Home » Hermeneutiek » ‘Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen?’ – Serie over Schriftgezag en hermeneutiek in ‘Bewaar het Pand’ door drs. J.M.J. Kieviet

‘Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen?’ – Serie over Schriftgezag en hermeneutiek in ‘Bewaar het Pand’ door drs. J.M.J. Kieviet

Over Schriftgezag en hermeneutiek wordt binnen de Gereformeerde Gezindte ondertussen veel nagedacht. Welk gezag kennen we toe aan de Schrift en welke uitlegregels (hermeneutiek) hanteren we bij deze eeuwenoude teksten. Maar ook: Zijn we de Bijbel anders gaan lezen dan voorheen? Op die vraag richt theoloog en predikant drs. J.M.J. (Jaap) Kieviet zich in een aantal bijdragen in het kerkelijk blad ‘Bewaar het Pand’.

Volgens Kieviet lijkt het erop dat de vorige geslachten de Bijbel verkeerd hebben gelezen: ‘veel te beperkt en te bekrompen’. De 21e eeuwse Bijbellezer zou de Bijbel anders, ja, zelfs beter lezen. Uit de artikelenserie blijkt dat drs. Kieviet dit niet zó ziet. We vatten de artikelen van deze bijbelgetrouwe theoloog en predikant hieronder samen.

Wonder en gezag

Kieviet ziet de Heilige Schrift als een wonder. Dit wonder klinkt ook door in 2 Petrus 1:19. Wat is het wonder? “De heilige God in de hemel heeft het voor Zichzelf echt niet nodig om ons, zondige mensen aan te spreken. (…) En toch zocht hij de gevallen mens op: “Adam, waar zijt gij?” Hij sprak hem aan, en liet hem Zijn Woord horen.” Dit Woord staat haaks op de wijsheid van de seculiere mens en op de godsdienst van de religieuze mens. Dit Woord is voor de Joden een ergernis en voor de Grieken een dwaasheid (1 Korinthe 1). Het Woord van God ontleent Zijn gezag ook niet aan menselijke wijsheid. “Nee, het heeft gezag in zichzelf, omdat het van Goddelijke oorsprong en inhoud is.” Kuitert dwaalde toen hij zei dat alle spreken over boven van beneden komt. Al vanaf het begin van de christelijke jaartelling heeft de kerk de Bijbel erkend als het gezaghebbende en betrouwbare Woord van God. Dit resoneert ook in de Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 5, waar Kieviet naar verwijst. We mogen het gezag van Gods Woord niet aantasten. De Christelijke Gereformeerde predikant verwijst naar Openbaring 22:18-19. Hij geeft aan dat dit niet alleen van toepassing is op het laatste Bijbelboek, maar ‘op heel de openbaring van God’.

Waartoe?

Waartoe heeft de Heere Zijn Woord gegeven. Dat staat aan het einde van het evangelie van Johannes: ‘opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zoon van God’ e.v. “De Heere wil er Zijn Woord als middel voor gebruiken om het waarachtige geloof te werken in het hart. Zonder dat geloof kunnen we Gode niet behagen.” Uiteraard kunnen er allerlei twijfels zijn in het leven van Gods kinderen. “Maar aan één ding hoeven ze niet te twijfelen. Aan de waarachtigheid en betrouwbaarheid van het Woord van God.” De Heilige Geest ‘bevestigt in het hart dat het God is die door het Woord spreekt. Een zondig mens mag zich waarlijk toevertrouwen aan de waarheid van het Woord van God’. Wie op het Woord van God staat die staat op een ‘vast en zeker fundament’. We hoeven, maar ook we mogen, niet twijfelen aan Gods Woord. “Want dat is ontkennen dat God waarachtig is”. Aan het slot van dit artikel haalt Kieviet met instemming het boek ‘Een stem uit de hemel’ van prof. dr. Mart-Jan Paul en prof. dr. Jan Hoek aan.1 Het Woord heeft niet alleen een geestelijke betekenis, maar we moeten ook pleiten voor een hartelijke aanvaarding van de historiciteit van de bijbelverhalen. Het zijn immers geen kunstig verdichte fabelen.2

Historiciteit

In zijn tweede artikel stelt Kieviet de vraag waarom we anno 2023 zouden moeten twijfelen aan de historiciteit van de gebeurtenissen en aan het verplichtende karakter van de bijbelse geboden? Het Woord van God is ontstaan in een tijdsbestek van eeuwen. “Toch luidt bijvoorbeeld de grondwet van het huwelijk, door de Heere aan Adam en zijn vrouw gegeven (Gen. 2:24), exact gelijk aan wat zowel de Heere Jezus (Matth. 19:5-6) als de apostel Paulus (Efeze 5:31) daarvan zeggen.” Er heeft in al die eeuwen geen enkele wijziging opgetreden. Dat geldt ook voor de historiciteit van de geschiedenissen van Noach, Lot en Jona. De Heere Jezus, de grote Profeet en Leraar van Zijn Kerk presenteerde ‘de zondvloed, de verwoesting van Sodom en de wonderlijke weg van de profeet (…) als echt en waar gebeurd’. Hij doet dat op zulk een wijze ‘dat uit alles blijkt dat ook Hij, de Alwetende, deze verhalen erkent als de betrouwbare weergave van feiten in de geschiedenis van de wereld en van Israël’.3

Schepping

Kieviet haalt ook de schepping aan. “In de wet der tien geboden is het de Heere Zelf die het volk bij de Sinaï nog eens zegt dat Hij ‘in zes dagen’ de hemel en de aarde heeft gemaakt, en al wat daarin is. De schrijver van de brief aan de Hebreeën legt er de nadruk op ‘dat de wereld door het Woord van God is toebereid, alzo dat de dingen die men ziet, niet geworden zijn uit dingen die gezien worden’. Ook wat voor het verstand niet te doorgronden is en wat strijdt met de wetten van de natuur, erkent Gods kerk toch als waar, omdat ze het ons gegeven Woord van God waarachtig en betrouwbaar acht. Zo klinkt het door heel de Bijbel heen. Ondanks verschillen van tijd en cultuur.” De theoloog en predikant ziet de schepping als ‘een feitelijk, historisch gebeuren aan het begin van de wereldtijd (zoals we dat immers lezen in Genesis 1 en 2’.4

Anders lezen

Maar veel mensen in de tegenwoordige tijd, ook in de Gereformeerde Gezindte, lezen dit scheppingsverhaal anders dan voorheen. Dat geldt ook voor het seksueel samenleven van mensen van hetzelfde geslacht en ook voor de kerkelijke ambten. Ook binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, waartoe Kieviet als predikant behoort, wordt ‘de Bijbel inderdaad anders’ gelezen ‘dan zoals we dat voorheen deden’. Kieviet spitst het een en ander toe op een drietal thema’s. In het tweede artikel werkt hij het eerste thema kort uit: homoseksualiteit. Op de generale synode van de CGK in 2013 werd enerzijds met (pastorale) bewogenheid erkend dat mensen met een homoseksuele gerichtheid dezelfde positie hebben als de andere leden van de gemeente. Anderzijds werden seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht, op grond van Gods Woord, afgewezen. Maar er zijn binnen de CGK ook andere geluiden te horen. “Zelfs vierde men in één van onze gemeenten in de loop van het vorige jaar de ‘regenboogzondag’ met de regenboogvlag prominent aanwezig in de kerkzaal.” Ook worden mensen met homoseksuele relaties toegelaten aan de avondmaalstafel. Maar hoe zit het dan met het Woord? Kieviet wijst op een boekje van dr. B. Loonstra: “Liefde bewijzen is nu de inhoud van de geboden. De geboden waarin het verband van de liefde niet is aan te wijzen, zijn dus nu niet meer van kracht.5 Dat is het moderne motto van Loonstra, de geboden worden zo antropocentrisch. Wat de mens ziet als liefdevol (gevoel) is juist, wat de mens niet (meer) ziet als liefdevol is onjuist. De discussie wordt zo semantisch, want wat is ‘liefdevol’? Lezen we de Bijbel in 2023 anders? Kieviet besluit zijn tweede artikel met: “We moeten constateren: daar lijkt het inderdaad op.6

Sluipenderwijze acceptatie in kerken van LHBTI-praxis

In de derde bijdrage geeft ds. Kieviet aan dat het er inderdaad op lijkt dat we de Bijbel anders lezen dan voorheen. In sommige kerken wordt aangegeven dat praktiserende homoseksualiteit geen bezwaar hoeft te zijn. De predikant geeft echter aan dat het ‘in duidelijke strijd’ is ‘met het spreken van het Woord van God’. Deze wet verdwijnt in de praktijk echter achter de liefde. ‘Ze hebben elkaar lief, en hebben elkaar trouw beloofd…Daar gaat het toch om?’ De mens bepaalt ‘in zijn vermeende autonomie wat toelaatbaar zou zijn in het licht van de wet van God’. Lezen we op dit punt de Bijbel anders? ‘Kennelijk wel.

De predikant verwijst in het derde deel naar een bijdrage van dr. Kevin DeYoung. Hij schrijft in zijn blog dat de acceptatie van LHBTI-praxis, ondanks Gods geboden, in kerken sluipenderwijs gaat. “Hij signaleerde dat veel kerken in de loop van de tijd praktijken gingen toestaan die voorheen ondenkbaar waren. Dat gebeurt doorgaans niet in een snelle sprongsgewijze beweging, maar langzaam en sluipenderwijs.” Vervolgens vat Kieviet het artikel van deze theoloog samen. In de navolgende voetnoot is het originele artikel te vinden.7Op deze wijze buigt de kerk voor het inclusieve denken. Met een beroep op vrijheid en gelijkheid komt de heilige wet van de Heere op verre afstand te staan. Aan het eind van deze ontwikkeling moet geconstateerd worden dat het zich allemaal bijna ongemerkt en sluipenderwijs voltrok. Het ging en gaat hoe dan ook één richting op.” Kieviet constateert ook dat kerkenraden en gemeenten die dit pad eenmaal hebben ingeslagen zelden of nooit hiervan terugkeren. Ook komt een dergelijke afwijking in de praktijk van het leven zelden alleen. “Ze gaat onmiskenbaar gepaard met een uitholling van de leer en een vervlakking van de prediking. En hoe zal het dan met het ware geloof en de waarachtige bekering gesteld zijn?8

Een ramp

In het vierde deel geeft ds. J.M.J. Kieviet aan dat er binnen de CGK een omslag te constateren valt. “Wat voorheen ondenkbaar was, wordt anno 2023 gepraktiseerd en kennelijk gelegaliseerd. De conclusie dienaangaande moet zijn dat de Schriften anders geïnterpreteerd worden dan voorheen.” Het eerste thema (LHBTIQ+) heeft Kieviet in het vorige artikel behandeld. Bij het tweede thema (vrouw in het ambt) wil de predikant niet te lang stilstaan, omdat over deze kwestie al heel veel geschreven is in Bewaar het Pand en elders. Hij verwijst nog wel naar een artikel van ds. W.L. van der Staaij in het blad. Het derde thema gaat over het Schriftgeloof aangaande de schepping.

De predikant begint zijn drie alinea’s met een verwijzing naar het boek van systematisch theoloog prof. dr. Gijsbert van den Brink, En de aarde bracht voort. Kieviet noemt het boek op zichzelf beschouwd ‘een moedig boek’. De conclusie van het boek is dat (erkenning van) de evolutiegedachte kan samengaan met een orthodoxe visie op de Schrift. Kieviet vindt dat er nogal wat moet worden ingeleverd: “Zo is deze visie van Van den Brink niet te verenigen met de erkenning van een staat der rechtheid van de mens in het paradijs. En ook de zondeval van de mens kan niet meer als feitelijk, ofwel historisch, erkend worden. Het kwaad en de dood zou er al vanaf het oerbegin zijn.” De predikant ziet het boek Oorspronkelijk van oudtestamenticus prof. dr. Mart-Jan Paul als ‘moedig (…) weerwoord’.9

Er waren tijdens de boekpresentatie ook enkele CGK’ers (‘vertegenwoordigers van onze kerken’) aanwezig. “Wat zij naar voren brachten was niet in alles eenduidig. Maar het was wel van een zodanige inhoud, dat er gezamenlijk afstand werd genomen van wat aangaande schepping en evolutie vanouds onder ons aanvaard is. De traditionele opvatting is kennelijk niet meer houdbaar.” Kieviet citeert een CGK’er die in Kontekstueel aangaf dat hij met Van den Brink de plausibiliteit van de evolutietheorie op het punt van de hoge ouderdom van de aarde en het geleidelijk ontstaan van de biodiversiteit op aarde wil aanvaarden. De genoemde scribent geen dwingende Bijbelse argumenten om een jonge aarde te postuleren.10 Kieviet geeft aan dat er reden toe is om hier verschrikt van op te kijken. De predikant verwijst in dit vierde deel ook naar het boek van bioloog, filosoof en theoloog prof. dr. Willem J. Ouweneel, Adam, waar ben je? Volgens Ouweneel is het onmogelijk om vast te houden aan de menselijke evolutie en tegelijkertijd recht te doen aan het spreken van de Schrift over schepping en zondeval.11 Ook wordt filosoof prof. dr. Marc de Vries geciteerd. De Vries geeft aan dat deze manier (theïstisch evolutionistische) van lezen een ramp is!12Het is mijn vaste overtuiging dat we op deze wijze niet alleen een Bijbelse visie op de mens en op de zonde verliezen, maar uiteindelijk ook op de Schrift, op het heil en op Christus Zelf.”, zo citeert Kieviet de filosoof.13

Op drift

Het vijfde deel van deze serie wordt door drs. J.M.J. Kieviet gestart met een verwijzing naar het openingswoord van het boekje Lezen en laten lezen: Gelovig omgaan met de Bijbel van systematisch theoloog dr. Arnold Huijgen. Huijgen noemt in zijn openingswoord de drie onderwerpen die Kieviet ook bespreekt. Waarom wordt hier zoveel over geschreven? “Omdat visie en praktijk hieromtrent in kerkelijk Nederland op drift zijn. In ieder geval een benadering tonen, afwijkend van de manier waarop het Woord van God in de kerken van gereformeerd belijden gelezen werd.

De afgelopen jaren zijn er veel boeken verschenen die een verschuiving in Schriftvisie laten zien. Kieviet noemt bijvoorbeeld de boeken van dr. Bert Loonstra en dr. Gijsbert van den Brink. De predikant noemt ook het boekje Oer van dr. Van den Brink samen met Corien Oranje en dr. Cees Dekker. “Helaas staat de inhoud van dit populaire boekje haaks op het heldere scheppingsverhaal zoals we dat lezen in Genesis 1 en 2.” De zogenoemde NBV21 Wetenschapsbijbel14 kan ook niet op de instemming van de theoloog rekenen. “Ook hier heerst op veel bladzijden de wetenschap over de Bijbel als het Woord van God.15 In al deze boeken ziet Kieviet een positief antwoord op zijn vraag of we de Bijbel anders lezen dan voorheen.16

Lezen en laten lezen

Het sluitstuk van het vijfde deel gaat in op het in de opening genoemde boek van dr. Huijgen. Kieviet ziet dat dit boekje goed past bij de hoofdvraag van zijn artikelenserie: Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? Waarom is dit een belangrijk boek om te bevragen? “Ongetwijfeld zal dit boek de afgelopen jaren ook gebruikt zijn als college- en tentamenstof voor de studenten aan de TUA. Op welk spoor heeft het de jonge theologen, onder wie de aanstaande dienaren van het Woord, gezet? Heeft professor Huijgen als leraar der kerk zijn studenten door middel van de gereformeerde Schriftbeschouwing geleid? Of was het een tikje anders soms? Temidden van de ‘zinderende thema’s’ toch wel een brandende vraag.” Kieviet start zijn onderzoek naar het boek van prof. Huijgen positief. Hij noemt de inzet van het boek ronduit herkenbaar en sympathiek.17 Uit de publicatie wordt duidelijk waar het de systematisch theoloog ten diepste om te doen is. “Het pleidooi van de schrijver is dus een warm bevindelijk omgaan met de heilige Schrift. Geen kille en afstandelijke analyse dus van het heilig Woord van de Heere. Maar ‘Gods verboren omgang’, namelijk door de zielen waar Zijn vrees in woont.” De predikant geeft aan dat deze inzet verwachting schept en hoopt daar in het vervolg van deze serie nog verder op in te gaan. 18

Een kleine hermeneutiek

In het zesde deel gaat ds. Kieviet verder met het boek Lezen en laten lezen. Dr. Huijgen presenteerde zijn studie enkele jaren geleden als ‘een kleine hermeneutiek’. Hij wilde met zijn boek geen theoretische uiteenzetting bieden, maar vooral zoeken naar een antwoord op de vraag wat we in een wereld als die van vandaag moeten beginnen met de Bijbel. In het zesde deel wil Kieviet iets weergeven van deze studie zonder nadrukkelijk commentaar van zijn kant. Uit zijn boek blijkt dat Huijgen afstand neemt van de in zijn ogen al te rationele benadering. Een standpunt over homoseksualiteit bijvoorbeeld is volgens hem niet rechtstreeks uit de Schrift te ontlenen. Ook hekelt de tegenwoordige hoogleraar dogmatiek aan de PTHU de gedachtengang van creationisten, namelijk dat als de Bijbel niet op het punt van de schepping, de zondeval, de stilstaande zon en Jona de waarheid spreekt de vraag oprijst wat er in de Schrift dan wél waar is. Volgens Huijgen is niet alles in de Schrift van gelijk gewicht. We moeten daarnaast ons eigen waarheidsbegrip niet opleggen aan de Schrift. Een goede luisterhouding, naar de Schrift, is nodig. Het heilsfeit van de opstanding vormt voor Huijgen daarop een uitzondering, deze is zó fundamenteel dat we daar niet aan mogen tornen. Om een genuanceerd en eerlijk beeld te vormen van dit boek is het overigens beter om het boek zelf ter hand te nemen.19

Postmoderne relativering of orthodoxe objectivering?

In het zevende deel gaat dominee J.M.J. Kieviet verder met het boek van systematisch theoloog dr. A. Huijgen. Hij richt zich nog steeds op de vraag of we de Bijbel nu anders dan voorheen lezen. Dit keer geeft hij ook wat commentaar bij het boek van Huijgen. Voor Huijgen is bevinding óók belangrijk. “Weten en kennen, dat doe je uit ervaring. Heb je die ervaring niet, dan weet je het ook niet.” Hier gaat het om waarheid in het binnenste. Huijgen komt daardoor al snel bij wat het niet is: de rationalisering van de Bijbel. Dit zijn volgens de hoogleraar dogmatiek die ‘pogingen om de waarheid van de Bijbel met rationele, soms natuurwetenschappelijke argumenten te ondersteunen of zelfs te bewijzen’. Huijgen reageert hier op mensen voor wie de ‘feiten die in de Bijbel beschreven zijn, ook werkelijk historische feiten zijn’. Dan gaat het om de eerste hoofdstukken van Genesis, maar ook over nog veel meer.

Kieviet mist in dit boek pijnlijk ‘begrip en invoelingsvermogen met hen die beducht zijn voor het aantasten van het gezag van de Heilige Schrift’. Want dat laatste ziet Kieviet gebeuren juist in kerken die zich ooit gereformeerd noemden. “Zien we niet in grote delen van wat ooit de gereformeerde gezindte was een relatievering van het gezaghebbend spreken van de heilige Schrift? Vroegere bolwerken van gereformeerde orthodoxie zijn tot niets geworden. Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer… Het zijn toch de minste christenen niet die zich de traditionele opvatting van de schepping en van de wonderen in de Bijbel niet zomaar willen laten afpakken?” In zijn boek noemt Huijgen de vraag of de opstanding van Christus een historisch feit is een teken van armoede. Deze vraag zou dan een bedenkelijke test zijn of de ander wel op de graad is. Kievit geeft aan dit echt niet te begrijpen. De predikant vraagt zich af of kerken werkelijk te gronde gaan aan een té hoge opvatting van de Schrift. “Verliest de kerk haar kracht van overtuiging en werving niet juist aan een steeds láger wordende opvatting over de Schriften? Namelijk wanneer een postmoderne relativeringsdrang wordt toegelaten in onze waardering van de Heilige Schrift. Ligt niet eerder daar het front?” Hij citeert daarna theoloog dr. W. van Vlastuin: “Een postmoderne relativering zou wel eens schadelijker kunnen zijn dan een orthodoxe objectivering.

Kieviet erkent ten slotte dat de heilsfeiten meer zijn dan slechts feitelijk historisch. “De geestelijke waarde ervan wordt slechts gekend door het geloof. Maar tegelijkertijd zijn ze wel degelijk dateerbaar historisch. Met deze centrale belijdenis staat of valt de christelijke belijdenis.” In zijn boek geeft Huijgen aan dat de bijbelschrijvers minder en anders geïnteresseerd in wat zij historisch noemen. Kieviet vraagt zich af of dat zo is. Volgens hem is bijvoorbeeld de uittocht uit Egypte ‘in het bewustzijn van Israël absoluut een historisch feit’. Dat zien we door het uitgebreid verwijzen naar deze gebeurtenis door profeten, psalmisten en apostelen. Verwijzend naar Jesaja 54 ziet Kieviet dat ook voor wat betreft de zondvloed.20Als het ene niet feitelijk waar was, zal dan het andere wel feitelijk waar worden? Ik bedenk met schrik: dan is de prediking ijdel, dan is ook ijdel mijn geloof.” Een dode jongen weer levend, water in wijn veranderen, op het water lopen is, in onze ongelovige ogen, toch even absurd als een stilstaande zon of Jona in de vis?21 Ten slotte stelt Kieviet de aloude vraag: Waar blijven we?22

Wordt vervolgd. Het veertiende nummer van dit jaargang waar het slotdeel in staat verschijnt op 10 augustus 2023 D.V.

Voetnoten

  1. Zie voor een recensie bijvoorbeeld de bijdrage van drs. J. Verhoeven: https://oorsprong.info/god-spreekt-werkelijk-paul-en-hoek-stellen-fundamentele-vragen-aan-de-orde-over-openbaring-en-ervaring/ of W. Methorst: https://oorsprong.info/paul-en-hoek-schrijven-over-een-belangrijk-onderwerp-bespreking-een-stem-uit-de-hemel/. Binnenkort verschijnt op deze website nog een kritisch-sympathetische recensie van dr. P. de Vries.
  2. Bron voor het gedeelte boven deze voetnoot: Kieviet, J.M.J., 2023, Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? (1), Bewaar het Pand 58 (7): 10-11.
  3. Er wordt vaak wat selectief naar de Woorden van de Heere Jezus gekeken, dat geldt bijvoorbeeld voor homoseksualiteit. De Heere Jezus zou daar niets over gezegd hebben en daarmee mogelijk zijn goedkeuring eraan gegeven hebben. Zie daarvoor de bijdrage van dr. W. Bredenhof: https://oorsprong.info/jezus-zei-niets-over-homoseksualiteit/.
  4. Over de historiciteit van de scheppingsdagen heeft prof. dr. Pieter Siebesma twee lezenswaardige artikelen geschreven op deze website: https://oorsprong.info/de-zes-scheppingsdagen-waren-dagen/ en https://oorsprong.info/schepping-en-vertaling-een-taalkundige-studie-rond-de-eerste-verzen-van-de-bijbel/.
  5. Het citaat heeft Kieviet genomen uit het boekje Ho komt de kerk uit de crisis? (https://motief.buijten.nl/hoe-komt-de-kerk-uit-de-crisis/).
  6. De bovenstaande drie alinea’s hebben als bron: Kieviet, J.M.J, 2023, Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? (2), Bewaar het Pand 58 (8): 9-10.
  7. https://clearlyreformed.org/from-silence-to-complexification-to-capitulation/.
  8. Bron voor deze alinea’s: Kieviet, J.M.J., 2023, Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? (3), Bewaar het Pand 58 (9): 6.
  9. Oorspronkelijk van Mart-Jan Paul werd op 29 augustus 2017 gepresenteerd: https://oorsprong.info/bijbel-en-schepping-thema-avond-de-banier-n-a-v-oorspronkelijk/.
  10. Het gaat hier om de bijdrage van prof. dr. H.G.L. Peels in Kontekstueel nummer 6 van 2017. Zie: https://www.kontekstueel.nl/35-algemene-artikelen/1423-nr2-2017-is-dit-onze-god.
  11. Het boek van Ouweneel verscheen in 2018. Zie: https://oorsprong.info/14-uitdagingen-aan-hen-die-geloven-dat-adam-een-geevolueerde-aapmensachtige-was/ en https://oorsprong.info/wil-de-juiste-adam-opstaan-alsjeblieft-dr-willem-ouweneel-over-zijn-boek-adam-waar-ben-je/.
  12. In 2020 hield De Vries samen met dr. Goverts nog een interessante lezing hierover: https://oorsprong.info/thema-avond-waarheid-en-vrede-schepping-en-evolutie-21-oktober-2020/.
  13. Bron voor deze drie alinea’s: Kieviet, J.M.J., 2023, Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? (4), Bewaar het Pand 58 (10): 6.
  14. Zie bijvoorbeeld dit overzicht: https://oorsprong.info/de-nbv21-wetenschapsbijbel-een-overzicht/.
  15. Overigens is het niet allemaal kommer en kwel in het land van de gereformeerden, naar positieve publicaties verwees drs. Kieviet in zijn vorige reactie (zie hierboven).
  16. Bron voor deze twee alinea’s: Kieviet, J.M.J., 2023, Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? (5), Bewaar het Pand 58 (11): 6.
  17. Dat heb ik ook zo genoemd in mijn recensie van het boek: https://oorsprong.info/liever-langer-luisteren-naar-creationisten-een-bespreking-van-lezen-en-laten-lezen/.
  18. Bron voor deze alinea: Kieviet, J.M.J., 2023, Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? (5), Bewaar het Pand 58 (11): 6.
  19. Bron voor deze alinea: Kieviet, J.M.J., 2023, Lezen we de Bijbel nu anders dan voorheen? (6), Bewaar het Pand 58 (12): 6.
  20. Zelf schreef ik daar onlangs nog een column over voor het reformatorische gezinsblad ‘Om Sions Wil‘: https://oorsprong.info/column-wereldwijd-oordeel/.
  21. Zie ook: https://oorsprong.info/jona-drie-dagen-levend-in-de-vis-antwoord-van-dr-paul-op-deze-vraag/ (dr. Paul), https://oorsprong.info/jona-een-historische-persoon-of-literaire-fictie-het-belang-van-het-antwoord-op-deze-vraag/ (dr. De Vries) en https://oorsprong.info/jona-bijna-een-grap/ (mr. Silfhout).
  22. De bron van deze drie alinea’s: Kieviet, J.M.J., 2023, Lezen we de Bijbel anders dan voorheen? (7), Bewaar het Pand 58 (13): 8-9.