Home » Gastbijdrage » Jona, bijna een grap?

Jona, bijna een grap?

Een aangrijpende tegenstelling: de ene hoogleraar vindt wat er in het boek Jona gebeurt een gotspe, een soort van grap, de andere vindt de geschiedenis van Jona pure ernst, een zaak van leven en dood.

“Maar de HEERE wierp een groten wind op de zee; en er werd een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken.” (Jona 1:4, SV) Bron: Free Bible Images.

Op uitnodiging van het CSFR-dispuut Panoplia gingen prof. dr. A. Huijgen (Chr. Geref.) en prof. dr. M.J. Paul (PKN, Geref. Bond) op 11 mei met elkaar in gesprek over hermeneutiek. Centraal stond daarbij de vraag naar de historische pretentie en betrouwbaarheid van de Bijbel en naar de relevantie daarvan.

Volgens prof. Huijgen is er veel voor te zeggen het boek Jona typologisch te lezen of als een soort van allegorie over de verhouding tussen Israël en de volken. Een allegorie is een verhaal dat symbool staat voor iets anders. Hij sluit zich aan bij een meerderheid van de tegenwoordige Bijbelwetenschappers. Als je zo naar het boek Jona kijkt, dan hoef je je niet druk te maken over bepaalde merkwaardigheden, zoals dat Ninevé drie dagreizen groot zou zijn geweest. Dat was dan minstens 45 kilometer.

Prof. Paul houdt zich gelukkig bij de klassieke uitleg. Ook daarin komt de plaats van Israël tussen de volken aan de orde. Het is voor Israël een gigantisch zware boodschap dat God aan het volk van Ninevé, vijand van Israël, genade bewees. Daarom zou hij het boek Jona nooit als grap bestempelen. Beide theologen hanteren bij het Bijbellezen het uitgangspunt dat je de Schrift zoveel mogelijk moet lezen in overeenstemming met hoe de kerk der eeuwen die las. Toch komen zij tot een andere uitkomst. Hoe kan dat?

Allegorie of historie

Het gaat om de vraag of het boek Jona een allegorie of een historisch waargebeurd verhaal is. Voor hedendaagse Bijbelwetenschappers is een aantal historische onwaarschijnlijkheden reden om de historiciteit van het boek Jona te ontkennen. Zij vinden het niet te begrijpen dat een profeet in ongehoorzaamheid voor God op de vlucht gaat, dat God een storm gebruikt om Jona te achtervolgen, dat Jona drie dagen en drie nachten in de vis overleeft en dat de inwoners van Ninevé direct tot bekering komen. Ons voorstellingsvermogen kan dat immers niet bevatten. Alleen als je het boek Jona opvat als een allegorie dan hoef je je over deze merkwaardigheden niet zo druk te maken.

Hier gaat de rede heersen over de Schrift. Wat wij niet kunnen begrijpen, kan dan niet waar zijn. De Bijbelschrijver moet wel een ander doel voor ogen hebben gehad dan ons een geschiedkundig verhaal voor te houden.

Onwaarschijnlijkheden

Gelukkig hoorden de studenten van Panoplia niet alleen de opvatting van prof. Huijgen, maar ook dat je geen zinnebeeldige lezing van de profeet nodig hebt om de betekenis daarvan voor onze tijd te verstaan. De Studiebijbel Oude Testament gaat uitgebreid in op de vraag hoe we met die historische onwaarschijnlijkheden moeten omgaan. Mij trof de opmerking daarin dat onwaarschijnlijkheid en onvoorstelbaarheid in de Bijbel geen reden zijn om aan te nemen dat iets niet historisch bedoeld is. Als dat wel zo zou zijn, dan blijft er maar een dunne Bijbel over. Dan kunnen we de wonderlijke verhalen rond Elia en Elisa wel overslaan. Wie zou dan nog geloven in de wonderlijke redding van de vrienden van Daniël uit de vurige oven? Wie gelooft er dan nog in de schepping in zes dagen en in de zondeval? Zo zouden we door kunnen gaan.

Belangrijke argumenten om vast te houden aan de historiciteit van het boek Jona zijn ook de expliciete verwijzingen in het Nieuwe Testament. Als sommige Schriftgeleerden en Farizeeën van Jezus een teken vragen, wijst de Heere Jezus op het teken van Jona, die drie dagen en drie nachten was in de buik van de vis. Zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten zijn in het hart van de aarde. Ook wijst de Zaligmaker op de mannen van Ninevé, die zullen opstaan in het oordeel. Zij hebben zich bekeerd. Het is toch niet aan te nemen dat de Heere Jezus in Mattheüs 12:39-41 verwijst naar een allegorie? Ook in Mattheüs 16 antwoordt Hij op het verzoek om een teken: ‘Hun zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona, den profeet’. Dat zijn vooral de duidelijke lessen vandaag voor ons.

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het De Saambinder. De bronvermelding luidt: Silfhout, W., 2023, Jona, bijna een grap?, De Saambinder 101 (21): 11.