Home » Artikelen geplaatst door Jan van Meerten
Auteursarchief: Jan van Meerten
Feedback & Vragen 2025: Is Gerardina van Waenroij de nicht van Ernst van Abcoude van Meerten?
In het genealogische werk Van Abcoude van Meerten samengesteld door Johan Louis van Abcoude van Meerten (1641-?) wordt ook geschreven over het echtpaar Ernst van Abcoude van Meerten (1595-1657) en Gerardina van Waenroij (1614-1639). Johan Louis schrijft: “Errenst van Abcoude van Merthen (…) is voor de twede rijse hertrout met sijn nichte jofferou Gernardina van Wanrooi van Uijtenham”.1 Op welke wijze is Gerardina de nicht van Ernst?
Het familieverband is niet via het geslacht Van Abcoude van Meerten, maar via het geslacht Splijtloff. Hoe is het familieverband? Ernst was een zoon van Piter van Abcoude van Meerten (?-1599) en Anna Splijtloff (?-1598). Moeder Anna was een dochter van Helmich Splijtloff (?-1575) en Maria van Renesse van Wulven (?-1571).2 Gerardina was de dochter van Dirck van Waenroij Utenhamme en Maria Helmich van Welle. Moeder Maria was een dochter van Splinter Helmich van Welle (1545-1589) en Herberta Splijtloff (1560-1626). Herberta was een dochter van Helmich Splijtloff (?-1575) en Maria van Renesse van Wulven (?-1571).3 Herberta hertrouwde in 1592 met Geerlich Doys, burgemeester van Deventer. Anna en Herberta waren zussen. Johanna (?-1637) was ook een zus, daarnaast hadden zij nog vier zussen.4 In het Archief van de familie Cousebant wordt meer informatie gegeven over de familie Splijtloff.5 In feite was Gerardina de dochter van de nicht van Ernst: Maria Helmich van Welle. Gerardina was dus naast de tweede vrouw van zijn vader Ernst, ook de achternicht van Johan Louis van Abcoude van Meerten. Hieronder het hierboven opgeschreven verband nog eens uitgetekend in een stamboom.
Voetnoten
Feedback & Vragen 2025: Maken al die zondvloedverhalen het Bijbelse zondvloedverhaal, als waargebeurde geschiedenis, minder geloofwaardig?
Al die verschillende zondvloedverhalen, is het Bijbelse zondvloedverhaal wel zo bijzonder? Een vraag die we kregen naar aanleiding van het nieuwsbericht rond het werk van promovendus Bram van den Heuvel (MA).6 De vraagsteller verwoordde het wat steviger: hoe meer zondvloedverhalen er zijn hoe minder de vraagsteller van het Bijbelse zondvloedverhaal als waargebeurde geschiedenis gelooft. Het doet denken aan de vraag die systematisch theoloog dr. Siegbert Riecker7 heeft beantwoord voor de RD-rubriek ‘Wat zeg je dan?’.8 Een rubriek waarbinnen, kritische vragen die op de Gereformeerde Gezindte afkomen, worden besproken.9
Gemeenschappelijke geschiedenis
De vraag wordt door dr. Riecker wat breder beantwoord. Riecker erkent dat culturen in het Oude Oosten soortgelijke verhalen over de schepping, zondvloed, baby’s in een rieten mandje etc. kennen. Dat geldt niet alleen voor het Oude Oosten, maar ook voor culturen in China, Iran en Zuid-Amerika. Volgens de systematisch theoloog getuigt dit niet tegen de geloofwaardigheid van de Bijbel. “Al in 1925 verzamelde Johannes Riem ruim 300 zondvloedberichten uit de hele wereld, die onmogelijk allemaal elkaars kopieën kunnen zijn. Is het de mens eigen om dit soort verhalen te verzinnen? Of wordt hierin een vage herinnering aan een echte gebeurtenis van lang geleden verwerkt? Elke cultuur heeft haar godenwereld en mythologie. Een gebeurtenis wordt dan algauw daarin ingepast. De mensheid heeft hoe dan ook een gemeenschappelijke geschiedenis.” Wanneer er een gemeenschappelijke geschiedenis bestaat, dan is het niet vreemd als dezelfde gebeurtenissen op een bepaalde manier verweven worden met de mythologie en cultuur.
Bouwverslag
Toch zijn er ook grote verschillen aan te wijzen, en daarbij onderscheidt zich de Bijbelse geschiedenis met mythen uit het Oude Oosten. Neem bijvoorbeeld de verschillende scheppingsverhalen. “Genesis 1 schrijft weliswaar over een alom bekend onderwerp, maar staat in schril contrast met de bloemrijke en fantasievolle stijl van oude oosterse mythen. Genesis 1 kent geen godenoorlog, mythische wezens en drama’s vol emotie. Zelfs geen dialogen. Het hoofdstuk is juist strak gestructureerd, ter zake en zonder opwinding. Genesis 1 is beslist geen mythe. Maar wat dan wel? Wie vergelijkbare teksten zoekt, komt de verslagen over de bouw van de tabernakel en de tempel tegen (Exodus 36-39; 1 Koningen 6-8). Het genre “bouwverslag” verklaart de sobere stijl ervan: een ontwerper is nu eenmaal geen dichter.” Riecker verwijst naar theologen als Gerhard von Rad en Horst Dietrich Preuss. Zij wilden in deze bouwverslagen graag ‘een bewuste, polemische afwijzing zien van de mythen van die tijd’. God gebruikt geen magie, maar Zijn Eigen Woord. Zeemonsters zijn geen rivalen, maar onschuldige zeeschepselen. De sterren bepalen niet ons lot, maar God bepaalt het lot van de sterren. De mens is niet geschapen om de goden te bedienen (met gaven) óf als belichaming van goden, maar als schepsel de kroon op Zijn schepping. “De gedachte dat ieder mens beelddrager van God is, is uniek in de toenmalige wereld. Dat revolutionaire uitgangspunt zet alle slavernij en totalitarisme op losse schroeven.” Hierin is de Bijbelse vertolking van de geschiedenis dus uniek en vreemd aan andere verhalen in het Oude Oosten.
Eenduidig en krachtig
De Bijbel is eenduidig. “anders dan de Grieken hebben de Joden geen duizenden tegenstrijdige boeken die niet met elkaar verenigbaar zijn”. Hoewel de Bijbelse geschiedenis uiteenlopende thema’s, boodschappen en literaire vormen bevat, maakt God de Bijbel tot een eenheid. “Deze unieke God heeft persoonlijk mensen uit verschillende eeuwen en culturen ontmoet. Deze mensen doen daarvan op verschillende manieren in de Bijbel verslag.” Daarnaast verwijst elk Bijbelboek op een of andere manier naar Christus, de komende of de gekomene, dit begint al bij Genesis (zie: Genesis 3:15). De Bijbel onderscheidt zich ook van andere geschriften door haar bijzondere werking. Geschriften kunnen inspireren, maar de Bijbel heeft, door de kracht van de Heilige Geest, een uitwerking die onvergelijkbaar is. Als de Heilige Geest ons hart opent dan zullen we ervaren ‘hoe er een diepe vrede groeit, genezing plaatsvindt en vreugde ontstaat: troost bij zorgen, bevrijding van lasten en kracht voor het dagelijks leven’. Wat mythen uit het Oude Oosten niet doen, geldt wel voor de Bijbelse geschiedenissen.
Ten slotte
De Bijbelse geschiedenissen spreken, omdat deze geïnspireerd zijn door de Heilige Geest en waar gebeurd, vandaag de dag nog steeds op een bijzondere wijze tot ons. Veel mythen uit het Oude Oosten zijn in de vergetelheid geraakt, en als ze door archeologen en historici niet worden afgestoft zullen ze voor eeuwig vergeten worden. Dat geldt niet voor de Bijbel. “Gods Woord bestaat in der eeuwigheid”. Het zondvloedverhaal minder geloofwaardig als je alle zondvloedverhalen ziet? Dat hangt af van je kijk op de zaak. Zoals Riecker zegt zijn verschillende zondvloedverhalen, met gemeenschappelijke elementen, voor een Bijbelgetrouw christen niet meer dan logisch.
Voetnoten
‘De Schrift moet ons verlossen, maar wij hoeven de Schrift niet te verlossen (van problemen)’ – Interview met Jonard Roukens door het Nederlands Dagblad
Op 6 december 2024 verscheen op de website van de Gereformeerde Gemeente, www.gergem.info, een publicatie van de Commissie Schriftgezag met als titel ‘Het verstaan van de Schrift’.10 Naar aanleiding van deze publicatie verscheen er gisteren in het Nederlands Dagblad een interview met een van de commissieleden, Jonard Roukens (MA). Omdat we al vaker geschreven hebben over dit Studiesecretariaat een korte samenvatting van het interview.11
Het Studiesecretariaat Schriftgezag heeft mandaat gekregen van de Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten om de onderwerpen Schriftgezag en hermeneutiek te bestuderen. Maar ook een handreiking te doen naar de verschillende gemeenten. Oppervlakkig beschouwd lijkt er binnen de Gereformeerde Gemeente weinig te veranderen. Er worden nog steeds conservatieve standpunten gehuldigd inzake de vrouw in het ambt, schepping en evolutie of homoseksualiteit. Toch zijn er ook zorgen. “Ook onder ons zijn er duidelijke symptomen die erop wijzen dat Gods Woord niet langer het einde van alle tegenspraak is.” ND-journalist Maaike Legemaat interviewde theoloog en docent Jonard Roukens (MA). Binnen het kerkverband zijn er mensen die nauwelijks de Bijbel lezen, en aan de andere kant zijn er kerkenraden die menen dat er binnen het kerkverband geen vragen zijn rondom het Schriftgezag. Maar dat laatste is helaas toch wel waar binnen de Gereformeerde Gemeente. ‘Ook binnen de gereformeerde gezindte zie je verschuivingen in het denken, bijvoorbeeld over de vrouw in het ambt, theïstische evolutie en homoseksualiteit’. Mensen denken al snel postmodern: iedereen moet het zelf weten. Volgens Roukens zit daar een andere manier van Schriftverstaan achter. Dit wil het studiesecretariaat helder maken.
Christelijke vrijheid
De journaliste vraagt of deze veranderingen wel een probleem zijn. Is het geen christelijke vrijheid? Roukens geeft aan niet over de harten te willen oordelen, maar christelijke vrijheid wordt wel erg snel aangewend om de deur open te zetten ‘voor van alles en nog wat’. Het gaat daarbij niet om middelmatige zaken, maar over dingen waar ‘door de kerk eeuwenlang hetzelfde’ is gezegd. Uitgangspunt moet zijn: de Schrift heeft gezag. Is het niet, zo vraagt de journaliste, ‘uw interpretatie van de Schrift heeft gezag’. Dat is een gedachte die sinds de negentiende eeuw opkomt. Roukens: “We moeten het Woord van God niet lezen als het etiket van een pindakaaspot, maar een brief die mij schuldig verklaart en vrijspreekt van straf”. Je ketent God en verabsoluteert je eigen bril als je meent mijn interpretatie kan vertroebelen wat God zegt. “Het is een hermeneutische theorie waarbij je in je eigen spiegelbeeld zit te kijken. Alsof de Heilige Geest de Bijbel niet kan gebruiken in iedere tijd en iedere plaats.” Het staat of valt met het Schriftgezag. Zijn de woorden uit de Schrift menselijke woorden of hebben deze Goddelijk gezag?
Praktijk
Het gaat niet alleen over hete hangijzers, maar ook over de praktijk van het leven. Onder de preek zitten kan een ‘vorm van sterven aan jezelf (…) zijn’. Het moderne gevoel is dat je het in deze wereld moet maken. Dit moderne gevoel sluipt ook de kerk binnen. Als studiesecretariaat wil men laten zien hoezeer ons denken beïnvloedt is door wereldse zaken. ‘De Bijbel gaat gigantisch in tegen mijn zelfverstaan’. Hoewel de vragen over homoseksualiteit Roukens aan het hart gaan, zegt hij toch dat de waarheid vrijmaakt. “De grootste pijn zit hem niet in de theologie, maar in het feit dat er over mensen wordt gepraat in plaats van met hen”. Een ander leerpunt is dat we de waarheid van de Bijbel en de waarheid van het hart (bevinding) niet te ver uit elkaar moeten trekken. Bevinding moet altijd opkomen vanuit Gods Woord.12 “‘Wat in de Bijbel staat is waar, maar het moet wel waar worden in je hart’, wordt weleens gezegd. Maar omgekeerd is het ook waar. Jezus kan wel in je hart geboren zijn, maar als Hij niet in Bethlehem geboren is, heeft dat toch geen zin gehad. We moeten in de reformatorische traditie de heilsfeiten niet relatieveren.”13 Hier geldt ook dat de Schrift nodig is om ons te verlossen, ‘in plaats van dat wij de Schrift moeten verlossen van problemen’. Wij staan als zondaren tegenover God, wanneer je elk vraagstuk rationeel wil oplossen dan ‘ga je alsnog de scepter zwaaien over de Schrift’. Zoals sommige theologen in verleden en heden weleens zeggen: niet wij moeten de Schrift lezen, maar de Schrift moet ons lezen.
Voetnoten
Engelstalige biologiefachtagung Wort und Wissen gaat dit jaar (2025) over snelle soortvorming
Om het jaar wordt er door de Duitse creationistische organisatie Wort und Wissen een Engelstalige biologiefachtagung georganiseerd.14 Op deze fachtagungen komen biologen samen om na te denken over diverse thema’s. Dit jaar is het hoofdthema snelle soortvorming. De komende biologiefachtagung hoopt plaats te vinden van 28 maart 2025 (vanaf 18:00 uur) tot 30 maart 2025 (tot 13:00 uur) D.V.15
Inhoud van de conferentie
De organisatie is in handen van dr. Boris Schmidtgall en dr. Peter Borger. De voertaal op de fachtagung is, anders dan vorig jaar, Engels. De organisatoren hebben weer een interessant programma samengesteld. Sprekers zijn, op de volgorde die door de organisatie wordt aangeboden: drs. Tom Zoutewelle, Ruben Jorritsma (MSc.), dr. Peter Borger, Tom Aalto (MA), dr. Nigel Crompton en dr. Robert Carter. Carter is als speciale gast aanwezig en houdt twee presentaties.16 De lezing van drs. Tom Zoutewelle heeft als titel ‘Why do we need a rapid speciation model?’ Ruben Jorritsma (MSc.) spreekt over ‘Does evolution adequately explain functional endogenous retroviruses?’ Organisator dr. Peter Borger spreekt zelf ook, over ‘Variation-Inducing Genetic Elements’.17 Tom Aalto (MA) spreekt over epigenetische processen onder de titel ‘Epigenetic Information Layers and Metadata in the Variation of Created Kinds’.18 Dr. Nigel Crompton is aanwezig om te spreken over Mendeliaanse genetica, ‘Mendelian Speciation: his Law of Population Development and the role of Genetic Drift’.19 Tenslotte wordt dr. Robert Carter genoemd. Hij spreekt, in twee lezingen, over ‘The Braided Baramin Concept’. Zo te zien zal het weer een interessante biologiefachtagung worden.
Praktische informatie
De conferentie hoopt plaats te vinden in Freizeitheim Friolzheim (Baden-Württemberg). De deelnamekosten zijn 140 euro. Promovendi betalen 100 euro, studenten 80 euro. EZ-Zuschlag is 25 euro, bedlinnen kost 7 euro (of kan de bezoeker zelf meenemen). Aanmelden kan via de website van Wort und Wissen. Op die pagina is ook meer informatie te vinden en de mogelijkheid om contact op te nemen met de organisatie.20
Voetnoten
‘Van Meertens’ in het lidmatenregister 1638-1669 van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buren
Het lidmatenboek 1638-1669 van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buren bevat verschillende namen van mensen uit het geslacht ‘Van Meerten’. Hieronder doorzoeken we het lidmatenregister op ‘Van Meertens’.21
Het lidmatenregister begint bij scan 57. Burens predikant Johannes Hermanus Ribbius (±1610-1657) heeft daarin de namen opgetekend ‘die ick aldaer in dienst komende hebbe gevonden’. Op de linker bladzijde houdt hij de mansleden bij, de rechter bladzijde bevat de vrouwelijke leden. Hieronder slechts de namen van mensen uit het geslacht ‘Van Meerten’ of aanverwant.
De eerste twee namen, hierboven weergegeven, die genoemd worden in het register zijn Neesken Aerts en Jenneken Aerts. Neesken Aerts is de (schoon)moeder van Jan van Meerten. Zij is gestorven. Jenneken is de huisvrouw van Jan van Meerten. Voor haar naam staat ‘obijt’. Beiden zijn overleden, vermoedelijk is dit erachter gezet toen het register in 1669 gesloten werd.22 Er wordt ook nog een Griet Aerts genoemd, die overleden is. Of zij familie is van de bovengenoemden is de auteur (nog) niet duidelijk.
Vanaf scan 63 wordt door ds. Ribbius opgeschreven welke leden zijn aangenomen en overgekomen onder zijn dienst in Buren. Ook hier worden de mansleden en de vrouwelijke leden afzonderlijk genoemd. Op 25 april 1641 is Jan van Meerten aangenomen als lid. Voor zijn naam staat ‘obijt’.23
Vanaf scan 71 gaat het over de lidmaten die tijdens de dienst van ds. M. van Middelhoven (?-1652) zijn aangenomen en overgekomen. Op 22 december 1651 werden zeven nieuwe lidmaten aangenomen door ds. Pauwelen Colonius, in presentie van de ouderlingen Jan van van Woudenberg en Jan van Meerten. De zeven nieuwe leden zijn: Ewalt van der Lingen, Jan Gerritss van Maurick, Jan van Lith (raijmaker), Huijbert Janss (als moeren), Cantis Huijberts (sijn dochter), Cornelisken Jans en Gerrit Dirckss.24
Op 23 december 1655 is Ernst van Meerten (een enkele keer Aris genoemd) aangenomen als lid. Hij was een zoon van de hierboven genoemde ouderling Jan van Meerten.25 Daarnaast werd op dezelfde datum Jan (Jansz.) van Meerten, mogelijk een broer van Ernst, aangenomen als lid.26
Op 2 april 1656 wordt Lijsbeth (Jans) Verbeeck, de eerste vrouw van Ernst van Meerten, aangenomen als lid.27
Voetnoten
Feedback & Vragen 2025: Waarom zou je vanuit een schriftuurlijk-bevindelijke positie academische theologie (willen) bedrijven?
Het ‘waarom’ van academische theologie vanuit een Schriftuurlijk-bevindelijke positie is een vraag die wel eens gesteld wordt. Het is een terechte vraag, met het oog op het doel en het praktische nut van academische theologie. Vandaag werd die vraag ook gesteld, zij het in een wat karikaturale vorm. Toch is het nuttig om daar wat over te schrijven. Bovendien wil ik op deze website nog twee artikelen plaatsen waarin deze vraag, of een meer algemene variant daarop, naar voren komt.
Toen de vraag gesteld werd moest ik denken aan wat ik gisteren las over de promotie van dr. ir. M. Burggraaf (1930-2024) in 1989. Burggraaf overleed onlangs in de gezegende leeftijd van 94 jaar. Aanvankelijk werkte hij als ingenieur bij Siemens. In de jaren tachtig was hij kandidaat binnen de Gereformeerde Gemeente26. Later is hij benoemd als docent in Taiwan27 en raakte hij betrokken bij Bijbelvertaalwerk voor China.28 Na zijn overlijden heeft de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) dit vertaalwerk overgenomen.29 Dr. ir. M. Burggraaf studeerde theologie te Utrecht en Semitische talen te Leiden. Op 21 september 1989 promoveerde hij aan de Universiteit van Leiden op een letterkundige dissertatie. Het proefschrift had als titel: “Een onderzoek naar de functie en het gebruik van de infinitivus constructus voorafgaande door de prepositie ל in het klassieke Hebreeuws”.
Ingewikkeld onderwerp
Volgens journalist Bax, van het Reformatorisch Dagblad was een ingewikkeld onderwerp. “Zijn proefschrift is zo specialistisch, dat een vakbekwame recensie ervan voor de doorsnee dagbladlezer zinloos is”. Toch probeert hij het te vereenvoudigen: “Hoe wordt de onbepaalde wijs gebruikt in het klassieke Hebreeuws als die onbepaalde wijs voorafgegaan wordt door het voorzetsel ל.” Dit was al vastgesteld, maar waarom dát zo is, daar had nog niemand onderzoek naar gedaan. Inhoudelijk laten we het proefschrift (nu) verder rustten. De vraag naar het ‘waarom’ is immers belangrijk in het artikel. Waarom zou een bevindelijk-gereformeerd student of academicus op dergelijke wijze academische theologie (moeten) bedrijven? Daarin is Burggraaf heel duidelijk en navolgenswaardig. Hij zegt: “Door dit onderzoek komt de diepere rijkdom van de Schriften meer naar de oppervlakte en kan er sprake zijn van een beter verstaan ervan. Als algemeen voorbeeld kan ik aandragen dat bij voorbeeld de Statenvertalers zo dicht mogelijk bij het Hebreeuws wilden staan. Daartoe heb je een goede grammatica nodig. Een grammatica die het Hebreeuws in alle onderdelen behandelt, bestaat nog steeds niet. Mijn onderzoek kan ook gezien worden als een bijdrage om tot een volledige grammatica te komen.” Zijn tweede reden is: “Het (promotieonderzoek, JvM) moet meer gezien worden in het grote geheel van de grammaticabeoefening, waarbij de promovendus wil staan in de traditie van de reformatoren, die uiteindelijk zowel de taalwetenschap als de theologie op universitair niveau brachten.” Zijn derde reden richt zich op de praktijk: “De exegese als één van de beide elementen uit de prediking dient gebaseerd te zijn op goed voorbereide juiste grammaticale analyse van de tekst, opdat het bevindelijke deel als het tweede element van de prediking ook werkelijk tot zijn recht zal komen en niet zal degraderen tot mystiek of emotionaliteit.” Hoe moet academische theologie bedreven worden? Tot eer van Hem en in biddende afhankelijkheid. Burggraaf: “Ik weet dat ik dit werk als een opdracht van de Heere heb ontvangen. Ik mag ook zeggen dat, als ik met problemen zat, ik die nood de Heere steeds heb mogen voorleggen. Ondanks alle tegenstand – hoe dat ook ingevuld wordt – mag ik thans ook zeggen dat Hij waarmaakt wat Hij beloofd heeft. De Heere komt alle eer toe.”30
Waarom?
Uiteraard is er véél meer te zeggen en beperkt de academische theologie zich niet alleen tot de prediking of zelfs tot het verstaan van de Schriften alleen en beperkt de exegese zich niet alleen tot de grammatica van de tekst. Toch is de vraag te beantwoorden. Waarom academische theologie vanuit een Schriftuurlijk-bevindelijk uitgangspunt? Om oude en nieuwe schatten op te halen uit de Schriften (Mattheüs 13:52). De diepere rijkdom van de Schriften te zien, zodat we tot een beter verstaan ervan kunnen komen. Waardoor het tweede element in de prediking, maar ook in ons persoonlijke leven, namelijk het bevindelijke element, werkelijk tot zijn recht zal komen. Bevinding dient immers altijd op te komen vanuit Gods Woord.31 Hierbij wordt gestaan in de traditie van de Reformatie, waarbinnen academische theologie vanaf het begin een grote plaats heeft ingenomen. Tot eer van God de Schepper en tot heil van onze naaste (dichtbij of ver weg). Ik hoop daarom dat veel reformatorische studenten en academici zich blijvend bezighouden met academische theologie. Maar bovenal dat zij van God geleerd mogen zijn/worden. Wetenschap en Vroomheid, die zouden aan elkaar verbonden moeten zijn.32 De hoofdvraag in de discussie waar je, op deze wijze, het beste theologie kunt studeren is afhankelijk van de persoonlijke voorkeuren en laat ik graag aan de lezers en universiteiten/hogescholen zelf.
Voetnoten
In Memoriam: dr. Günter Bechly (1963-2025) – Grote slag, een geliefd en actief ID-paleontoloog overleden
Vandaag kwam het droevige nieuws tot ons dat dr. Günter Bechly, na een tragisch auto-ongeluk om het leven is gekomen. Op 6 januari 2025, Driekoningen, is hij overleden in de leeftijd van 61 jaar. Hij was de laatste jaren van grote betekenis voor de ‘Intelligent Design’-gemeenschap en bouwde aan een heropleving van dit gedachtengoed in Europa. Hij was medeoprichter van het in 2019 gestarte Oostenrijkse ID-centrum, Zentrum für BioKomplexität & NaturTeleologie. En als senior fellow verbonden aan het Discovery Institute in Amerika33 en sprak onlangs nog in Venetië op een ID-congres van de eveneens recent (2022) opgerichte Italiaanse ID-groep CIID.34 Nu is aan het werkzame leven van deze ID-paleontoloog abrupt een einde gekomen. Een groot verlies!
Zijn leven
Dr. Günter Bechly werd op 16 oktober 1963 te Sindelfingen (Baden-Württemberg, Duitsland) geboren. Op zijn website laat hij weten dat hij van jongs af aan een natuurliefhebber is geweest. Hij was geïnteresseerd in wilde dieren, natuur en natuurbehoud. Helaas was hij tot zijn veertigste ook ‘fervent atheïst en materialist’. Maar na een ‘spirituele reis’ van jaren heeft hij, zoals hij het zelf verwoord heeft, uiteindelijk ‘een wereldbeeld van pythagorisch idealisme’ omarmd. Hij verbond zich uiteindelijk aan de Rooms-Katholieke Kerk. Tijdens die ‘spirituele’ reis kwam hij ook in aanraking met de ‘Intelligent Design’-gemeenschap.35 Hij las boeken van bijvoorbeeld dr. Michael Behe en dr. Stephen Meijer en raakte overtuigd van de argumenten van deze gemeenschap. De rest van zijn leven heeft hij daarom gewijd aan het verdedigen, verbeteren en verder uitbouwen van ‘Intelligent Design’. Voor die tijd werkte hij als conservator voor het Natuurhistorisch Museum te Stuttgart en in die hoedanigheid organiseerde hij in 2009, het Darwinjaar, een grote expositie over het leven en werk van Charles Darwin en de impact van zijn evolutietheorie. Hij stuitte tijdens de voorbereiding van deze tentoonstelling ook op boeken van de ID-beweging. Na het lezen van deze boeken hield Bechly zich aanvankelijk openbaar wat op de vlakte, maar in 2015 kwam hij er openlijk voor uit overtuigd geraakt te zijn van de kracht van ‘Intelligent Design’. Dat ging niet zonder slag of stoot. Hij werd afgezet als curator van het Natuurhistorisch Museum én verloor, vanwege een naturalistische lobby, zijn Engelstalige Wikipedia-pagina.36 Daar stond tegenover dat hij warm onthaald werd door de ‘Intelligent Design’-beweging. Tot het moment van overlijden was hij actief als senior wetenschapper voor het Biologic Institute in Redmond, als senior fellow verbonden aan Discovery Institute’s Center for Science and Culture en medeoprichter en voorzitter van het hierboven al genoemde Zentrum für BioKomplexität & NaturTeleologie in Oostenrijk. In het verleden gaf hij ook wel eens lezingen voor de, onder creationisten, bekende Duitse groep Wort und Wissen. Zijn focus lag binnen deze instituten vooral op de paleontologie en hoe aanwijzingen binnen dit vakgebied pleiten vóór teleologie en tégen de neodarwinistische evolutietheorie. Ondergetekende schreef over zijn ommekeer van atheïstisch agnost naar christen een artikel in het aprilnummer 2017 van Weet Magazine.37 Het is overigens de tweede keer in korte tijd dat een sleutelfiguur binnen de ID-gemeenschap is overleden, op 19 september 2024 overleed dr. Jonathan Wells in de leeftijd van 82 jaar.38
Zijn werk
Bechly was een zeer actieve wetenschapper. Voor de website ‘Evolution News & Science Today’ schreef hij vrijwel iedere week een paleontologische bijdrage. Met de serie ‘Fossil Friday’ belichtte hij bijzondere vondsten en controverses binnen de paleontologie. Zijn laatste bijdrage in deze serie, op 3 januari 2025, ging over de discussie onder paleontologen over warmbloedige dieren.39 Ook de lijst met wetenschappelijke publicaties is, ziende op zijn website, indrukwekkend.40 Na zijn verandering bleef hij op academisch niveau publiceren. Zo verscheen er in 2018 van hem, samen met anderen, een hoofdstuk in een academisch boek over het zogenoemde ‘Waiting Time’-probleem met als titel ‘Phase-Type Distribution Approximations of the Waiting Time Until Coordinated Mutations Get Fixed in a Population’. Een ingewikkeld hoofdstuk dat alleen voor ingewijden toegankelijk is. Gelukkig richtte hij zich ook op de student en de geïnteresseerde leek. In de zomer van 2024 hield hij in Cambridge een presentatie over zijn favoriete onderwerp: ‘discontinuïteit in het fossielenbestand’. Volgens Bechly was deze discontinuïteit (onderbrokenheid) in het fossielenbestand een sterke aanwijzing voor Intelligent Design en een sterke afwijzing voor de neodarwiniaanse evolutietheorie.41 Een lezing, of een variant daarop, die hij vaker in het openbaar gehouden heeft.42 Ik herinner mij nog het ID-congres ‘Beyond Materialism: Biology for the 21st Century’ in Cambridge (2016). Ondergetekende was daar op eigen gelegenheid, samen met een medecreationist, naar toe gereisd. We zaten vooraan in de zaal en Bechly was ook aanwezig (hij moest immers spreken), we zaten zelfs naast hem. Toen we kennismaakten bleek dat hij ook een paar woorden over de grens sprak. Spreekt u ook Nederlands, zo vroegen wij hem? ‘Een beetje’, antwoordde hij. Wat bleek, hij was een periode in Suriname geweest. De lezingen die hij hield, een hoofdlezing en een lezing tijdens de parallelsessies, maakten veel indruk op de aanwezigen. Ten slotte werkte hij aan een populairwetenschappelijk boek over hetzelfde onderwerp. Het zou goed zijn, ook voor de studerende generatie, om zijn werk te bundelen in een overzicht. Zodat Bechly nog spreekt nadat hij gestorven is.43
Overlijden en begrafenis
Op 4 januari 2025 liet Bechly zelf weten dat hij in miserabele toestand in het ziekenhuis lag. Kennelijk mocht hij weer naar huis. Van een medecreationist hoorde ik vandaag dat hij gisterenmorgen in Oostenrijk een auto-ongeluk heeft gehad. Hij is aan zijn verwondingen overleden. Bechly laat een vrouw en twee kinderen achter. Groot is het verdriet! De weduwe en haar gezin laten via de kaart weten: “Men is nooit voorbereid op het moment dat het hele leven verandert”. Toch overheerst dankbaarheid voor de jaren die het gezin samen heeft gehad. Bechly ligt opgebaard in ‘Aufbahrungshalle Echsenbach’ (Oostenrijk). Het lichaam wordt op 11 januari 2025 naar zijn laatste rustplaats gebracht.44 Vanaf 10.00 uur wordt er gebeden, om 10.30 uur wordt er afscheid genomen waarna de begrafenisplechtigheid plaats zal vinden. Of deze ook digitaal te volgen is, dat is ondergetekende niet bekend. Het condoleanceregister kan hier getekend worden.45
Bestattung Allentsteig: https://www.bestattung-allentsteig.at/sterbefall/dr-guenter-bechly/?action=parte.
Evolution News: https://evolutionnews.org/2025/01/farewell-to-gunter-bechly/.
Fundamentum: https://oorsprong.info/in-memoriam-dr-gunter-bechly-1963-2025-grote-slag-een-geliefd-en-actief-id-paleontoloog-overleden/.
Intelligent Design Academy: https://www.youtube.com/watch?v=LwRYTNNhA8g.
PCh24.pl: https://pch24.pl/odszedl-do-wiecznosci-prof-gunter-bechly-uczony-ktorego-nauka-przywiodla-do-wiary/.
Wintery Knight: https://winteryknight.com/2025/01/08/pro-id-paleontologist-dr-gunter-bechly-has-gone-home-to-his-lord-and-savior/.
Voetnoten
Voor het vijfde jaar columnist bij ‘Om Sions Wil’ – Welke columns zijn het meest gelezen op deze website?
Vandaag de eerste column voor 2025 ingeleverd bij ‘Om Sions Wil’. ‘Om Sions Wil’ is een lezenswaardig pastoraal familieblad voor de Gereformeerde Gezindte. Het wordt in de praktijk door veel bevindelijk-gereformeerden gelezen. Het is daarom een hele eer om voor het blad af en toe een column te mogen schrijven. Met het inleveren van deze column, is het nu het vijfde jaar op rij dat ik dit mag doen. Hoe het verder mag gaan dit jaar, weten we niet. De columns zijn, met toestemming van de redactie, ook op ‘Oorsprong’ geplaatst. Het valt op dat vooral de columns waarin persoonlijke zaken worden gedeeld, gelezen worden. Al heft dit het verdriet en het gemis niet op, is het tot bemoediging. Welke columns zijn er tot het vijfde jaar het meest gelezen? Hieronder een top-10.46
Top-10
- COLUMN: De les van de kokmeeuw.
- COLUMN: Het hart.
- COLUMN: Nederlandse vulkanen?
- COLUMN: Evolutie is een feit!
- COLUMN: Archeologie in Staphorst.
- COLUMN: Censuur in Schoolboeken?
- COLUMN: Wereldwijd oordeel.
- COLUMN: Wie was de Farao van (de) Exodus?
- COLUMN: Zwerfstenen in de polder.
- COLUMN: De les van de pissebed.
Voetnoten
Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest
In het vorige artikel ging ik in op het gesprek met de jeugd over Bijbelse vraagstukken. Hoe herkenbaar is het doof zijn voor het Woord?! We mogen in afhankelijkheid naar wegen zoeken om het Woord van de Heere te laten klinken. De maaltijd is daar vaak erg geschikt voor en geeft ook ruimte voor een gesprek. Wat is het toch belangrijk om daar de tijd voor te nemen en dan vervolgens alle noden aan de Heere voor te leggen in het gebed.
Laat het Bijbellezen bij de maaltijd of het begin of eind van de dag niet een ‘formalistisch lezen’ zijn, een stukje lezen, maar laat er meer ‘omheen’ gebeuren, bijv. zingen, of vragen stellen over het Bijbelgedeelte. Op deze wijze kan de huisgodsdienst worden vormgegeven. We vrezen dat er momenteel voor huisgodsdienst weinig ruimte meer is.
Ondersteuning school en gezin
De primaire taak in de opvoeding ligt bij de ouders. Dat raakt het godsdienstonderwijs thuis. We weten dat veel ouders het moeilijk vinden om hun kinderen Bijbelonderwijs te geven. Toch is dat de opdracht vanuit Gods Woord: En gij zult ze uw kinderen inscherpen en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt en als gij opstaat (Deut. 6:7).
Ouders zijn handelingsverlegen en laten dit onderwijs nogal eens aan de school en de kerk over. Het zou goed zijn ouders een handreiking te doen hoe het Bijbelonderwijs thuis gestalte kan krijgen. Die handreikingen zijn er ook wel en die zouden opnieuw onder de aandacht kunnen worden gebracht. Die handreikingen zouden ook door de scholen gebruikt kunnen worden, want leerkrachten en docenten staan voor dezelfde opdracht. Boven alle dingen is het noodzakelijk dat de Heere Zijn Geest uitzendt, opdat onze huizen en scholen een werkplaats van de Heilige Geest zullen zijn!
Geestelijk
Bij dit alles mogen we niet voorbijgaan aan het feit dat de vraag die ons in de Heilige Schrift wordt gesteld, ten diepste persoonlijk en geestelijk van aard is. Verstaat gij ook hetgeen gij leest? (Hand. 8:30). De diepste oorzaak van de verstaanscrisis overstijgt de tijden. Vanwege de zondeval begrijpt de natuurlijke mens niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden (1 Kor. 2:14).
Hoe nodig is de innerlijke verlichting van Gods Geest! De Geest, Die herschept naar Gods beeld, is Dezelfde Die de apostel Petrus inspireerde tot het doen van zijn apostolische oproep: En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten (2 Petr. 1:19).
Nederlandse Geloofsbelijdenis
Er zou nog veel meer te zeggen zijn over Schriftgezag en Schriftkritiek, de gedachten erachter en de consequenties ervan. We laten het echter bij artikel 5 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis [wat als opschrift heeft: Waarvan de Heilige Schrift haar aanzien en gezag heeft]: ’Al deze boeken alleen ontvangen wij voor heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te regelen, daarop te gronden en daarmee te bevestigen. En wij geloven zonder enige twijfel al wat daarin begrepen is; en dat niet zozeer, omdat de kerk ze aanneemt en voor zodanig houdt; maar in het bijzonder, omdat de Heilige Geest ons getuigenis geeft in onze harten dat zij van God zijn; en omdat zij ook het bewijs daarvan bij zichzelf hebben; aangezien de blinden zelf tasten kunnen dat de dingen die daarin voorzegd zijn, geschieden.’
Gods Woord houdt stand
De woorden Gods zijn ons toebetrouwd (Rom. 3:2). Dat is een groot, onverdiend geschenk van de Heere! Het geeft ons allen een grote verantwoordelijkheid om deze woorden door te geven aan onze kinderen. Dat doen we in het vaste geloof dat Gods Woord stand houdt in eeuwigheid en geen duimbreed zal wijken, zoals Luther het onder woorden bracht in het vierde couplet van zijn lied “Een vaste Burcht is onze God”.
Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit De Wachter Sions. De volledige bronvermelding luidt: Leeuwen, G.R. van, 2024, Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest, De Wachter Sions 72 (14): 5.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (1) God is groot en wij begrijpen het niet.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (2) Waar waart gij?
- Schriftgezag en Schriftkritiek (3) Moderne hermeneutiek.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (4) Hete hangijzers.
- Schriftgezag en Schriftkritiek (5) Door Woord en Geest.
Promovendus heeft meer dan duizend vloedverhalen verzameld – Een database van verhalen over de Grote Overstroming
Promovendus Bram van den Heuvel (MA) werkt momenteel aan zijn proefschrift over zondvloedverhalen. In dat kader is hij gestart met het opzetten van een database van vloedverhalen uit verschillende culturen. Van den Heuvel plaatst de vloedverhalen ook op een website, zodat iedereen deze vloedverhalen vrij kan doorzoeken. Ondertussen heeft de promovendus al meer dan duizend (!) vloedverhalen verzameld en de database wordt maandelijks aangevuld met nog meer vloedverhalen. Een aanrader!47
Bram van den Heuvel (MA) promoveert momenteel aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven op een onderzoek met als voorlopige titel: ‘Memories of a Flood: The Search for Patterns in the Worldwide Attestation of Flood Stories’.48 Hoewel al die vloedverhalen enige voorzichtigheid vragen én het zondvloedgeloof niet afhankelijk is van deze buiten-Bijbelse aanwijzingen, is het toch mooi dat Van den Heuvel dit onderzoek opgepakt heeft. Zijn er patronen zichtbaar in al die vloedverhalen die wijzen op een gemeenschappelijke oergeschiedenis, de geschiedenis van de zondvloed uit de Bijbel? Om een patroon te kunnen ontdekken moet Van den Heuvel alle (of in ieder geval het merendeel) vloedverhalen wereldwijd verzamelen, een meerjarenproject. Hij wilde deze vloedverhalen gelijk ook delen met de buitenwereld. Daarom is hij de website floodstories.wordpress.com gestart. Daar staan ondertussen meer dan 1000 (!) vloedverhalen op en de database groeit maandelijks.49
Floodstories
De website functioneert ook als niet-integraal onderdeel van zijn dissertatie. Van den Heuvel werd geïnspireerd door de anti-creationistische website TalkOrigins, daar heeft Mark Isaak ook een artikel met ‘vloedmythen’ samengesteld.50 De vloedverhalen zijn gerangschikt per (sub-)continent en taal. Van den Heuvel heeft er naar gestreefd om van elke versie de originele taal én één moderne Engelse vertaling op te nemen. De titels van de vloedverhalen zijn vaak door Van den Heuvel zelf bedacht. Deze titels zijn ontstaan na een eerste verkennende lezing en kunnen nog gewijzigd worden na een diepgaande studie. Van den Heuvel neemt niet alleen vloedverhalen op in de database, maar ook ‘fragmenten en voorbijkomende verwijzingen die nauwelijks als een ‘verhaal’ kunnen worden gekwalificeerd’. De promovendus noemt het daarom in zijn introductie ‘onverstandig om de verhalen op te tellen en zo een telling te geven van hoeveel zondvloedverhalen een bepaalde regio of continent heeft’.51
Ten slotte
Voor het eindresultaat zullen we nog even geduld moeten hebben. We wensen de promovendus veel kennis en wijsheid, maar bovenal Gods zegen toe bij zijn promotieonderzoek. Van den Heuvel is overigens niet de enige die zich met vloedverhalen bezighoudt. Van Nick Liguori verscheen in 2021 het boek ‘Echoes of Ararat’, met vloedverhalen uit Noord- en Zuid-Amerika.52 Op dit moment werkt Liguori aan het tweede deel, met vloedverhalen uit Oost-Azië en Oceanië. Liguori hoopt dat dit deel in het voorjaar van 2025 zal verschijnen.