‘The Geophysics of the Flood’ – Dr. Kurt Wise sprak over Catastrophic Plate Tectonics op een congres van ‘Is Genesis History?’

In 2017 organiseerde ‘Is Genesis History?’ een conferentie over ‘Bijbel & Wetenschap’. Geoloog en paleontoloog dr. Kurt P. Wise sprak over de geofysica achter de zondvloed. De lezing gaat over Catastrofale Plaattektoniek (CPT). Met dank aan Is Genesis History? kunnen wij deze opname delen. De opname is met Nederlandse ondertiteling, maar er staan wel een aantal fouten in. Bekijk ook de twee andere geologische lezingen van dr. Kurt Wise op deze website (hier en hier).

Over ‘dat leste goet’ van Anna van Wijck gekocht door Aellert van Meerten

In de ‘Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe deel 2’, getranscribeerd door dr. P.D. Spies, komt een lange tekst voor waarin Aellert van Meerten ook voorkomt. De gerichtsdag is gehouden op maandag 10 juli 1564. Hieronder wordt slechts de tekst weergegeven.1

#Replick#
Jan van Tiell al eijscher referiert hem tot zijnder duechtelicke aensprake met alles geen wes daerin bedonghen is, uind seit mede voer zijn replick, als dat Anna van Wijck Harmansdochter in horen nichtiger antwordt bij exceptie niet ontfenckelicken en kan zijn, off oeck zulcx van mijn heren ritteren und knechten van Nederbetouwe hoer zulcx niet toegelaten en zall worden, aengesien dat men tegens loffweerdighe segell unnd brieve, daerin versegelt is als dat Anna van Wijck Anthonisdochter mij eeijscher geloeft uind versegelt heeft te vriën van alzulcke twee hondert karolusguldens unnd allen scaede daerbij, gaende uuijt den Pepperkoecken, vurgemelten brieven zeker tijden van jaren, hetwelck zij niet gedaen heeft, ’t welck zij verweerster niet ontkennen en zall.

Indem zij Anna sullicx niet en dede, soe bekende sij mij eeijscher schuldich te zijn die somme van twee hondert carolusgulden uind allen scade daerbij, uind die uuijt te panden uuijt omtrent drie marghen lantz een zeker onderpant zijnde. wellick onderpant zij Anna als verweerster alnu gebruickt overmitz verwijn hebbende op Anna van Wijck Anthonisdochter uind hoer toebehoert heeft, und zij hoer daerinne versegelt heeft te betalen als des heren thins unnd bijnnenjaerschen verschenen pacht, als blickt bij den bezegelden schultbrieff voer verhaelt in mijnder aenspraecken met den inhalt van dien, daer ick eijscher mij toe referier.

Item alsoe sij verweerster bijbrenght in horer nichtiger exceptie antwordt, alsdat den besegelden schultbrieff, daer ick eijscher alnu mede spreeckende zij ende voerheen op hoer verweerster und onderpant mede gesproecken hebbe, solde gesuccumbiert zijn ter oersaecken, soe zij is seggende, van ennige rasueren uind anders etc.

Daerop seit uint repliciert Jan van Tiell als eijschers vurschreven datselffde den voergenoimden schultbrieff niet gekent en is, dan voir goet gekent is, dat Aelbert van Marten, die dat leste goet hadde gekoft van Anna van [Wijck] Anthonisdochter, brocht twee contschappen zoe zij waren, diewelck ick eijscher noet gesien off gehoert hadde. Ick zolde beijde anders waell wederlecht hebben uind dieselffde tuichden, als dat Aellert van Merten dat leste goet van Anna van Wijck Anthonisdochter gekoft hadde unnd geërft uind voldaen was voer datum van mij eijschers schultbrieff. Als blickt bij een sententie gewesen tot Kesteren durch Harman van Eck, diewelcke gewesen heeft met sampt mijn heren ritteren unnd voirt nae inhalt die sententie hierbij inbedinckt, geteikent met die C.

Item alszoe zij verweerster in hore nichtige exceptie antwort bijbrengt, alsdat ick eijscher niet gefondiert zolde zijn, mijn actiën und schult ten derden instantiën op hore te instituieren, metz als dat ick eijscher hetzelve ordell gewesen durch Harman van Delfft niet naegegaen en zolde hebben gehat unnd hetzelve datelick verlaten solde hebben etc.

Dairop seit unnt replicieert Jan van Tiell eijscher alsnu hetzelve wairhafftich te zijn, want ick hoer verweerster, soe ’t mijnder huijsfrouwen maeij is, sullicx geloeft hadde mijn actie und schult ijrst te versuecken soe veer ick se krijgen koste op Aellert van Marten, want hij dat leste goet hadde van Anna van Wijck Anthonisdochter. All hadde ick hoer sulcx niet geloeft, als jae, soe hadde ick eijscher haer verweerster niet uut kunnen gelossen, want ick geen gelt en hadde om haer verweerster uuijt hoer verwijn sij hadde op het vurschreven onderpant, dan hebben altoes mijnen schultbrieff altoes te werck gestelt als blickt ende ritter unnd knechten wael kentelick is. Soe dan die schult unnd actie goet is und die penninghen ick opgeleit hebben voer Anna van Wijck Anthonisdochter uind dat onderpant vurschreven Anna Anthonisdochter toebehoert heeft unnd zij verweerster hetzelve onderpant overmitz verwijn daerop in ’t gebruick heeft, zal hoer verweerster alle sulcke exceptie niet toegelaten worden, dan zall gehladen zijn mij eijscher op te leggen uind te betalen vermogens mijnder aenspraecken und segellbrieve voirverhaelt, want men tegen sulcke zegell unnd brieve geen exceptie off ijetwes voer geniten zall.

Dan soe zij verwerderster het onderpant gebruickt, zall zij gehalden zijn mij eijscher op te leggen unnd te betalen woe vurschreven. Off ick eijscher verhoep van mijn heren ritteren unnd knechten, dat mij toegewesen ende erkant zall worden ten minsten hoer verweerster op te leggen unnd te betalen haer schulden daer het verwijn op gemaeckt is ende dat in alden datum dan mij eijscher schultbrieff is, mitz ten dat zij verweerster zall gehalden zijn rekenonghe te doen van het gebruick van het vurschreven onderpant tot affslach van horen schulden in alden datum uind alle tot erkentenisse van mijn heren ritteren ende knechten, ende zij verweerster zall gecondemniert worden in alle die kosten van desen proces und van den angetogen boven genoimden penninghen ende schade. Uind zall mede gedaen hebben een onrechte pandtweronge und bij mijn eijscher gedaen te zijn een rechte peindinghe. Dat seit den eijscher dat recht is uind begeert des een voirordell, soe ’t versegelt als heren tijns und bijnnenjaersche verschenen pacht.

Voetnoten

De Navorscher Jrg. 1-50 over het geslacht Van Meerten

Genealogisch onderzoek is onderzoek op de schouders van reuzen. In De Navorscher wordt veel informatie gegeven over het geslacht Van Meerten. Deze informatie is samengevat in artikelen op deze website. Hieronder volgen de verwijzingen naar die artikelen.

De eerste tot en met de zesde jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten

De zevende jaargang: Vermeldt nauwelijks iets over het geslacht Van Meerten. Op bladzijde 12 wordt het familiewapen gevraagd. Op bladzijde 184 wordt aangegeven dat het familiewapen is ontvangen, maar dat ‘volgens eenen afdruk in lak ons toegezonden, waarop insgelijks geene kleuren te onderscheiden zijn‘.

De achtste tot en met de elfde jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De twaalfde jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De dertiende tot en met de vijftiende jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De zestiende jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De zeventiende tot en met de negentiende jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De twintigste jaargang: Vermeldt nauwelijks iets over het geslacht Van Meerten. Er wordt slechts verwezen naar de vermeldingen van Hendrik van Meerten op bladzijde 307 en 374 van het twaalfde jaargang (zie hier).

De eenentwintigste jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten

De tweeëntwintigste jaargang: Vermeldt nauwelijks iets over het geslacht Van Meerten. Er wordt op bladzijde 73 slechts verwezen naar een boekje van A.B. van Meerten-Schilperoort met als titel ‘Jacob Cats de Gids en troost inzonderheid der ouden van dagen. Bloemlezing’, gedrukt in 1852 te Gouda.

De drieëntwintigste tot en met de vierentwintigste jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De vijfentwintigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De zesentwintigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De zevenentwintigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De achtentwintigste tot en met de negenentwintigste jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De dertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De eenendertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De tweeëndertigste jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De drieëndertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De vierendertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De vijfendertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De zesendertigste jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De zevenendertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De achtendertigste jaargang: Vermeldt nauwelijks iets over het geslacht Van Meerten. Op bladzijde 422 wordt de vraag gesteld of iemand het wapen van de familie Van Meerten kan delen.

De negenendertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De veertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De eenenveertigste tot en met de vierenveertigste jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

De vijfenveertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De zesenveertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De zevenenveertigste jaargang: De uitwerking hiervan is hier te vinden.

De achtenveertigste tot en met de vijftigste jaargang bevat geen informatie over het geslacht Van Meerten.

Kopie van een magescheidbrief tussen Margaretha van Culemborg (de vrouw van Johan van Abcoude van Meerten) en haar kinderen

In de onderstaande tekst gaat het om een magescheid tussen Margaretha van Culemborg (weduwe van J(oh)an van Abcoude van Meerten) en haar kinderen Ernst van Abcoude van Meerten en Gerrit van Abcoude van Meerten.1 In deze brief resp. Margriete van Meerten, Ernst van Meerten en Gerrit van Meerten genoemd. Ernst was getrouwd met Geertruijt van Bilwijk. Gerrit was getrouwd met Geertruijt van Loon van Heinsberg. Anne van Abcoude van Meerten ontbreekt in deze magescheid. Zij was non in een klooster buiten de stad Utrecht. Met dank aan het Regionaal Archief Rivierenland kunnen we de transcriptie van deze tekst hieronder delen.

LXXIII Copie van een maechgesceijt brief tusschen Margriete
van Meerten ende hare kijnderen

Wij Melchior van Culemborch bastert drost ter Lede ende Cornelis van Meerten als
magen ende vrienden eendrachtelicken dair toe gebeden gekoren ende begeert van wegen
Joncfrouwe Margriete naturlicke dochter tot Culemborch mit Gwillaume Provoost
horen echten man voecht ende momber ther eenre Ende Gerijt van Meerten ende
Ernst van Meerten hair twee zonen ter ander zijden doen condt ende bekennen
mits desen openen brieve dat wij ten versueken vrintlicke gebeden ende
begeeren van beijde den partijen voorscreven een vrintlick minlick maecgesceijt
verdingt gemaict ende uuijtgesprocken hebben ende mits desen uuijtspreken van
alle alsulcke goedingen heerlick ende eijgen als Gerijt ende Ernst van Meerten
gebrueders voirscreven aengecomen ende gestorven is overmits den overlijden van
Jan van Meerten haren zaligen vader ende hem aencomen ende besterven zall
nae dode Joffer Margriete hore moder voorscreven soe sij dat eendrachtelicken aen ons
verbleven sijn te houden te voltrecken nae te gaen ende te achtervolgen bij een
pene van vijfhondert gouden Roosen Nobelen het een derdendeel In behoef
ons Edelen lieven heren Grave van Hoochstraten etcetera het anderdordendeel
In behoef ons heijliger kerck van sunte barbaren binnen Culemborch het
dordendeell dair wij sexluijden dat keren Soe dat een yegelick geerft ende
gegoijt sal wesen ende blijven In manieren naevolgende Inden eersten sall
Gerijt van Meerten hebben ende behouden alle alsulcken heerlicke leen goet
als hem aen bestorven is overmits den overlijden van Jan van Meerten
sijns vaders gelijck hij die ontfangen heeft ende nu ter tijt selve gebruijct
dair toe hij noch Jairlicx ontfangen zall uut Lecxweert ende boeren weerdt
alzoe lange Joncfrou Margriet sijn moeder voorscreven In levende lijve is Die somme van
vijftich Rijnsche gulden current dair sijn eerste renth van omcomen ende verschijnen
sall Sint Martijns dach inden wijnter toecomende Anno etcetera enentwijntich ende
Sinte Peters dach ad cathedram dair naestvolgende Anno etcetera tweendertwijntich
noch sall Gerijt van Meerten nae doden Joffer Margriet sijnre moeder geerft
ende gegoijt wesen aen bexweert op alsulcke pantscap als die gelegen liggen
behoudelicken Gwillaume Provoost zijnen ome sijn allonge lijftocht aen den
helft vanden weerde voorscreven nae Inholt der brieven die hij dair van
heeft Noch sal Gerijt van Meerten voorscreven geerft ende gegoijt weesen nae
dode Joncfrou Margriet sijnre moeder aen die helft vanden losrente gaende uuijt
den steen weert nae vermoegen der brieven dair van wesende noch sal
Gerijt voorscreven geerfdt ende gegoijt weesen nae dode Joffer Margriet sijnre moder
voorscreven aen een huijse staende to Wijck bepailt ende nae Inholt der brieven dair
aff zijnde Noch sall Gerijt voorscreven geerfdt ende gegoijt weesen nae dode Joncffrou
Margriet sijn moeder aen elf gulden current lijfrente op die stadt van Culemborch
staende ten lijve van Gerijt voorscreven hier tegens sall Ernst van Meerten
geerft ende gegoijt wesen heffen ende bueren uuten Renthen gaende uuten
steen weert Jairlicx die somme van vijftich philippus gulden dair sijn
eerste ront van omcomen ende verschijnen sall Sinte martijns dach Inden
wijnter toecomende Anno etcetera enentwintich ende Petri ad cathedram Anno etcetera twe ende
twintich soe lange sijn moeder in levende leven is Noch sall Ernst van Meerten
geerft ende gegoijt wesen nae dode Joncffrou Margriet sijnre moeder aen die gerechte
helft van den losrente gaende uuijt den Steen weert nae Inholt ende vermoegen
der brieven Noch sal Ernst van Meerten voorscreven geerft ende gegoijt wesen
nae dode joncffrou Margriet sijnre moeder voorscreven aen vijf margen heerlick
leen goets gelegen op Buesinchem nae Inholt der brieve dair aff zijnde
mit noch ses margen heerlick leen goets gelegen In die Aventuer gecoft
van Dirck van Mouderick opt Inholt der brieven dair aff zijnde beheltelicke
dat hij uuijten ses mergen voorscreven bij consent vanden leen heer den Rechten
huijsarmen Inden heijligen geest to Culemborch vestigen salll Jairlicx twintich
gulden current Culemborchs euwijge erfrenthe off hij machse beleggen op een
ander goet onderpant off tselve goet laten den heijligen geest voorscreven tot
sijnen genuegen Te betalen die eerste Jair renth binnen Jairs nae dode Joffer
Margriet zijnre moeder voorscreven Noch sall Ernst van Meerten geerft ende
gegoijt weesen nae dode sijnre moeder aen beijde die weerde tot Honswijck
ende to Hagesteijn nae Inholt der brieve dair aff wesende Noch sal Ernst van
Meerten geerft ende gegoijt wesen nae dode Joffer Margriet sijnre moeder aen
elf gulden current Jairlicke lijfrenthen op die stadt van Culemborch ten
lijve van Ernst van Meerten voorscreven Item oft gebuerden dat Gerijt of te
Ernst van Meerten voorscreven ennich betamelicken hijlick aen quamen ende deden bij
raden van haren vrinden ten beijden zijden soe sullen Gwillaume ende Joffrouw
Margriet echte luijden bij den selver doen als nae redenen behoren sall mit
alsulcken voirwairden soe wes den boedel nu is off bij Gwillaume Provoost
ende Joffer Margriet echten luijden voorscreven aen geworven ende verbetert mach
worden dat hij hair genuegen ende believen dair mede sullem moegen doen
hair leven lank ombecroont van Gerijt ende Ernst van Meerten voirscreven Ende
soe wes nae dode van Joffer Margriet voorscreven geovert ende Inden gemeijnen
boedel gewonnen is zall Gwillaume Provoost hebben ende gemeten d een helft
ende Gerijt ende Ernst van Meerten dander helft Oick sint voirwairden
oft gebuerden dat dair enijge losrenten afgequeten worden binnen middelen
tijt alleer Joncffrou Margiet afluvich worde die sal men terstont bij de vrinden
weder om beleggen aen goede ander efgoede oft renten tot behoef der geenre
die daer aen geerft waren beheltelicken Joffer Margriet heffen dair
aff zoo lange sij in leveenden lijve is ende nijet langer Noch sijnt vorwairden
off Joffer Margriet noot gebuerden bij kennelicke nootsaicken off kennelicke
armoede dair god voir sij dat sij als dan haren goets sal moegen genieten
bij kennisse ende goetduncken van haren vrinden als nae redene behoort
Ende hier mede sullen partijen voorscreven minlick ende vrindelick In Rechten
maegescheijt gesceijden sijn ende blijven ende gehouden zijn nae dode Joffer Margriet
voorscreven die een den anderen te vestigen In sijn aen gedeijlde goeden heerlick
ende eijgen mit opdracht ende verticht alst nae allen Rechten behoort ende
allet bijden pene voorscreven des toirconde hebben wij Melchior ven Culemborch
ende Cornelis van Meerten als mage ende vrinde voorscreven ende wij Gwillaume
Provoost ende Joffer Margriet echte luijde voorscreven elcx onser zegel beneden aen
desen maegesceijt brieve gehangen Ende mere vestenisse hebben wij Gwillaume
Provoost ende Joffer Margriet echte luijde voorscreven ende Gerijt ende Ernst van Meerten
voorscreven overmidts gebreck onss eijgen segelen sementelicken ende eendrechtelick
gebeden Melchior van Culenborch Hubertssoon ende Gerijt van Everdingen
als onse mage ende vrinde ende oick als mannen van leen vanden hove der
leenen voirgevuert dit maghesceijt mit ende over ons te besegelen t selve
wij Melchior ende Gerijt voorscreven ter vrindelicke begeerte als voorscreven gevat alset
gedaen hebben In den Jair ons heren vijftienhondert een ende twintich opten meij avondt

Regest 30 april 1521
Melchior van Culemborch. bastaard, drost ter Lede, en Cornelis van Meerten als vrienden van wege jonkvrouwe Margriete, natuurlijke dochter tot Culemborch, en Guuillamme Provoost, haar man, eenerzijds, en Geryt van Meerten en Ernst van Meerten, haar twee zoons ter andere zijde, stellen een magescheid vast voor de goederen door de laatsten verkregen van wijlen hun vader Jan van Meerten, en nog te erven na het overlijden hunner moeder.
[Van de Ven regestnr.342]

Voetnoten

De zevenenveertigste jaargang van ‘De Navorscher’ en de genealogie van het geslacht Van Meerten

De zevenenveertigste jaargang van het blad ‘De Navorscher’ verschijnt in 1897 en heeft vermeldingen van diverse personen uit het geslacht Van Meerten.1 Deze personen leefden van de 15e tot de 18e eeuw.

In de zevenenveertigste jaargang van ‘De Navorscher’ gaat Anspach verder met zijn artikelenserie over ‘De Heerlijkheid Lienden in Neder-Betuwe’.2 De zevende paragraaf van dit vierde deel gaat over ‘Het kerkgebouw’. De achtste paragraaf gaat over ‘Vicarieën en kruisgild’. De negende paragraaf gaat over ‘De predikanten’. In het laatste deel worden nog wat correcties doorgevoerd en aanvullende informatie gegeven.3

Jan van Meerten

Bij de paragraaf over de vicarieën en het kruisgilde komt ene Jan van Meerten voor. Anspach schrijft hierover: “De in 1561 als vicarie van St. Antonius aangeduide vicarie kan opgegaan zijn in die welke in 1619 getiteld wordt als de vicarie St. Crucis, tot welke de Olieakkers (bij de kom des dorps, tegenover de huidige hofstede ’t Heylige Leven) behoorden.“ Anspach geeft aan dat hier toen Jan van Meerten het collatierecht had. Hij werd hierin belemmerd door Marie Pegroms. “Het Hof van Geld. veroordeelde haar 24 Juli, die akkers te laten varen, ze weder bij de vicarie St. Crucis te voegen, met de lasten ten behoeve der kerk van ouds er op gesteld.” Als bron wordt gegeven: ‘Registers archief voormalig Hof van Gelre’ door P. Nijhoff.4 In de voetnoot legt Anspach de genoemde Olieakkers uit: “Olieakkers, vermoed ik, z.v.a. akkers, geschonken om er de olie voor gewijd gebruik en voor den eerdienst uit te bekostigen.” Wie de genoemde Johan van Meerten is en hoe deze verwant is aan de ons bekende vroegmoderne Van Meertens is mij (nog) niet duidelijk.

Dirk van Merthen

Bij het kruisgilde te Lienden, die uitvoerig wordt beschreven door Anspach, treft men in 1674 ook de naam van Dirk van Meerten aan. Ik citeer: “Onder de ‘Namen der Gildebroederen van t Cruysgilt tot Ln die volgens Costuyme en ouder gewoonte hebben geteert ten huyse van Cornelis v. Wamel den 7 en 8 Septr 1674, doen Gildems waren Ariën Cornelis v. Ingen en Herman Corneliszn Mol, treft men aan: Dirck Thonissen v. Westrhenen, Dirk v. Merthen, Jerephaes v. Grootvelt, Thonis v. Wijck, Jan v. Wijck, Abraham v. Wijck, Jan v. Wijck Thoniszn, Willem v. Wijck, mr. Hendrick v. Heusden. Destijds waren er 34 gildebroeders, en Cornelis v. Wamel was één hunner; waaruit men besluiten mag, dat de maaltijd ten huize van de leden rondging.

Johan van Brakell

Lienden was, volgens Anspach, door de invloed van Jor. Johan van Brakell (?-1580) anti-Spaansgezind en leverde Geuzen. Diverse inwoners uit Maurik, Ingen en Kesteren werden door de Hertog Alva gebannen, met verbeurdverklaring van hun goederen. Naast plundering (bijvoorbeeld van het klooster van Lienden en de commanderij van Ingen) viel hen ook beeldenstormerij ten laste.5 Of Johan van Brakell hier ook aan meegedaan heeft en zijn goederen daarom ook verbeurd werden verklaard wordt niet duidelijk. Johan van Brakell was getrouwd met Johanna van Meerten, de dochter van Dirck van Meerten en Bertha van Eck van Panthaleon.

Maria van Meerten

Op bladzijde 347 wordt Maria van Meerten genoemd. Zij liet, samen met haar man Herman Vonk, in 27 Mei 1798 te Ommeren een dochter Dirkje dopen. Dirkje is geboren op 20 Mei 1798. Cornelia Vonk was hierbij getuige.

Voetnoten

Heeft Anthonius van Abcoude van Meerten samen met burggraaf Joost van Montfoort tegen de Turken gevochten in de ‘Slag bij Mohács’?

In de nieuwste Radix (het blad van ForumC) verscheen een lezenswaardig artikel van dr. Ronald de Graaf over Europeese en internationale betrekken met Nederland vijfhonderd jaar geleden. Het gaat onder andere over het imperialisme van Kanuni Sultan Süleyman I, die door De Graaf ‘de Vladimir Poetin van 1523’ met ‘een witte tulband’ wordt genoemd. De Graaf schrijft ook kort over de ‘Slag bij Mohács’ in 1526, waar de Hongaren verpletterend werden verslagen.1

De Graaf schrijft over die ‘Slag bij Mohács’ het volgende:

”Terwijl Karel V in Worms vergaderde, rukte Süleyman vanuit Constantinopel de Donau volgend op. Op 29 augustus 1521 viel het voorste bolwerk van het christendom op het Europese vasteland: hij nam na een beleg van twee maanden de ‘Witte stad’ Belgrado in. Drie jaar later werd na de Slag bij Mohács Hongarije onder de voet gelopen en verloor een zwager van Karel V het leven. Nu lag de weg naar Wenen open.”

Joost van Montfoort (±1510-±1539). Bron Wikipedia.

Denkend aan de ‘Slag bij Mohács’ kwam m’n transcriptiewerk van het geslachtsboek ‘Van Abcoude van Merthen’ in gedachten.2 Op pagina 72 staat dat Anthonius van Abcoude van Meerten3 als edelman van de tiende burggraaf Joost van Montfoort gevochten heeft tegen de Turken in Hongarije.4 Op deze bladzijde staat dat Anthonius eerst page was bij de Heer van Gaesbeek, maar daarna als edelman is voorgesteld aan de Heer van Montfoort. Samen met de Heer van Montfoort is hij ten strijde getrokken tegen de Turken (hier Turs genoemd). Na deze (verloren) strijd zijn ze, zowel Anthonius als Joost, via Frankrijk terug in het Sticht Utrecht gekomen. Joost is daarna Frans(man) geworden (mogelijk in Bourgondische dienst gekomen).5 Volgens de transcriptie is hij jong, namelijk op 27-jarige leeftijd, overleden. Anderen bronnen geven aan dat hij 29 jaar geworden is. Joost is in ieder geval rond 1539 overleden. De ‘Slag bij Mohács’ vond plaats in 1526. Het geschatte geboortejaar van zowel Van Abcoude van Meerten als Van Montfoort is 1510. Beiden moeten dus zestien jaar oud zijn geweest toen ze tegen de Turken vochten. Als hier de ‘Slag bij Mohács’ bedoeld wordt. In een eenvoudige zoektocht naar bronnen over Nederlanders die meevochten in de ‘Slag bij Mohács’ kon ik niets vinden. Een nieuwe uitdaging! Hebben Anthonius van Abcoude van Meerten (±1510-±1573) en Joost van Montfoort (±1510-±1539) meegevochten in de ‘Slag bij Mohács’?

Voetnoten

De deur van de ijskast rond ijstijdenonderzoek van dr. Hebert toch op een kier?

In het najaar van 2022 berichtte ik via deze website dat het ijstijdenonderzoek van dr. Jake Hebert, met de focus op biologie, door Institute for Creation Research (ICR) in de ijskast was gezet. Met een publicatie in Journal of Creation en een poster op de International Conference on Creationism (ICC) lijkt de ijskastdeur toch op een kier te staan.1

Dr. Jake Hebert heeft zich in het afgelopen decennium beziggehouden met ijstijdenonderzoek. Hij richtte zich vooral op de ‘pacemaker van de ijstijden’, de theorie van Milanković en op de ontwikkeling van een ‘Ice Sheet’-computermodel. Vorig jaar gaf ik aan dit een gemiste kans te vinden, ijstijdenonderzoek is net zo belangrijk binnen het scheppingsparadigma als biologisch onderzoek. Bovendien vormen de cycli van Milanković een uitdaging voor creationisten. Bovendien zou dr. Hebert samen kunnen werken met atmosferisch wetenschapper dr. Steven Gollmer, die ook met ijstijdenonderzoek bezig is.2 Twee publicaties van dr. Hebert geven hoop dat het ijstijdenonderzoek door ICR niet helemaal is afgeschreven.

Journal of Creation

In de meest recente Journal of Creation verschijnt een artikel geschreven door dr. Jake Hebert naar aanleiding van het ijstijdenonderzoek. Het betreft een weerwoord op een reactie op zijn gepubliceerde werk. In deze ‘Countering the Critics’ gaat dr. Hebert in op commentaar van een geochronoloog op zijn onderzoek naar de theorie van Milancović. Na een analyse van de kritiek komt dr. Hebert tot de conclusie dat zijn onderzoeksresultaten niet aan een revisie toe zijn of zelfs incorrect zijn. Het is goed dat Hebert de tijd en ruimte heeft gekregen om kritiek op zijn onderzoekswerk van een weerwoord te voorzien.3

International Conference on Creationism (ICC)

Het tweede werk dat de ijskastdeur op een kier zet is Heberts posterpresentatie op de International Conference on Creationism (ICC).4 Deze poster mocht ik van dr. Hebert inzien.5 De poster biedt vooral een overzicht van het gedane werk en mogelijkheden voor vervolgonderzoek. Het bevat in kopjes het gedane werk, namelijk: ‘Refuting Milankovitch’, ‘’Missing’ Ice Age Forests Explained’, ‘Improving Creationist Ice Sheet Models’ en ‘Evidence of Inflated Ice Core Ages’.6 Onder het kopje ‘Future Work’ gaat dr. Hebert in op toekomstig werk. Toekomstige creationistische modellen zouden isostatische aanpassingen moeten toevoegen in het gehanteerde Mahaffy-model. Hebert geeft ook aan problemen gehad te hebben met het schrijven van Blatter-Pattyn IDL-code. Deze zouden in de toekomst moeten worden opgelost. Bovendien geeft hij nog meer tips voor toekomstig werk waar rekening mee gehouden moet worden, zoals het opmerkzaam zijn voor de chemische invloed op ijslagen. Wellicht krijgt dr. Hebert toch de kans om dit vervolgonderzoek zelf op te pakken, wellicht samen met dr. Gollmer. We houden het in de gaten!

Voetnoten

De vijfenveertigste jaargang van ‘De Navorscher’ en de genealogie van het geslacht Van Meerten

De vijfenveertigste jaargang van het blad ‘De Navorscher’ verschijnt in 1895 en heeft een vermelding van één persoon uit het geslacht Van Meerten.1 Deze persoon leefde in de 17e eeuw.

Overluiden

Op bladzijde 145 en 146 worden Overluidingen uit de Stad Utrecht weer gegeven.
”XVIII Jan. overluyd de weled. Joffr. Gerardina v Wanroy Uitten Ham, in haer leven huysvr. v den weled. gestr Hr Ernst v Abcoude v Meerten, drossaert der vrije stede en lande van Vyanen, capn v een compagnie te voet; gestorven te Vianen.”

Wapen

Op bladzijde 522 wordt een wapenschild bediscussieerd. Omdat er in het zwart ‘een opspringende zilveren hazewindhond met gouden halsband’ voorkomt denkt de scribent aan een wapen van Van Meerten of Van Geenen. Op bladzijde 709 wordt dit door ene M.P. Smissaert gecorrigeerd: ”In plaats van (van Meerten of van Geenen) lees: (van Geenen). Twijfel bestaat niet.”

Voetnoten

Mark H. Armitage (MSc.) presenteerde deze zomer onderzoek naar gemineraliseerde bloedstolsels in dinobotten op congres van Microscopy and Microanalysis

Mark H. Armitage (MSc.)1 doet met zijn Dinosaur Soft Tissue Research Institute onderzoek naar ‘zacht weefsel’-structuren in dinosauriërbotten.2 Hij publiceert zijn werk veelal in vakbladen voor microscopie, maar ook in chemische vakbladen. Tegelijkertijd is deze academicus ook uitgesproken creationist. Hij denkt daarom dat de dinosauriërbotten geen miljoenen, maar duizenden, jaren oud zijn. Deze zomer presenteerde hij zijn onderzoeksresultaten op een congres voor microscopie en microanalyse in Minneapolis.3

Zijn bijdrage had als titel ‘Blood Clots in Dinosaur Bones: Seemingly Permanent Organic/Mineral Interfaces in Once-living Structures’.4 Een abstract daarvan werd als bijlage gepubliceerd bij het tijdschrift ‘Microscopy and Microanalysis’. Voor zijn presentatie heeft Armitage gemineraliseerde bloedstolsels onderzocht die microvasculaire kanalen in dinosauriërbotten afsluiten. Hij heeft daarvoor gebruik gemaakt van UV-autofluorescentie microscopie (UVFL). De botten werden eerst gespoeld in zuiver water en daarna gedroogd. Vervolgens werden ze in dunne plakjes gesneden en deze werden bevestigd op glasplaatjes. Daarna werden ze blootgesteld onder UVFL en werden de botten bestudeerd op auto-fluorescerende stolsels. En inderdaad fluoresceerde de stolsels (zoals Armitage ook op de plaatjes liet zien). Dit wijst op de aanwezigheid van ijzer. Volgens Armitage zijn dit waarschijnlijk heemverbindingen (hemoglobine), de ijzerhoudende kleurstoffen in rode bloedcellen.5 Armitage uitte zijn verbazing op het congres, dat ondanks de aangenomen tijdschaal en de aantastende omgevingsfactoren er nog steeds gemineraliseerde bloedstolsels te bestuderen zijn. Volgens de geleerde moedigt dit aan tot vervolgonderzoek en het bestuderen van meer dinosauriërsbotten met behulp van deze methode.

Voetnoten

PERSBERICHT: Congres over ‘Bijbel & Wetenschap’ in Hardinxveld-Giessendam

  • Op 21 oktober 2023 D.V. organiseert Fundamentum een congres ‘Bijbel & Wetenschap’ in ‘De Bron’ te Hardinxveld-Giessendam.
  • Verwondering over Gods schepping is het thema.
  • Tien gepromoveerde wetenschappers spreken over theologie, medische ethiek en natuurwetenschap.
  • Ter bestrijding van de onkosten wordt een entree 10 euro (7,50 voor studenten) gevraagd.
  • Het congres is ook kosteloos thuis te volgen via de livestream.
  • Meer informatie is te vinden via www.oorsprong.info/congres.

HARDINXVELD-GIESSENDAM – Gods schepping en menselijke verwondering zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. De schoonheid en complexiteit van het Boek der Natuur doet ons duizelen. Het bestuderen hiervan laat ons met een oude dichter uitroepen: ‘Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?’ Deze scheppingsverwondering is het ultieme doel van het congres ‘Bijbel en Wetenschap 2023’. Dit congres, met een tiental gepromoveerde wetenschappers, wordt georganiseerd door Fundamentum. Tot eer van onze Schepper en tot heil van de naaste, dat is de wens van de organisatie.

Het congres wordt op 21 oktober 2023 D.V. georganiseerd in De Bron aan de Maasstraat 1 te Hardinxveld-Giessendam. Het congres wordt, als zijn gezondheidstoestand het toelaat, geopend door Jan van Meerten. De thema’s op het congres omvatten drie onderdelen: een theologisch gedeelte, een medisch-ethisch gedeelte en een natuurwetenschappelijk gedeelte. We starten het theologische gedeelte met een lezing van dr. Henk van den Belt over het Sola Scriptura van de Reformatie en waarom dit nog steeds relevant is voor deze tijd. De tweede theologische lezing wordt verzorgd door dr. Pieter Lalleman. Hij zal ons inleiden in de historische betrouwbaarheid van de Evangeliën. We verwonderen ons in dit theologische gedeelte over (de overlevering van) Gods Woord. Na deze twee theologische lezingen volgt er een medisch-ethische lezing van dr. Bert-Jan Heusinkveld. Naar aanleiding van zijn proefschrift ‘De betere mens’ zal deze ethicus zich verwonderen over het menselijke medisch-wetenschappelijke vernuft om te komen tot mensverbetering, maar ook verkennen wat de medisch-ethische grenzen hiervan zijn. Mag alles wat kan?

Het grootste deel van de congrestijd gaat uit naar natuurwetenschappelijke verwondering. Na de etenspauze, waarbij een eenvoudige lunch verzorgd zal worden door de organisatie, trapt astrofysicus dr. Herbert Koekkoek dit gedeelte af met fotografische verwondering over het heelal. Na deze macro-wereld dalen we af naar slechts één, maar onmisbaar, element: water. Dat water een alledaags wonder is, dat is te zien in ontwikkelingslanden waar (soms) uren gelopen moet worden voor schoon drinkwater. Dr. Gerdien van Genderen-de Kloe geeft een lezing over de wereld van water. Dr. Nico Overeem brengt ons met zijn lezing in de wereld van de pathogenen. Zijn deze ziekteverwekkers speciaal gemaakt om zich aan te passen? Dat lijkt een tegenstrijdigheid. Dr. Jan-Hermen Dannenberg is uitgenodigd om te spreken over de wonderlijke eigenschappen van DNA. Tenslotte sluit dr. Roel Jongeneel het dagprogramma af door met ons te kijken naar economie en rentmeesterschap. We kunnen ons verwonderen over de schepping, maar de mens kan met zijn handelen ook de schepping verwoesten. In hoeverre kunnen we dankbaar en verantwoord omgaan met het goed dat aan ons is toevertrouwd?

Het avondprogramma zal alleen via de livestream worden uitgezonden. In de avond zijn twee Angelsaksische sprekers uitgenodigd. Dr. Danny Faulkner denkt met ons na over creationistische astronomie en dr. Kenneth Coulson heeft als aardwetenschapper stromatolieten bestudeerd en wil zijn kennis met ons delen. Zijn interpretatie van deze paleontologische verschijnselen heeft gevolgen voor de kijk op de start van de zondvloed. Fundamentum is een creationistische organisatie. We geloven en belijden een zesdaagse schepping door God, een historische zondeval en de Heere Jezus Christus als ‘enig middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en wederom tot genade komen’. De bekende theologische vierdeling van schepping, zondeval, verlossing en voleinding. Sprekers en schrijvers die worden uitgenodigd kunnen verschillend denken over de invulling en de natuurwetenschappelijke gevolgen van deze belijdenis, maar zijn er in ieder geval van overtuigd dat God de Schepper is van hemel en aarde.

Deelname aan dit congres is mogelijk door aanmelding via de webpagina www.oorsprong.info/congres. De entree voor het congres bedraagt 10 euro als regulier tarief en 7,50 euro voor studenten. Dit geringe bedrag wordt gebruikt ter bestrijding van de onkosten. Voor mensen die slecht te been zijn, te ver weg wonen of om andere reden verhinderd zijn wordt het congres ook via de livestream uitgezonden. Hiervoor is een afzonderlijke webpagina aangemaakt: www.oorsprong.info/livestream-congres-2023. Deze livestream is kosteloos en vrij toegankelijk. Het programma is geschikt voor geïnteresseerde leken, studenten en academici. Ook opvoeders, onderwijsgevenden en onderwijsondersteunend personeel, predikanten en overige kerkelijke werkers kunnen tijdens dit congres nieuwe inzichten opdoen, die ze daarna kunnen gebruiken in de klas of in de kerk. Mensen die kritisch staan tegenover de schepping door God of daaraan twijfelen, zoals atheïsten en agnosten, worden door de organisatie ook uitgenodigd. Het is de wens van de organisatie dat dit congres mag leiden tot Gods eer en tot heil van de naaste.

Dit persbericht zal, samen met de flyer, begin oktober D.V. gedeeld worden met alle Nederlandstalige media en vanaf vandaag met vrienden, kennissen, kerkgenootschappen, politici etc. Het congres is geschikt voor alle Nederlandstaligen die woonachtig zijn in de gebieden Aruba, Curaçao, Indonesië, Nederland, Nederlandse Antillen, Suriname, Vlaanderen en Zuid-Afrika. Het avondprogramma is internationaal geschikt voor deelnemers die de Engelse taal beheersen. Een pdf-versie van dit persbericht kan aangevraagd worden via het contactformulier.