïn hem doodsloeg. Wat de betekenis in deze tekst van het noemen van Abel is, wordt in deze preek door Traill niet duidelijk gemaakt.

Conclusie

Heidenen kunnen God kennen door het ‘flauwe licht der natuur’ en een tekst over Abel wordt aangehaald. Helaas blijft het bij een stelling en het citeren van de Abel-tekst en wordt dit in deze preek door Traill niet verder uitgewerkt.

Voetnoten

Studie: Bijbel en Oorsprong (1) – Het leven is geschapen volgens de Bijbel

Vorig jaar hield de bioloog ir. Kees Fieggen een vierdelige presentatie in Dokkum rond het thema ‘Bijbel en Oorsprong’. In deel 1 staat het thema “Het leven is geschapen – volgens de Bijbel” centraal. Met dank aan het Bijbelse Bron staan deze video’s ook online op YouTube. De komende tijd willen we iedere vrijdag één deel met u delen. Veel zegen bij het kijken!

Niet abortus maar leven moet Europees grondrecht zijn

President Macron pleitte in het EP voor erkenning van het recht op abortus. Deze fundamentele verschuiving tast de waardigheid van het leven aan.

In juni vorig jaar werd in het Europees Parlement het rapport-Matić aangenomen. In dit rapport gaat het onder meer over seksuele en reproductieve (gericht op voortplanting) gezondheid, waarbij abortus wordt beschouwd als een mensenrecht.

Het rapport, opgesteld onder aansturing van de Kroatische Europarlementariër Matić, pleit (op grond dus van abortus als grondrecht van de vrouw) voor toegang tot veilige en legale abortus.Volgens de commissie zou dit nu beslist nodig zijn in de EU, omdat vrouwenrechten steeds meer onder druk zouden komen te staan. De ambitie van Macron dat abortus als recht wordt erkend, komt daarom niet als een verrassing.

Enkele dagen voor de gewraakte uitspraken van de Franse president werden mensen die staan voor het ongeboren leven aangenaam verrast door de benoeming van de nieuwe voorzitter van het Europees Parlement: Roberta Metsola. Deze Maltese politica staat bekend om haar kritische houding tegenover abortus. Haar benoeming leidde tot de nodige onrust in de internationale media en de wandelgangen van de EU. Maar één dag na haar verkiezing, en kort na een ontmoeting met de Franse president, beloofde Metsola reeds een liberaal pact te ondertekenen dat de toegang van vrouwen tot abortus en voorbehoedsmiddelen in de EU garandeert. Is de ferme uitspraak van Macron soms een reactie op de verkiezing van de consciëntieuze EP-voorzitter?

Het standpunt dat abortus een (vrouwen)recht is, kun je alleen innemen als je vindt dat het ongeboren leven enkel beschermwaardig is tot een bepaalde wettelijke grens van bijvoorbeeld 12 of 24 zwangerschapsweken. In de Nederlandse abortuswet is, net als in vele andere nationale wetgevingen, naar een balans gezocht tussen het belang van de vrouw en het belang van het ongeboren leven. Deze weging van waarden is bij Macron helemaal weggevallen. Het kwalijke in zijn uitspraak is dat de waarde van het ongeboren leven volledig ondersneeuwt ten gunste van het ideologisch gedreven idee dat abortus een recht is. Bij Macron gaat het leven van het kind ten koste van de liberale abortusideologie. De Europese Unie moet zich echter niet laten leiden door een feministische, liberale abortusideologie, maar door de wil om kwetsbaar, onschuldig leven te beschermen.

Andere toon

In veel landen valt de abortuswet onder het strafrecht. Daarin klinkt de ethische afweging door dat het leven niet zomaar mag worden afgebroken. Abortus is geen normaal medisch handelen. Abortus als recht zien en als zodanig verankeren, tendeert naar normalisering van abortus.

Het ”Handvest van de grondrechten van de Europese Unie”, waarin Macron het recht op abortus wil laten opnemen, slaat een fundamenteel andere toon aan. Artikel 1 gaat over de menselijke waardigheid: „De menselijke waardigheid is onschendbaar. Zij moet worden geëerbiedigd en beschermd.” En artikel 2 vervolgt: „Eenieder heeft recht op leven.” Er is juridisch van alles over te zeggen in hoeverre dit van toepassing is op het ongeboren leven. Maar bezien vanuit een ethiek die uitgaat van de beschermwaardigheid van het ongeboren leven kunnen menselijke waardigheid en het recht op abortus niet samengaan.

Ik wil geen EU die het recht op het vernietigen van leven bepleit en verankert, maar de menselijke waardigheid van onze kleinste mensjes eerbiedigt en beschermt. En daarom juist het recht om geboren te worden bepleit en verankert.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Alderliesten, A., 2022, Niet abortus maar leven moet Europees grondrecht zijn, Reformatorisch Dagblad 51 (253): 28 (artikel).

Vijf jaar ‘Is Genesis History?’ – De documentaire is nu met Nederlandse ondertitels te zien op YouTube

Vijf jaar geleden, op 23 februari 2017, ging de documentaire ‘Is Genesis History?’ voor het eerst in de première.1 Hetzelfde jaar, op 3 november 2017, verscheen de documentaire ook als dvd op de Nederlandse markt. De uitgever, Weet Magazine, bracht de dvd uit onder de titel ‘Is Genesis Geschiedenis?’.2 Ook in Nederland is de documentaire heel veel bekeken. Op 26 maart 2020 ging de film ook op het YouTube-kanaal van de organisatie in de première.3 Sindsdien is de video daar al meer dan 2,8 miljoen keer bekeken. Het is een geluk, voor diegene die de Engelse taal niet machtig is, dat uit de 18 ondertitels ook een Nederlandse ondertiteling gekozen kan worden. Voor docenten van het voortgezet onderwijs van harte aanbevolen om te kijken met de klas. Zo krijgen uw leerlingen een goed beeld van de vraagstukken en verklaringen binnen het scheppingsparadigma.4

Voetnoten

Slaven als zendingsterrein – Hoe de kerk sprak over mensenhandel

Ook christenen bedreven mensonterende slavernij. Tegelijk waren er die het wrede optreden veroordeelden. Toch wordt er vaak afkeurend geschreven over het racisme dat uit de vermeende christelijke superioriteit zou voortkomen. Ook voormannen van de Nadere Reformatie als Hoornbeeck en Voetius moeten het ontgelden. Terecht?

Slavernij in Brazilië. Geschilderd door Johann Moritz Rugendas in 1830. Bron: Wikipedia.

Er komt een groot onderzoek naar de rol van de kerken bij slavenhandel. Daarin staat de vraag centraal wat tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden de visie van de Gereformeerde Kerk op slavernij was. De Protestantse Kerk in Nederland levert een bijdrage aan dit onderzoek. Zo’n onderzoek kan geen kwaad. We kunnen ons niet meer indenken wat de mensenhandel, het transport over zee in volgepropte schepen, het uit elkaar halen van gezinnen, de barbaarse straffen en de zware werkomstandigheden voor de slachtoffers betekenden.

Die mensonterende handel werd bedreven door christenen. Tegelijk waren er ook die dat wrede optreden afwezen en veroordeelden. Ondanks die afwijzing wordt er vaak afkeurend geschreven over de zogenoemde christelijke superioriteit waaruit racisme voortkwam. Dat is ook het geval in de onlangs verschenen bundel Slavernij en de stad Utrecht. Over de Utrechtse hoogleraren Voetius en Hoornbeeck wordt daarin op een kritische manier geschreven. Terecht?

Geestelijk welzijn

De Zierikzeese predikant Udemans (1581/1582-1649) schreef in zijn boek ‘t Geestelyck Roer van ‘t Coopmans schip dat hij de lichamelijke slavernij beschouwde als één van de gevolgen van de zondeval, waardoor elk mens slaaf van de zonde is geworden. Udemans schreef genuanceerd over slavernij. Eén van zijn stellingen was dat christenen geen medechristenen tot slaaf mochten maken of als slaaf verkopen. Bij heidenen en Turken – met de laatste bedoelde hij moslims – lag dat voor hem anders. Die mochten als slaaf gebruikt worden wanneer ze in een rechtvaardige oorlog gevangen waren genomen of door fatsoenlijke meesters verkocht waren.

Niet dat de eigenaars dan met hen konden doen wat ze wilden. Integendeel: ze waren verplicht om hen te behandelen volgens de voorschriften van de Bijbel, ‘in alle redelijkheid en vriendelijkheid’. De eigenaars moesten zorg dragen voor hun geestelijke welzijn, voor het heil van hun zielen. Als slaven slecht behandeld werden, hadden ze volgens Udemans het recht om weg te lopen. Mensen die deze gevluchten zagen, mochten hen niet naar hun meester terugbrengen.

Bijbelse waarden

Een vergelijkbare opvatting vind je bij Hoornbeeck, hoogleraar in Utrecht en later in Leiden. Ook hij keurde slavernij niet per definitie af. Als werkgevers niet op een ‘gewone’ manier aan werkkrachten konden komen, was het kopen van een slaaf volgens hem geoorloofd. Maar de eigenaar was wel verplicht om goed voor zijn slaven te zorgen. Het was hem bovendien verboden om zijn slaven aan ongelovigen te verkopen. Dat zou tegengesteld zijn aan het belangrijke doel en de opdracht van christenen om hun medemensen met het Evangelie in aanraking te brengen. Hoornbeeck was er een tegenstander van om slaven op zondag te laten werken. Dat zou in strijd zijn met het sabbatsgebod. En gehuwde slaven mochten niet afzonderlijk verkocht worden. Dat was onmenselijk.

In zijn boek over de bekering van heidenen schreef Hoornbeeck met verontwaardiging over de hardvochtige manier waarop rooms-katholieke Spanjaarden in Zuid-Amerika met de inheemse bevolking omgingen. Hij citeert in één van zijn boeken een indianenhoofdman, die een Spaanse perfect ontmoet. De hoofdman vraagt de Spanjaard wat hij komt doen. De Spanjaard antwoordt dat hij christen is, een kind van de Schepper van hemel en aarde en dat hij komt om deze gebieden de kennis van de Goddelijke wet te brengen. De hoofdman antwoordt dan: ‘Als uw God opdracht geeft om door landen van anderen te trekken en die te beroven, te verwoesten en de mensen daarin te doden, dan is het voor ons niet mogelijk in Hem of Zijn wet te geloven’. Hoornbeeck concludeerde dat het afkeurenswaardige gedrag van blanken de christelijke godsdienst verdacht maakte.

Zending

Theologen in de zeventiende en achttiende eeuw zagen dat slavernij mogelijkheden bood om mensen in contact te brengen met het Evangelie. Evenals de rooms-katholieken, die zich inspanden om hun leer te verbreiden onder de volken die zij overheersten, bedreven de protestanten zending. Bekering van zondaren was hun hoogste doel. Dat is de reden waarom Hoornbeeck zo’n uitvoerig boek schreef over zending. De titel van dit in het Latijn geschreven boek luidt: De conversione Indorum et gentilium: Over de bekering van Indiërs en heidenen.

Evangelie

Deze overtuigingen passen niet in het denken van veel 21e-eeuwse mensen, maar de mens van de zeventiende eeuw was een religieus denkend mens. In de Bijbel neemt naastenliefde een grote plaats in. Daarom schreven en spraken predikanten regelmatig in afkeurende zin over slavernij. De Middelburgse predikant Smytegelt noemde in zijn catechismusverklaring over het achtste gebod slavernij onomwonden ‘mensendiefstal’. Hij ging in dit opzicht verder dan Udemans en Hoornbeeck.

De mensen van die tijd beseften daarnaast dat de Bijbelse boodschap van zonde en genade niet alleen goed was voor mensen die trouw naar de kerk gingen, maar ook voor heidenen die nog nooit van God en Zijn gebod gehoord hadden. Ook voor hen was bekering tot God nodig. Vanuit het postmoderne denken, waarbij men ervan uitgaat dat iedereen zijn eigen waarheid heeft, is dat onbegrijpelijk. Dan komt men tot waardeoordelen, zoals in het boek Slavernij en de stad Utrecht. Daarin wordt slavernij en kolonialisme als instrumenten gezien ‘om die superieure calvinistische beschaving te verspreiden’.

Wie kennis neemt van de geschriften van predikanten die over de zending schreven, komt tot andere conclusies. Daarin kun je lezen dat ze aandrongen op een menselijke omgang met medemensen, dus ook met slaven. Evangelieverkondiging aan hen kan een middel zijn om hen te brengen van het grootste kwaad tot het hoogste goed.

Dit artikel is met toestemming uit de GezinsGids. De volledige bronvermelding luidt: Fieret, W., 2022, Slaven als zendingsterrein. Hoe de kerk sprak over mensenhandel, GezinsGids 74 (17): 46-49.

Beraadtermijn kan levens redden

Het beëindigen van een gezond mens-in-wording is ingrijpend, schrijft ethicus Theo Boer. Daaraan een beraadtermijn verbinden is geen schending van iemands autonomie, maar juist het benadrukken van het gewicht daarvan.

“Het gebéúrt dat mensen na enkele dagen wikken en wegen toch besluiten om anders te kiezen. Bij een ongewenste zwangerschap kan dat ook gebeuren. Zelfs als de meeste vrouwen honderd procent zeker van hun zaak zijn, blijven er voorbeelden waarbij men zich wel bedacht.” Bron: Pixabay.

Binnenkort zal het parlement besluiten over de afschaffing van de vijf dagen bedenktijd bij een abortus. Naar aanleiding daarvan postte ik een tweet: ‘Zelfs als je meent dat een abortus niet het doden van een menselijk wezen is, zou het nog goed zijn om over zo’n majeure beslissing een aantal dagen na te denken.

Hoewel ik daarmee noch de abortuswet van tafel veeg, noch abortus veroordeel, is zelfs dit pleidooi voor het behoud van de beraadtermijn velen een doorn in het oog. Een van de meest felle reacties kwam van studentenpredikant Marleen Blootens. ‘Vrouwen gaan nooit lichtvoetig om met abortus.’ Zij lichtte haar positie toe in het Nederlands Dagblad van 27 januari (‘Vijf bijna niet te tillen dagen’). Ze vertelt hoe de vijf dagen bedenktijd bij haarzelf en haar partner voor leed zorgden toen zij een gewenste zwangerschap om medische redenen moesten afbreken, maar daar nog dagen op moesten wachten. Ik snap Blootens’ emotie, althans, ik probeer die te peilen. Ik heb ook emoties bij het onderwerp. Als vrucht van een ongeplande zwangerschap, en met de ervaring van het verlies van twee zwangerschappen.

Opener uitkomst

Maar je kunt uit persoonlijke ervaringen, hoe ingrijpend ook, niet al te snel algemene conclusies trekken. Geerten Moerkerken schreef er in het Reformatorisch Dagblad van 22 januari een lezenswaardige longread over (‘Míjn verhaal als onweerlegbaar argument’). Er zijn bij bijna elk vraagstuk wel verhalen te vertellen met verschillende boodschappen. Op basis van enkele indringende persoonlijke ervaringen kun je niet concluderen dat, in dit geval, alle 31.000 vrouwen die per jaar een abortus ondergaan, met evenveel voorzichtigheid te werk gaan.

De abortuswet heeft een bedenktijd ingelast om te benadrukken dat het besluit om een zwangerschap af te breken niet alleen een autonome beslissing is van een vrouw over haar lichaam en haar toekomst, maar ook een beslissing om een leven te beëindigen. Blootens en haar partner hadden feitelijk geen keus en in die situatie waren die vijf dagen bedenktijd niet alleen overbodig maar ook nog een kwelling. Maar bij de meeste zwangerschapsafbrekingen is de uitkomst veel opener. Het kind is gezond en de abortus gebeurt op sociale indicatie.

Veel mensen werpen tegen dat vrouwen daar heus goed over nadenken en dat een abortusverzoek zelf al pijnlijk genoeg is. Dat neem ik aan. Maar zoals elke wet is de vijfdagentermijn niet bedoeld voor mensen die hem niet nodig hebben, maar een bescherming voor hen die hem wél nodig hebben. Wie een huis koopt, heeft daar vast diep over gedacht, maar toch heeft zo iemand na het ondertekenen van het koopcontract nog drie dagen om zijn handtekening terug te trekken. Bij andere grote aanschaffen heeft men een herroepingsrecht van weken.

Wie willen trouwen, moeten eerst twee weken in ondertrouw, hoe zeker ze ook van hun partner zijn. In al die gevallen zegt de wetgever ook niet: regel het als contractpartners zelf maar, u bent autonoom genoeg. Het beëindigen van het leven van een gezond mens-in-wording is minstens zo ingrijpend als de koop van een huis. Daaraan een beraadtermijn verbinden is geen schending van iemands autonomie, maar juist het benadrukken van het gewicht daarvan.

Extra gesprek

Blootens’ voorstel om iemand een extra gesprek aan te bieden ondersteun ik. Een maatschappelijk werker, huisarts of geestelijk verzorger kan steun bieden bij het nemen van een beslissing. Maar het zal bij een aanbod blijven, want zoiets wettelijk verplichten (zoals een gesprek met een SCEN-arts bij een euthanasie) is een politieke onmogelijkheid. Bovendien onderschat je dan de waarde van die bedenktijd.

Het gebéúrt dat mensen na enkele dagen wikken en wegen toch besluiten om anders te kiezen. Bij een ongewenste zwangerschap kan dat ook gebeuren. Zelfs als de meeste vrouwen honderd procent zeker van hun zaak zijn, blijven er voorbeelden waarbij men zich wel bedacht. Die vijfdagentermijn kan lijden veroorzaken maar ook levens redden. Simpeler dan dat is het niet.

Daarom zou ik hier voor de gerichte uitzondering pleiten. Nood breekt wet. Als er een dwingende medische reden is voor een abortus in de zin dat een zwangerschap feitelijk kansloos is, en waarbij verder wachten de tragiek alleen maar zou verergeren, moet een arts gemotiveerd van die vijfdagengrens kunnen afwijken zonder angst voor vervolging. Laat de Tweede Kamer dus eens stilstaan bij de mogelijkheid dat misschien niet de regel van de beraadtermijn zelf, maar het rücksichtslos handhaven daarvan tot onmenselijke situaties leidt. En dat de regel als zodanig verstandig is.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De bronvermelding luidt: Boer, T.A., 2022, Beraadtermijn kan levens redden, Nederlands Dagblad 78 (20.970): 12-13 (artikel).