Home » Gastbijdrage » De aarde bouwen en bewaren – Leven in een veranderende wereld

De aarde bouwen en bewaren – Leven in een veranderende wereld

Eben-Haëzer, zo heette het schip van Jan Geense. Die naam (“Tot hiertoe heeft ons de HEERE geholpen”) droeg het vrachtschip met ere. Schipper Geense (1848-1933) kon er regelmatig van getuigen hoe de Heere hem geholpen had. Bekend is het voorval dat Geense aan het eind van de week met een lading brouwgerst in Antwerpen kwam en de boodschap kreeg dat zijn schip op zondag gelost zou worden. Geense weigerde. Daarop werden de havenwerkers boos en ze zeiden dat ze hem tóch de volgende dag zouden lossen. De schipper stortte zijn hart voor de Heere uit en hij geloofde vast dat God machtig was dat te verhinderen. “Toen ik ‘s morgens buiten keek, was alles met ijs bedekt, want het had geregend en daarna gevroren, zodat er geen gelegenheid was om op straat te komen en nog minder om te lossen. Het was al in het laatst van april. Ze vroegen des maandags aan mij, in wat voor een God ik geloofde, want het was zeer opmerkelijk.”

Een sprekend voorbeeld waaruit blijkt dat God álle dingen bestuurt. De HEERE vroeg aan Job: “Heeft de regen een vader? Of wie baart de druppelen des dauws? Uit wiens buik komt het ijs voort? En wie baart den rijm des hemels?” De Heidelbergse Catechismus geeft het antwoord hierop in Zondag 10: “De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde (…) gelijk als met Zijn hand onderhoudt.”

Opwarming aarde

Loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren ontstaan niet “bijgeval” maar door Gods Vaderlijke hand. Daarom is het begrijpelijk dat christenen weleens moeite hebben met allerlei maatregelen rond het klimaat en de opwarming van de aarde. Sommigen doen er ronduit schamper over, anderen halen hun schouders op. De vraag klinkt: Is het niet een ongelovige, goddeloze gedachte dat een mens het klimaat kan beïnvloeden? Dat is toch grenzeloze zelfoverschatting? Een mens kan geen el aan zijn lengte toevoegen. En er zijn in het verleden zo vaak temperatuurschommelingen geweest.

Allemaal heel begrijpelijke vragen. Vaak gaan ze gepaard met een bepaalde emotie: de vragen ontstaan niet alleen vanuit het besef van Gods voorzienigheid, maar ook omdat men de maatregelen als onredelijk en bedreigend ervaart. Dat is niet verwonderlijk. Je zult maar je hele leven gebouwd hebben aan je bedrijf, de vierde generatie boer zijn en telkens weer uit Den Haag horen dat het anders moet of dat je ermee moet stoppen. Omdat er te veel gras op de heide staat. Of omdat Europa vindt dat we vegetariërs moeten worden. Of omdat Greenpeace denkt dat de ijsberen uitsterven. Zit er niet een geestelijke strijd achter die klimaathetze?

Nogmaals: begrijpelijke vragen. Maar voor een goed antwoord erop is het nodig om ze wat te ontrafelen. Niet zelden worden in discussies hierover kwesties op één hoop geveegd, die los van elkaar staan. Waar hebben we het eigenlijk over?

Milieuvervuiling

Laten we beginnen bij milieuvervuiling. Een volle vuilniszak mag je niet aan de kant van de straat gooien en motorolie hoort niet in het riool. Die vormen van vervuiling vallen snel op en iedereen voelt aan hoe schadelijk en onwenselijk dit is. Bij de luchtverontreiniging door een auto (kooldioxide, stikstofoxide, fijnstof) wordt het moeilijker. Dat is niet zichtbaar en er staat het gemak van een transportmiddel tegenover.

Vervuiling is er in vele vormen. Het gaat niet alleen om uitstoot van fabrieken of ammoniak uit stallen. Een grote bron van vervuiling is het onafbreekbare plastic in drinkrietjes, plastic tasjes, flesjes en verpakkingen. Veel daarvan belandt uiteindelijk in de zee, in de vorm van heel kleine stukjes, microplastic. De berichten over de gevolgen zijn verontrustend: als de productie van plastic in het huidige tempo toe blijft nemen, zit er over dertig jaar meer plastic in de oceaan dan vis. En plastic bevindt zich overal op aarde, tot op de toppen van bergen. Microplastic komt zelfs voor in het bloed en de longen van de meeste mensen.

Biodiversiteit

Een van die mogelijke gevolgen van vervuiling is de afname van biodiversiteit. De variatie aan soorten planten en dieren, inclusief bodemleven, vissen en insecten, is heel belangrijk. Ze zorgen voor evenwicht in bodem, water en lucht. Een grootschalige studie van de Verenigde Naties uit 2019 toont aan dat al één op de vier soorten gevaar loopt. Het gaat dus niet om het uitsterven van een enkel zeldzaam slakje of een wilde orchidee maar om een sterke afname van het aantal soorten.

Biodiversiteit wordt niet alleen bedreigd door vervuiling (bijvoorbeeld het gebruik van bestrijdingsmiddelen of bemesting en stikstofuitstoot), maar er zijn veel meer oorzaken: ontbossing, verstedelijking, eentonige akkers en klimaatverandering. Ook in Nederland is die afname al duidelijk zichtbaar: heidevelden die overwoekerd worden door grassen; bermen vol bramen en brandnetels, maar zonder bloemen.

Broeikas

Een ander mogelijk gevolg is de opwarming van de aarde. Onder wetenschappers is er geen discussie meer over de vraag óf de aarde, de zeeën en de lucht geleidelijk warmer worden. Ze zijn het er ook vrijwel unaniem over eens dat de mens daar een factor in is. Dat is niet de mening van linkse clubjes of natuurbeschermers, maar dat is gebaseerd op metingen die even betrouwbaar zijn als onze koortsthermometer. Sinds 1900 is de aarde met 1,2 graad opgewarmd en de gevolgen daarvan zijn duidelijk merkbaar. De discussie gaat vooral over de vraag hoe dat verder gaat, hoe ernstig de schade ervan is en wat ertegen te doen valt.

Het gaat bij al deze onderwerpen dus om een ingewikkeld proces. Gewasbeschermingsmiddelen en de uitstoot van stikstof kunnen invloed hebben op de biodiversiteit, maar dat leidt niet direct tot opwarming van de aarde. Echter, fabrieken, auto’s en koeien die stikstofoxiden uitstoten, produceren ook broeikasgassen (kooldioxide, methaan) die wel bijdragen aan die opwarming. Die opwarming beïnvloedt weer de biodiversiteit. Tegelijkertijd stimuleert stikstof vaak ook de groei van planten die weer kooldioxide ópnemen, wat de opwarming dan weer tegengaat.

Maakbaarheid

Dat dit proces zo ingewikkeld is, verklaart waarom er ook zo veel verschil van mening bestaat. Een politicus kan eenvoudig een argument vinden om tegen een maatregel te zijn. Boeren stellen de meetmethodes en de modellen ter discussie. Consumenten hechten aan hun vrijheden en willen hun leefpatroon niet aanpassen. Vliegvakanties, autorijden, eetpatronen, gemak, iedereen heeft wel een reden waarom hij op de oude voet verder wil gaan of zich verzet tegen windmolens en zonnepanelen.

Er is nog een andere kant. In onze tijd overheerst de gedachte van de maakbaarheid. Dat doet denken aan de coronamaatregelen: alsof de mens zelf baas is, heer en meester over de schepping, en alsof de mensheid zelf zijn lot bepaalt.

Dat is een on-Bijbelse gedachte. God bestuurt alle dingen, ook met betrekking tot de schepping en de natuur. Tegelijkertijd neemt dat de verantwoordelijkheid van de mens niet weg. Net zoals een mens zijn gezondheid niet in de hand heeft maar toch zijn leven niet in gevaar mag brengen door te roken of ongezond te eten.

Bouwen en bewaren

Zo heeft een christen ook de plicht om zorg te dragen voor het behoud van de schepping. Een belangrijk uitgangspunt is de opdracht die de Heere bij de schepping, vóór de zondeval, geeft aan de eerste mens. Adam krijgt in Genesis 2:15 de taak om de hof van Eden te bouwen en te bewaren. Bouwen wijst op het verbouwen van gewassen en het benutten van grondstoffen. Maar bewaren betekent: het beschermen tegen verval en vervuiling. De Bijbelverklaarders Patrick, Polus en Wels schrijven hierbij: “Te bebouwen en te bewaren wil zeggen, om de hof, door zijn zorg en arbeid, in dezelfde staat te houden als hij die vond.” De verklaring van Calvijn bij deze tekst is ook treffend. De Heere geeft met deze opdracht aan “dat wij, hetgeen de Heere ons ter hand stelt, met dat doel bezitten, dat wij, tevreden [zijnde] met een vruchtbaar en matig gebruik, het overige zouden bewaren.” Dus: niet eindeloos de aarde kaalplukken en uitbuiten, maar matig zijn. En, vervolgt Calvijn: “Die een akker bezit, moet dus de jaarlijkse vrucht trekken, en toezien dat hij de grond door zorgeloosheid niet laat uitgeput worden, maar hij moet zich erop toeleggen, om hem aan de nakomelingen over te leveren, zoals hij hem heeft ontvangen, of nog beter bebouwd.” Dus: de aarde bebouwen maar tegelijk zodanig bewaren dat onze kinderen die beter aantreffen dan wij.

Zonde

Dit gebod aan Adam, de scheppingsopdracht, krijgt meestal weinig aandacht. Toch hangt de huidige discussie over stikstofuitstoot, veeteelt en natuurbeheer nauw samen met de verhouding van dit bouwen en bewaren. Bebouwen mag, is zelfs een plicht, maar nooit ten koste van het bewaren.

Het is ook een belangrijk gebod: het is nog ouder dan de instelling van het huwelijk en waarschijnlijk is het al gegeven vóór de eerste sabbatdag. Eigenlijk is het opvallend dat dat niet zo beleefd wordt als een gebod. Als overspel zonde is, en de gedachte eraan ook, en als we ons zorgen maken over de ontheiliging van de rustdag, dan mogen we het schenden van deze scheppingsopdracht toch ook zonde noemen? Iedereen beseft wel dat je een leeg blikje niet in de berm moet gooien omdat dat vervuiling is, maar zien we dat ook als strijdig met het gebod van God, dus als zónde?

Voor Jan Geense was het schenden van de sabbat zonde. Terecht. De God van de schepping bewaarde hem voor de spot van de havenwerkers. Maar voor wie een teer geweten heeft, weegt ook het bouwen én bewaren van de aarde zwaar.

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland. De bronvermelding luidt: Bruijn, S.M. de, 2022, De aarde bouwen en bewaren, Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente 45 (14): 134-136.