Het geslacht ‘Van Meerten’ in de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe – Deel 15: Gerichtssignaat 1741-1797

In 2007 promoveerde dr. Peter D. Spies aan de Theologische Universiteit Apeldoorn op een belangrijke studie naar de classis van Tiel. De titel van zijn proefschrift luidt ‘De classis van Tiel 1579-1816: De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen’.1 Daarna heeft dr. Spies ook niet stilgezeten en heeft hij diverse gerichtelijke transcripties en ander transcriptiewerk uitgegeven. Zo ook de ‘Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe’. We hopen de komen de tijd, als de Heere het leven en de gezondheid geeft, deze transcripties door te nemen op zoek naar stamgenoten. Het betreft vooral individuen met de achternaam ‘Van Meerten’ of aangetrouwde leden van deze familie. Als het gaat om de vrouwelijke lijn nemen we, gewoontegetrouw, alleen de kinderen en aan die kinderen aangetrouwde gezinsleden (dus man of vrouw) mee. Na verloop van het genealogisch onderzoek is het mogelijk dat dit artikel wijzigingen ondergaat, bijvoorbeeld als wordt ontdekt dat naam X of Y ook tot (afstammelingen van) dit geslacht behoort. Hieronder de bestudering van het vijftiende deel.2

Dit deel sluit niet direct aan bij het vorige deel. Dr. Spies merkt op dat er in de periode 1738 tot 1741 bovendien geen gewone rechtszittingen zijn geweest. “Het boek is uitermate onvolledig. Enerzijds omdat veel zaken in aparte civiele en criminele dossiers werden bewaard, anderzijds doordat kennelijk niet alles is beschreven. Dit laatste blijkt uit het gegeven dat er veel minder civiele zaken worden beschreven tussen particulieren als in de voorgaande jaren. En de processen die wel zijn beschreven zijn vaak erg onvolledig.” Toch zijn we dankbaar voor alle informatie die er beschikbaar is. In enkele zaken komen ook ‘Van Meertens’ voor. Wie lezen bijvoorbeeld over lichamelijk letsel van Jacob van Meerten en de tragische geschiedenis van Grietje van Meerten die weduwe werd van Joost van Lutterveld en achterbleef met zeven onmondige kinderen. Informatie waarop doorgeborduurd kan worden.

Grietje van Meerten

Grietje van Meerten (1745-1821) was een dochter van Cornelis (Aertsen) van Meerten (?-?) en Teuntje (Jelissen) van Opheusden (?-?). Zij trad op 12 december 1767 te Lienden in het huwelijk met Joost van Luttervelt (1730-<1784). Blijkens de onderstaande transcripties blijkt dat Joost al relatief jong is overleden. In de transcripties worden zeven kinderen vermeld. We weten dat dit echtpaar acht kinderen heeft gekregen, waarvan er één (Cornelis van Luttervelt (1776-<1777) als baby is overleden. Het eerste getranscribeerde stukje komt uit het verslag van de ‘Gerichtelijke vergadering gehouden te Nijmegen op den 14e september 1784’. De hieronder de uitgewerkte transcriptie is te vinden op bladzijde 282-283.

”Op requeste van Grietje van Meerten, weduwe en boedelhouderse van wijlen Joost van Luttervelt, moeder en voogdesse van haare seeven alle nog onmundige kinderen, bij wijlen haaren overledenen man Joost van Luttervelt voornoemt in egte verwekt, woonagtig in de buurschap Meerten, te kennen gevende, neffens Joost van Ommeren als lasthebbende van Adrianus van Lutterveldt en Gijsbert van Luttervelt, den 1e woonagtigh te Amsterdam en den 2e te Kesteren, zijnde omen van haaren overleedenen broeder Joost van Luttervelt zijne nagelatene seeve kinderen met namen Claas, Teuntje, Gijsberta, Alida, Cornelis, Neeltjen en Adrianus van Luttervelt, en uit dien hoofden bloetmomboiren van wijle gemelde 7e kinderen, naedat supplianten op den 21e april 1784 tot Lienden publiq de meestbiedende provisioneel op approbatie van den heeren amptman etc. hebben verkogt een en een halve mergen bouwlant gelegen onder de buurschap Aalst voor de somma van f. 261 gulden, vermogen verkoopconditie hier anex. En alsoo sulx niet vermag te geschieden als met nadere approbatie van haar hoogwelgeboorens etc. , als oppermomboiren in deezen, versoeken supplianten, dat haar hoogwelgeboorens gemelte verkoing gelieven te accorderen en te mogen transporteeren, met die penningen de nodige schulden, voor zoo ver dezelve toerijken kunnen te mogen betalen.

Haar hoogwelgeboorens hebben het versoek geaccordeert en supplianten tot het gelibelleerde transport geauthoriseert, mits gehouden blijven zig tot het bekomen van nadere authorisatie aan het eerste komende ordinaris landgerichte te addresseeren.”

Dat blijkt inderdaad zo te hebben plaatsgevonden. In het verslag van de ‘Gerigtelijke vergadering gehouden tot Dodewaard in den Roskamp op den 21e april 1785’ valt daarover het een en ander te lezen. De hieronder weergegeven transcriptie is te vinden op bladzijde 285-286.

”Op requeste van Grietje van Meerten, weduwe en boedelhouderse van wijlen Joost van Luttervelt, legitime voogdesse van haare seeven onmundige kinderen bij wijlen gemelde Joost van Luttervelt in ehe verweckt, woonachtig in ’t buurschap Meerten, mitsgaders Joost van Ommeren als lasthebbende van Adrianus en Gijsbert van Luttervelt, woonagtig te Amsterdam en Kesteren, als omen en bloedvoogden over voornoemde seven onmondige kinderen met namen Claes, Teuntje, Gijsbarta, Alida, Cornelis, Neeltje en Adrianus van van Luttervelt, versoekende ingevolge provisioneel appoinctement op requeste aan den hooggeboore heere amptman van date den 2 maij 1784 gepraesenteert, op nadere requeste approbatie van den hoogadelijken gerichte tot het verkooping en doen van transport van ongeveer een en een halve mergen bouwland gelegen onder het buurschap Aalst, op den 21e april 1784 aan de weduwe Jan van Westreenen voor de som van f. 261 gulden verkogt.

Nadat van het consent der bloedvoogden Gijsbert van Lutterveld en Adrianus van Lutterveld schriftelijk was gebleeken, hebben haar hoogwelgeboorens in het versoek der supplianten geaccordeert en dus het appoinctement van den hooggebooren gestrenge heere amptman Grave van Randwijck de dato den 2 maij 1784 geapprobeert en geratificeerd, en de supplianten, mitsgaders gemelde voogden, geauthoriseerd om, voor zoo verre de onmundigen betreft, het gelibelleerde parceel te verkoopen en te transporteeren, mits de penningen daarvan provenieerende voor het aandeel der onmundigen ten hunnen meesten voordeele worden geëmplo[j]eerd.
Actum den 21 April 1785.”

Joost van Lutterveld, de broer van Adrianus en Gijsbert, had samen met Grietje van Meerten acht kinderen. Toen deze akte werd opgemaakt was daarvan één, Cornelis, al overleden. De overige kinderen zijn Klaas van Luttervelt (1768-1836), Teuntje van Luttervelt (1769-1845), Gijsberta van Luttervelt (1772-?), Alida Antonia van Luttervelt (1774-?), Cornelis van Luttervelt (1777-1868), Neeltje van Luttervelt (1780-1809) en Adrianus van Luttervelt (1782-1855). Uiteindelijk hebben de partijen besloten dat de weduwe het stuk van anderhalve morgen land toch mocht verkopen en transporteren naar de nieuwe eigenaar. De nieuwe eigenares was de weduwe van Jan van Westreenen.

Jacob van Meerten

In het register van dit deel wordt vier keer Jacob van Meerten genoemd. Het lijkt te gaan om dezelfde persoon. Indien dat niet het geval is hopen we dat later, na meer onderzoek, te corrigeren. Als eerste wordt hij genoemd op bladzijde 309-310 het gaat om een civiel proces vanwege lichamelijk letsel wat Jacob van Meerten heeft opgelopen. Dit werd besproken op ‘den ordinaire gerigtsdag van 23e september 1788’.

”#Eck#
De volmagtiger van ’s heeren weegen in Nederbetuwe ratione offici citant ter eenre spreekt aan met regt Jacob van Meerten en Johannes van Ingen, bijde wonende onder Eck, tot consecutie van een boete van drie hondert guldens bij ieder der geciteerdens half en half te betalen, ter moderatie egter van dese hoogadelijken landgerigte, ter sake op den 3e of 4e januarij des jaars 1787 bij occasie eener gehoudene generale dievenjagt over den Ampte van Nederbetuwe ten huijse en herberge van Dirk van Ingen, wonende over den Rhijn onder Eck, tusschen de geciteerdens rusie en vegterije is voorgevallen, zijnde in functie tot het waarneemen der wagt, zodanig dat den gemelde Jacob van Meerten door Johannis van Ingen onderschijdene slagen met een geweer of snaphaan, ook drie sneden met een mes zijn toegebragt, dat sterk gebloed heeft gehad. Dat voorts, nadat die rusie en vegterij gescheiden en afgelopen was, tenselven dage andermaal ten huijsen van Jasper van Eck rusie tusschen de geciteerdens is verwekt geworden, wanneer den 1e geciteerde wederom door 2e geciteerde met een stoel ter aarde geslagen is zodanig, dat andermaal gebloedwond is geworden, zonder dat men ondanks alle aangewende devoiren genoegsaam heeft kunnen ontdekken wie der bijde partijen aanlegger van het gevegt of rusie geweest is. Den gemelde volmagtiger spreekt mede voor alle kosten met regt. En bedingt hiermede de wagt.

#1e Geciteerde Jacob van Meerten geeft zig geëischt. Johannes van Ingen tweede geciteerde geeft zich geëischt. Geciteerdens verzoeken om redenen uitstel en dat deze zaak zal blijven in staat tot den naastvolgende ordinaire gerigtsdag, waarin de volmagtiger van ’s heeren wegen gecondescendeerd, bij het gerigt geaccordeerd en dus deeze zaak in staat ten naastvolgende. Blijvende intusschen de overgegeven justificatie van citatie ten comptoire geseponeerd#”

Hoe het verder afgelopen is met de afhandeling van deze vechtpartij is niet meer terug te vinden. Op bladzijde 447 komt Jacob opnieuw voor, maar dan op een andere gerichtsdag. Het betreft een ‘Extraordinaire gerichtelijke vergadering gehouden den 1e october 1795 op den raadhuize binnen Tiel’. Samen met veertien andere soldaten legt Jacob een belofte af. Ik citeer vanaf bladzijde 446-447:

”Compareerden voor ’t gericht van Nederbetuwe de navolgende persoonen, (…) Jacob van Meerten (…). Welke alle afgelegd hebben den eed en plegtige beloften vervat in missive van ’t provintiaal collegie van politie, finantie en algemeen welzijn in Gelderland van den 24 augustus jongstleeden, behelsende van zich in den dienst van geen andere mogendheid of prins te zullen engageren en zich voorts te verbinden om geduurende dezen oorlog tegen dezen republicq, in welker dienst zij geweest zijn of nog gepensioneerd zijn, de wapenen niet op te neemen of te voeren, of eenigerhande manieren mede te werken ter herstelling van het vernietigd stadhouderlijk bewind.”

Bovenstaande heeft alles te maken met de overgave van het Staatse leger aan de Franse troepen in 1795.

Tenslotte komt de naam van Jacob nog voor op 28 december 1795. Hij compareerde toen voor de schepenen Nicolaas Lobrij en Arnoldus Versteeg. Hij zweerde ‘den eed op den rechten van den mesch in handen van voornoemde schepenen hebben gepraesteert’. Jacob wordt de dorpsscheepen van Eck en Wiel genoemd.3

Cornelis van Meerten en Cornelia van Meerten

Om welke personen het hier gaat en hoe zij verwant zijn aan andere ‘Van Meertens’ Toch citeer ik hieronder het stukje tekst. Het is onderdeel van het verslag van de ‘Ordinaris gerigtsdag voor de Zoelense bank gehouden binnen Tiel op vrijdag den 24e december 1790 op het raadhuis aldaar’. Hieronder het citaat op bladzijde 369.

”Op requeste van Cornelis van Meerten, wonende te Ingen, daarbij te kennen gevende, dat suppliant door Cornelia van Meerten ten Hove geciteerd zijnde, van den Hove in dato den 21e december 1790 geobtineert admissie pro Deo, verzoekende, dat hun hoogwelgeborens hem suppliant insgelijks in deze Ampte bij provisie en tot uitdragt der zaak pro Deo geliefden te admitteeren.

Hebben hun hoogwelgeborens ’t verzoek van suppliant geaccordeerd en dus de verzogte admissie pro Deo bij provisie en tot uitdragt van zaake verleent.”

Voetnoten

Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe – Een overzicht

Dr. P.D. Spies heeft met zijn ‘Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe’ een goudmijn ontsloten voor genealogisch onderzoek. Op deze website wordt de serie bestudeerd op telgen uit het geslacht ‘Van Meerten’. We bieden hieronder een overzicht van alle verwerkte delen. Wanneer er (nog) geen informatie in een boek te vinden is dan ontbreekt de hyperlink en wordt erachter vermeld dat er geen informatie in het betreffende boek te vinden is.

Huwelijksakte van Gerritje Maria van Meerten (1913-1946) en Gerrit van Dorland (1908-1989)

Huwelijksakte van Gerritje Maria van Meerten (1913-1946) en Gerrit van Dorland (1908-1989) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Gerritje Maria van Meerten (1913-1946) en Gerrit van Dorland (1908-1989) weergegeven. 1 Op 27 juni 1941 verscheen dit aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren om een huwelijk aan te gaan.

Gerrit van Dorland was twee en dertig jaar oud en landarbeider van beroep. Hij was geboren en woonachtig te Opheusden.2 Gerrit was de meerderjarige zoon van wijlen Gerrit van Dorland (1863-1935) en Johanna Wevers (1873-1922).

Gerritje Maria van Meerten was zeven en twintig jaar oud en zonder beroep. Zij was geboren en woonachtig te Opheusden. Gerritje Maria was de meerderjarige dochter van Jan Willem van Meerten (1878-1944) en Teuntje Wevers (1887-1967). Jan Willem was sigarenmaker van beroep en Teuntje zonder beroep. Jan Willem was niet aanwezig maar heeft via een uittreksel uit het register van huwelijkstoestemmingen toestemming verleend. Teuntje was drie en vijftig jaar oud en wel op de bruiloft aanwezig en zij gaf eveneens toestemming tot dit huwelijk.3

De afkondiging tot dit huwelijk heeft onverhinderd plaatsgevonden op 14 juni 1941. Na de vragen van de ambtenaar hebben zij elkaar het ‘Ja’-woord gegeven.

Het echtpaar had twee getuigen meegebracht:

  1. Dirk van Dorland (1895-1986), zes en veertig jaar oud, mandenmaker van beroep, woonachtig te Opheusden en een broer van de bruidegom.
  2. Jan Hendrik van Dorland (1903-1967), acht en dertig jaar oud, rijwielhersteller van beroep, woonachtig te Opheusden en broer van de bruidegom.

Voetnoten

Geboorteakte van Gerrit van Dorland (1908-1989)

Geboorteakte van Gerrit van Dorland (1908-1989) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren.

Hierboven wordt de geboorteakte van Gerrit van Dorland (1908-1989) weergegeven.1 Op 19 november 1908 verscheen Gerrit van Dorland (1863-1935) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. Gerrit was vijf en veertig jaar oud, mandenmaker van beroep en woonachtig te Opheusden. Hij verklaarde dat Gerrit op 18 november 1908 om elf uur in de ochtend is geboren. Zijn moeder was Johanna Wevers (1873-1922), zonder beroep. Het echtpaar woonde in het huis nummer 302 te Opheusden. Gerrit had twee getuigen meegebracht: (1) Johan Andrens Benter (±1870-?), acht en dertig jaar oud en schoenmaker van beroep, en (2) Dirk Stunnenberg (1874-?), vier en dertig jaar oud en koopman van beroep. Beide getuigen waren woonachtig te Opheusden.

Voetnoten

Overlijdensakte van Jan van Meerten (1917-1918)

Overlijdensakte van Jan van Meerten (1917-1918) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Jan van Meerten (1917-1918) weergegeven.1 Op 30 november 1918 verscheen Dirk Jan van Ommeren (1887-1976) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van het overlijden van Jan. Dirk Jan was een en dertig jaar oud en gemeentebode van beroep. Hij deed de aangifte samen met Willem Knuivers (1865-1941), twee en vijftig jaar oud en klompenmaker van beroep. De aangevers waren woonachtig te Lienden. Zij verklaarden dat Jan op 30 november 1918 om zeven uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van één jaar. Jan was geboren en woonachtig te Lienden en een zoon van Jan van Meerten(1884-1966) en Maartje Susanna de Bruin (1886-1956).2

Voetnoten

Mijlpaal: vierentwintighonderd artikelen op oorsprong.info!

Vandaag heeft oorsprong.info opnieuw een mijlpaal bereikt: er staan vierentwintighonderd artikelen op de website. Net iets meer dan de helft van die artikelen gaan over de genealogie van het geslacht Van Meerten. Er is dus veel meer. Hartelijk bedankt voor uw betrokkenheid de afgelopen tijd. Hieronder volgt een top-10 van meest gelezen artikelen aller tijden. Bij het (her)lezen hiervan veel leesplezier toegewenst. Feedback kunt u geven via de pagina ‘Hier mag u uw hart luchten’. Het vorige ‘mijlpaal’-artikel is hier te vinden.

Top-10

  1. Rouwdienst en begrafenis Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022).
  2. Er is wel degelijk een stikstofprobleem – Hoogleraar Wim de Vries reageert op tegenwerpingen.
  3. COLUMN: De les van de kokmeeuw.
  4. Homo-activist Leon Houtzager draaft door – Ds. Kort moet nog dieper door het stof.
  5. Tim Hofmans aanval op Pro-lifers is erger dan je denkt.
  6. “Adam niet geleerd, Christus niet begeerd” – Interview met Gereformeerd Venster.
  7. Gebed gevraagd voor ds. Kort (OGGiN) in de zaak Houtzager-Kort – Predikant wordt vandaag gehoord.
  8. Ds. Kort wordt op 16 februari 2022 gehoord – Zaak Houtzager-Kort één van lange adem.
  9. ‘Kerngroep Bezinning GKV’ haakt vanwege doorwerking van moderne hermeneutiek af – Zaterdag 19 november 2022 studiedag voor verdere bezinning.
  10. Ds. Kort door Gerechtshof opgeroepen voor hoorzitting – Een tweede aangifte tegen de Oud Gereformeerde predikant.

Geboorteakte van Johanna Petronella Frederika van Meerten (1905-1975)

Geboorteakte van Johanna Petronella Frederika van Meerten (1905-1975) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Hemmen.

Hierboven wordt de geboorteakte van Johanna Petronella Frederika van Meerten (1905-1975) weergegeven.1 Op 28 maart 1905 verscheen Jan van Meerten (1859-1930) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Hemmen om aangifte te doen van de geboorte van zijn dochter. Jan was vijf en veertig jaar oud, spoorwegarbeider van beroep en woonachtig te Hemmen. Hij verklaarde dat Johanna Petronella Frederika op 27 maart 1905 om één uur in de middag in huis nummer drie is geboren. Haar moeder was Mijntje van der Linden (1864-1932), spoorwegwachteres van beroep.2 Jan deed de aangifte met twee getuigen: (1) Hendrik Johannes de Hartog (1862-1911), twee en veertig jaar oud, landbouwer van beroep en woonachtig te Hemmen, en (2) Boudewijn Wilhelmus Derk van den Hof (1872-1950), twee en dertig jaar oud, warmoezenier van beroep en woonachtig te Hemmen.

Voetnoten

‘De kerken rondom Lienden en hun bijzonderheden’ – Joke Honders geeft op 13 november 2023 D.V. een lezing voor de HKK&O

De kerktoren van Lienden gezien vanaf molen De Zwaan. Bron: Wikipedia.

De kerken rondom Lienden zijn voor de Genealogie Van Meerten van grote waarde. In de kerk van Lienden is bijvoorbeeld de grafzerk van Johanna van Meerten (?-1600), die getrouwd was met Johan van Brakell (?-1580), te vinden.1 Laatstgenoemde edelman was een van de ondertekenaars van het bekende ‘Smeekschrift der Edelen’.2 In kerk van Ingen vinden we de grafzerk van de vader van Johanna, Dirck van Meerten (?-1568) en zijn vrouw Bertha van Eck (?-1531).3 Zo valt er meer te noemen. De afgelopen eeuwen hebben tientallen ‘Van Meertens’ deze kerken bezocht. Joke Honders, van de Historische Kring Kesteren & Omstreken, geeft op 13 november 2023 D.V. een lezing over deze kerken en hun bijzonderheden.

In het augustusnummer 2023 van De Baron wordt deze lezing aangekondigd. De lezing start om 20.00 uur in het Streekmuseum Baron van Brakell te Ommeren. De adresgegevens zijn: Provincialeweg 21, 4032 NZ Ommeren. In de aankondiging schrijft Honders over oude muurschilderingen, die tijdens de Reformatie onder een dikke kalklaag werden verborgen. Deze zijn in de vorige eeuw weer tevoorschijn gehaald. Ze gaat ook verder in op de families die begraven liggen in deze kerken en waarvan grafzerken bewaard zijn gebleven (zie ook de inleiding). In de muur van de Dodewaardse kerk zien we een ingemetselde Romeinse grafsteen van een soldaat. Wie was hij? Niet alleen de kerken in de Betuwe komen aan bod, ook de Cunerakerk wordt aangehaald. “Hij mag zeker deze avond niet ontbreken, omdat de toren zoveel geheimen in zich herbergt.” Het lijkt een interessante avond te worden, met veel informatie over de kerken en hun bijzonderheden in de regio Lienden. De toegangsprijs voor leden is gratis en voor niet-leden 2,00 euro. Zie voor meer informatie: www.hkko.nl/lezingen.4

Update: In het ‘Jaarverslag 2023′ wordt door de redactie van De Baron teruggeblikt op deze lezing van Honders. “Het onderwerp was deze keer vlakbij huis: De kerken rondom Lienden en hun bijzonderheden. Ze gaf een mooi beeld van de verborgen bijzonderheden van de kerken en eindigde met de Cuneratoren van Rhenen.”5

Voetnoten

Een beslissende vraag – De scholen en universiteiten zijn weer begonnen – Nieuwsbrief d.d. 31-8-2023

De zomervakantie is al weer ten einde. De scholen zijn weer begonnen en de docenten hebben weer kennisgemaakt met hun (nieuwe) klas(sen). We hopen dat de Heere Zijn zegen over dat onderwijs zou willen geven. Leerkrachten hebben de belangrijke taak om de wereld voor het kind te ontsluiten. Het bestuderen van Gods schepping kan alleen maar leiden tot meer verwondering over hoe ingewikkeld alles in elkaar zit, maar ook tot verbijstering hoe nameloos diep we gevallen zijn en hoe deze kosmische zondeval de werkelijkheid tot de diepste vezels geraakt heeft. Daarom de beslissende vraag: ‘Wat dunkt u van den Christus?‘ (Mattheüs 22:42b).

Ralph Erskine (1685-1752)

Over die laatste vraag lazen we onlangs in een kerkblad een meditatie van de bekende Ralph Erskine (1685-1752). We citeren het eerste gedeelte, in verband met de relatie tussen Gods schepping en de beslissende vraag:

“Geliefden, wat dunkt u van de Christus? Wat zal alle wijsheid en kennis van de schone letteren, wat zullen alle vrije kunsten en wetenschappen en de beste vaardigheden van de wereld ons baten zonder Christus? Die zullen ons geschikt maken om de duivel te dienen en zijn belangen nog veel beter te behartigen, wanneer wij met dat alles Christus niet ontdekken. U kunt Latijn, Grieks en Hebreeuws studeren, wijsbegeerte, sterrenkunde, sterrenwichelarij, geografie en wiskunde, en zelfs theologie – en toch is het allemaal vergeefse moeite als u Christus niet in het oog houdt.”

Erskine wijst hiermee het verkrijgen van kennis en vaardigheden niet af, maar ziet hoger. De beslissende vraag: ‘Wat dunkt u van den Christus?‘ We hopen dat al ons studeren en ons onderwijzen in dát licht zou mogen komen te staan. 

Congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023’

Heeft u uzelf al aangemeld voor het congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023‘. Op dit moment zijn er al vijftig aanmeldingen. Aanstaande zaterdag over acht weken D.V. zal het congres gehouden worden. Het thema is ‘Verwondering‘. Afgelopen maand hebben we een persbericht geschreven. Deze zal een aantal weken voor het congres ook gedeeld worden met diverse media. De flyer is hier te downloaden. Mocht u diverse papieren flyers willen verspreiden dan kunt u contact opnemen met info@oorsprong.info. Ook dit jaar hoopt Geloofstoerusting de livestream te verzorgen. Meer informatie over en aanmelden voor het congres kan via deze link.

Voorgaande congressen

Het eerste congres dat Jan van Meerten organiseerde, was in Utrecht samen met twee anderen. Komend jaar D.V. is dat vijftien jaar geleden. Daarna volgde een congres in Almere in 2012 en vanaf 2014 in Opheusden. De sprekerslijst van de afgelopen congressen is hier te vinden (Utrecht en Almere) moeten daar nog aan toegevoegd worden. We proberen het beschikbare materiaal met terugwerkende kracht ook te plaatsen op onze website. Sinds 2021 zijn de congressen in een nieuw format gegoten, namelijk met livestream. De lezingen zijn bovendien als afzonderlijke video ook online geplaatst. Dat is succesvol gebleken. Hoe succesvol? We hebben dat beschreven in dit artikel. Veel zegen bij het terugkijken van de lezingen van de afgelopen twee congressen. Feedback en vragen kunnen gesteld worden via ons contactformulier.

Wetenschapsbijbel

Vorig jaar najaar verscheen de zogenoemde NBV21 Wetenschapsbijbel. Binnen de Gereformeerde Gezindte veroorzaakte dit boek nogal wat ophef. Op de website ‘Oorsprong’ hebben wij een overzicht bijgehouden van alle openbare reacties in de media op deze ‘Wetenschapsbijbel‘ (moet nog verder aangevuld worden). Afgelopen maand plaatsten we nog twee reacties op onze website. De eerste is van dr. J.M.D. de Heer en is hier te vinden. De tweede is van dr. ir. S.M. de Bruijn en is hier te vinden. Wie een beter alternatief zoekt voor de ‘Wetenschapsbijbel’, onlangs (vorige week) is voor wat betreft het Oude Testament een prachtige Duitstalige inleiding verschenen onder redacteurschap van de onder ons bekende dr. Walter Hilbrands en dr. Hendrik J. Koorevaar. Over deze Duitstalige inleiding is hier meer te lezen.

Dierentuingidsen

Afgelopen zomer waren we in Faunapark Flakkee en in de Apenheul. Ook bezoeken we regelmatig Ouwehands Dierenpark. Deze dierentuinen zijn de moeite van een bezoek waard. Je kunt daar verwonderen over de rijkdom van en (kleuren)variatie in Gods schepping. Helaas worden dierentuinen meer en meer bolwerken van naturalistische theorievorming. In Faunapark Flakkee is te lezen dat vogels afstammen van dinosauriërs. In de Apenheul en Ouwehands Dierenpark wordt gesteld dat de mens en de bonobo een gemeenschappelijke voorouder hebben (zie bijvoorbeeld hier). In Apenheul is er bovendien een expositie waarin je jouw voorouders kunt ‘ontmoeten’ (namelijk Lucy de Australopithecus afarensis). Zelfs in het opvangcentrum voor zeehonden, ASeal, is te lezen dat de zeehonden van landdieren afstammen. Het andere verhaal, namelijk de schepping van afzonderlijke diergroepen, wordt niet gehoord. Dat is opvallend omdat deze dierentuinen in de zogenoemde Biblebelt zijn gevestigd. We zijn daarom begonnen aan het maken van (digitale) parkgidsen voor de genoemde dierentuinen. Zo kunnen ouders die uitgaan van de (historische) betrouwbaarheid van de Schrift hun kinderen ook de andere kant onderwijzen. Er zijn een flink aantal dierentuinen, dus dit zal, als de Heere het geeft, een meerjarenproject worden.

Website 

De website ‘Oorsprong‘ wordt ook deze maand goed bezocht. Elke dag verschijnen er artikelen over het vraagstuk geloof en wetenschap. Welke artikelen worden veel gelezen of zijn nieuw? Hieronder een greep van vijf artikelen. Veel zegen bij het (her)lezen of het (opnieuw) kijken hiervan.

(1) Gabriel Barkay is decaan Bijbelse archeologie: “Ik probeer de Bijbel niet te bewijzen” (interview door Jonathan en David Parsons met prof. dr. Gabriel Barkay).
(2) Gevaar ‘spijtpil’ wordt minder geloofwaardig (geschreven door Kees van Helden).
(3) ‘Understanding a Gigantic Mass-Kill Fossil Deposit within the Redwall Limestone of Grand Canyon’ – Dr. Steven Austin sprak voor de livestream van Logos Research Associates (lezing door dr. Del Tackett en dr. Steven Austin).
(4) Een wereldwijde zondvloed: echt gebeurd of overdreven? (geschreven door dr. Hendrik Koorevaar en dr. Mart-Jan Paul).
(5) Dr. Pieter Omtzigt en een Nieuw Sociaal Contract – (Creationistische) Lessen uit zijn gelijknamige boek (geschreven door Jan van Meerten).

De volgende nieuwsbrief verschijnt, als de Heere leven en gezondheid geeft, op 30 september 2023 D.V. (Iemand laten) Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

‘Dorestad lag in de buurt van Rhenen en de burcht Traiectum/Trecht in de Marspolder’ – Artikel zet ‘Canon van Nederland’ op z’n kop

Dorestad lag in de buurt van Wijk bij Duurstede en Bonifatius werd bij Dokkum (in het huidige Friesland) vermoord. Zo wordt het op de basisschool de kinderen aangeleerd en zo wordt het ook onderwezen door bijvoorbeeld de ‘Canon van Nederland’. Dit beeld klopt echter niet. Althans volgens Christopher Rigg en Joke Honders. Zij betogen dat Dorestad tussen Rhenen en Kesteren heeft gelegen én dat Bonifatius en anderen in Dockinga, de Kade bij Ede, zijn vermoord. Dit is vooral een samenvatting van het artikel van Rigg in De Baron. Heb er zelf geen (literatuur)onderzoek naar gedaan, dus mogelijk is er meer informatie bekend.1

In het augustusnummer 2023 van De Baron verscheen een artikel van Christopher Rigg waarin het een en ander wordt uitgelegd. Op haar website ‘Nieuwe visies’ schrijft Joke Honders ook het een en ander.2 De fout in het huidige geschiedenisonderwijs ligt volgens de auteurs in een verkeerd lezen (en: verkeerde interpretatie) van de aloude Peutingerkaart.3 In De Baron start Rigg daarom met een schets hoe de Valleistreek er volgens hem uitzag na het begin van onze jaartelling. De eerste kilometers van de Vallei vanaf Nude naar het noorden bestond uit een natuurlijk stuwmeer Lacus Flevo (ook wel het Aelmere genoemd). Halverwege dit Aelmere lag het schiereiland Insula Flevo, tegenwoordig volgens Rigg bekend onder de naam Kraats. Het Aelmere wordt hiermee dus niet gelokaliseerd op de plaats van het huidige IJsselmeer en de Flevopolders, maar in de Vallei. De rivierlopen waren vroeger ook anders, zo stroomde de IJssel een stuk zuidelijker. Daarnaast legden de Romeinen diverse kanalen aan, zoals de Loen die in de Midden-Betuwe stroomde van Loenen aan de Waal tot de burcht Nijburg (tussen Randwijk en Heteren) aan de Rijn. Ze groeven ook een kanaal, de Lacus, van de Rijn naar de Ijssel en richting het noorden naar Lacus Flevo. “Daarmee werd de haven van Dorestad-Wic en het castrum van Traiectum/Trecht (gelegen tussen Rhenen en Kesteren, vanuit de IJssel en de Waal bereikbaar.” Hierbij wordt verwezen naar een artikel van Joke Honders, waarin zij aangeeft dat Trecht in de Betuwe lag.

Dorestad en Trecht

Volgens de auteur lag Dorestad niet bij het huidige Wijk bij Duurstede. “Die haven lag dus niet bij Wijk bij Duurstede, zoals algemeen wordt aangenomen, maar ten zuiden van Rhenen in de Oudenwaard bij Kesteren. (Bij Wijk bij Duurstede moet haven [sic.] met een andere naam gelegen hebben.” De Lake wordt volgens de auteur eenmaal de Fennepa genoemd, ‘een Keltisch woord voor ‘grensrivier’. Het kanaal bood toegang tot Dorestad en tot de hierboven reeds genoemde Aelmere’. Ook het Romeinse fort Levefanum lag niet bij Wijk bij Duurstede, maar wordt (zij het onzeker) gelijkgesteld met de burcht Nijburg tussen Randwijk en Heteren. De burcht Trecht, die in een lijst van bezittingen van de St. Martinusbasiliek van Willibrord en Bonifatius voorkomt, lag niet in de huidige stad Utrecht maar aan de zuidoever van de Oude Rijn tegenover Rhenen. Opnieuw wordt Dorestad ten zuiden van Rhenen gelocaliseerd. De auteur schrijft: “Ten zuiden van Rhenen lag eveneens de haven Wic en de handel- en industriestad Dorestad.” De bezittingenlijst was een kopie en bevat volgens de auteur veel kopieerfouten. “Voorbeelden Feedna/Reedna, dit moet Ede zijn en niet Vechten. Potarnem/Rotarnem is de Nijburg (bij Randwijk/Heteren) en niet Pouderoijen. Pathem/Rathem is wederom de Nijburg of mogelijk de Rode Toren te Heteren en niet Petten. Een extreem voorbeeld is Berninghem die gelijkgesteld werd met Beusichem, maar dit moet Bennekom zijn.” Er is een bron (een dagboek) van de bisschoppelijke ambtenaar te Trecht, Albertus Mettensis, waarin veel roddels uit de Betuwe, de Vallei en de zuid-Veluwe zijn opgeschreven. Met name over Adela van Renkum (Adela van Hamaland) en haar tweede man Balderik. Deze Balderik was graaf van Duffel en bezitter van de Nijburg. Kesteren is afgeleid van ‘castrum, de burcht Trecht (Traiectum) dat in de Mars of Oudenwaard lag’. Lakemond wordt afgeleid ‘van de Lacus, een kanaal door Drusus gegraven om de IJssel en de Nederrijn met elkaar te verbinden voor toegang tot de handelshaven van Dorestad-Wic, dat ten zuiden van Rhenen lag’. Volgens de auteur noemde men het toenmalige koninkrijk met een zetel in Rhenen, Frisia. Dit koninkrijk liep tot in de Betuwe ‘getuige het Friese aardewerk die [sic.] hier gevonden wordt’. In de 11e eeuw na Christus staat de Vallei bekend om de ijzerindustrie.

Volgens Rigg hadden de Merovingische koningen Dagobert en Clodovech in Trecht (onder Rhenen) hun koningszetel. Aan hun koninkrijk kwam echter een einde toen Pepijn van Herstal in de 7e eeuw de macht over nam en koning Radboud verdreef. “In 690 heeft Pepijn koning Radboud uit de oude Romeinse burcht van Traiectum/Trecht weer verdreven en hem bij Dorestad aan de noordoever van de Nederrijn verslagen.” Voor deze veldslag, in 680, heeft bisschop Wilfrid van York een jaar in Trecht bij Rhenen doorgebracht. Hij werd vriendelijk ontvangen door de voorganger van Radboud, koning Adlgisl. Toen de burcht veroverd was heeft de Frankische Karel Martel Rome verzocht om missionarissen te sturen. Daar werd naar geluisterd en Willibrord, een leerling van Wilfrid, werd gestuurd. “Daar zijn zij de Rijn overgestoken naar Trecht, waar Karel Martel hen een onderkomen in de al bestaande St. Thomaskerk heeft geschonken.

Bekend zijn ook de invallen van de Denen (Noormannen genoemd) in de Betuwe. Hier ziet Rigg een argument om Dorestad in de buurt van het huidige Rhenen te plaatsen. “Onder leiding van een zekere Hroerek/Rorik werd in 847 Dorestad aangevallen en ze roeiden vervolgens negen Gallische mijlen (19,9 km) stroomopwaarts naar Meginharderswich, het tegenwoordige Meinerswijk bij Arnhem-Zuid. Daarna keerden ze terug en maakten Dorestad tot hun hoofdkwartier, van waaruit zij de Betuwe overheersten. Dit is het bewijs dat Dorestad 20 km stroomafwaarts van Meinerswijk lag, dus bij Rhenen, en niet bij het huidige Wijk bij Duurstede, die [sic.] 40 km stroomafwaarts van Meinerswijk ligt.“

Bonifatius bij Ede vermoord

Op 4 juni 754 stak Bonifatius vanuit Trecht het Aelmere over naar Dockinga, de Kade bij Ede. “Een 19e-eeuwse antiquair nam ten onrechte een oud idee over dat Bonifatius in Dockum was vermoord, in de moderne provincie Friesland, 180 km ten noorden van de Almere.” Dit idee werd overgenomen door de rooms-katholieke kerk. “Het enige bewijs voor Dockum is de gelijkenis van de naam.

Ten slotte

Het artikel gooit het beeld van Nederland in het eerste millennium na Christus volledig op z’n kop. Helaas wordt er in het artikel van De Baron veel gepostuleerd, maar weinig beargumenteerd. Dorestad-Wic in de buurt van het huidige Rhenen én Trajectum/Trecht in de Betuwe? Zeer interessant en het zou natuurlijk kunnen, maar dan zie ik daar graag meer argumenten voor! Evenzo helaas kon ik geen reacties vinden van historici op de stelling dat Dorestad-Wic ergens anders heeft gelegen dan tot nu toe altijd verdedigd is. Immers, als de geschiedenisboeken in het onderwijs aan een grondige revisie toe zijn dan moet dit hoognodig gebeuren. We willen onze kinderen toch geen onjuistheden onderwijzen? Als Rigg ongelijk heeft met zijn revisievoorstel dan is het nodig om dit met behulp van argumenten te weerleggen.

Voetnoten