Het vieren van Gods schepping in 2020 – Verslag van een CORE-conferentie
Vorig jaar november vond de digitale conferentie van CORE Academy of Science plaats onder de titel Creation Celebration 2020.1 Bioloog en biochemicus dr. Todd C. Wood2 leidde deze conferentie die ging over de hoekstenen van het scheppingsparadigma: de schepping, de zondeval en de zondvloed. In dit artikel doen we verslag van de conferentie. Het is goed mogelijk dat binnenkort óók voor de buitenstaander de opnames beschikbaar worden gesteld.
Het was bemoedigend om deel te nemen aan deze conferentie. Wat ik van Todd Wood en consorten waardeer is de nuchtere benadering van zowel de evolutietheorie als het zogenoemde ‘creation science’. Ook deze keer was het weer aangenaam toeven bij deze groep wetenschappers. Elk dagdeel van deze conferentie werd ingeleid door Wood. Hij vertelde dan wat over de organisatie waar hij directeur van is, CORE Academy of Science3 of over de Sanders scholarship Award.4 Na deze opening was er tijd voor een ‘devotional’, waarbij Wood een stukje uit de Bijbel voorlas, daarover mediteerde5, door een musicus een lied werd gezongen en waar Wood als laatste een gebed uitsprak voor het dagdeel. Ieder dagdeel werd gelezen uit Genesis 1 en kwam er een scheppingsdag voorbij. Per dagdeel kwam er ook één ‘testimonial’ voorbij waarbij een wetenschapper of theoloog getuigde van de waarde van het scheppingsparadigma voor zijn persoonlijk geloof. Dit deel van de conferentie was goed opgezet.
Eerste dagdeel: vrijdag 6 november 2020 – ‘Celebrating the Doctrine of Creation’
Het eerste dagdeel werd op de gebruikelijke wijze, zoals hierboven geschetst is, gestart. Na deze opening gaf de ingenieur en systematisch theoloog dr. Maël L.D.S. Disseau een ‘testimonial’ en getuigde van de waarde van het scheppingsparadigma voor zijn persoonlijk geloof.6 Na dit persoonlijke getuigenis besprak systematisch theoloog dr. Hans Madueme7 de vraag: ‘Why Does Creationism Matter to Average Church-Going Evangelical?’.
Niet iedere christen is het eens met de stelling dat creationisme belangrijk is voor het christelijk geloof. Ze zullen ook de vraag negeren. Voor hen is creationisme niet intellectueel, wordt gedreven door geld, is onwetenschappelijk, is niet Bijbels, is naïef, is literalistisch en zorgt voor uiteendrijving. Waarom denken deze christenen zo over het creationisme? Daar zijn twee redenen voor: namelijk de inhoud en de stijl. Creationistische argumenten zouden zwak zijn of geen hout snijden. Wetenschap heeft het creationisme onderuitgehaald. De andere reden is stijl. Deze medechristenen zien creationisten als boos, polemisch en dogmatisch. Mensen die niet welwillend zijn om te luisteren naar de rede. Ze verwerpen ook de discussiestijl van sommige creationisten en zien daarin niet de liefde van Christus weerspiegeld. Madueme neemt als creationist deze kritiek heel serieus. Hij geeft toe dat sommige creationisten gebruik maken van verkeerde en misplaatste retoriek. Dat is verkeerd en de kerk heeft dat soort creationisme niet nodig. Snijden creationistische argumenten geen hout tegenover mainstream wetenschap? Er zijn ontzettend veel slechte creationistische argumenten in de wereld. Madueme noemt dat echter geen uniek en bij creationisten passend probleem. Hij geeft als voorbeeld dat er heel veel slechte films te koop zijn, maar dat dit nog niet wil zeggen dat alle films slecht zijn. Of om een ander voorbeeld aan te halen: er zijn veel hypocriete christenen in de wereld, maar dat wil nog niet zeggen dat alle christenen hypocriet zijn. Hetzelfde geldt voor het creationisme. Madueme geeft aan dat de critici gelijk hebben: er zijn ontzettend veel slechte creationistische argumenten te koop.8 Maar dat wil nog niet zeggen dat alle argumenten slecht zijn. Dat gezegd hebbende de vraag wat het creationisme bijdraagt voor de gemiddelde kerkganger. Madueme geeft vijf argumenten:
- Theology. Creationisme is een diep verankerde theologische positie. Dogma’s zijn geen marmerstenen in een tuin, maar organisch en als parels in een ketting. Het is als een borduurwerk, je trekt een draadje los en het wordt een rommeltje. Creationisten denken consistent na over God, de schepping en de wereld om ons heen. Creationisme maakt het beste van het tapijt van christelijke theologie.
- Biblical Picture of the World. De werkelijkheid is niet slechts materialistisch of fysisch. Er is ook een bovennatuurlijke werkelijkheid. Denk aan duivelen, engelen, de menselijke ziel en wonderen. God draagt deze schepping op elk moment. Soms besluit God om niet volgens de natuurlijke orde te handelen. Dat noemen we een wonder. Daarom wijzen creationisten ten diepste ook het methodologisch naturalisme af, omdat wij geloven dat God tijdens zijn schepping op een niet-naturalistische manier handelde. Dat geldt ook wanneer Christus terugkomt. Dit is het Bijbelse plaatje.
- The Authority of Scripture. Creationisten nemen het Schriftgezag serieus. Ze geloven dat de Schrift onfeilbaar is. Dat is niet gelimiteerd tot de geestelijke zaken, maar geldt ook voor de historische zaken. Er zijn duizenden manieren waarop christenen onder het Schriftgezag proberen uit te komen. Maar als het gaat om het Schriftgezag dragen creationisten dit het meest consistent uit.
- The Catholic Tradition. Creationisme staat in verbinding met de pre-moderne kerk. Christenen door de eeuwen heen waren allemaal creationisten. Het is natuurlijk waar dat zij niets wisten over geologie of wisten van Darwins ‘Origin of Species’. Het is ook waar dat niet iedereen de eerste hoofdstukken van Genesis exact op dezelfde manier lazen. Maar het feit blijft staan dat voor de eerste 1800 jaar van de kerk, christenen geloofden in een jonge aarde en de wereld ook verstonden op die wijze. Volgens Madueme is dat een significant gegeven.
- The Fruit of the Holy Spirit. Creationisten zijn niet erg populair en vaak het onderwerp van spot. We moeten dit slechte gedrag ontmoeten met de vrucht van de Geest. Madueme wijst op Galaten 5:22-23. Het is aantrekkelijk om agressief naar onze opponenten te reageren. Om vuur met vuur te bestrijden. Madueme geeft aan dat dit geen voorbeeld is. Onze generatie heeft een vriendelijk en op Christus lijkend creationisme nodig. We moeten nederig zijn tegenover naturalisten. We moeten altijd onze afhankelijkheid tegenover God tonen.
Madueme sluit af met een laatste aandachtspunt. De meeste christenen zullen het eens zijn met wat Hans Madueme gezegd heeft. Creationisten zijn heus niet de enigen die zich zorgen maken over deze zaken. Christenen zullen op sommige punten ook met Madueme van mening verschillen. Hij vindt dat prima. Juist de verschillen van mening tussen christen laat zien hoe belangrijk deze issues zijn. Creationisme op zijn best is een van de grootste giften voor orthodoxe, Bijbelgetrouwe en vol van de Geest zijnde christenen.
De volgende ‘lezing’ was van van de biochemicus dr. Todd C. Wood.8 Hij besprak de vraag ‘Is Creationism Just a Modern Theological Idea?’ Wood beantwoordde deze vraag ontkennend en wees op verschillende werken over de schepping en de zondvloed vóór George McCready Price.9 Tom Davis10 stond in de derde video stil bij de vraag ‘Wasn’t Creationism Defeated in the Scopes Trial?’ Dit was een mooie illustratieve video, opgenomen in het Scopes Trial Museum. Davis geeft aan het door hem zogenoemde creationisme niet verslagen is tijdens de Scopes Trial. Scopes Trial was een bekende rechtszaak in 1925 die plaatsvond in de Amerikaanse stad Dayton, Rhea County, Tennessee en die handelde over de kwestie ‘schepping of evolutie’ in het onderwijs.11 Sterker nog er zijn vandaag de dag veel meer creationistische wetenschappers actief dan dat dit ten tijde van de Scopes Trial het geval was.
Tweede dagdeel: vrijdag 6 november 2020 – ‘Celebrating the Beauty in the Wreckage of the Flood, Part 1’
Na de gebruikelijke opening zijn er dit dagdeel drie lezingen over thema’s die verband houden met de zondvloed. De eerste lezing was van de geoloog dr. Andrew A. Snelling.12 Hij ging in op de vraag: ‘What was the Flood from Geological Perspective?’ In deze video werkt hij zijn gedachten uit over de zondvloed en de mechanismen daarachter, zoals Catastrophic Plate Tectonics.13
De tweede lezing van dit dagdeel was van de geoloog dr. Neal Doran14 Hij ging in op de vraag ‘What is the Order of the Fossil Record?’ Doran bespreekt dit in drie subvragen: (1) Wat is een fossiel?, (2) Wat is het archief? en (3) Wat is de (volg)orde?
De geologische kolom is niet een willekeurige volgorde van opeenvolgende aardlagen (met fossielen). Doran wijst erop dat door middel van geografische kartering de verticale volgorde van aardlagen begrepen werd. Volgens Doran gebruikte creationisten vroeger verkeerde argumenten tegen de geologische kolom. Als voorbeeld neemt Doran de bekende Chief Mountain.15 De sedimenten die zichtbaar zijn (zie plaatje linksonder) zijn ouder dan de onderliggende sedimenten. Hier ligt Precambrium bovenop het Krijt, terwijl eigenlijk de volgorde andersom moet zijn. Daarom dachten sommige creationisten dat er de geologische kolom slechts bestond op papier of in het hoofd van de naturalist. Volgens Doran is deze claim onjuist. Bij Chief Mountain gaat het om een overschuiving vanuit het westen van Proterozoïsche aardlagen over gesteenten uit onder andere het Krijt. Deze overschuiving is bekend als de Livingstone Range en de Lewis Range (of Lewis Overthrust).16 Om een duidelijker beeld hiervan te krijgen zie het plaatje hierboven. Een andere misvatting die Doran aankaart is het argument van de cirkelredenering. De volgorde in het fossielenarchief zou het resultaat zijn van een cirkelredenering zo zeggen sommige creationisten. Het is inderdaad zo dat we soms maar één fossiel hebben van een bepaald soort. Veel vaker vinden we een fossielen met meerderen tegelijk. Bijvoorbeeld een fossiel plaatsen we in het Krijt omdat we vaak hele ecosystemen vol met deze beesten vinden. Doran wijst dan bijvoorbeeld op het jaarlijkse veldwerk in de Lance Formation waarbij duizenden botten worden gevonden van veel verschillende soorten. Op locatie kunnen we dan vaak, wanneer we een laag dieper graven weer andere fossielen tegenkomen. Bijvoorbeeld onder een Krijtecosysteem een Jura-ecosysteem. Om de volgorde in het fossielenarchief te verklaren wil Neal Doran geen beroep doen op de verouderde creationistische ideeën van hydrodynamische sortering of verschil in mobiliteit, dit omdat deze ideeën niet werken en problemen geven.
Wat is dan wel een goede manier om de volgorde van aardlagen in de geologische kolom te verklaren? Doran geeft aan dat hij dit een hele moeilijke vraag vindt. Hij kijkt naar patronen in de natuur en heeft daar een grafiek bij getekend. Doran kijkt naar de statistische associaties van fossielen door het hele archief heen. Als we alle fossielen uit de geologische kolom nemen en we kijken hoe ze met elkaar geassocieerd zijn ontstaat er een patroon. We vinden dan drie groepen. De eerste groep is groen gekleurd en noemen we de Cambrian Fauna, de tweede groep (in het rood) noemen we de Paleozoïsche Fauna en de derde groep (geel) noemen we de Moderne Fauna. De eerste fauna die we tegenkomen zijn mariene organismen. Alle organismen bij elkaar zien eruit als mariene ecosystemen. Als we de geologische kolom naar boven bewegen, komen we verschillende nieuwe vormen van mariene organismen tegen, maar ook steeds meer landorganismen zoals planten en dieren. De beste verklaring voor creationisten is het opeenvolgend begraven van verschillende ecosystemen, startend bij de Cambrische Fauna en eindigend met de planten en de landdieren. Doran geeft drie voorbeelden waar we aan moeten denken bij ecosystemen voor de zondvloed (1) het hydrothermische bioom zoals deze voorgesteld is door de Amerikaanse paleontoloog dr. Kurt P. Wise17, (2) de massabegraving van Nautilussen zoals voorgesteld door de Amerikaanse geoloog dr. Steven A. Austin18, (3) de bekende drijvende wouden zoals deze voor het eerst voorgesteld zijn door de Duitse paleontoloog dr. Joachim Scheven19, en (4) de Permische zandstenen begraven als continentale onderwaterduinen zoals deze voorgesteld zijn door de Amerikaanse paleontoloog dr. John Whitmore20. We zien in de geologische kolom een volgorde van marine wezens naar meer en meer landdieren. Dit is de volgorde waarin de beesten en planten begraven zijn tijdens de zondvloed. De massakerkhoven vormen hier volgens Doran bewijsmateriaal voor.
De laatste lezing van dit dagdeel is van de paleontoloog dr. Matthew McLain.21 Hij gaat in op de verschillende basistypen van dinosauriërs en doet dat met het laten zien van (replica’s van) fossielen.
Derde dagdeel: vrijdag 6 november 2020 – ‘Celebrating God’s Design in Living Things, Part 1’
Dit dagdeel opent met een korte introductie van dr. Todd C. Wood over de Sanders Scholarship.22 Douglas K. Smit is uitgenodigd om te vertellen welk onderzoek hij met het bedrag van de Sanders Scholarschip gedaan heeft. Hij deed onderzoek naar de beschrijving van de plantenwereld in de Hebreeuwse tekst van Genesis 1-11. In 2020 presenteerde hij dit werk, op een conferentie van de Creation Biology Society, onder de titel ‘Plants as Instruments of Blessing and Curse in the Primeval History’.23 Na dit getuigenis volgde de gebruikelijke Schriftlezing, meditatie, muziekintermezzo en gebed. Daarna was er nog een getuigenis uit Groot-Brittannië. In een video interviewde zoöloog Matthew Pickhaver (B.Sc.)24 zijn collega de predikant en materiaalkundige dr. Stephen Lloyd25 over de status van het creationisme in Verenigd Koninkrijk. Mooi om te zien hoe mensen van Biblical Creation Trust daar aan de weg timmeren.
Nadat het derde dagdeel geopend is geeft de bioloog dr. Timothy G. Standish26 een lezing. Hij gaat in op zijn meest favoriete designargument: de stikstofkringloop.27 Als deze cyclus niet bestond dan kon het leven zelf ook niet bestaan. Als de hoeveelheid stikstof niet goed afgestemd is, dan groeien de planten niet. Dit heeft verregaande gevolgen voor de aarde en haar bewoners. Iedere stap in deze cyclus is een wonder, maar het hele systeem bij elkaar is onvoorstelbaar. Het zou volgens Standish niet door een langzaam evolutionair proces tot stand kunnen zijn gekomen. Van zijn manier van presenteren (hond en grasveld) heb ik genoten. In een tweede lezing bespreekt dierenarts dr. Jean Lightner28 de vraag ‘Hoeveel dieren waren er op de ark van Noach?’ Met het beantwoorden van die vraag begon ze bij de Bijbel. Uit het onderzoek van Lightner kwam de voorzichtige schatting dat er 7000 individuen aan boord van de ark waren. Lightner verwijst naar twee studies die zij, met anderen, uitvoerde voor de toen nog te bouwen Ark Encounter.29
In een tweedelige video ging dr. Jeremy D. Blaschke30 in op het probleem van het natuurlijk kwaad en dan specifiek op de vraag waar de parasieten vandaan komen. Onze intuïtie zegt dat parasieten verkeerd en te verafschuwen zijn en kwaad weerspiegelen. Blaschke gaat verder in op de hoofdvraag en neemt als voorbeeld een rups (van de soort Maculinea rebeli) die een symbiose (eigenlijk parasiteert) aangaat met de mierensoort Myrmica schencki. Deze mieren houden ervan om hun kaken in de rups te zetten. Waarom doen ze dat? Omdat deze rupsen aminozuren afscheiden waar de mieren dol op zijn. Op hun beurt verdedigen de mieren de rups tegen vijanden. Wanneer er een vijand of een vriend langskomt dan communiceren de mieren met elkaar door trillingen uit te zenden. De rups vangt deze trillingen op en begrijpt deze communicatie ook. Blaschke laat horen hoe dat geluid klinkt. Er is meer te noemen over deze symbiose tussen de rups en de mieren.31 Met dergelijke parasieten hebben wij geen problemen. Het verhaal is echter nog niet klaar. De mieren nemen de rups ook mee naar hun nest. Wanneer de rupsen daar zijn dan eten ze de larven van de mier op. Met dit soort parasitisme hebben wij wel problemen.
Waarom hebben wij mensen een probleem met de ene vorm van parasitisme, maar niet met de andere vorm? Blaschke verwijst naar het concept Trinitarian Ecology.32 Blaschke legt deze vorm van ecologie verder uit. Waarom hebben we problemen met een foutief parasitisme? Omdat ze gebroken relaties weerspiegelen. Dit brengt Blaschke tot de tweede video: Als God slechte parasieten niet direct geschapen heeft waar komen deze dan vandaan? In de tweede video gaat Blaschke in op de Phasiinae een groep vliegen die eieren legt in andere insecten. De larf eet de insect dan van binnenuit op. Dit zouden we niet verwachten in de wereld voor de zondeval. Een van de eerste parasitologen, Antonio Vallisneri (1661-1730)33, was een christen en onderzocht insecten. Blaschke citeert Vallisneri die schreef: “It is not reasonable to suppose that God would have placed the first worm in [Adam’s] body, …Man was to be free of all kind of diseases…”. Maar deze wormen zijn zo aangepast aan hun omgeving dat ze misschien al wel in het lichaam moeten hebben gezeten maar functioneel zijn geweest. Blaschke citeert verder: “these [worms]…would by gently licking the [intestines] and by healing them, do their host a kindly office. … But [after the fall] these worms were made the Ministers of Divine Justice and raised an insurrection upon him.” Onder creationisten is deze grondgedachte uit het begin van de 18e eeuw nauwelijks gewijzigd. Je kunt deze hypothese volgens Blaschke testen door middel van onderzoek. De hypothese luidt zo dat alle parasieten gedifferentieerd zijn vanuit een nonparasitaire voorouder in de laatste 10.000 jaar. Blaschke testte, samen met twee van zijn studenten, deze hypothese. Tijdens hun onderzoek vonden ze inderdaad verschillende parasieten die een nonparasitaire voorouder hebben (gehad). In de vier phyla die ze onderzochten kwam dat maar liefst 63 keer voor. Bemoedigend om een jonge wetenschapper zo aan het werk te zien!
In de laatste lezing van deze dag gaat over het menselijk oog. Dr. Lucinda Hill34 heeft als titel gekozen ‘Evidence for design in the Human Eye’. Ze legt uit hoe het oog werkt. De ontdekking van de cellen Müller heeft volgens haar een evolutionair ‘bad design’-argument onderuit gehaald. Evolutionaire verklaringen schieten tekort om het ontstaan en de ontwikkeling van een oog te verklaren. Er is geen biologisch mechanisme bekend die de kloof kan overbruggen tussen geen oog en een goed functionerend oog. Verbazingwekkend hoe complex het oog in elkaar zit en hoe allerlei (sub)systemen met elkaar moeten samenwerken.
Vierde dagdeel: zaterdag 7 november 2020 – ‘Celebrating Beauty in the Wreckage of the Flood, Part 2’
Het vierde dagdeel start op de gebruikelijke wijze met een introductie, schriftlezing, meditatie, muziek en gebed. Daarna spreekt de geoloog Paul A. Garner (MSc.)35 over de geologie van het Verenigd Koninkrijk. Hij doet dat in een tweedelige serie met als titel ‘What are Some Evidences for the Flood in Great Britain and Northern Ireland?’ Garner wijst er in zijn eerste video op dat Engeland de geboortegrond van de moderne geologie is. Denk bijvoorbeeld aan de eerste geologische kaart van Groot-Brittannië vervaardigd door William Smith in 1815.36 Deze geologische kaart is hiernaast afgebeeld. Het was ook de geboortegrond van het uniformitarianisme met James Hutton en Charles Lyell. Gelukkig ging het niet alleen om uniformitarianisme. Bekend zijn ook de verdedigers van de (vroege) zondvloedgeologie. Denk aan John Woodward en Thomas Burnet.
Na deze introductie loopt Garner de geologische kolom door. Hij begint bij een locatie in Groot-Brittannië uit het Archaean en eindigt in de eerste video bij een locatie uit het Carboon. Hij licht daarbij enkele geologische locaties en paleontologische vondsten toe. In het verhaal dat Garner houdt horen we dat hij uitgaat van Catastrophic Plate Tectonics.37 Bij de bespreking van het Carboon wijst hij op een veldstudie van dr. Kurt Wise waaruit blijkt dat de fossiele lycopoden in Victoria Park niet daar gegroeid zijn maar vanaf elders zijn getransporteerd.38 Garner verwijst daarbij ook naar de theorie van dr. Joachim Scheven en dr. Kurt Wise om dit te verklaren: de drijvende wouden.39
In de tweede video gaat Garner verder in de geologische kolom. Bij met de bespreking van de Variscische (of Hercynische) gebergtevorming en verwijst de geoloog naar creationistisch werk van dr. Andrew Snelling aan radiohalo’s.40 Garner heeft namelijk samples genomen van de Land’s End Granite en deze naar dr. Andrew Snelling gestuurd voor onderzoek.41 Wanneer de geoloog het Perm bespreekt verwijst hij naar zijn onderzoek rond de Permische zandstenen, zoals de Coconino Sandstone42 en Hopeman Sandstone43. Garner wijst bij de bespreking van het Krijt op de krijtrotsen die zichtbaar zijn aan de zuidkust van het eiland. Deze markante rotsen vinden we niet alleen in Engeland, maar ook in Noord-Amerika een groot deel van Europa en zelfs in West-Australië. De geoloog gaat ervanuit dat deze kalk afgezet is tijdens de zondvloed. Hij noemt deze kalklagen waarschijnlijk de laatste afzettingen van de zondvloed. Een deel van de kalk erodeerde na de zondvloed weg.
Halverwege de video gaat Garner verder met de lagen die volgens hem na de zondvloed zijn afgezet. Na de zondvloed werd de zogenoemde Londense klei afgezet, de dieren en planten die daarin gevonden worden suggereren een warm subtropisch klimaat na de zondvloed. De Alpine gebergtevorming moet volgens Garner ook na de zondvloed hebben plaatsgevonden en had ook gevolgen voor de geologie van Groot-Brittannië. Later na de zondvloed koelde het klimaat af en ontstonden er ijstijden. Glaciale verschijnselen in Groot-Brittannië wijzen daarop. In de bovenste lagen van de geologische kolom vinden we ook de eerste menselijke activiteit en de eerste kolonisten na de zondvloed. Aan het einde van deze twee video’s geeft Garner nog een samenvatting. Paul Garner gaf een mooi overzicht van diverse geologische locaties en paleontologische vondsten in Groot-Brittannië.
De tweede spreker van deze dag is de geoloog dr. Marcus Ross.44 Hij neemt ons mee naar de Chicxulubkrater in Mexico.45 De meteoriet die daar insloeg heeft volgens de naturalisten de dinosauriërs doen laten uitsterven. Wat moeten creationisten met deze krater? Hoewel Ross niet meegaat met de tijdschaal ziet hij voldoende aanwijzingen voor een meteorietinslag op die locatie. We kunnen de krater niet zien maar hij is daar toch. Dieper in de aardlagen zijn ringen te vinden, gevonden door middel van gravitatieanomalieën.46 Ook boringen door oliemaatschappijen hebben het bewijsmateriaal versterkt. Deze krater was overigens niet de eerste aanwijzing voor een impact. Ross gaat daarvoor naar New Jersey en naar Nederland. In New Jersey vinden we een iridiumlaag. Die laag zorgde voor de gedachte dat er wel eens een meteoriet ingeslagen kon zijn, omdat die rijk zijn aan iridium maar de aarde zelf niet. Hij wijst ook nog op een tsunami afzetting en op geschokte kwarts. In Nederland gaan we op bezoek bij de nu gesloten ENCI-groeve. Ook daar vinden we op de grens van het Krijt en Tertiair een iridiumlaag en geschokte kwarts. Volgens Ross wijst dit op één event tijdens de zondvloed en niet meerdere. Deze inslag vond plaats aan het einde van de zondvloed. Het had effect op het marine voedselketen voor maanden en daardoor stierven de Mosasauriërs etc. uit, die anders wellicht de zondvloed zouden hebben overleefd.
De derde spreker van deze dag is de atmosferisch wetenschapper dr. Steve Gollmer. Gollmer heet zich de afgelopen jaren bezig gehouden met (simulaties van) de ijstijden en hoe deze passen binnen een jonge aarde paradigma. In de video gaat hij daar kort op in. Hij wijst op aanwijzingen voor de ijstijden zoals zwerfstenen en morenen. Hij laat in een plaatje zien hoe het ijs zich sinds de laatste ijstijd terugtrok. De meeste creationisten gaan ervanuit dat geologische verschijnselen in het Kwartair zich afspeelden na de zondvloed. De ijskappen van Antarctica en Groenland kunnen daar niet gelegen hebben sinds de schepping, want de zondvloed in Genesis zou dit ijs weggevaagd hebben. Gollmer verwijst naar de aanzet die Morris en Whitcomb deden in hun bekende werk ‘The Genesis Flood’.47 Michael Oard ging in 1979 verder in de voetsporen van Morris & Whitcomb.48 Sinds die tijd doen creationisten aan ‘climate modeling’. Gollmer verwijst dan naar het werk van dr. Larry Vardiman.49 Zelf heeft dr. Steven Gollmer deze modellen nog verder verfijnd. In de video gaat Gollmer ook nog in op de ijskernen. Wanneer je rekent met een snellere accumulatie van sneeuw en ijs dan passen de resultaten van deze ijsboringen in een korte chronologie. Gollmer verwijst hierbij naar het werk van dr. Larry Vardiman50 en dr. Jake Hebert51.
De laatste video van dit dagdeel komt van dr. Andrew Snelling52 en gaat over radiometrische dateringsmethoden. Hij wijst op de drie uitgangspunten binnen radiometrische dateringsmethoden die aangevochten kunnen worden.53 Toch is deze aanvechting voor Snelling niet genoeg, want er is een feite een patroon van radiometrisch verval. De onderste lagen in de geologische kolom zijn eerder afgezet dan de lagen hoger in de geologische kolom. Dit gegeven wordt bevestigd door de radiometrische dateringen van deze gesteenten. Hoe dit op te lossen? Snelling verwijst naar het RATE-project waarbij versneld verval wordt voorgesteld vanuit verschillende lijnen van evidentie.54 Dr. Snelling geeft aan dat hij nog steeds bezig met het onderzoek naar radiometrische dateringsmethoden.
De tweede paneldiscussie gaat over de zondeval. Er worden diverse vragen gesteld en deze vragen worden beantwoord door de geologen dr. Marcus Ross, Paul Garner (MSc.) en de bioloog dr. Todd Wood. Omdat er net als vrijdag veel theologische vragen langskwamen vond ik het jammer dat er geen theoloog deelnam aan de vraagbeantwoording, er zijn verschillende kandidaten die hier wat zinnigs over zouden kunnen zeggen.
Vijfde dagdeel: zaterdag 7 november 2020 – ‘Celebrating God’s Design in Living Things, Part 2’
Het vijfde dagdeel van de conferentie opent weer op de gebruikelijke wijze. Dr. Todd Wood geeft een overzicht waar CORE Academy of Science mee bezig is, gaat in een bijbelstudie in op de vijfde dag van de scheppingsweek én er wordt een lied gezongen. Daarnaast zien we een getuigenis van de socioloog prof. dr. Christian M. de Britto.55
De eerste ‘lezing’ van dit dagdeel komt van microbioloog dr. Andrew J. Fabich.56 Aan hem werd gevraagd om kort te spreken over wat hij ziet als beste designargument in de cel. Hij wijst op de complexiteit van de cel. Wanneer je wil berekenen hoe groot de kans is dat een cel door (willekeurige) stapjes tot stand komt dan kom je uit op duizelingwekkende getallen. Volgens Fabich er is zelfs in het naturalistische verhaal simpelweg veel te weinig tijd om een cel te realiseren vanuit dit langzame proces. Fabich vertelt veel over de onmogelijkheid voor het ‘spontaan’ ontstaan van leven. Als laatste gaat Fabich nog in op de rij van Fibonacci en de gulden snede. Het bestaan van deze gulden snede in de natuur, zelfs in de microwereld, wijst volgens de microbioloog op ontwerp. De tweede videolezing van de dag komt van dr. Joseph W. Francis57 en gaat over de Biomatrix. Biomatrix is een scheppingsidee dat de microben op aarde een ‘life-supporting’ netwerk vormen.58 De meeste bacteriën en virussen op aarde veroorzaken geen ziekten. Wat is de functie van deze door God geschapen microben?. Het belangrijkste kenmerk is voedingsstoffen en het recyclen van elementen (te denken valt aan: microben die deel uitmaken van de koolstofcyclus óf microben die de Titanic ‘wegeten’59). Microben dragen bij aan onze spijsvertering, bijvoorbeeld in onze darmen. Francis noemt onze darmen waarschijnlijk de meeste soortrijke plaats van microben op aarde. De meeste microben hebben een ondersteunende functie. Helaas is na de zondeval niet alles in harmonie gebleven en hebben sommige microben een ontwrichtende functie gekregen en dringen ze binnen in regio’s waar ze oorspronkelijk niet thuis horen. Vanuit dit creationistische idee van de Biomatrix kunnen we ook voorspellingen doen. De derde ‘lezing’ is van dr. Jean Lightner.60 Zij gaat in op de vraag of we pijn konden voelen voor de zondeval. Na de vraag wat pijn is, hoe we pijn kunnen voelen en wat de Bijbel zegt komt ze tot een antwoord. Ze denkt dat mensen wel pijn konden voelen, in ieder geval op die wijze dat ze werden gewaarschuwd voordat ze schade op zouden lopen, maar dat dit zeer sterk toegenomen is na de zondeval. Schrijnende pijn is zeker een gevolg van de zondeval.
Zesde dagdeel: zaterdag 7 november 2020 – ‘Celebrating Our Responsibilities in God’s Creation, Part 1’
Het zesde dagdeel opent op de gebruikelijke wijze. Dit keer mediteert dr. Todd Wood over de zesde dag. De eerste video in dit dagdeel is van de milieukundige en entomoloog dr. Gordon L. Wilson.61 Hij spreekt over het doel van de schepping en waarom wij verantwoordelijkheid moeten zijn voor Gods schepping. Wilson wijst op de taak die wij hebben vanuit de ‘dominion mandate’ ook wel het rentmeesterschap genoemd. Volgens Wilson moeten we dit rentmeesterschap niet in een ‘King Kong’-stijl uitvoeren, zo de baas spelen en de schepping op die manier uitbuiten. Een betere houding is om in nederigheid te zorgen voor Gods schepping. Hij heeft hier een boek over geschreven: ‘A different shade of Green’.62 In een tweede en derde video gaat de Tom Hennigan (MSc.)63 in op redenen waarom christenen zouden moeten zorgen voor het milieu en welke praktische zaken wij kunnen bijdragen aan deze goede zorg voor de schepping. Hij neemt ons in de twee video’s mee op een ‘Creation Adventure’ in het bos. Hij spreekt net als dr. Wilson hierboven over ons rentmeesterschap, zoals die omschreven wordt in Genesis. Hennigan legt in voorbeelden uit wat de gevolgen zijn van het weghalen van ‘keystone species’ voor een ecosysteem. Hoe kun je nu praktisch zorgen voor het milieu? Als voorbeeld geeft hij dat we compost kunnen ‘kweken’. Compost laat ons nadenken over de onderlinge samenhang van de verschillende (micro)organismen in Gods schepping. Een andere praktisch zaak die we kunnen doen is het zwerfvuil opruimen. Dat kan ook als gemeente, je kunt veel van dat gevonden zwerfafval recyclen, zoals blikjes, karton en plastic flessen. Een ander probleem is de microplastics vanuit bijvoorbeeld de shampoos die uiteindelijk in het voedselketen terecht komen. Je kunt op de verpakking kijken of er gebruik gemaakt is van microplastics. Daarnaast kun je lid worden van een natuurorganisatie en actief zorgen voor een bos of een ander ecosysteem. Mooi dat creationisten ook aandacht hebben voor het milieu en de zorg voor Gods schepping.
De derde en laatste paneldiscussie gaat over de zondvloed. Ook bij deze laatste panel worden de vragen beantwoord door de geologen dr. Marcus Ross, Paul Garner (MSc.) en de bioloog dr. Todd Wood.
Zevende dagdeel: zaterdag 7 november 2020 – ‘Celebrating Our Responsibilities in God’s Creation, Part 2’
Het zevende en laatste dagdeel begint op de gebruikelijke wijze. dr. Todd Wood mediteert over de zevende dag. Daarna zien we een getuigenis over de Ethiopisch zoöloog dr. Abebayehu Desalegn.64 Todd Wood vertelt wat over hem, omdat het inzenden niet lukte vanwege de militaire onrust in Ethiopië. Bemoedigend dat CORE Academy of Science verder heeft gekeken dan het Amerikaanse continent en ook mensen uit Groot-Brittannië, Brazilië en Ethiopië de ruimte heeft geboden om hun verhaal te vertellen. Zo wordt het ook voor de Amerikanen duidelijk dat het scheppingsparadigma niet slechts een Amerikaans fenomeen is, maar in veel meer landen bekend is en dat er in meer landen gewerkt wordt aan (de opbouw van) een creationistisch wereldbeeld. Dat was overigens ver voordat Amerika gekoloniseerd werd al zo.
De eerste ‘lezing’ van dit dagdeel is van dr. Timothy Standish.65 Standish gaat in op het belang van de sabbat en waarom de sabbat een belangrijk onderdeel van Gods schepping is. Hij gaat eerst in op de ‘eeuwige sabbat’ en daarna bespreekt hij de Tien Geboden. De sabbat geeft ons tijd om uitgebreid na te denken over Gods schepping. In een tweede video gaat promovendus Dough Smith66 in op de vraag waarom we nog steeds Hebreeuws moeten studeren als we al zoveel goede Engelse vertalingen hebben. Doug Smith geeft hiervoor vijf belangrijke redenen.
De derde en laatste video van dit dagdeel en dit congres komt van de paleontoloog dr. Marcus Ross.67 Hij spreekt over het onderwerp: Hoe onderwijs je kinderen over dinosauriërs? Ross begint met de vraag of de luisteraar ook een Kidosaurus exciticus als familielid heeft. Hoe kun je met een kind die enthousiast is over dino’s over deze beesten praten? Voor ouders is dat soms lastig omdat veel van het materiaal dat op de markt is uit niet-creationistische bronnen komt. Volgens Ross zijn dinosauriërs leuk voor zowel kinderen als hun ouders. Waarom zijn ze leuk? Omdat het gigantische monsters zijn en we kunnen onze fantasie gebruiken om hen opnieuw in onze wereld te nemen. Daarnaast geven ze de kinderen een geweldige woordenschat. Dinosauriërs laten ons ook zien dat wetenschap veranderlijk is en door de tijd heen progressie maakt. Als laatste, en belangrijkste, dinosauriërs laten Gods creativiteit zijn en Zijn rechtvaardigheid. Ross vertelt over de wijziging van de af- en uitbeeldingen van Iguanodon door de eeuwen heen.68 Wanneer de kinderen enthousiast zijn over dino’s dan kunt u als ouder dat ook zijn. Als u als ouder er niet enthousiast over wordt, dan heeft u nog wat werk te doen. Zo leren we kinderen dat wetenschap prachtig is en geen bedreiging vormt voor het christelijk geloof.
Volgens Ross hoeven we niet te bezorgd te zijn wanneer de programma’s op televisie op evolutie gebaseerd zijn. Vaak worden er geen jaartallen genoemd, maar alleen namen van periodes zoals Mesozoïcum. We kunnen onze kinderen dan vertellen dat we naar diverse dinoleefgebieden kijken. Daarnaast is er erg weinig kindermateriaal in de creationistische gemeenschap als het gaat om dinosauriërs. Ross roept ouders op om deze interesse bij kinderen te voeden. Wanneer miljoenen jaren of vogelevolutie langskomt, en dat is ook weleens het geval, dan is het goed om te weten hoe we hier op moeten reageren. Ross legt uit wanneer de creationisten denken dat de dinosauriërs geleefd hebben. Het gaat binnen het Mesozoïcum over ecosystemen die in een bepaalde sequentie zijn begraven in de zondvloed. Ross geeft bij de tweede vraag aan dat sommige dino’s inderdaad veren hebben gehad. Dat is geen enkel probleem voor een creationist. Samenvattend stelt Ross nog een keer dat we enthousiast moeten zijn met onze kinderen als het om wetenschap gaat, of het nu over dinosauriërs of over scheikunde gaat. Wees betrokken bij het leven van uw kinderen. Soms is het lastig voor creationisten, maar dat is niet erg. Laat het zijn tot meerdere glorie van God en een verwondering over Zijn werk.
Met de lezing van Marcus Ross zijn we aan het einde gekomen van deze videoconferentie. Het was een bemoediging om eraan deel te nemen en om te zien dat creationisten hard werken aan de opbouw van het creationistische wereldbeeld en dat ze daarbij moeilijke vragen zoals bijvoorbeeld ‘Waar komen parasieten vandaan?‘ niet uit de weg gaan. Het is bemoedigend om te zien dat er een nieuwe generatie creationisten wordt opgeleid en ook al actief is om mee te bouwen. Laten wij in de Nederlandstalige gebieden dat voorbeeld volgen en jongeren wijzen op het belang van creationistische wetenschap. Ik wil CORE Academy of Science bedanken voor al het werk dat zij hiervoor doen en zie uit naar de volgende conferentie.
Voetnoten
Toon pastorale bewogenheid met mensen met genderdysforie
Bij de benadering van genderdysforie gaat het om twee polen naast elkaar: principieel protest tegen het transgenderisme én optimaal invoelingsvermogen voor mensen met genderdysforie.
In het RD (6-9) publiceerde de visiegroep Bijbels Beraad M/V een verklaring onder de kop ”Transformatie in plaats van transitie”. Hierin wordt onomwonden stelling genomen tegen geslachtsveranderende behandelingen, die gekwalificeerd worden als „Bijbels geen begaanbare weg.” Geponeerd wordt dat wie transformatie (hier in de zin van bekering) leert kennen, niet meer zal willen kiezen voor transitie, geslachtsaanpassing. Aan het slot van de verklaring wordt onder het kopje ”vervolgvragen” gewezen op het belang van pastorale ondersteuning voor mensen die worstelen met genderdysforie (dat wil zeggen: persisterende onvrede met het bij de geboorte vastgestelde geslacht en onbehagen over de bijbehorende genderrol).
Prof. dr. Martin den Heijer plaatst in zijn Forumartikel ”Genderdysforie te complex voor stellige woorden” (RD 8-9) kritische kanttekeningen bij deze standpuntbepaling. Het is niet mijn bedoeling mij in deze discussie te mengen, maar het lijkt mij wel noodzakelijk het grote belang van oprechte pastorale aandacht en bewogenheid krachtig te onderstrepen.
Principieel en pastoraal
Krachtig verweer tegen de huidige genderideologie is noodzakelijk en urgent. Deze strijd kan er echter zomaar toe leiden dat broeders en zusters die deze ideologie beslist niet delen, maar wel persoonlijk met ingrijpende genderproblematiek worstelen, zich misverstaan en in de kou gezet voelen.
Hier is een parallel te trekken met de benadering van homoseksualiteit. Het hoofdredactionele commentaar (RD 11-9) –naar aanleiding van het rapport van de onderwijsinspectie over de Gomarus in Gorinchem– stelt twee zaken naast elkaar: enerzijds de christelijke opdracht van scholen om elke leerling liefdevol en met respect tegemoet te treden. Anderzijds het vasthouden aan de identiteit van de school zonder water bij de wijn te doen. Het ene komt niet in mindering op het andere. Het gaat er juist om beide even zwaar te laten wegen.
Naar analogie hiervan stel ik eveneens twee polen naast elkaar: principieel protest tegen het transgenderisme én optimaal invoelingsvermogen voor mensen met genderdysforie. Het gaat mis wanneer een van beide polen eenzijdig wordt benadrukt. Het principiële mag het pastorale niet ondermijnen en het pastorale mag het principiële niet ontkrachten.
Aanvaarden vanaf geboorte
In de onlangs verschenen brochure ”Genderdysforie” (een handreiking aan kerkenraden met het oog op het pastoraat, uitgegeven vanwege het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland) is een poging gedaan om aan deze tweesporigheid invulling te geven. Daarbij wordt enerzijds helder vastgehouden aan het Bijbelse uitgangspunt dat de fundamentele dualiteit in het mens-zijn (dus man en vrouw) niet een sociaal construct of een cultureel bepaald verschijnsel is. Mannelijke en vrouwelijke mensen vertonen samen in deze verscheidenheid het mens-zijn naar Gods bedoeling (zie Genesis 1:27). De normale lijn is dan ook dat ieder mens met dankbaarheid aanvaardt dat hij of zij vanaf de geboorte ofwel man, ofwel vrouw is. De genderideologie is te beschouwen als een frontale aanval op een Bijbelse overtuiging die eeuwenlang in onze cultuur gedeeld is.
Gebrokenheid
Echter, de zondeval bracht ingrijpende gebrokenheid, waarvan ook de problematiek van genderdysforie (mannen en vrouwen die zich in hun identiteitsbeleving ”verkeerd verbonden” voelen, als man in een vrouwelijk lichaam of als vrouw in een mannelijk lichaam) een schrijnend symptoom is. De brochure gaat uitvoerig in op de medisch-psychologische aspecten van deze complexe problematiek. We dienen immers goed te weten waarover en over wie we het hebben en we mogen de problematiek niet versimpelen door zwart-wittekeningen die aan de mensen in kwestie geen recht doen en de bestaande nood niet echt peilen.
Vanuit het gezichtspunt van christelijke ethiek vanuit medisch oogpunt bestaan er zwaarwegende bezwaren tegen transitie van transgenders en is een pleidooi voor grote terughoudendheid op zijn plaats. Dat roept temeer de vraag op hoe we kunnen voorkomen dat mensen met genderdysforie in nood aan zichzelf overgelaten worden.
Ander niet loslaten
De genoemde brochure biedt stippellijnen voor verbindend pastoraat. Ook hier geldt dat bewustwording van de pijn en zwaarte van het probleem waarmee men worstelt, een onmisbare voorwaarde is voor echte pastorale ontmoeting en begeleiding. Alleen van daaruit kunnen we in biddend opzien tot God en zo afhankelijk van de leiding van de Heilige Geest met de ander op weg gaan, intens luisterend en in liefdevolle betrokkenheid.
Het kan gebeuren dat pastor en pastorant van opvatting blijven verschillen over de stap naar transitie. Dat is een aangrijpend punt. Maar de pastor en de pastorale gemeente laten de betreffende broeder of zuster in elk geval niet los, welke weg deze ook uiteindelijk besluit te gaan. Grondregel is: „Zie de ander eerst als mens en open dan het Woord, ook in complexe situaties” (P. J. Vergunst). Of zoals prof. dr. M. J. Kater het in de genoemde brochure verwoordt: „Een pastor is ook geroepen tegenwicht te bieden en het ”zachte nee” ter overweging te geven als de weg die God van ons kan vragen vanwege de plaats die we innemen in ons gezin.” Toen prof. dr. W. H. Velema indertijd over deze problematiek schreef, bedoelde hij met de term ”het zachte nee” een ”nee” dat van liefde doordrenkt is en dat daarom de ander niet loslaat, wanneer die een weg inslaat die tegen dat ”nee” ingaat (vergelijk het rapport ”Transsexualiteit” (Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut, 1996) onder redactie van prof. dr. H. Jochemsen en de overwegingen van prof. dr. J. Douma in ”Medische ethiek”, 1997, 347-350).
Voor het te laat is
Als we terugblikken op positiebepalingen inzake homoseksualiteit binnen de gereformeerde gezindte zien we dat de laatste tijd herhaaldelijk is geconstateerd dat de Bijbelse principes wel zijn gehandhaafd, maar dat het liefdevol omzien naar de mens in nood meer dan eens ernstig tekortschoot. Gedane zaken nemen helaas geen keer. De schade die mensen is toegebracht, is in veel gevallen niet meer ongedaan te maken. Laten we ten aanzien van mensen met genderdysforie toch niet in dezelfde fout vervallen en ons er, eer het te laat is, grondig van bewust zijn dat zij liefdevolle aandacht en hartelijke betrokkenheid verdienen. In naam van de Heere Jezus, de grote Pastor voor schapen in nood, Die ontferming als geen ander koppelt aan het onderwijs in de geboden van Zijn Vader (Mattheüs 5-7).
Prof. Hoek schreef deze bijdrage in overleg met de auteurs van de brochure ”Genderdysforie”: prof. H. Jochemsen, prof. M. J. Kater, ds. P. Nobel, dr. P. J. Verhagen en drs. P. J. Vergunst. De brochure kan worden besteld op gereformeerdebond.nl.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. Het originele artikel is hier te lezen. Bronvermelding: Hoek, J., 2021, Toon pastorale bewogenheid met mensen met genderdysforie, Reformatorisch Dagblad 51 (141): 24-25 (artikel).
Oorsprong van leven via UFO’s onhoudbaar – Een antwoord van Jan Rein de Wit
In 2014 nam Geloofstoerusting in samenwerking met de Reformatorische Omroep een serie video’s op over zaken die raken aan het scheppingsparadigma. Vandaag een video met voormalig hoofdredacteur van Weet Magazine, Jan Rein de Wit. Oorsprong van leven via UFO’s onhoudbaar. Veel zegen bij het kijken!
Schepper breekt in onze wereld in en dus is het crisis
Onze planeet gaat God aan het hart. Daarom kunnen we hoop hebben midden in de huidige klimaatcrisis. Vooral als een kerk die niet ”moet”, maar ”mag”.
Het VN-klimaatrapport maakt het nodige los. ”IPCC geeft kerk veel huiswerk”, zo was ergens te lezen. Ik haakte meteen af op de titel en zag hierin een variatie van het bekende ”de-kerk-moet”-refrein, waarvan collega Wim de Bruin zei: „Ik probeer alle artikelen waarin de combinatie van ”kerk” en ”moet” staat niet te lezen. Het zuigt je leeg…” Maar crisissignalen worden sterker en sterker.
Voorop staat: het genoemde rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is alarmerend en bevestigt een gitzwart toekomstbeeld. De opwarming van de aarde gaat steeds harder, het ijs op de poolkappen smelt steeds sneller. De biodiversiteit neemt af en de vervuiling van de zeeën neemt dramatische vormen aan. Maar ik ben het niet eens met wie zegt dat de klimaatcrisis in de kerk niet leeft. Vooral heb ik moeite met de moeterige toon en het jongleren met het thema schuld. Hier stoot je mensen mee af, terwijl er zoveel op het spel staat. Immers, in de klimaatcrisis is God dingen aan het doen. Want deze wereld is Góds wereld, hoe verkeerd wij mensen er ook mee omgaan.
Zondvloed
Onlangs luisterde ik naar een preek over Genesis 8 en 9. Het eerste punt was: de grootste klimaatcrisis is al geweest, namelijk de zondvloed. Dat was een catastrofe van ongekende wereldomvang. Het water kwam tot de bergtoppen. Wat een ongekende zeespiegelstijging!
Ik vond dit verhelderend. Vooral omdat deze oude klimaatramp werd gekoppeld aan wat heet het natuurverbond, dat we ook het milieuverbond kunnen noemen, dat God sluit met Noach en zijn nakomelingen (de mensheid) en met alles wat leeft.
God belooft plechtig: „Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met jullie nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn. Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen.”
Hiermee zegt God: Deze wereld is van Mij en die laat Ik niet los. Dat geeft hoop en verwachting! En dit verbond is niet minder van kracht dan dat met Abraham en zijn nakomelingen, dat bij elke doop aan de orde komt.
Oordeel
Ons woord ”crisis” komt uit het Grieks en betekent ”oordeel”. Dan kan het gaan om het eeuwige oordeel, maar ook om oordelen, crises in de tijd. En dat wil zeggen dat God maar zo deze wereld binnenkomt. In de tijd van koning Achab stapt de profeet Elia maar zo het paleis in Samaria binnen en zegt hij: „Zo zegt God: er zal drie jaar geen regen vallen.” God bonkt niet op de deuren van het paleis, maar elke keer als koning Achab in de jaren die verstrijken naar de lucht kijkt en geen wolkje kan waarnemen, denkt hij aan die man die claimde in dienst van de God van Israël, de God van deze wereld, te staan. Hij kon daarin de fluister van liefde horen: Achab, ik houd van je. Ik ben de Koning van alle koningen van deze aarde. Keer terug tot Mij.
Wat een crisis. Toen! Maar hoe zit dat nu? We denken dat deze wereld van ons is. We vliegen en vervoeren, produceren en consumeren, vervuilen en verbranden. En we vergeten dat deze wereld Gods wereld is, dat God een verbond heeft gesloten met de vogels, de dieren, de bomen en de planten. Een milieuverbond. In lijn met dit verbond handelt God en dat leidt tot een milieucrisis.
Het rijke deel van de wereld plundert het arme deel. Onze lege batterijen en accu’s transporteren we naar landen in Afrika, zoals Ghana, waar mensen ziek worden van het demonteren ervan. Onze plastic flessen gaan voor een deel naar Indonesië, waar ze veelal in de rivieren terechtkomen. En de schepen die ze vervoeren, danken we af aan India, waar werkers voor een habbekrats het zware werk doen en waar kilometers strand vervuild zijn door afgewerkte oliën en zware metalen.
Comfort en luxe
Jezus Christus spreekt in een aantal redes over de komst van het Koninkrijk, bijvoorbeeld in Lukas 17. Dan tekent Hij de tijd voor zijn wederkomst als volgt: „En zoals het eraan toeging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: ze aten, ze dronken, ze huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. Of zoals het eraan toeging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze plantten, ze bouwden; maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard.”
Op zich noemt Jezus geen verkeerde dingen, maar als je God vergeet, dan denk je dat je er ‘natuurlijk’ recht op hebt, vergeet je te delen, houd je de paupers en losers buiten de deur en maak je overmatig gebruik van de mogelijkheden van Google, Facebook, Apple, Samsung, Amazon, Microsoft, Tesla, enzovoort. Onze goden van comfort en luxe.
Waar gaat het om?
De belangrijkste vraag is niet: Waar zitten we in de crisis, in de reeks van oordelen (waar ook het boek Openbaring zicht op geeft)? En ook niet: Wat moet ik eraan doen? Doen wij wel genoeg? Hoe gaan we de planeet redden? Wij mensen gaan deze planeet niet redden. Evenmin de wetenschap, de techniek of een nieuwe ‘Einstein’. Dit is juist de reden dat het sinds de Verlichting zo mis ging: we zijn de Schepper van deze aarde vergeten.
In het ons keren tot God ligt daarom de oplossing. In een leven in verbondenheid met Hem. Met Jezus Christus, die onze zonde, ons verzieken en verprutsen van alle dingen vergeeft door zijn daad aan het kruis van Golgotha. In een leefwijze die God centraal zet en zijn verbond met ons en alle levende wezens. Dat geeft hoop en toekomst aan ons en alle generaties die nog komen.
Dat staat niet los van het concreet maken van een crisisbestendige levensstijl. In de liturgie en in het leven mogen deze noties terugkomen. Het mag ons brengen tot eenvoudiger leven, minder technologiegebruik, afwijzing van machtspolitiek, liefde voor de naaste en respect voor de natuur. Want: deze planeet gaat God aan het hart. Zo kunnen we hoop hebben in de klimaatcrisis; vooral als een kerk die niet ”moet”, maar ”mag”.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. Het originele artikel is hier te lezen. Bronvermelding: Linde, E. van der, 2021, Schepper breekt in onze wereld in en dus is het crisis, Reformatorisch Dagblad 51 (126): 28-29 (artikel).
Recht op leven van het ongeboren kind
Het recht op leven van het ongeboren kind is in verschillende wetten en verdagen vastgelegd. Het meest aansprekende is wel artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek Boek 1: “Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt zo dikwijls zijn belang dit vordert.” In art. 26 van de Grondwet wordt ditzelfde voor de Koning nog eens op de rij gezet.
De zwangerschap begint zodra de bevruchting heeft plaats gevonden. Een nog ongevormd verborgen begin van een kind is daar. Wetenschappelijk staat vast dat er leven is. Gedurende de eerste twee maanden van de zwangerschap worden alle organen gevormd en na drie maanden werken alle zintuigen en zijn spieren en zenuwen gesynchroniseerd. Het kind kan dan pijn voelen.
Daarnaast wordt ieders leven beschermd in artikel 289 Wetboek van Strafrecht en in het bijzonder ongeboren leven in artikel 296 lid 1 t/m 4 Wetboek van Strafrecht. Abortus, dat is het afbreken van de zwangerschap, is strafbaar. Bovenal zijn er diverse verdragen waarin het recht op leven is beschermd. Zo is daar art. 6 Verdrag inzake de Rechten van het Kind dat het recht op leven veilig stelt. Krachtens artikel 2 van dat verdrag is onderscheid maken op grond van geboorte discriminatie. Ook staan dezelfde bepalingen in zowel het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, artikel 2 lid 1 en artikel 20 en 21, als in artikel 2 en 3 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. En last but not least zijn daar artikel 2 en 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ((EVRM).
In de lijn van deze verdragen is artikel 296 lid 5 WvSr., het bevat de uitzondering op lid 1 van dat wetsartikel, een vreemde eend in de bijt. Vooral als we beseffen dat het EVRM door toetreding van Nederland tot dit verdrag directe werking en dus rechtskracht heeft voor iedere burger, dat wordt onderstreept door art. 94 Grondwet.
Art. 14 EVRM verbiedt het maken van enig onderscheid op grond van geboorte. Het kind waarvan de vrouw zwanger is, heeft hetzelfde recht als het kind dat reeds geboren is. Hieruit volgt dat de Wet afbreking zwangerschap in zijn geheel werkelijk niet strookt met het recht van de Europese Unie. Het is onwenselijk dat de wetgever deze wet als zodanig in redelijkheid handhaaft. Want de Nederlandse gezagsorganen zijn gebonden aan een eenmaal gesloten verdrag. Hoewel de wetgever niet zelf is gebonden aan wat hij vroeger heeft besloten, mag de wetgever niet in strijd handelen met deze verplichting van het EVRM. Het verdrag bindt, ook voor de toekomst. Het is nu aan de wetgever om deze oneffenheden recht te maken. Iustitia exaltat gentem (gerechtigheid verhoogt een volk).
Boek van moleculair bioloog dr. Peter Borger wordt opnieuw uitgegeven bij De Blauwe Tijger
In het Darwinjaar 2009 verscheen bij de toenmalige stichting De Oude Wereld het boek Terug naar de Oorsprong van moleculair bioloog dr. Peter Borger. Het boek zorgde voor veel discussie en de inzichten van dr. Borger waren een welkome aanvulling in het evolutiedebat.69 Het boek is nog steeds een must-read voor academici in de biologie (en aanverwante vakgebieden) en mag niet ongelezen staan in de boekenkast van een biologiedocent middelbare school.
Sinds een jaar of drie is het boek van dr. Borger uitverkocht. Een gemis in de debat over schepping of universele gemeenschappelijke afstamming. Contacten met uitgeverij De Blauwe Tijger zorgen voor een herdruk. Naar verwachting zal het boek dit najaar verschijnen.70
Op de website van De Blauwe Tijger lezen we:
“In 2001 vertrok gepromoveerd bioloog dr. Peter Borger voor een studieverblijf naar Australië. De reis die daarop volgde was onvoorzien. Het veranderde niet alleen zijn leven, maar zou ook zijn kijk op de biologie voor altijd veranderen. Hij kwam tot de ontdekking dat de biologie zich niet gedraagt zoals hem was geleerd in de academie. Ze zit heel anders in elkaar dan Darwin 150 jaar geleden veronderstelde. In dit intrigerende boek leest u waarom en op welke manier de nieuwe biologie het tijdperk van Darwin beëindigt. U leert hoe levende systemen werkelijk functioneren en hoe organismen te begrijpen zijn als adapteerbare, ontworpen machines. Een must-read voor iedereen die wil meepraten in het evolutie-creatiedebat.”
Daarnaast wordt er een citaat gegeven uit hoofdstuk 18:
“Grote vinken en kleine vinken. Kleine vinken met grote snavels, grote vinken met kleine snavels. Gebogen snavels, stompe snavels, priemende snavels, kruisbeksnavels. Dit was de variatie die Darwin had waargenomen. Het was voorgeprogrammeerde variatie! Plotseling begreep ik het. Levende wezens waren uitgerust met een standaard bouwplan waarbinnen variatie werd gegenereerd door kleine genetische elementjes. Variatie was gewoon niets anders dan het standaard bouwplan dat anders tot expressie kwam door positie- en kwantiteitseffecten van dezelfde biologische informatie.”
Het verschijnen van deze herdruk mag mijns inziens niet ongemerkt voorbijgaan. Momenteel bezin ik mij op activiteiten rond het opnieuw verschijnen van dit boek. Mogelijk organiseren we met Fundamentum een presentatieavond met dr. Peter Borger als gastspreker. Hou daarvoor deze website in de gaten! Dr. Borger heeft een interessante ontwikkelingstheorie uitgedacht en beschreven en het is de moeite waard deze te bestuderen en mogelijk verder uit te werken.
Voetnoten
In memoriam: Bob Enyart (1959-2021)
Op zondag 12 september om 15:00 uur plaatselijke tijd is in het Lutheran Medical Centre in Wheat Ridge, Colorado, Bob Enyart overleden op 62-jarige leeftijd. Hij was daar op 28 augustus opgenomen nadat hij een week lang voor zijn vrouw had gezorgd, die besmet was geraakt met het Covid-19-virus. Enyart, die om principiële redenen niet gevaccineerd was71, moest op 1 september naar de IC vanwege een longontsteking, maar helaas mochten de inspanningen van het medisch personeel niet meer baten en ging zijn toestand achteruit, tot hij elf dagen later op zondagmiddag overleed.
Bob Enyart was voorganger en presenteerde van 1994 tot 1999 het televisieprogramma Bob Enyart Live, dat hem in de Verenigde Staten nationale bekendheid bezorgde. Later zette hij zijn programma voort als radioshow onder de noemer Real Science Radio.72 Hij was fel tegenstander van abortus en verdedigde het klassieke scheppingsgeloof van een ‘recente’ schepping van zes dagen, gevolgd door een wereldwijde zondvloed. Daarbij hing hij de Hydroplaattheorie73 van dr. Walt Brown aan.
Op zijn website KGOV.com hield Bob Enyart onder meer lijsten bij van vondsten van zacht weefsel in dinosaurusfossielen74, beschreef hij problemen met de oerknal75 en deed hij verslag van debatten die hij hield met uitgesproken atheïsten als Lawrence Kraus76, Eugenie Scott77 en Aron Ra78.
Bob Enyart laat een vrouw, zeven zonen, drie schoondochters, zijn moeder, twee broers, en zus, vele neven en nichten en verdere familie achter. Nadat hij zich tot het laatste moment omringd heeft geweten door zijn geliefden, mag Bob Enyart nu bij zijn Heer zijn.
Voetnoten
Genesis deel 2: In het begin – Bioloog Kees Fieggen houdt een bijbelstudie over het eerste Bijbelboek
Genesis, hoe alles begon. Bioloog ir. Kees Fieggen houdt een bijbelstudie over Genesis. Vandaag het tweede deel: In het begin. De video duurt ruim 19 minuten. Volgende week donderdag het derde deel. Veel zegen bij het kijken!
Volgens ds. De Wilde zou iedere christen moeten geloven dat de Bijbel foutloos is
“Blijf luisteren, net als Maria. Laat de Schrift zichzelf uitleggen”, drukt ds. M. K. de Wilde zijn luisteraars op het hart. De spreker legt in een uitgebreid betoog uit waarom de Bijbel het onfeilbare Woord van God is. “De Bijbel is de draad waardoor we de weg vinden door het labyrint van dit leven.”
De predikant van de hervormde gemeente in Sommelsdijk sprak onlangs op het congres over Bijbel en wetenschap. Zijn preek begint met het verhaal van Martha en Maria. “Jezus is met zijn discipelen onderweg naar Jeruzalem en ze stoppen bij Martha en Maria. Maria gaat zitten aan Jezus’ voeten, dat wil zeggen dat ze zijn leerling wil zijn. Haar zus Martha doet dat niet, ze heeft het te druk met bedienen. Je kunt zeggen: Dat is allebei goed. Het is ook allebei nodig: luisteren en dienen. Maar je kunt ook zeggen: Er zijn Maria-christenen en er zijn Martha-christenen. Denkers en doeners, je zou zelfs kunnen zeggen: Uiteindelijk gaat het toch om het dienen, dat wat Martha doet. Maar Jezus zegt het anders, Hij zegt niet: ‘Martha, jij doet het goed’, of ‘jij doet het ook goed’. Nee, hij zegt: ‘Jij doet het verkeerd, het moet anders.’
Wat doet ze dan verkeerd? Ze zit niet net als Maria aan Jezus’ voeten. Mooi dat ze wil dienen maar om dat goed te kunnen doen zegt Jezus dat je eerst naar Hem moet luisteren. Daarna ben je pas geschikt om Hem te kunnen dienen. Je zou ook nog kunnen zeggen dat Jezus ons eerst wil dienen door met zijn Woord in ons leven te kunnen werken en daarna mogen we pas Hem dienen. Het zit ‘m in de volgorde: eerst luisteren, dan dienen. Dat is de grondregel in het Koninkrijk van God.”
Sola scriptura
Wat betekent dat voor ons als christenen vandaag de dag? “Luisteren betekent voor ons luisteren naar de Bijbel. Er zijn ook andere bronnen die tot ons spreken zoals de schepping, of de geschiedenis die God leidt en waar zijn hand zichtbaar in is. Maar ook onze ervaring, cultuur en traditie zijn bronnen. Maar de Schrift is onze unieke bron, het helderste getuigenis. Het fundament om op te staan en de norm waar al die andere bronnen op getoetst moeten worden, het Sola Scriptura. De Schrift als hoogste bron. De Bijbel is volgens Calvijn “de bril waardoor we mogen zien”. De Bijbel is de draad waardoor we de weg vinden door het labyrint van dit leven. De Bijbel is de scepter waarmee God over ons regeert.
Een recente verdediging van dit Sola Scriptura vinden we in het ‘Chicago Statement on Biblical Innerancy‘. Dat laatste woord innerancy vraagt wel om wat toelichting. Letterlijk betekent het zoiets als foutloosheid, een Bijbel zonder fouten. Dat klinkt wat formalistisch en reductionistisch, het lijkt een wat negatieve typering van de Bijbel. De nadruk wordt gelegd op wat de Bijbel niet is. Geen boek met fouten. Maar zo is het niet bedoeld. Bij Nederlandse kerken is het Chicago statement niet heel bekend, er wordt weleens naar verwezen. Maar het gaat om de positie die ermee verwoord wordt. Het zit in het DNA van een christen dat je de Bijbel ziet als volstrekt betrouwbaar. Welke tekst je ook leest, waar het ook over gaat. Dat is pas echt luisteren, als je zo met de Bijbel omgaat.”
Foutloos
Hoe komen christenen er eigenlijk bij om de Bijbel als foutloos te zien? De Wilde: “Waarom moet je zo tegen de Bijbel aankijken? Theoloog James Packer geeft dan eigenlijk een heel eenvoudig antwoord: lees de Bijbel. Luisteren. Zoals je dat ook bij andere christelijke thema’s zou doen. Zo kun je door te luisteren een leer van de Bijbel ontdekken. Dan kun je eigenlijk niet anders dan concluderen dat de Bijbel betrouwbaar is.”
Hij vervolgt: “Bijvoorbeeld door wat we in de Bijbel over God lezen, hoe Hij contact zoekt met mensen, tot hen spreekt en daarbij laat merken dat Hij door en door betrouwbaar is. Ook al gebruikt Hij daar mensen voor en menselijke taal. De Bijbel zegt ook over zichzelf dat de Bijbel niet alleen een historisch verslag is door mensen geschreven, maar dat dit menselijke verslag ook openbaring van God is. Daarom kun je zeggen: ‘Wat de Bijbel zegt, zegt God’. In 2 Timotheüs 3:16-17 lezen we dat Paulus Timotheüs oproept om dichtbij de Schrift te blijven en de weg die God daarin wijst. Want zegt Paulus: ‘Heel de Schrift is door God ingegeven, geademt.’ Daarom kan het Woord zichzelf niet tegenspreken. Zo ging Jezus ook met de Bijbel om.”
Volgens de dominee betekent de foutloosheid van de Bijbel wel iets anders dan wetenschappelijk of niet onderhevig aan tekstgenres. “Dat de Bijbel geen fouten bevat betekent niet dat wij als ontvangers en lezers de Bijbel foutloos interpreteren. Het gaat wel om een bepaalde houding ten opzichte van de Bijbel, dat we ons vooraf al commiteren om alles te geloven wat de Bijbel zegt. Om te ontdekken wat God precies zegt in de Bijbel is zorgvuldige exegese nodig en een nederige luisterhouding. En in dat alles de leiding en het getuigenis van de Heilige Geest.”
Kritiek
De predikant zegt dat we als christenen de onfeilbare Bijbel niet hoeven te verdedigen. “Zoals Spurgeon de Bijbel vergelijkt met een leeuw: ‘Een leeuw hoef je niet te verdedigen, die moet je loslaten. Die komt voor zichzelf op.’ Spurgeon zegt dus eigenlijk: ‘Laat de Bijbel maar spreken, laat de Bijbel zijn werk maar doen.’ Dat is een mooie houding maar wil dat zeggen dat je niet op mag komen voor de betrouwbaarheid van de Bijbel? Ik denk het niet. Juist omdat de Bijbel zelf die betrouwbaarheid en die waarheid van de woorden van God onderstreept. Het wil ook niet zeggen dat je alle probleemteksten in de Bijbel moet oplossen. Een kritiekpunt is dat christenen die de foutloosheid van de Bijbel geloven teveel nadruk zouden leggen op de waarheid van de Bijbel. Dat ze te rationeel en intellectualistisch met de Bijbel om zouden gaan. De letterlijke waarheid van de Bijbel is het fundament onder de diepere Bijbelse waarheid. Wat heb je aan een belofte van God als God niet echt bestaat?
Maken we van de Bijbel een papieren paus als we zeggen dat deze onfeilbaar is? Kun je niet beter spreken over het gezag van God die de Bijbel gebruikt in plaats van het gezag van de Bijbel? Zoals je het ook vaak in onze tijd hoort zeggen: ‘De christenen hebben geen heilig boek. Wat dat betreft is de Bijbel een heel ander boek dan de Koran.’ Het is zeker een gevaar dat we op een rationele manier met de Bijbel aan de haal gaan, dat we het gebruiken voor ons eigen gelijk, als een antwoordenboek waarmee we van alles over God denken te kunnen zeggen. De Bijbel is niet ons boek maar het Woord van God. We hebben de leiding van de Heilige Geest heel hard nodig om ons in de waarheid te leiden. Ook al hebben we het van God gekregen.”
Luisteren
Welke consequenties heeft de onfeilbaarheid voor hoe we de Bijbel lezen? “Wat de Bijbel zegt, zegt God. Het is bijna niet te geloven en toch is het waar. In de tweede plaats betekent die foutloosheid dat de Bijbel gezag heeft. Volledig. Dat maakt het ook spannend want als God dan met zijn waarheid in je leven komt, buig je er dan ook voor? Geloof je Hem? Gehoorzaam je Hem? Dat hoort ook bij die keuze van Maria. Luisteren en vervolgens ook doen wat God van je vraagt.”
De presentatie van drs. Marco de Wilde is hier terug te kijken.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website Christelijk Informatieplatform (CIP). Het originele artikel is hier te vinden.
Een theologische afweging van het theïstisch evolutionisme – Jan Rein de Wit aan het woord
In 2014 nam Geloofstoerusting in samenwerking met de Reformatorische Omroep een serie video’s op over zaken die raken aan het scheppingsparadigma. Vandaag een video met voormalig hoofdredacteur van Weet Magazine, Jan Rein de Wit. Een theologische afweging van het theïstisch evolutionisme. Veel zegen bij het kijken!