Home » Artikelen geplaatst door Jan van Meerten

Auteursarchief: Jan van Meerten

Denken om te dienen – 125 jaar Theologische Universiteit Apeldoorn

In 2019 bestond de Theologische Universiteit te Apeldoorn 125 jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum schreef dr. Niels van Driel1 een handzaam boekje over de geschiedenis van deze Christelijke Gereformeerde universiteit, met als titel Denken om te dienen. Hieronder een korte inleiding en een weergave van het debat rond (de historiciteit van) Genesis op deze Apeldoornse universiteit.

Dr. Van Driel wil geen zeer uitgebreide geschiedenis schrijven van de universiteit. “In chronologisch-thematisch geordende flitsen en fragmenten schetst dit boekje een beeld van deze opleiding” (p. 9). De Theologische school voor de Christelijke Gereformeerde Kerken start in 1894. Eerst in Den Haag vijfentwintig jaar later (in 1919) verhuist de school naar Apeldoorn. Vanaf 1928 worden de docenten voortaan hoogleraar genoemd. Vanaf 1953 zijn er voor het eerst in de geschiedenis ook ‘gedoctoreerde hoogleraren’, dr. B.J. Oosterhoff en dr. J. van Genderen, die college geven. “Oosterhoff en Van Genderen, geven samen met hun collega’s een nieuwe impuls aan het wetenschappelijk niveau van het onderwijs” (p. 39). Sinds 1968 mogen ook studenten uit andere kerkgenootschappen studeren in Apeldoorn, tenminste ‘die bereid zijn instemming te betuigen met de drie Formulieren van Enigheid’ (p. 49). Vanaf 1975 is het ook mogelijk om te promoveren in Apeldoorn, ‘de eerste promovendus laat overigens nog vele jaren op zich wachten’ (p. 57). Sinds 1989 heet de hogeschool in Apeldoorn voortaan ‘Theologische Universiteit’. In 1992 promoveert dr. H.G.L. Peels als eerste promovendus van ‘eigen kweek’ op een proefschrift met als titel ‘De wraak van God. De betekenis van de wortel NQM en de functie van NQM-teksten in het kader van de oudtestamentische Godsopenbaring’.2 Sindsdien zijn er tientallen3 geleerden gepromoveerd aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (de TUA). Dr. Van Driel stelde een kort, bondig en lezenswaardig boekje samen over 125 jaar Theologische Universiteit Apeldoorn.

(De historiciteit van) Genesis

Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de (toen nog) Hogeschool, verscheen de bundel Woord en Kerk. In de bundel volgen de Apeldoornse hoogleraren ‘de ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken kritisch en verontrust’ (p. 47). Dr. J.P. Versteeg schrijft voor de bundel een artikel over de historische Adam contra dr. Harry Kuitert. De bundel krijgt lovende recensies en die zorgen er voor dat de bundel twee keer wordt herdrukt. De bijdrage van dr. Versteeg is in 2012 ook in het Engels vertaald.4

Als het gaat om (de historiciteit) van Genesis en de Theologische Universiteit Apeldoorn is de geschiedenis van prof. dr. B.J. Oosterhof bekend. Oosterhoff gaf eind jaren zestig zijn mening over het lezen van de paradijsgeschiedenis. De kerken willen graag nadere toelichting van deze uitleg, ‘maar zien er óók tegenop’. In 1972 verschijnt zijn boek Hoe lezen wij Genesis 2 en 3? In dit boek geeft Oosterhoff aan dat ‘deze hoofdstukken historische feiten zijn weergegeven in profetisch-symbolische taal’. Kritiek komt van verontruste synodaal-gereformeerden en vooral van gereformeerd-vrijgemaakten. Ook in eigen kerken blijft de kritiek niet uit. “Die komen in de vorm van bezwaarschriften op de agenda van het curatorium. Ze leveren heel wat gespreksstof op. Op zijn Genesis-uitleg laat de hoogleraar zich niet vangen. Moeilijker heeft hij het waar hij zijdelings de dogmatiek raakt: hoe kijkt hij nu precies tegen de toerekening van Adams schuld aan? De curatoren concluderen dat Oosterhoff niet in strijd met de belijdenis komt, maar er zijn er onder hen die meen dat de belijdenis wel ‘iets meer’ zegt dan hij” (p. 55). Een afgevaardigde van de synode van 1974 stelt, in reactie op de commotie rond Hoe lezen wij Genesis 2 en 3, voor om toezicht uit te oefenen op de publicaties. Dit wordt ontraden. “Zij willen op dit punt wel aanspreekbaar zijn, maar dit betekent niet dat het curatorium als ‘een soort censuur-commissie’ moet gaan werken. De synode steunt hen in deze taakopvatting. Later nemen de curatoren wel degelijk een toezichthoudende rol in” (p. 53).

Hoe zit het met het verdedigen van de historiciteit van Genesis aan de Theologische Universiteit Apeldoorn anno 2020? Sinds het verschijnen van het boekje Denken om te dienen hebben twee van de vier hoogleraren en een twee docenten meegewerkt aan de bundel En God zag dat het goed was. Alle aan de TUA verbonden scribenten in deze bundel geven aan geen problemen te hebben met de evolutietheorie en stellen een andere lezing van Genesis voor of verdedigen een boedelscheiding (zo lijkt het tenminste) tussen geloof en wetenschap. Het ‘evolutie om het even’-antwoord in de Gewone Catechismus zorgde ook voor verontrusting binnen de achterban van de universiteit. Het laatste woord is over deze twee publicaties (terecht) nog niet gezegd. We hopen dat de universiteit zich wil (blijven) inzetten voor een verdediging van de historiciteit van Genesis (en van heel de Schrift), want Genesis is óók geschiedenis.

Dit artikel werd in 2020 geschreven.

Voetnoten

Nederlands model voor het ontstaan van steenzoutformaties op Amerikaans Congres

De oorsprong van de immense zoutlagen die begraven liggen onder kilometers dikke lagen sedimentair gesteente blijft boeien. De standaard verklaring binnen de geologie is dat het hier gaat om evaporieten. Ing. S.J. Heerema, die van het zoutonderzoek zijn levenswerk heeft gemaakt, verdedigd echter een vulkanisch ontstaan van steenzoutformaties. Ing. Heerema heeft al in diverse tijdschriften zijn model gepubliceerd en op diverse congressen zijn model gepresenteerd.1 Veel creationisten vinden zijn model aansprekend omdat de vorming van de kilometers hoge zoutpijlers in interactie met snelle sedimentafzettingen nu binnen een zondvloedmodel verklaard kunnen worden.

Ir. G.J.H.A. van Heugten, chemicus en eigenaar van het bedrijf WaaromSchepping2, is uitgenodigd door de Creation Geology Society (CGS) om het onderzoek van ing. Heerema te presenteren op een congres. Het congres wordt georganiseerd in samenwerking met de Creation Biology Society (CBS) en zal plaatsvinden van 22 tot en met 25 juli in Cleveland, Georgia. Op het congres wordt door 15 wetenschappers creationistisch onderzoek gepresenteerd.3 Ir. Van Heugten zal op basis van Nederlandse gegevens laten zien dat de zoutpijlers niet langzaam maar catastrofaal in vloeibare fase zijn gevormd. Zijn reis wordt gefinancierd uit een Nederlands fonds dat beschikbaar is gesteld voor Bijbelgetrouw wetenschappelijk onderzoek.4

Voor wie niet in de gelegenheid is om naar Amerika af te reizen maar toch naar het zoutmodel van ing. Heerema wil luisteren: ing. Heerema en ir. Van Heugten zijn allebei aanwezig op het Graceland Festival van 14-16 augustus 2015 op De Betteld in Zelhem.5 Om de beurt geven ze daar een presentatie over de zondvloed, waar vervolgens op gereageerd kan worden door de luisteraars.

Dit artikel werd in 2015 geschreven.

Voetnoten

‘Om het Goddelijk Woord’ – Commissie Schriftgezag van de Gereformeerde Gemeente treedt naar buiten

Afgelopen jaren verschenen er op deze website enkele artikelen over een, in de Gereformeerde Gemeente, opgerichte Commissie Schriftgezag en het aanstellen van een studiesecretariaat ten behoeve van deze commissie.1 In De Saambinder van deze week verscheen een update van de werkzaamheden. Het is nuttig om deze commissie te volgen en hun werk te bestuderen2

Schriftgezag

De commissie ziet dat het gezag van de Bijbel onder druk staat. “Dat blijkt bij actuele thema’s als de zesdaagse schepping en het denken over man-vrouw en de Bijbelse instelling van het huwelijk. Deze thema’s spelen in de samenleving.” Soms laten deze thema’s de kerk ongemoeid, en hoeven we alleen een verantwoord standpunt in te nemen, soms ook niet en wordt een krachtig weerwoord verwacht. Volgens de commissie zouden we ons ernstig vergissen als we dit niet serieus nemen. “De actuele thema’s houden namelijk direct verband met hoe wij in het leven staan. En dat raakt ook de manier waarop wij omgaan met het gezag van de Bijbel.” Over het gezag van de Schrift noteert de scribent het volgende: “Gezag van de Bijbel is een van de eigenschappen van de Bijbel. Daarin blijkt dat de Bijbel het Woord van God is. Het is zo nodig dat dit Goddelijk Woord kracht doet in ons leven. Dit is het wonderlijke werk van de Heilige Geest. Daardoor gaan mensen van harte de Heere zoeken en dienen.” Zeker vanwege laatstgenoemde reden is het nodig dat het Schriftgezag functioneert in ons leven. De Generale Synode 2022 van de Gereformeerde Gemeente heeft het belang van Schriftgezag ook ingezien en heeft een Commissie Schriftgezag benoemd.

Werkzaamheden

Na het mandaat van de synode was het de taak van de commissieleden om een studiesecretariaat in te richten. De commissie bestaat uit ds. A. Schot (voorzitter), dr. E.G. Bosma (secretaris), dr. J.M.D. de Heer en dr. G.W.S. Mulder3. Tot studiesecretarissen zijn benoemd: drs. J. van Gurp, J.N. Mouthaan (MA) en drs. J.A. Roukens. De scribent meldt dat deze theologen werkzaam zijn in het onderwijs en ouderling zijn in hun kerkelijke gemeente. Het afgelopen half jaar is besteed aan voorbereidende werkzaamheden. “Dat betreft inhoudelijke doordenking van het Schriftgezag. Daarbij is bijzonder aandacht gegeven aan de manieren waarop dat vandaag de dag onder druk staat. Belangrijk was ook de vraag hoe we dit alles op een aansprekende wijze dicht bij de praktijk van ons leven kunnen brengen.” De eerste resultaten, die de lezer nog onbekend blijven, zijn gepresenteerd en de commissie heeft ‘hiervan met dankbaarheid kennisgenomen’.

Naar buiten treden

De voorbereidende werkzaamheden zijn verricht en nu is het tijd om in bredere kring naar buiten te treden. De scribent verzoekt de gemeenten om het werk van het studiesecretariaat in de voorbede te gedenken. Ze willen het werk ook toegankelijk en gebruikersvriendelijk maken. De commissie wil dat doen door een driedelige serie te starten in De Saambinder. Maar ook door een gemeenteavonden te organiseren in de plaatselijke gemeenten. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden is ‘een overzicht gemaakt van thema’s waarop toerusting nodig is.’ “Dit betreft de actuele vragen, maar met name ook de toerusting van jongeren en opvoeders.” De commissie wil dit doen via bestaande kanalen. De ontwikkelde materialen zijn in ieder geval te bestellen via de website van het CGO (zie voetnoot).4 Op deze pagina is ondertussen een artikel te vinden van een van de benoemde theologen, J.N. (Johan) Mouthaan (MA), over seksuele diversiteit in de klas. Dit artikel verscheen eerder in DRS Magazine.5

Afsluitend

Na een kleine radiostilte is het goe om, middels het kerkelijke orgaan, weer wat te vernemen van de Commissie Schriftgezag. De taken zijn verdeeld en nu wordt er naar buiten getreden ten behoeve van toerusting en vorming. Schriftgezag, zoals we hierboven zien verwoord, een zeer belangrijk. De Heere wil Zijn Woord en Geest aan de harten van mensen verbinden. ‘Daardoor gaan mensen van harte de Heere zoeken en dienen.’ Onbegrijpelijk en onverdiend. De noodzaak van het Schriftgezag kan daarom niet vaak genoeg benadrukt worden: de Heere werkt door Woord en Geest. Dit artikel wil ik afsluiten door te verwijzen naar wat de commissie en medewerkers zelf als doel zien: “Het is de wens van de Commissie en de medewerkers om van betekenis te mogen zijn voor het geheel van ons kerkverband en ook een uitstraling te hebben naar de bredere kring van de gereformeerde gezindte.” Gelukkig zien we dat het thema in de breedte van de Gereformeerde Gezindte leeft en dat men elkaar, ondanks alle verschillen, ten behoeve van dit thema ook opzoekt.6 Soli Deo Gloria!

Voetnoten

Overzicht van gepubliceerd naturalistisch-wetenschappelijk onderzoek van creationistisch paleobiochemicus dr. Brian Thomas naar ‘soft tissue’ in oeroude botten

In 2018 promoveerde paleobiochemicus dr. Brian D. Thomas aan ‘Liverpool University op een proefschrift met als titel ‘Collagen remnants in ancient bone’.1 Later verscheen er bij Institute for Creation Research (ICR) ook een monograaf met als titel ‘Ancient and Fossil Bone Collagen Remnants’. Deze monograaf is gebaseerd op zijn dissertatie.2 Daarvoor, maar ook sindsdien, publiceerde dr. Thomas enkele wetenschappelijke artikelen in naturalistische tijdschriften of presenteerde hij zijn werk op naturalistisch-wetenschappelijke conferenties. Zijn onderzoek ontbreekt helaas in het geologische overzicht van masterstudent Willem Jan Blom.3 Het is alweer enige tijd geleden dat ik hierover wat gedeeld heb. In navolging van eerdere overzichten nu dus een overzicht van het werk van dr. Thomas in naturalistisch-wetenschappelijke tijdschriften.4

Wetenschappelijke artikelen vanuit dit onderzoek

(2017) Thomas, B., McIntosh, D., Fildes, T., Smith, L., Hargrave, F., Islam, M., Thompson, T., Layfield, R., Scott, D., Shaw, B., Burrell, C.L., Gonzalez, S., Taylor, S., Second-harmonic generation imaging of collagen in ancient bone, Bone Reports 1 (7): 137-144.
(2017) Thomas, B., Taylor, S., Second-Harmonic Generation Imaging of Medieval Human Bone, Advances in Biotechnology & Microbiology 7 (2): 41-42.
(2019) Thomas, B., Taylor, S., Proteomes of the past: the pursuit of proteins in paleontology, Expert Review of Proteomics 16 (11-12): 881-895.
(2023) Thomas, B., Anderson, K., De Silva, I., Verbeck, G., Taylor, S., Attenuated Total Reflection Fourier Transform Infrared (ATR FR-IR) Spectroscopy Sensitivity to the Thermal Decay of Bone Collagen, Applied Spectroscopy 77 (1): 53-61.

Abstracts vanuit dit onderzoek gepresenteerd op wetenschappelijke congressen

(2015) Thomas, B., Taylor, S., Clarey, T., McIntosh, D., Establishing a Baseline for a Portable Stable Carbon Isotope Detection System, Presented at the 64th ASMS Conference on Mass Spectrometry and Allied Topics.
(2016) McIntosh, D., Giannokous, S., Thomas, B., Fildes, T., Smith, L., Taylor, S., Development of a Portable 13C Isotope Ratio Measurement Technique with Quadrupole Mass Spectrometry, Presented at the 65th ASMS Conference on Mass Spectrometry and Allied Topics.
(2017) Thomas, B., McIntosh, D., Clarey, T., Taylor, S., Establishing a Baseline for Portable Stable Carbon Isotope Detection System, Presented at the 66th ASMS Conference on Mass Spectrometry and Allied Topics.
(2018) Thomas, B., Second-harmonic generation images reveal ancient bone collagen, Presented at the Ancient Proteins@20.
(2019) Thomas, B., Layfield, R., Burrell, C., Taylor, S., Multiple techniques confirm collagen remnants in fossil bone, Presented at the 67th ASMS Conference on Mass Spectrometry and Allied Topics.
(2020) Anderson, K., Thomas, B., Tuinstra, L., Herodotou, S., Myers, P., Taylor, S., Collagen decay studies in aged bone for archaeological applications, Presented at the 68th ASMS Conference on Mass Spectrometry and Allied Topics.
(2020) Thomas, B., Solliday, J., Taylor, S., Cross-Polarisation and Second Harmonic Generation Imaging Reveal Bone Collagen Decay Patterns in Four Fossils, Presented at the 80th Annual Meeting of the Society of Vertebrate Paleontology.
(2021) Thomas, B., Anderson, K., Tuinstra, L., Taylor, S., Collagen Decay Studies in Artificially Aged Bone using Raman Spectroscopy, Presented at PittCon 2021.
(2022)Thomas, B.D., Tuinstra, L., Taylor, S., Finite ages from the Mesozoic era – is bone collagen an open system?, Presented at the 24th Radiocarbon Conference.
(2023) Tuinstra, L., Thomas, B., Robinson, S., Pawlak, K., Elezi, G., Taylor, S., Hydroxyproline extracted grom Edmontosaurus fossil bone from the late Cretaceous, Presented at the 72nd ASMS Conference on Mass Spectrometry and Allied Topics.

Bachelor- en Mastertheses en Dissertaties vanuit dit onderzoek

(2019) Thomas, B.D., Collagen remnants in ancient bone, Ph.D. Dissertation Liverpool University.

Voetnoten

Parenteel van Lambert van Meerten (1792-1847) en Guillelmine Caroline Vosmaer (1797-1881)

Lambert van Meerten werd op 25 maart 1792 geboren te ‘s-Gravenhage1 als zoon van Huibert Elisa van Meerten (1758-1827) en Dionijsia Catharina van Bleijswijk (1767-1831). Het parenteel van zijn ouders is hier te vinden. Hij is overleden op 8 april 1847 te Jutphaas.2 Hij trouwde op 30 juli 1823 te ‘s-Gravenhage3 met Guillelmine Caroline Vosmaer. Guillelmine Caroline Vosmaer werd op 21 oktober 1797 te ‘s-Gravenhage4 geboren als dochter van Guillaume Charles Vosmaer (1749-1818) en Jaqueline Marie Scheltus (1771-1809). Zij is overleden op 1 april 1881 te Leiden.5

Kinderen

Uit dit huwelijk werden de volgende zes kinderen geboren:

  1. Dionijsia Catharina van Meerten. Zij is geboren op 27 september 1824 te Amsterdam6 en overleden op 23 augustus 1908 te Velp.7 Zij is ongehuwd overleden.
  2. Jacoba Maria van Meerten. Zij is geboren op 28 april 1828 te Amsterdam8 en overleden op 31 januari 1906 te Velp.9 Zij is ongehuwd overleden.
  3. Hubertine Elise van Meerten. Zij is geboren op 18 juli 1831 te Amsterdam10 en overleden op 14 april 1900 te Houten.11
  4. Guillelmine Caroline van Meerten. Zij is geboren op 1 februari 1833 te Amsterdam12 en overleden op 23 april 1900 te Arnhem.13 Zij is ongehuwd overleden.
  5. Willem Carel van Meerten. Hij is geboren op 8 januari 1838 te Amsterdam14 en overleden op 7 maart 1879 te Leiden.15 Hij is ongehuwd overleden.
  6. Antoinette Marie van Meerten. Zij is geboren op 30 augustus 1839 te Amsterdam16 en overleden op 20 december 1930 te Velp.17 Zij is ongehuwd overleden.

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

Twee VVD-kamerleden willen onderzoek naar een verbod op Civitas Christiana – Actie van deze organisatie in ‘Week van de Lentekriebels’ valt verkeerd

Gezin in Gevaar’, een onderdeel van ‘Civitas Christiana’, heeft de afgelopen maanden actie gevoerd tegen de zogenoemde ‘Week van de Lentekriebels’ Onder meer demonstreerden ze voor het hoofdkantoor van de Rutgers Stichting en stuurden ze een waarschuwingsbrief met flyer naar alle basisscholen van Nederland. Deze actie is in het verkeerde keelgat geschoten van twee VVD-Kamerleden. Ze stellen Kamervragen aan twee ministers en verzoeken de bewindspersonen om een onderzoek naar een verbod op ‘Civitas Christiana’.1

Informatie

Op 8 maart 2024 stelden de VVD-kamerleden Bente Becker (MA) en Daan de Kort (BBA) Kamervragen aan de ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, resp. drs. Mariëlle Paul (VVD) en ir. Karien van Gennip (CDA). Ze verwijzen naar een artikel in BN De Stem met als titel ‘Dit is de extreem-conservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks’.2 Over de ‘Week van de Lentekriebels hebben we afgelopen week de bijdrage van Gerdien Lassche, van de Reformatorische Oudervereniging (ROV).3Civitas Christiana’ heeft het echter rigoureuzer aangepakt. Al twee maanden voeren zij actie tegen dit initiatief: onder meer door een petitie, een flyeractie (met waarschuwing) naar alle basisscholen, een straatcampagne én een protest bij het kantoorgebouw van Rutgers.4 Voor de flyeractie was 12.000 euro nodig, wat binnen een paar dagen opgehaald werd. De flyeractie zette de VVD-kamerleden aan om Kamervragen te stellen.

Onwenselijk

VVD-onderwijsminister noemde de flyeractie al ‘onacceptabel’. Nu stellen Becker en De Kort haar opnieuw de vraag of de bewindslieden met klem willen uitspreken dat deze pogingen ‘om het curriculum van Nederlandse scholen te beïnvloeden’ onwenselijk zijn. Ze vragen de ministers om te bevestigen dat ‘het bijbrengen van respect voor verschillen in geslacht en seksuele gerichtheid’ een verplichte opdracht is voor scholen. De inhoud van de flyers van ‘Civitas Christiana’ is echter strijdig met deze burgerschapsopdracht. De Kamerleden vragen of seksuele vorming een verplicht onderdeel is van het lesprogramma in basisscholen. Becker en De Kort zien het als onwenselijk dat ‘Civitas Christiana’ scholen ertoe ‘aanzet om lesmateriaal over seksuele vorming niet te gebruiken’. De brieven van deze organisatie kunnen ‘een intimiderend effect’ hebben op scholen, en hun leiders en leerkrachten. Ze vragen de ministers of zij ook voorbeelden hebben van scholen ‘die door deze druk het lesmateriaal niet langer gebruiken’ en of de bewindslieden bereid zijn dit verder te onderzoeken en te monitoren. Becker en De Kort verzoeken ook om te komen tot een meldpunt waar leerkrachten en directeuren zich kunnen melden ‘als zij door Civitas Christiana of door andere belangengroepen met een dwingende ideologische agenda misleidende of incorrecte informatie ontvangen’. Helaas worden de woorden ‘misleidende of incorrecte informatie’ niet verder uitgewerkt. Zodat de criteria voor een melding niet duidelijk worden. Is niet-welgevallige informatie ook ‘misleidende of incorrecte informatie’?

Civitas Christiana

De Kamerleden vragen zich af of Civitas Christiana de enige organisatie is die ‘op grote schaal’ poogt ‘om het curriculum te beïnvloeden’. Daarnaast de vraag of scholen vaker ‘onder ideologische/maatschappelijke druk’ hun curriculum wijzigen. Becker en De Kort vragen of de bewindslieden bereid zijn dit nader te onderzoeken. De vraag wordt gesteld of er leerkrachten en directeuren proactief ondersteund worden ‘tegen onwenselijke inmenging in het curriculum’ en of de bewindslieden voornemens zijn extra stappen te zetten. Daarnaast wordt er gevraagd om onderzoek naar Civitas Christiana zelf, bijvoorbeeld naar de omvang, rechtsvorm en activiteiten van deze groep in Nederland. De Kamerleden stellen de vraag of de overheid ook contact heeft met deze organisatie. Dat geldt ook contacten vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS). Als er weinig zicht is op de activiteiten van deze organisatie, vragen de Kamerleden, of de bewindslieden bereid zijn hier alsnog onderzoek naar te doen. De Franse overheid heeft Civitas Christiana verboden.5 De Kamerleden vragen zich af op welke gronden deze organisatie daar verboden is en of de Nederlandse organisatie ‘Civitas Christiana’ zich schuldig maakt aan dezelfde ‘feiten’. Tenslotte willen de Kamerleden bereidheid zien bij de bewindspersonen om onderzoek te doen naar een verbod op deze organisatie ook in Nederland. “Indien er momenteel onvoldoende gronden zijn wordt er onderzoek gedaan naar Civitas Christiana en soortgelijke organisaties? Zo nee, bent u alsnog bereid dat te doen?

Afsluitend

Gezonde seksuele opvoeding is een belangrijke taak voor de ouders. Scholen kunnen daar, indien nodig, ondersteuning bieden door lessen seksuele weerbaarheid te geven. Vanuit Gods Woord kan gewezen worden op seksualiteit als scheppingsgave, maar zien we ook de gebrokenheid van deze wereld (vanwege de zondeval). Reformatorische basisscholen hebben voor de mooie en donkere kanten van seksualiteit zeker oog. De soms wat schreeuwerige stijl van Civitas Christiana is zeker niet onze stijl6, maar de poging om deze conservatieve rooms-katholieke organisatie te verbieden lijkt voort te komen uit een progressief-liberale agenda. Hier zie je een schoolvoorbeeld van botsing van ideologieën, een neutrale ideologie is immers per definitie een contradictie. Het is prima om Kamervragen te stellen over de inhoud van bepaalde campagnes en wat de invloed daarvan is op scholen. Droeviger wordt het als met behulp van Kamervragen geprobeerd wordt een bepaald geluid de mond te snoeren en er een poging gedaan wordt om een bepaalde organisaties, met non-liberale (lees: niet-welgevallige) ideeën, te verbieden. Meet dan met twee maten. Geen materiaal van Civitas Christiana? Dan ook geen materiaal van de Rutgers Stichting7 of een andere (gesubsidieerde) progressief-liberale belangenorganisatie. Laten scholen onze kinderen een seksuele opvoeding geven overeenkomstig Gods Woord. Immers, Gods richtlijnen zijn goed voor alle mensen. Uiteraard dient dit onderwijs respectvol en liefdevol te zijn, vriendelijk maar afwijzend tegenover gedachten die daar haaks op staan.

Voetnoten

COLUMN: Het hart

Wanneer je de leeftijd van de zeer sterken mag bereiken, heeft het hart ruim twee miljard keer geslagen. Dat begint al in de baarmoeder (zo rond de 21 dagen) en dit kan doorgaan tot op hoge leeftijd. Iedere hartslag wordt veroorzaakt door een complex systeem en brengt een indrukwekkende hoeveelheid moleculen in beweging. Het hart is een wonderlijk orgaan, een Meesterwerk!

Wij zijn geschapen met een hart en kunnen absoluut niet zonder. Het hart pompt zuurstofrijk bloed naar de organen. Het zuurstofarme bloed keert weer terug. Zonder dit zuurstofrijke bloed zouden de organen binnen een enkel ogenblik beginnen met afsterven. Een willekeurig hartcentrum laat weten dat het hart bij een volwassen persoon zo’n zeventig keer per minuut pompt. Per minuut wordt zo’n 4 à 5 liter bloed rondgepompt. Alle daarbij komende processen doen zelfs artsen duizelen. Mocht je meer willen lezen over het ingenieuze ontwerp van het hart, dan is het boek Your Designed Body (Laufmann and Glicksman) lezenswaardig. Volgens creationist dr. Jerry Bergman is het, daartegenover, voor een naturalist niet mogelijk om tot een goede evolutionaire verklaring te komen voor het ontstaan van het menselijk hart.

Het hart werkt echter niet altijd goed. Dagelijks wordt ‘ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven‘ werkelijkheid. In Genesis 5 klinkt het refrein: ‘En hij stierf‘. Dat is de tragische werkelijkheid: het hart stopt ermee en hij of zij sterft. Dit kan al heel vroeg misgaan, maar ook later openbaar komen, bijvoorbeeld dat het hart vanwege een genetische aandoening zo ver kan verslechteren dat het niet meer in staat is om alles rond te pompen. Dit laatste heb ik deze week (week 5) in levenden lijve ondervonden. Mijn hart sloeg op tilt, monomorfe ventrikeltachycardie, het pompen van het hart stopte, de hersenen ontvingen minder zuurstofrijk bloed en alles begon te draaien (near collapse). De Heere gaf dat de ingeplante ICD (een soort pacemaker) begon te pacen. Het hart kwam uit de ‘trilstand’ en begon weer de pompen. De Heere heeft nog wonderlijk gespaard. In het ‘hart’ resoneerde: ‘De Heer’ wou mij wel hard kastijden, Maar stortte mij niet in den dood; Verzachtte vaderlijk mijn lijden, En redde mij uit allen nood.

Het wachten is nog steeds op een donorhart. De dokters hebben (gelukkig) veel verstand gekregen en deze middelen moeten we ook gebruiken. De verwachtingen overstijgen echter deze medische molen en dienen opgeheven te worden naar Boven waar Christus is. ‘Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen (…) en Hij zal ons uit uw hand (…) verlossen. Maar zo niet, u zij bekend, o Koning! dat wij uw goden niet zullen eren, (…).‘ Dat is Gods vrijmacht!

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Het hart, Om Sions Wil 2024 (5): 25. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2024
COLUMN 1: Het hart.

Dr. Scott L. Dunn presenteert een uitdaging voor zondvloedgeologie in CRSQ: ‘The Clay Consolidation Problem’

Dit artikel ontvangt komende week nog een fijnafstemming.

In het eerste nummer van de Creation Research Society Quarterly van 2024 publiceerde dr. Scott L. Dunn1 een interessante paper over ‘The Clay Consolidation Problem’. Dit is een grote uitdaging voor de zogenoemde zondvloedgeologie: de sedimentatie en lithificatie (ontwatering en verstening) van klei duurt te lang voor een creationistische tijdschaal. Volgens alle zondvloedmodellen zijn aardlagen snel (in een korte periode van tijd) ontstaan, of dat nu tijdens of na de zondvloed gebeurd is. Een kwantitatieve rechtvaardiging voor deze claim, met behulp van experiment- en veldgegevens, ontbreekt voor de consolidatie van klei. Dr. Dunn laat in zijn CRSQ-paper zien, dat wanneer we wel gaan rekenen, hier een flinke uitdaging ontstaat voor zondvloedgeologie.

De uitdaging

Er zijn wel lokale voorbeelden van snelle sedimentatie en lithificatie (verstening). Dunn schrijft: “For example, the formation of beachrock which is typically 0,5 m to 2 m in thickness can form within months. However, it is only found on beaches with specific ranges of sand size, tidal range, wave climates, and water temperatures.” Daarnaast verwijst dr. Dunn naar de pyroclastische stromen die bijvoorbeeld ontstonden ná de vulkaanuitbarsting van Mount St. Helens. Dunn schrijft: “However, the conditions within pyroclastic flows involve very high temperature (>300 ˚C) and are almost entirely dry (water vapor content less than a few percent).” De aangehaalde processen zijn echter niet te vergelijken met normale processen van lithificatie van mariene afzettingen. Dunn focust zich in de paper op de lithificatie (en ontwatering) van klei. “Although the focus is on clay due to its extremely slow drainage characteristics, the equations are valid for all sediments from sands to clays.” Na een beschrijving van de mechanismen voor de consolidatie van klei en gedetailleerde berekeningen past Dunn zijn gedachten toe op drie scenario’s. Het eerste scenario is het ontstaan van een kleilaag tijdens de zondvloed (in 100 dagen).2 Het tweede scenario is een scenario van na de zondvloed (in 100 jaar).3 Het derde scenario is een langzame depositie volgens de standaard geologische tijdschaal. De verschillende scenario’s worden toegepast op de sedimenten in de Labradorzee.4 Als voorbeeld wordt door dr. Dunn een boring van 770 meter onder de zeebodem genomen. De sedimenten in deze boring zijn relatief recent: van het Mioceen tot het Holoceen (de laatste 10 miljoen radiometrische jaren). Scenario 1 (tijdens 100 zondvloeddagen) heeft 7,7 meter per dag nodig! Scenario 2 (de eerste 100 jaar na de zondvloed) heeft 7,7 meter per jaar nodig. Scenario 3 (over miljoenen jaren) heeft 85 meter per miljoen jaar nodig. De hoge sedimentatiesnelheden die nodig zijn binnen de zondvloedgeologie (scenario 1 en 2) leiden tot ‘completely unstable soil conditions which effectively no undrained shear strength’. Dunn vervolgt: “The sedimentation rates are orders of magnitude higher than the dissipation potential of the clay, and, hence, it is almost completely fluidized even in the post-Flood scenario.” De berekeningen van Dunn leveren echter geen uitdaging op voor diverse oude-aarde-modellen. “Additionally, it is shown that there is a physical limit to the rate at which sediment can accumulate without creating excessive pore pressure and including geotechnical failures.” Het hiervoor genoemde limiet voor klei is maximaal 0.1 meter per jaar. Voor leem (silt) is dat iets hoger namelijk maximaal 10 meter per jaar.

Dinosauriërs

Dit levert een probleem op voor de modellen die beweren dat dinosauriërs tijdens de zondvloed over de eerder afgezette zondvloedsedimenten zouden hebben gelopen. “This would require that the freshly deposited sediment had sufficient strength to support the weight of a large animal.” Volgens Dunn is het moeilijk voor te stellen hoe dinosauriërs over vers afgezet sediment moeten hebben gelopen. Dat kan alleen als het afgezet materiaal een hoog percentage zand in zich zou hebben, wat het draagvermogen ondersteunt. Een model dat dinosauriërs laat rondbanjeren tijdens de vloed en daarna laat omkomen, moet volgens Dunn zeer uitgebreid getest worden.5

Afsluitend

We zien dat er uitdagingen zijn voor zondvloedgeologie op het gebied van de sedimentatiesnelheid en de lithificatiesnelheid van klei. Het zou goed zijn als creationistische experts die geologisch onderzoek doen hiermee gaan rekenen.6 Geleerden zoals Guy Berthault, dr. Pierre Y. Julien en dr. Alexander V. Lalomov hebben zich in het verleden ook uitgebreid met sedimentatiesnelheden bezig gehouden (maar mogelijk is dit werk verouderd of incompleet).7 Het is daarom zeer opmerkelijk dat dr. Dunn geen enkele verwijzing naar hun werk geeft. Mogelijk had hij hun werk in gedachte bij de korte bespreking van de vorming van ‘beachrock’ in de inleiding, maar dan zou ten minste een verwijzing nuttig zijn. Uiteraard moet in acht genomen worden dat de consolidatie van klei anders te werk gaat en veel meer tijd kost dan sedimentatie aan de kust (zoals dr. Dunn in de inleiding ook terecht opmerkt). Wellicht kan dr. Dunn in een volgende paper de al bestaande papers rondom sedimentatie- en lithificatiesnelheden bespreken, uitdagen en/of inpassen. De hoofdconclusie van de paper van dr. Dunn blijft echter staan: het ontwateren en verstenen van klei veel meer tijd kost dan mogelijk is binnen de Bijbelse tijdschaal. Zeker om geconsolideerde klei te krijgen dat sterk genoeg is om dinosauriërs te dragen, zodat zij tijdens de zondvloed pootafdrukken kunnen maken.

The Clay Consolidation Problem’, kunnen zondvloedgeologen dit probleem oplossen? Daar wordt sinds de verschijning van deze paper flink over gediscussieerd. Geologiestudent Ryan Milligan schreef een uitgebreid en lezenswaardig artikel op ‘The New Creation Blog’.8 Theïstische evolutionist dr. Joel Duff heeft de paper ook bestudeerd en reageerde er op in ‘This Week in Creationism’.9 Hij belooft om de paper in detail te bestuderen in een In Depth-video over ‘The Clay Consolidation Problem’ te bespreken. Volgens hem is het ontwateren van deze sedimenten net zo’n grote uitdaging als het bekende hitteprobleem tijdens de zondvloed.10 De tijd zal leren of hij daarin gelijk heeft. Het gesprek en de discussie hierover is in ieder geval begonnen! Voorlopig kunnen we ‘The Clay Consolidation Problem’ zien als een dissonant in het scheppingsparadigma.11 Credits aan Creation Research Society dat zij deze kritisch-reflectieve paper toch wilden publiceren.

Deze korte beschrijving n.a.v.: Dunn, S.L., 2024, The Clay Consolidation Problem and Its Implications for Flood Geology Models, Creation Research Society Quarterly 60 (3): 144-156. Abstract: https://www.creationresearch.org/the-clay-consolidation-problem-and-its-implications-for-flood-geology-models.

Parenteel van Antonie van Meerten (1895-1946) en Teuna Breeman (1893-1976)

Antonie van Meerten werd op 17 mei 1895 geboren te Ommeren1 als zoon van Cornelis van Meerten (1850-1898) en Anna van Alfen (1868-1944). Het parenteel van zijn ouders is hier te vinden. Hij is overleden op 1 april 1946 te ‘s-Gravenzande.2 Hij trouwde op 22 februari 1923 te Naaldwijk3 met Teuna Breeman. Teuna Breeman werd op 19 juli 1893 te Ooltgensplaat geboren als dochter van Cornelis Breeman (1863-1950) en Lena de Vos (1863-1943). Zij is overleden op 27 april 1976 te ‘s-Gravenzande.

Kinderen

Uit dit huwelijk zijn ten minste twee kinderen geboren. Deze worden hier niet als parenteel weergegeven omdat allen ná 1900 geboren zijn. Bijna alle kinderen zijn overleden. Openbare informatie rond deze kinderen wordt op deze website in aparte artikelen besproken. Volg de linkjes in de voetnoten hieronder voor meer openbare informatie over de overleden kinderen.

  1. Anna van Meerten (1923-2018).4
  2. Cornelis van Meerten (1932-2008).5

Meer informatie over dit echtpaar

Dit parenteel wordt nog verder compleet gemaakt. Hieronder volgen tijdelijk de linkjes naar artikelen op deze website die onder meer dit echtpaar vermelden. Later, als de Heere leven geeft, willen we dit omwerken tot een overzichtelijk en leesbaar geheel.

Voetnoten

Zoogdierfossiel met melkgebit gevonden

Creationisten zijn geboeid geraakt door fossiele zoogdieren uit het leefgebied van de dinosauriërs.1 Zouden deze zoogdieren de sleutel kunnen zijn voor waar we de vloed/post-vloedgrens kunnen plaatsen? Stevige discussies worden daarover gevoerd.2 Ondertussen zitten ook de naturalisten niet stil. Het ene na het andere fossiel komt boven tafel, vaak geven de fossielen verrassende inzichten. Een van die inzichten is dat de zoogdieren die in het leefgebied van de dinosauriërs leefden meer gevarieerd waren dan eerst werd gedacht.

De vondst

In Schotland werd vorige week een dergelijke ontdekking bekend gemaakt.3 Er zijn melktanden ontdekt in een fossiele onderkaak van een jonge Wareolestes rex. Volgens de naturalist leefde dit beestje in het Midden-Jura, zo’n 165 miljoen jaar geleden. Een creationist zou zeggen dat dit beestje leefde in een gebied waar ook dinosauriërs voorkwamen. De kaak van twee centimeter lang werd in 2015 op het eiland Skye gevonden (Kilmaluag Formation) en is een van de meest complete vondsten van ‘vroege’ zoogdieren die buiten China is gevonden. De kaak werd aan de kust gevonden, waardoor één kant van de kaak is afgesleten door de golven en er enkele tanden en kiezen zijn verdwenen. Met behulp van micro-CT-scantechnologie ontdekte men dat de tanden in de kaak melktanden moeten zijn. Onder de tanden zitten in de kaak namelijk tanden voor het blijvende (volwassen) gebit. Deze volwassen tanden waren nog niet doorgebroken. De vondst laat zien dat het diertje net als mensen eerst een melkgebit had wat in een later stadium werd vervangen door een blijvend gebit. Dat is een duidelijk kenmerk van zoogdieren. De tanden van de jongen hoeven nog niet volwassen te zijn voordat ze worden gespeend.

WAREOLESTES REX
De Wareolestes die in het hoofdartikel beschreven wordt, is geen nieuwe soort. In 1978 vond Eric Freedman een kies en herkende deze als behorend tot een nieuw soort.4 Hij noemde het diertje waarvan de kies was Wareolestes rex.5 Door de jaren heen kwamen daar nog een paar tanden en kiezen bij, maar meer werd er tot nog toe niet gevonden.6 Met de vondst van de in het artikel genoemde onderkaak wordt onze kennis over deze Wareolestes sterk uitgebreid. Vergeleken met haar medebewoners van het gebied, de dinosauriërs, was de Wareolestes rex echter maar een klein dier. In volwassen staat was het net zo groot als een cavia. De Wareolestes at waarschijnlijk grote insecten.

Zooggedrag en tepels

Volgens wetenschappers werden jonkies van het beestje gevoed met melk vanuit een huidflap. Deze aanname doen zij omdat ze geloven dat de tepels en het zooggedrag nog moesten evolueren toen deze Wareolestes rondliep. Onder naturalisten is er veel discussie over hoe het zooggedrag is ontstaan. Op basis van deze vondst is het echter niet uit te sluiten dat de Wareolestes wel tepels had en zooggedrag kende, veel belangrijke eigenschappen die nodig zijn voor het voeden van de jongen blijven namelijk niet behouden bij fossilisatie. De naturalistische filosofie van universele gemeenschappelijke afstamming wordt hier als leidraad genomen. Bij het hanteren van een creationistisch referentiekader is een dergelijke aanname, van geen tepels en geen zooggedrag, niet nodig. Promovendus Elsa Panciroli laat tegenover BBC weten dat dit “wisselen van de tanden ons meer vertelt over hoe dit vroege zoogdier gevoed werd met melk, aangemaakt door de ouders, totdat het uitgroeide tot een volwassen dier.7 Volgens haar is het gedrag van de Wareolestes en de zorg van dit beestje voor haar jongen overeenkomstig dat van moderne zoogdieren. Creationisten zullen deze conclusie onderschrijven. Voor het jonge zoogdier is het spijtig dat het de volwassen staat niet bereikte. Sinds de zondeval is deze schepping onderworpen aan de vloek van de zonde en is één ding zeker in het leven van mens en dier: ze zullen sterven. Maar dankzij deze ontdekking zijn we wel meer te weten gekomen over de rijke variatie bij de zoogdieren die voorkwamen in het leefgebied van de dinosauriërs.

SKYE
Skye is het grootste en noordelijkste eiland van de Binnen-Hebriden, een Schotse eilandengroep. Het eiland, en dan vooral de baai van Bearreraig, staat bekend om de fossielen die er gevonden worden. Zo zijn er in deze omgeving Jurassische dinosauriërs en loopsporen teruggevonden. De laatste tijd worden er ook zoogdieren gevonden waardoor een groeiende lijst ontstaan is. Volgens naturalistische wetenschappers was Skye in het midden-Jura bedekt met lagunes met daarin schildpadden, krokodillen, pterosauriërs en dinosauriërs. Was dit volgens creationisten een ecosysteem van vóór of ná de zondvloed? Dat is afhankelijk van waar je de zondvloedgrens plaatst.

Dit artikel is in 2017 geschreven.

Voetnoten