Home » Genealogie » De vijfendertigste jaargang van ‘De Navorscher’ en de genealogie van het geslacht Van Meerten

De vijfendertigste jaargang van ‘De Navorscher’ en de genealogie van het geslacht Van Meerten

De vijfendertigste jaargang van het blad ‘De Navorscher’ verschijnt in 1885 en heeft een vermelding van een persoon uit het geslacht Van Abcoude van Meerten1.2 Deze persoon leefde in de 16e en begin 17e eeuw.

Eerste deel van de beschrijving van de vondst van de grafsteen van Johannes Antonius van Renesse (1540-1619) zoals weergegeven op bladzijde 542 van de 35e jaargang van De Navorscher.

Op bladzijde 542-543 wordt melding gemaakt van het feit dat er in juni 1885 een grafsteen is gevonden in de Hoofdwacht. Ondanks dat de grafsteen erg oud is, is deze volgens het verslag goed behouden. In de hoeken worden de wapens Van Renesse, Abcoude van Meerten, Montfoort en Kuijnre. In het midden het wapen van de hier begraven Johannes Antonius van Renesse in een medaljon. Daarboven zijn devies: Prodesse semper, geplaatst onder een grafnaald. Achter de naald slingert een lint waarop de woorden Prudenter et Fortiter te lezen zijn. Aan de kant van het wapen – waarvan de kwartieren uit de wapens van Renesse en Abcoude bestaan – ziet men ook twee naalden. Onder de naald aan de linkerkant staat Pro esse raro, onder de naald aan de rechterkant Ob esse numquam. Onder het medaljon zijn een schedel en beenderen afgebeeld in de steen en tussen de wapens van Montfoort en Kuijnre aan het voeteneind een zandloper. Hierboven is een lint geslingerd met de woorden Vince bono malum.

Volgens de beschrijver is het grafschrift onder het middelste wapen geplaatst. De schrijver heeft hem getranscribeerd en hier volgt de Latijnse tekst:

D. 0. M. T. ET V. CHI?. SAL. viator scire si desideras qs. svb hoc lap. qc. homo vt tv, io : a : reness : ar : et i : V : 1. s. hvi’ ced : d : i : b : ca. et deca’ psona, psonat : goedel : qvine post fvnera alicvi gravis eet avt crederet pare et sibi vt qvos vita conivxerat mgrs non disiv- g. mon : hoc constr : Civrv. avt ab cetern : pria exvl tande semi imper. ivssv revoc : alacr : vitce mel : spe ad chrm sal : cessit. sed hens. nec istvd sole te scire volvit very vt tv, const : term : (qve pier non pot 🙂 memor cito facias Qae Inoriens fecisse velles na- semete vt fecer. ita metes, si didicisti ave et vale. tv interim hv- c quetis loco ne invideas, nec resuscit laces ‘ : qvi vives (vt. sperat) obfvit nemi. qvis illi nec oia nec oes placvere, qvinam ille oib’ 9 dens oia : in oib hvic placere stvde. abei cras seqvt vix : a LXX1X. men : II D. XV1 e. A. Sal : MDC XIX 27 IVL.

Deo optimo maximo T (?) et V (?) 1 ) Christo Salvatori. Viator, scire si desideras quis sub hoc lapide quiescat; homo ut tu, Johannes Antonius Renesse artium et iuris utriusque licentiatus, sacrae huius aedis Divi Johannis Baptistae canonieus et decanus, persona personatus Goedelandiae, qui ne post funera alicui gravis esset aut gederet parem et sibi, ut quos vita coniunxerat mors non disiungat, monumentum hoc construi curavit. Diu autem ab aeterna patria exul tandem summi imperatoris iussu revocatus alacriter vitae melioris spe ad Christum salvatorem cessit. Sed hens, nec istud solum te scire voluit, verum ut tu, constituti termini (quern praeter non potes) memor, cito facias quae moriens fecisse velles. Nam sementem ut feceris ita metes. Si didicisti, ave et vale ; tu interim hunc quietis locum ne invideas nec resuscites lacessas qui vivens (ut sperat) obfuit nemini. Quis (cumque ?) illi nec omnia nec omnes placeuere, quinam ille omnibus ? Deus omnia in omnibus, huic placere stude. Abei (?) eras sequitur. Vixit annos LXXIX Menses II dies XV. Obiit anno salut. MDCXIX Julii XXVII.

De transscribent geeft bij 1) aan dat het hem niet helemaal duidelijk is wat deze letters betekenen. Hij geeft ook aan dat het hem niet gelukt is om het hele opschrift in zuiver Latijn over te zetten en geeft bovenstaande lezing graag voor een betere. Wat duidelijk wordt uit deze tekst is in ieder geval dat deze gevonden grafsteen van Johannes Antonius (van) Renesse is en dat hij stierf op 27 juli 1619. Hij was toen 79 jaar, 2 maanden en 15 dagen oud. Dit wil zeggen dat hij geboren is op 12 mei 1540. Genealogische gegevens laten zien dat het hier gaat om een zoon van Adriaan van Renesse van Wulven en Anna Abcoude van Meerten. Adriaan was een zoon van Johan van Renesse en Aleijd Freijse van Kuinre. Anna was een dochter van Johan van Abcoude van Meerten en Magtelt van Montfoort.3

  1. Het gaat hier om een ‘bastaardentak’ die voorkomt uit een buitenechtelijke relatie tussen Willem van Abcoude en Johanna van Meerten in de 14e eeuw.
  2. Het gaat om: De Navorscher. Een middel tot gedachtewisseling en letterkundig verkeer tusschen allen die iets weten, iets te vragen hebben, of iets kunnen oplossen. Jrg. 35. Verschenen te Amsterdam in 1885 bij J.C. Loman.
  3. Zie: http://home.kpn.nl/drennes1948/html/fam/fam00159.htm. Zie ook de zestiende jaargang van De Navorscher: https://oorsprong.info/de-zestiende-jaargang-van-de-navorscher-en-de-genealogie-van-het-geslacht-van-meerten/.