Home » 2023 » februari

Maandelijkse archieven: februari 2023

Boekpresentatie bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’ is op 30 maart 2023 D.V. – Komt u ook luisteren? – Voorwoord Nieuwsbrief d.d. 28 februari 2023

De maand februari is alweer bijna ten einde. We zijn dankbaar dat we u in deze nieuwsbrief de definitieve datum van de boekpresentatie van de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht‘ mogen bekend maken. Op 30 maart 2023 D.V. organiseert Uitgeverij De Banier een boekpresentatie in het Auditorium van het gebouw van de Erdee Media Groep. De aanvang is om acht uur, de inloop vanaf half acht. Aanmelden is wel gewenst, en dat kan hier, zodat Uitgeverij De Banier daar rekening mee kan houden. Per 1 maart 2023 D.V. hopen we ook een overzicht bijhouden van alle reacties op de bundel Inzicht.

Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht

Vanwege allerlei omstandigheden heeft de verschijning van de bundel Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht op zich laten wachten. Maar nu kunnen we doorgeven dat de bundel eind maart 2023 D.V. zal verschijnen. Het betreft een bundel over ‘geloof en wetenschap’. Het betreffen bijdragen vanuit theologie, filosofie, historie en natuurwetenschappen. De bundel staat onder redactie van Mart-Jan Paul, Wim de Vries, Benno Zuiddam en Jan van Meerten. De hoofdstukken zijn geschreven door een 18-tal auteurs, te weten: dr. Piet de Vries, dr. Mart-Jan Paul, dr. Hendrik Koorevaar, dr. Gie Vleugels, dr. Pieter Boonstra, dr. Piet Murre, dr. Benno Zuiddam, dr. Aart Goedvree, dr. Maarten Klaassen, dr. Kees de Pater, dr. Henk Jochemsen, dr. Kees Roos, dr. Wim van Vlastuin, dr. Mart de Groot, dr. Erik van Engelen, dr. Peter Borger, dr. Tjaart Krüger en dr. Wim de Vries. Uitgeverij De Banier is bezig met een presentatieavond, zodra daar meer informatie over beschikbaar is hopen wij dat met u te delen. Het boek is hier alvast te reserveren. Hiermee gaat een persoonlijke wens in vervulling om te komen tot een professioneel-orthodoxe bundel over geloof en wetenschap.

In Memoriam: dr. Wim Hoek (1936-2023)

Vorige week (23 februari 2023) is dr. Wim Hoek overleden. De chemicus zorgde voor een groot deel van de inhoud van de bekende scheppingsfolder. Wellicht bent u hem wel eens tegengekomen op een van de congressen in Opheusden. Op onze website publiceerden we een ‘In Memoriam‘ van de hand van Jan van Meerten (hier).

Visiebijeenkomst

Het is goed om na te denken over de voortgang van het scheppingsparadigma. Daarom riep Logos Instituut een groep organisaties bijeen om visie te maken en eigen visie te verwoorden. Helaas konden wij niet aanwezig zijn. Jan van Meerten schreef zijn visie met in het achterhoofd de vraag of het klassieke scheppingsgeloof en het daarop voortbordurende scheppingsparadigma toekomst heeft. Zijn visie is hier te vinden.

Abortus uit het strafrecht

Sommige politieke partijen willen abortus uit het Wetboek van Strafrecht halen. Daardoor wordt het ongeboren leven nog minder beschermd. Mr. Diederik van Dijk, SGP-lid van de Eerste Kamer en directeur van de NPV, schreef een opiniestuk voor het dagblad Trouw (zie hier). Hij betoogt waarom abortus in het strafrecht moet blijven. Binnenkort hopen we nog een aantal artikelen te publiceren die op deze kwestie ingaan. 

Censuur in schoolboeken?

Vorig jaar plaatsten we een column van Jan van Meerten over de vermeende censuur in schoolboeken. Deze column is hier te lezen. Afgelopen zaterdag was er via het dagblad Trouw opnieuw ophef over die vermeende censuur. Opnieuw schreef Jan van Meerten een kort artikel (zie hier), waarin onder andere aangegeven wordt dat de ophef misplaatst is en waarin de christelijke scholen opnieuw worden opgeroepen om niet te censureren maar vooral te werken aan eigen methoden.

Uitgelichte artikelen

Op de website van Fundamentum (www.oorsprong.info) verschijnen dagelijks artikelen over het brede veld van geloof, apologetiek en wetenschap. Vijf recente artikelen die de moeite waard zijn worden hieronder weergegeven. Veel zegen bij het (her)lezen hiervan. Hieronder een selectie:

(1) De prachtige planetoïde Arrokoth en het huzarenstukje van NASA (geplaatst door Fundamentum).
(2) Mysterieuze Denisovamens herrijst (niet) uit DNA (geschreven door dr. Peter Borger en drs. Tom Zoutewelle).
(3) Academisch geschoolde theoloog moet onderzoek gaan doen naar ‘Schriftgezag’ – Synode Gereformeerde Gemeente vergadert opnieuw over ‘Schriftgezag’ (geschreven door Jan van Meerten).
(4) ‘Big Man’ blijft probleemfossiel (geschreven door Klaas Roos (MA)).
(5) Een les Hebreeuws aan de hand van Genesis 1 – Dr. Pieter Siebesma sprak op het congres ‘Geloof jij het?’ (2013) (lezing van dr. Pieter Siebesma).

De volgende nieuwsbrief verschijnt, als de Heere leven en gezondheid geeft, op 30 maart 2023 D.V. (Iemand laten) Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan hier. Tussendoor wordt het persbericht van de boekpresentatie nog met u gedeeld.

Overlijdensakte van Anthonie Gerrit Honig (1864-1940)

Overlijdensakte van Anthonie Gerrit Honig (1864-1940) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kampen.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Anthonie Gerrit Honig (1864-1940) weergegeven.1 Op 12 december 1940 verscheen Jelle van der Laan (1917-?) voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kampen om aangifte te doen van het overlijden van Anthonie Gerrit. Jelle was drie en twintig jaar oud en kantoorbediende. Hij was woonachtig te Kampen. Hij verklaarde dat Anthonie Gerrit op 11 december 1940 om half twee in de nacht is overleden in de leeftijd van zes en zeventig jaar. Hij was zonder beroep, geboren te Utrecht en woonachtig te Kampen.2 Zijn echtgenoot was Adriana van Geel (1876-1959). Anthonie Gerrit was een zoon van de wijlen echtelieden Johannes Marinus Honig (1824-1905) en van Elisabeth van Meerten (1824-1873).

Voetnoten

Opnieuw discussie over inhoud lesboeken en vermeende ‘censuur’ – Horen critici de bel wel luiden, maar weten ze niet waar de klepel hangt?

Enige tijd geleden was er discussie over vermeende ‘censuur in lesboeken’. Dat vuurtje werd toen aangewakkerd door het NRC.1 Afgelopen zaterdag deed het dagblad Trouw een duit in het zakje met het artikel ‘Geen stereotypen en geen superhelden: bij Malmberg is de ‘sensitivity readerheel normaal’. Op social media wordt het filteren door uitgeverijen van welke informatie wél en welke informatie niet in de schoolboeken zou mogen komen, al snel weggezet als Talibanachtige verschijnselen en sharia. Gereformeerden zouden zelf dinosauriërs zijn, maar dan van het soort die weigeren uit te sterven.2

Sensitivity reader

De bekende schoolboekenuitgeverij Malmberg laat gevoeligheidlezers (sensitivity readers) meelezen met uit te geven methodes, maar laat ze ook kritisch kijken naar bestaande schoolboeken. Volgens Trouw is het doel om ‘discriminerende woorden en passages te schrappen en inclusiviteit en diversiteit in de schoolboeken te laten zien’. Malmberg is de eerste uitgeverij die met dergelijke meelezers werkt. Daar wordt in het dagblad door andere uitgeverijen positief op gereageerd. In het minste geval gaan ook andere uitgeverijen vaak te raden bij externe specialisten.

Kindermishandeling

De meeste educatieve uitgeverijen houden rekening met hun afnemers. Niels Bron, van uitgeverij Eduforce: “We brengen bijvoorbeeld geen boeken uit met afbeeldingen van dino’s. omdat we klachten kregen van gereformeerde scholen.” Ook geesten en spoken worden vaak vermeden: “Eén keer kregen we meer dan honderd klachten van christelijke scholen over een superheld.” Hoewel het niet duidelijk wordt wat die klachten over dino’s zijn, was het commentaar niet van de lucht. Hoe zou een school nu dino’s kunnen ontkennen en wáárom is dat nodig, het zou toch prima aansluiten bij het scheppingsverhaal? Heeft God de botten van die beesten dan in de grond gestopt?, zo luidde verschillenden reacties. Een reageerder noemde het ontkennen van dino’s ‘de overtreffende trap van nonsense’. Volgens een andere reageerder zouden de scholen die dino’s ontkennen doen aan kindermishandeling en acuut gesloten moeten worden.

Geen ontkenning van het bestaan van dino’s

Hoogstwaarschijnlijk zijn er geen klachten binnengekomen van gereformeerde scholen over het bestaan van dino’s, maar eerder over de interpretatie die daaraan gehangen is. Zelfs de meest behoudende reformatorische scholen erkennen het bestaan van dino’s.3 Ze zullen begrijpelijkerwijze wel grote moeite hebben met de dateringen die er op de botten ‘geplakt’ worden én ook met het naturalistisch-evolutionaire kader waarin deze botten geïnterpreteerd worden.4 Dit omdat de basisovertuiging van Universele Gemeenschappelijke Afstamming over Deep Time lijnrecht tegenover de creationistische opvatting van veel gereformeerden staat. Deze opvatting is namelijk dat God het leven op aarde in zes dagen geschapen heeft en op de zesde dag ook de landdieren (waaronder de meesten basissoorten van dinosauriërs). Eduforce hoeft de dinosauriërs daarom niet geheel te schrappen, maar ze zouden dan een andere verklaring moeten bieden waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met de scheppingsweek. Een sensitivity reader kan daarom nuttig zijn. Ontkennen van de werkelijkheid heeft geen zin en dat is ook hier hoogstwaarschijnlijk niet het geval. Gereformeerden interpreteren deze werkelijkheid anders dan de doorsnee naturalist dit doet. In een column voor Om Sions Wil stelde ik al voor om als gereformeerden eigen methoden samen te stellen vanuit de eigen identiteit.5 Dat voorkomt gezeur in de media over ‘censuur’ en zwartmakerij van derden die daar op aanslaan. Gelukkig bestaan er al christelijke methoden waarbij rekening wordt gehouden met identiteitszaken. Als voorbeeld noem ik Traveling the world6 en Wondering the World7 van Edu-sign.

Voetnoten

Abortus gaat over ongeboren leven en hoort daarom echt in het strafrecht

Vrouwen die abortus willen zijn er niet bij gebaat om abortus uit het strafrecht te halen. Abortus kan, ook met artikel 296, betoogt Diederik van Dijk.

BNN/VARA en het Humanistisch Verbond hebben de handen ineen geslagen om abortus via een burgerinitiatief uit het Wetboek van Strafrecht (WvSr) te krijgen. Onverstandig, juist omdat abortus niet zomaar iets is. Nu staat in artikel 296 WvSr dat het beëindigen van een zwangerschap strafbaar is, tenzij dit gebeurt door een arts in een ziekenhuis of kliniek met een vergunning. Het burgerinitiatief heeft inmiddels voldoende handtekeningen om parlementaire behandeling af te dwingen. De grootste klacht luidt dat abortus gezondheidszorg is en geen criminele daad. Toch zag de wetgever ooit reden om abortus in het strafrecht te houden. Geldt dit niet meer?

Door abortus geheel te scharen onder de gezondheidszorg vergeet men wat abortus zo anders maakt dan de reguliere geneeskunde. Binnen de geneeskunde draait het voornamelijk om het beter maken van mensen of leed te verzachten. De aard van een levensbeëindigende behandeling valt buiten de sfeer van ‘normaal medisch handelen’. Daarom zijn euthanasie en abortus niet onderhevig aan de civielrechtelijke regels van de geneeskundige behandelovereenkomst maar vallen ze onder de Wet toetsing levensbeëindiging (Wtl) en de Wet afbreking zwangerschap (Wafz). En in die laatste wet wordt niet in dezelfde bedekte termen over leven gesproken zoals de pro-abortusbeweging geregeld doet, bijvoorbeeld over ‘klompje cellen’ of ‘zwangerschapsproduct’. De wetgever spreekt bewust over ‘ongeboren leven’.

Beschermen

Bij invoering van de Wafz besloot de wetgever tot behoud van artikel 296 om vrouwen te blijven beschermen tegen illegale abortussen uitgevoerd door artsen of niet-artsen, aldus de memorie van toelichting. Onbedoeld helpt het schrappen van artikel 296 zwangere vrouwen dus allerminst. Wie baat hebben bij afschaffing zijn kwaadwillende of kwakzalvende individuen en artsen die bij het uitoefenen van hun beroep last hebben van de druk die dit wetsartikel op hen legt. Daarnaast zegt de memorie van toelichting dat de wetgever met het behoud van artikel 296 onderstreept welke waarde hij toekent aan de bescherming van ongeboren leven.

Wie artikel 296 wil schrappen moet dus twee dingen bewijzen: dat het leven van vrouwen zonder de bescherming van deze wet niet slechter wordt én dat ongeboren leven niet bestaat of geen bescherming verdient. Niets daarvan is terug te vinden in het burgerinitiatief. Men spreekt over de betuttelende werking van het idee dat abortus strafbaar is. Dat terwijl artikel 296 niet gaat over de strafbaarheid van vrouwen. Ook dát blijkt uit de overwegingen van de wetgever, die stelt dat ‘het wetsontwerp een einde maakt aan de strafbaarstelling van de vrouw’.

Niet alleen zorg

Natuurlijk is abortus tot op zekere hoogte gezondheidszorg. Er komen medische instrumenten bij kijken, gehanteerd door bevoegde artsen. Maar als daarmee alles is gezegd, is euthanasie ook gezondheidszorg. Dat is evengoed een medisch proces, maar daarmee is het nog niet volledig te vatten binnen de kaders van de gezondheidszorg.

Door te doen alsof abortus geen morele implicaties met zich brengt, sluiten voorstanders hun ogen voor de werkelijkheid. Iedereen snapt dat abortus een ingrijpende keuze is die de vrouw maakt over haar toekomst, die van de verwekker en van het kind dat z’n toekomst verliest.

Voorstanders van abortusrechten moeten toch erkennen dat artikel 296 geen wezenlijke belemmering opwerpt voor de toegang tot abortus? Hopelijk mengen kritische voorstanders van abortusrechten zich in deze discussie. Wie beseft wat bij een abortus op het spel staat, denkt niet licht over de rol van het strafrecht. Wie erkent dat bij abortus een mens-in-ontwikkeling wordt gedood, beseft dat abortus haar plek in het strafrecht moet behouden. Vrouwen én ongeboren kinderen verdienen dat.

Dit opiniestuk verscheen in het dagblad Trouw en is met toestemming van de auteur hier overgenomen. Het originele artikel is hier te vinden.

“Veel etnische Hongaren geven als soldaat hun leven voor de Oekraïense zaak” – Reactie van Lorens Knap op Ton de Jong

Op mijn artikel over Hongarije (RD 31-1) kwam een kritische reactie van Ton de Jong (RD 9-2). Ik onderschrijf met hem dat Gods Woord „een licht op ons pad” moet zijn. En nimmer heb ik gezegd dat Hongarije zonder zonde is. Wel is het jammer dat De Jong mijn woorden over zwart-witredenaties alleen maar bevestigt. Er is slechts ruimte voor enkele kanttekeningen. Omdat De Jong de nadruk op Oekraïne legt, zal ik dat ook doen.

Hoe afkeurenswaardig Poetins inval ook is, de oorlog in Oekraïne is niet vanzelfsprekend een oorlog tussen goed en kwaad. Dit komt niet alleen door de bedenkelijke rol van de Verenigde Staten en de Europese Unie bij de regeringsverandering in 2014, maar ook door de houding van Oekraïne zelf. Vele etnische Hongaren geven op dit moment namelijk als soldaat hun leven voor de Oekraïense zaak. Het offer dat de Hongaren brengen, is hiermee in feite groter dan dat van de andere Europese landen. De dank van Oekraïne bestaat echter uit het discrimineren van diezelfde etnische Hongaren. Desondanks hielp Hongarije meer dan een miljoen Oekraïense vluchtelingen.

Het bovenstaande bewijst dat het verwijt dat Hongarije geen vluchtelingen wil opnemen uit de lucht gegrepen is. Hongarije helpt graag, maar wel op goede gronden. Illegaal een land binnenkomen is geen goede grond. Niet luisterend naar de adviezen van Hongarije, heeft de EU zelf het vluchtelingenprobleem onnodig complex laten worden.

Ook is het een misverstand dat het Memorandum van Boedapest een soort NAVO-verdrag zou zijn. De betrokken landen (Rusland, Verenigde Staten en Verenigd Koninkrijk) beloofden inderdaad de soevereiniteit van Oekraïne te respecteren. Echter, bij problemen dienen de Verenigde Naties geconsulteerd te worden. En dat is maar goed ook, want het risico op een wereldoorlog is anders huizenhoog.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. Het originele artikel is hier te lezen. Bronvermelding: Knap, L.H.J., 2023, Hongarije, Reformatorisch Dagblad 52 (280): 32.

In Memoriam: Creationistische nestor dr. Wim Hoek (1936-2023) overleden

“De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer. Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen; Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen.” (Psalm 103:15-18)

Chemicus dr. Wim Hoek is afgelopen donderdag 23 februari 2023 overleden in de leeftijd van 86 jaar. Hij heeft veel betekend voor de verspreiding van het klassieke scheppingsgeloof en het daarop voortbordurende scheppingsparadigma in Nederland. Wim was een actief baasje en zelfs op hoge leeftijd bezocht hij congressen en besloten bijeenkomsten. Ons is opnieuw een creationistische nestor ontvallen.

Informatie

Willem Hoek werd geboren op 28 juni 1936 te Nieuwleusen en overleed op 23 februari 2023 in zijn woonplaats Vroomshoop. Sinds 25 november 1983 was hij weduwnaar van Friederieke Jeannette Hoek-Huisinga.1 Hoek studeerde scheikunde en promoveerde in 1966 aan de Universiteit van Groningen op een organisch-chemisch proefschrift met als titel ‘Synthese en fysiologische eigenschappen van enige adamantaanderivaten’.

Werkgroep Schepping

In leven was dr. Wim Hoek scheikundeleraar en gaf hij sinds 1996 leiding aan de Evangelische Boek- en CD-winkel De Wegwijzer in Vroomshoop.2 Hoek hield ook een eigen website bij en schreef regelmatig stukjes voor het magazine Bijbel & Onderwijs. Hoek was bezwaard tegen de theorie van Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Hij raakte betrokken bij de ondertussen opgeheven (?) Werkgroep Schepping te Hengelo. Deze werkgroep vertaalde onder andere de boeken ‘De leugen: evolutie’ (van Ken Ham), ‘Hoe oud is de aarde?’ (van dr. A.J. Monty White) en ‘Oorsprong: Twee modellen’ (van dr. Richard B. Bliss). Deze boeken zijn ondertussen allen uitverkocht en hebben een ruime verspreiding in Nederland genoten. Op Evolutie.biz3 publiceerde Hoek zijn gedachten over het evolutionaire debat en deelde deze artikelen ook via andere kanalen. Zijn jongerenbrochure ‘Evolutie of Schepping? Wat geloof jij?’ vormde de basis voor de inmiddels beruchte scheppingsfolder die in het Darwinjaar 2009 huis-aan-huis werd verspreid. Op het gebied van Schepping en Evolutie was hij een actief baasje.

Bescheiden

Als ik hem om advies vroeg dan was hij bescheiden: ‘Ik ben een oud baasje, wil je van mij nog leren?’. Maar zo gaf ik dan aan: ‘Grijsheid is wijsheid’! Tijdens bijeenkomsten kwam hij altijd naar mij toe voor een praatje of een idee en waardeerde zijn bescheiden inbreng. Hij hield van de samenwerking en onderlinge onenigheid deed hem pijn aan zijn hart. Hij voelde zich dan vaak machteloos en wees dan vooral naar Boven. Dankzij Wim kon ik de serie tijdschriften ‘Bijbel & Wetenschap’ van de Evangelische Hogeschool compleet maken! Hij had namelijk nog dat ene nummer dat ontbrak en stuurde het op in de hoop dat ik daar wat aan zou hebben. We zullen Wim missen, om wie hij was en om wat hij deed! In een dankdienst op woensdag 1 maart 2023 D.V. in de kerk van de Baptistengemeente Vroomshoop hoopt de familie afscheid te nemen. Deze dienst begint op 11.00 uur. Vanaf 10.15 uur is er gelegenheid om afscheid te nemen van Wim en de familie te condoleren. U kunt ook via www.silentium.nu een bericht achter laten voor de familie. De begrafenis zal in besloten kring plaatsvinden.

Voetnoten

De uitleg van Genesis 1-2 in de loop van de eeuwen – Bespreking ‘Since the beginning’

De eerste hoofdstukken van de Bijbel behoren de eeuwen door tot de hoofdstukken die zeer intensief zijn bestudeerd. Kyle R. Greenwood nam het initiatief tot het verschijnen van een bundel gewijd aan Genesis 1-2. In de door hem zelf verzorgde bijdrage waarmee de bundel opent, wordt nagegaan hoe elders in het Oude Testament gezinspeeld wordt op de eerste Bijbelhoofdstukken. De volgende twee bijdragen laten zien hoe in de geschriften van het Jodendom van de Tweede Tempel en in het Nieuwe Testament deze hoofdstukken werden uitgelegd en welke toepassingen eruit werden getrokken. In verdere bijdragen komt naar voren hoe binnen het rabbinale Jodendom en de christelijke kerk Genesis 1-2 zijn uitgelegd. Het slothoofdstuk is gewijd aan postdarwiaanse interpretaties van de eerste Bijbel-hoofdstukken.

Greenwood legt er de vinger bij dat reeds Thomas van Aquino aandacht vroeg voor de menora-structuur van de scheppingsweek. Hij verwijst naar Herman Bavinck die over de scheppingsdagen als werkdagen van God sprak. Evenals David T. Tsumura dat doet in zijn bijdrage over de betekenis van de context van het Oude Midden-Oosten voor het verstaan van Genesis 1-2 wijst hij af dat in het scheppingsverslag van Genesis op maar enigerlei wijze sprake is van een strijd met chaosmachten.

Tsumura brengt naar voren dat in het Oude Testament de chaosmachten historische machten zijn waarover God in het kader van de verlossing van Israël de overwinning behaalt. Terwijl eigentijdse lezers zich afvragen welke consequenties de overeenkomsten tussen het Bijbelse scheppingsverslag hebben, verraste dit de vroegere Oosterse lezer/hoorder in het geheel. Hem troffen niet de overeenkomsten maar de verschillen.

Greenwood stelt dat het voorkomen van vleesetende dieren geen gevolg is van de zondeval, maar dat deze er al vóór de val waren. Inderdaad wijzen meerdere oudtestamentische teksten in die richting, maar graag had ik gezien dat hij in dit kader een verklaring had gegeven van Gen. 1:30 waar wordt gezegd dat God aan de dieren het groene kruid als voedsel heeft gegeven. Feit is dat de overgrote meerderheid van de kerkvaders van mening is dat vlees eten behoort bij de wereld na de zondeval. Zo dachten ook Calvijn en Luther. Augustinus en Thomas van Aquino behoren in de kerkgeschiedenis bij de minderheid die geen probleem zagen met het voorkomen van vleesetende dieren in Gods goede schepping. Deze informatie kan men echter niet in Since the Beginning: Interpreting Genesis 1 and 2 through the Ages vinden.

In haar bijdrage over de nieuwtestamentische gegevens laat Ira Brent Diggers zien dat het Nieuwe Testament zonder enige reserve uitgaat van Adam en Eva als historische personen van wie het gehele menselijke geslacht afstamt. De focus ligt in het Nieuwe Testament op de theologische implicaties van de scheppingsgeschiedenis. In de bijdragen van Stephen O. Presley en C. Rebecca Rine over de kerkvaders blijkt dat voor hen een letterlijk verstaan van het scheppingsverslag hand in hand gaat met het trekken van geestelijke lessen eruit. Ter typering van dit laatste aspect worden de typeringen typologisch, figuratief, allegorisch en eschatologisch gebruikt.

Tsumura bestrijdt in zijn bijdrage dat wij in Genesis 1-2 twee scheppingsverslagen hebben. In Gen. 2:4-25 wordt ingezoomd op de schepping van de mens. Dit hoofdstuk is de introductie van Genesis 3. Hij betoogt dat de openingshoofdstukken van Genesis geen ruimte laten voor het voorkomen van kwaad voordat de zondeval plaatsvond. Die gedachte leidt tot een kosmologisch dualisme dat vreemd is aan het Bijbelse getuigenis over de schepping.

Het slothoofdstuk van Aaron T. Smith laat zien dat vanaf de negentiende eeuw bij de uitleg van Genesis 1-2 de vraag naar voren komt hoe de inhoud van deze hoofdstukken zich verhoudt met wetenschappelijke inzichten over het ontstaan van de aarde. Zelf kiest hij voor de lijn van Karl Barth. Deze laat schepping en verzoening ineenvloeien. Voor Barth is het opgeven van de historische zondeval geen probleem. De schepping is vanaf het begin zowel een gevallen als verloste schepping. Dat is een andere lijn dan die van de kerkvaders en van de gereformeerde belijdenisgeschriften. Deze zienswijze doet geen recht aan het feit dat Genesis 3 het verschil verklaart tussen de mens zoals God hem heeft bedoeld en de mens zoals hij nu is. Die is een zondaar die verzoening met God nodig heeft. Ik meen dat Barth hier niet onze gids moet zijn.

Met de ene bijdrage in de bundel voel ik mijzelf meer verwant dan met de andere. Zeker is dat onder redactie van Greenwood een informatieve bundel het licht verscheen over de uitleg van Genesis 1-2 de eeuwen door.

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.

Aanmeldformulier voor presentatiebijeenkomst ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’ op 30 maart 2023 D.V. (Apeldoorn)

Op donderdagavond 30 maart 2023 D.V. organiseert Uitgeverij De Banier in Apeldoorn een presentatiebijeenkomst rond de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht‘. Om enig inzicht te krijgen in het bezoekersaantal vanwege de catering, hebben we met de uitgever afgesproken om een aanmeldformulier online te zetten. De gegevens (uw naam en mailadres) worden slechts gedeeld met Uitgeverij De Banier en slechts gebruikt voor informatie over de presentatiebijeenkomst. Tenzij door u anders aangegeven. Kom ook naar de presentatiebijeenkomst! Mocht u willen deelnemen aan de livestream, geef dit dan hieronder aan en dan sturen wij u, als deze beschikbaar is, de link naar de livestream. De bundel is hier verkrijgbaar.

Adresgegevens bijeenkomst

Donderdagavond 30 maart 2023 D.V. vanaf 20.00 uur
Auditorium in het gebouw van de Erdee Media Groep (EMG)
Laan van Westenenk 12
7336 AZ Apeldoorn

Aanmelden

PS: Het persbericht is hier te lezen.

De prachtige planetoïde Arrokoth en het huzarenstukje van NASA

De tweede missie van New Horizons was een bezoek aan Ultima Thule.1 Een stuk ruimtepuin dat voorbij Pluto zweeft. Op 1 januari 2019 vloog de ruimtesonde van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA langs dit object.2 Op 12 november 2019 kreeg deze planetoïde de officiële naam Arrokoth, dat ‘lucht’ of ‘hemel’ betekent in de taal van de Powhatan-indianen. Met dank aan ‘Times Infinity’ voor het plaatsen van deze video op YouTube.

Voetnoten

Ds. Leonard van Meerten (1731-1802) schrijft een grafschrift naar aanleiding van het overlijden van zijn oudoom ds. Gerardus van Aalst (1678-1759)

In juli 1759 verscheen het negenentachtigste deel van het tijdschrift ‘Maandelijke Uittreksels of Boekenzaal der geleerde Waerelt’.1 Hierin publiceerde ds. Leonard van Meerten (1731-1802), toen predikant te Arkel, een grafschrift naar aanleiding van het overlijden van zijn oudoom ds. Gerardus van Aalst. Van Aalst is de oom van vader Huibert van Meerten (1704-1757), de zwager van opa Lambertus van Meerten (1675-1750) en is getrouwd geweest met oudtante Aletta van Meerten (1666-1744).2

Leonard van Meerten schreef dus in juli 1759 een grafschrift, een soort gedicht, ter ere van het overlijden van zijn oudoom. De predikant schrijft: ‘Op mijnen waardigen, nu Zaligen Oud-Oom Den Wel Eerwaarden en Dooroeffenden Vader in Christus’. Gerardus van Aalst is volgens deze bladzijde oud leraar van de gemeente van West-Zaandam en zalig in de Heere ontslapen op de 29ste van de zomer-maand (juni) 1759 in de ouderdom van 80 jaar en 9 maanden. Het gedicht gaat als volgt:

“Een trouwe Boetgezant, van werken afgesloofd,
Een helder Kerke Licht, allengskens uitgedoofd,
Een ster, die in veel kracht drie Kerken heeft beschenen,
Is uit ons lievend oog O West-Zaandam verdwenen.
Een waardig Bijbeltolk, een rusteloze Ziel,
Die in haar ruste zelfs, noch nimmer rust geviel,
Die zuiv’re Waarheids baak, en Raadsman van de Vroomen,
Is als de Korenhoop in Ouderdom gekomen,
In ’t graf, daar hij nu rust van zijn vol-v-urig werk,
Die voor de Waarheid zich begaf in ’t worstelperk:
Maar nu de kroon, die aan het eind was opgehangen,
En het genade loon mag ongestoord erlangen.”

Gerardus van Aalst wordt twee bladzijden ervoor in het ‘kerknieuws’ vermeld. Bij het kopje West-Zaandam op bladzijde 126-127 wordt geschreven over ds. Van Aalst. Hij is op 29 juni in West-Zaandam na een ziekte van enige dagen zachtjes in de HEERE ontslapen. Hij was al vier jaar rustend (emeritus) predikant en werd 80 jaar en 9 maanden oud. Hij heeft vijftig jaar mogen dienen in het ambt van predikant. Van Aalst begon zijn werk in de gemeente van Vuren en Dalem. Daar is hij ongeveer 2 jaar gebleven toen hij het beroep aannam naar Sommelsdijk. Daar heeft hij 9 jaar gestaan toen het beroep uit West-Zaandam kwam. In West-Zaandam heeft hij veertig jaar mogen dienen. In 1754 werd Van Aalst ‘door eene geraaktheid belet en buijten staat wierde’. Hij vroeg kennelijk emeritaat aan en op 20 november 1755 werd de lege kansel in West-Zaandam weer bezet door de heer Everardus Oostum. De begrafenis van Van Aalst vond plaats op 3 juli 1759. Op 8 juli 1759 is er een dienst gehouden ter nagedachtenis van de overledenen. Hier ging de weleerwaarde en zeer geleerde heer Johannes Hansen voor. Hij was oudste predikant en ambtsgenoot van de overledene geweest. Hansen preekte over Psalm 37, met als kerntekst Psalm 37:37, waar staat: “Let op den vromen, en ziet na den oprechten; want het einde van [dien] man zal vrede zijn.

Er wordt voor plaatsing van het gedicht nog door de redactie het volgende geschreven: “Verwagt niets naders, alzoo de Overleedene uitdrukkelijk begeert heeft geen meerder alhier te plaatzen. Ondertusschen is ons ter hand gekoomen het volgende Veers.” Waarna het bovenvermelde gedicht op bladzijde 128 wordt gepubliceerd.

Voetnoten