Home » Gastbijdrage » Jona een historische persoon of literaire fictie? – Het belang van het antwoord op deze vraag

Jona een historische persoon of literaire fictie? – Het belang van het antwoord op deze vraag

Is Jona wel een historisch figuur of is hij een literaire fictie en moet het boek dat zijn naam draagt als een allegorie of gelijkenis worden gezien? Voor de Vroege Kerk leed dit geen enkele twijfel dat Jona werkelijk had bestaan en dat zijn verblijf in de vis een historische gebeurtenis was.

‘Jona en de grote vis’ in Hvidbjerg Kirke te Hvidbjerg Sogn (Denemarken). Bron: Wikipedia.

In overeenstemming met het getuigenis van het Nieuwe Testament zagen de kerkvaders in het feit dat Jona na drie dagen levend door de vis werd uitgespuwd een prefiguratie van de opstanding van de Heere Jezus Christus. Zo verwijst de eerste kerkvader Irenaeus naar Jona om duidelijk te maken dat de opstanding van Jezus mogelijk is.

Het wonder van het feit dat Jona na drie dagen in de vis te hebben verkeerd levend door de vis werd uitgespuwd is overtroffen door het nog veel grotere wonder van de opstanding van Jezus uit de dood. Men besefte dat naar de maatstaven van de natuurlijke reden de opstanding van Jezus uit de dood onmogelijk was. Echter, het feit was geschied. Getuigenissen hadden het gestaafd. Door de kracht van de Heilige Geest was men van de waarachtigheid van het nieuwtestamentisch getuigenis overtuigd en kon men geloven wat voor het natuurlijke verstand absurd was.

Juist omdat men kon geloven in de opstanding van Jezus Christus als een historisch feit was niet moeilijk de historiciteit van de wonderen vermeld in het Oude en Nieuwe Testament te geloven. Zo kon men de spot van de heidenen weerstaan die het belachelijk vonden dat de christenen in de historiciteit van dergelijke gebeurtenissen konden geloven.

Twijfel aan de historiciteit van Jona

Tot aan de Verlichting is zowel door de overgrote meerderheid van Joodse en christelijke Schrift-uitleggers niet getwijfeld aan de historische betrouwbaarheid van Jona. Wel zien we dat een aantal grote Joodse Middeleeuwse commentaren voorzichtig de suggestie doen dat het verblijf van Jona in de vis een droom was. Pas vanaf de Verlichting krijgt de opvatting breed ingang dat het boek Jona een allegorie of gelijkenis is. Dat heeft alles te maken met het feit dat men de historische realiteit van wonderen onbestaanbaar acht.

De zienswijze dat het zonder reserve vasthouden aan de historische betrouwbaarheid van de Bijbel pas opkwam in de Verlichting en getuigt van een modern denken is historisch onjuist. Wel moet worden erkend dat men tot aan de Verlichting geen behoefte had een uitgebreid historisch onderzoek in te stellen. Dat die behoefte dan wel begint te ontstaan, heeft te maken met dat men oog gaat krijgen voor de eigenheid van de geschiedenis en dat in samenhang daarmee bestudering van geschiedenis als een afzonderlijke wetenschappelijke discipline tot ontwikkeling komt.

Vanaf de Verlichting gaat men binnen het boek Jona zelf naarstig op zoek naar argumenten om de historiciteit ervan te betwijfelen. Ik noem er een drietal. Pas Sanherib maakte Ninevé tot de hoofdstad het neo-Assyrische rijk. Het optreden van de profeet Jona onder Jerobeam II gaat daar zo’n 45 jaar aan vooraf. De constatering dat Ninevé een stad was van drie dagreizen is strijdig met wat wij weten over de omvang van Ninevé in de achtste eeuw vóór Chr. Als derde argument noem ik dat het woord ‘vis’ in Jona 1:17 en 2:10 mannelijk is en in 2:1 vrouwelijk

Voor elk van die argumenten kan een tegenargument worden gegeven. De regeringsperiode van de Assyrische koningen Assur-dan III en Asur-nirari V kenmerkten zich door grote instabiliteit. We kunnen vooronderstellen dat in deze periode Ninevé een semi-onafhankelijke stadstad was. Histo-risch gezien had Ninevé een ereplaats onder de Asyrische steden.

Het feit dat er wordt gesteld dat Ninevé een zeer grote stad van God/zeer grote stad was van drie dagreizen kan wellicht het best worden verklaard door aan te nemen dat de drie dagreizen slaan op het protocol dat bij een staatsbezoek aan een dergelijke stad was voorgeschreven. Een andere, zij het naar mijn overtuiging minder waarschijnlijke mogelijkheid, is dat drie dagreizen ook slaat op het gebied rond Ninevé, de zogenaamde Assyrische driehoek..

Als het gaat om het geslacht van de vis zijn er meerdere verklaringen mogelijk. De verandering van geslacht kan simpel liggen in het feit dat de verteller het niet interesseerde of de vis een mannetje of vrouwtje was. Een andere mogelijkheid is dat de mannelijke aanduiding meer algemeen is en de verteller vervolgens aangeeft dat het om een vrouwtje ging. Daarbij kan de verteller dat expliciet hebben gemaakt om de parallel met uit de buik van het graf (šeôl) en buik van de vis te onderstrepen.

Er is geen profetische en christelijke prediking voorstelbaar zonder daden van God in de geschiedenis

Evenals de kerkvaders stond het voor de Reformatoren vast dat Jona een historische persoon is. Wie de preken van Luther over Jona leest, kan dit met eigen ogen constateren. De historiciteit noch van Jona zelf noch van zijn wonderbaarlijke belevenissen zijn door Luther ooit betwijfeld. Hij kon zich geen profetische en christelijke prediking voorstellen zonder daden van God in de geschiedenis.

Daarmee komen we bij het antwoord op de vraag of het geestelijk van belang is of het boek Jona als een allegorie of gelijkenis wordt gezien dan wel als een verslag van historische gebeurtenissen,. Echte gebeurtenissen die ons worden verteld om duidelijk te maken dat niemand buiten het bereik van Gods genade valt en dat God bekering wil geven aan concrete personen van wie het helemaal niet zouden verwachten. Bekering die nodig is om de toekomende toorn te ontgaan.

Het ontkennen van de historiciteit van Jona moet wel leiden tot een relativering van de ernst van het gericht en de realiteit van de komende wederkomst. Gelooft men wel werkelijk dat ieder mens eenmaal voor de rechterstoel van Christus gedagvaard zal worden en dat alleen zij die hier op aarde de smalle weg leerden bewandelen, het nieuwe Jeruzalem zullen binnengaan?!

Het onderwijs van de Heere Jezus Zelf

In het onderwijs van de Heere Jezus heeft de persoon van Jona en zijn boodschap geen onbelangrijke plaats. Dan valt op dat de Heere Jezus zonder reserve van de historiciteit van Jona uitgaat. Dat geldt ook voor de bekende Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus getuige zijn werk Antiquitates Judaicae. De opvatting dat het boek Jona echte geschiedenis vertelt is dan ook de oudste opvatting en de canonieke opvatting.

Het boek Jona staat in de bundel van de twaalf Kleine Profeten. In deze bundel is de dag des HEEREN een centraal thema. De profeten laten ons zien dat bekering nodig is om het oordeel met die dag verbonden te ontgaan en in de zegen aan die verbonden te delen. Dan is het niet voldoende om bij het volk van Israël te behoren. Nodig is dan men de naam van de HEERE werkelijk heeft leren vrezen en dat er spraken mag zijn van een besnijdenis van het hart.

De Heere Jezus waarschuwde Zijn Joodse tijdgenoten op aarde dat de mannen van Ninevé hen zullen veroordelen in de dag van het oordeel. Die hadden zich immers op de prediking van Jona bekeerd. Als het feitelijk gaat om een fictief gehoor dat zich fictief bekeerd heeft op grond van de fictieve prediking van een fictieve profeet, verliest de waarschuwing haar kracht. Hoe kan dat een waarschuwing zijn voor werkelijke mensen.

Het boek Jona kan met name als we dit boek zien in het licht van het onderwijs van de Heere Jezus bepaald niet als een grap worden getypeerd. Zo’n typering staat wel ver af van de noodzaak van bekering waarmee het boek Jona ons confronteert en waartoe de Heere Jezus ons oproep. Zo’n typering staat ook ver af van de ernst van het voor eeuwig verloren gaan en het feit dat men op de jongste dat veroordeeld worden door anderen op wie men in dit leven vanuit de hoogte neerkeek. Ontkenning van het belang van de historiciteit van Jona staat dan ook niet los van relativering van de ernst en de realiteit van het komende gericht en de noodzaak van bekering om zonder vrees God te kunnen ontmoeten.

De boodschap van Jona

Het boek Jona onderstreept de noodzaak van bekering. Hij laat ons de mogelijkheid van terugkeer tot de HEERE aan niemand mogen ontzeggen. Dan blijkt dezelfde HEERE Die rechtvaardig en heilig is, ook barmhartig en genadig te zijn en berouw te hebben over het kwaad dat Hij had laten aankondigen. De verkiezing van Israël door de HEERE sluit heil voor de volkeren niet uit. Daarin is het boek Jona een prelude op de nieuwe bedeling.

Het Hebreeuwse woord šwb komt vijfmaal het boek Jona voor. In Jona 1:3 in de letterlijke betekenis van ‘terugbrengen’. In Jona 3:8 wordt het gebruikt voor het appèl tot bekering dat de koning van Ninevé doet uitgaan en in Jona 3:10 wordt beschreven hoe aan dit appèl gehoor wordt gegeven.

Weliswaar had Jona een boodschap van louter oordeel gebracht, maar de koning van Ninevé schepte moed uit het feit dat men gewaarschuwd werd. Daarom zei hij: Wie weet, God zal Zich wenden/omkeren en berouw hebben; en Hij Zich wenden/omkeren van de hittigheid van Zijns toorn, zodat wij niet vergaan.’ (Jona 3:9).

Tot tweemaal toe wordt in Jona 3:9 het Hebreeuwse woord šwb voor God Zelf gebruikt. Het grote wonder is dat God metterdaad afziet van het voltrekken van de aangekondigde straf. De bekering van de inwoners van Ninevé correspondeert met het vrezen van de HEERE door de heidense zeelieden die Jona overboord wierpen.

Het boek Jona heeft evenals de gelijkenis van de verloren zoon een open einde. De gelijkenis van de verloren zoon eindigt met een appel op de oudste zoon. Het boek Jona loopt uit op een appèl op Jona. Een appèl dat ook hij zich bij vernieuwing bekeert en zo nog dieper dan tevoren de Psalm die hij dichtte in de buik van de vis leert zingen. Hij was bereid om zich overboord te laten zetten voor het leven van heidense zeelui. Waarom zou hij zich dan niet verblijden over de bekering vna Ninevé!?

Met haar open einde is het boek Jona ook een appèl op ons. Temeer omdat Hij Die zoveel meer is dan Jona in en door Zijn Woord tot ons komt. Hij overtreft Jona allereest als persoon. Hij is de hoogste Profeet omdat Hij Zelf God was en bleef en mens is geworden. Daarom hebben wij/heb ik mij tot de bekering bekeerd en zien wij/zie ik uit naar de bekering van anderen?!

Jona was bereid zich overboord te laten zetten om heidense zeelieden te redden. Een vermelding die aan kracht verliest als het niet om een historische gebeurtenis gaat. Nu was Jona zelf de oorzaak van de storm. De Heere Jezus Christus is plaatsvervangend aan het kruis gestorven. Zelf had Hij geen zonde gehad of gedaan.

Plaatsvervangend overwon Hij ook de dood. Daarom kan worden gezongen:

Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
want alles, alles is voldaan;
wie in geloof op Jezus ziet,
die vreest voor dood en helle niet.

Want nu de Heer is opgestaan,
nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven door zijn dood bereid,
een leven in zijn heerlijkheid.

De boodschap van Jona was een boodschap van louter oordeel. Desondanks ging de koning van Ninevé – en naar de uitkomst laat zien – er terecht vanuit dat er nog een mogelijkheid van bekering was. Als ons het Evangelie wordt verkonding, horen we niet alleen van de toorn van God over d de zonde, maar ook dat wie tot Christus komt niet wordt uitgeworpen, dat wij welkom zijn bij Hem.

De Heere Jezus zei: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’ (Mat. 11:28). Dat er dan in niemand van ons een boos, ongelovig hart is om te wijken van de levende God. (Heb. 3:12). Laat het niet zo zijn dat op de jongste dag de mannen van Ninevé ons moeten veroordelen, maar laat het zo zijn dat wij samen met hen in het nieuwe Jeruzalem mogen aanzitten met Abraham, Izak en Jacob, ja wat meer is tot in alle eeuwigheid het Lam mogen loven dat voor ons werd geslacht en ons vrijkocht met Zijn bloed.

Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van dr. P. de Vries. Het originele artikel is hier te vinden.