Home » Gastbijdrage » Nieuwe uitleg inzake homoseksualiteit gaat met bijbeltekst op de loop

Nieuwe uitleg inzake homoseksualiteit gaat met bijbeltekst op de loop

‘Homoseksualiteit is vertaalfout’ (ND 16 april). Het artikel biedt een paar goede inzichten, zegt bijbelwetenschapper Pieter Lalleman, maar ook een aantal zaken waarover het laatste woord nog niet is gezegd.

Het is waar dat het woord homoseksualiteit niet in de Bijbel voorkomt en dus ook niet in vertalingen thuishoort. Het zou echter goed zijn daarbij ook te vermelden dat het woord in geen enkele ‘oude’ tekst voorkomt, simpelweg omdat het een modern woord is. Toch kwam homoseksuele praxis in de oudheid wel voor en wordt zij ook in de Bijbel genoemd. Alleen moeten we de woorden die ervoor worden gebruikt dus niet vertalen met ‘homoseksualiteit’ en verwante woorden.

Verbond

Een voorbeeld van een situatie waarin een woord niet voorkomt, maar de zaak wel, is 2 Samuel 7. Algemeen wordt gezegd dat God hier een verbond sluit met David, ook al komt dit woord ‘verbond’ niet in de tekst voor. En Psalm 105 gaat over God trouw in de geschiedenis, ook al staat het woord trouw niet in de tekst.

In het artikel wordt gesteld dat we eerst moeten uitleggen wat de Bijbel over het onderwerp zegt voordat we de woorden kunnen vertalen. Maar de betekenis van de woorden moet volgens mij primair blijken uit hun context en het woordenboek, niet uit de ideeën van de uitlegger. En dat probleem wordt groter als die ‘uitleg’ geen recht doet aan wat de tekst zegt. Hier dreigt de hedendaagse uitleg met de tekst op de loop te gaan.

Geen onderscheid

En deze hedendaagse uitleg is betwistbaar, want ik vermoed dat het niet correct is om de achtergrond van Paulus’ woorden primair te zoeken in de oudheid.

Uiteraard kende Paulus zijn tijd, maar hij zal als vrome Jood bij zijn schrijven over homoseksuele praxis in de eerste plaats de verboden uit de Thora in gedachten hebben gehad. Daarin wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘goede’ (‘gelijkwaardige’) en ‘slechte’ (vernederende) homoseksuele praxis, zoals de Grieken deden. Leviticus staat geen enkele homoseksuele praxis toe.

Juist daarom, denk ik, smeedt Paulus het woord arsenokoites voor datgene wat hij afkeurt. (‘Verzinnen’ is in dit verband niet de goede term.) En dus heeft ook Paulus het in 1 Korintiërs 6 en Romeinen 1 hoogstwaarschijnlijk wel over alle homoseksuele praxis. Een ander argument daarvoor is dat hij ook homoseksuele praxis tussen vrouwen afkeurt, ook al werd die door de mensen in de oudheid niet als vernederend gezien.

‘De Griekse woorden uit 1 Korintiërs 6, malakos en arsenokoites, gaan in directe zin niet over het moderne begrip homoseksualiteit’, staat in het artikel. Het bovenstaande maakt hopelijk duidelijk dat zeker arsenokoites daar dus wel over gaat, gezien de oudtestamentische achtergrond van dit woord.

Letterlijk

We mogen het daarom niet met ‘homoseksualiteit’ vertalen, maar ook niet met ‘mannen … die andere mannen misbruiken’ (NBV21). Waarom kiezen we niet de tamelijk letterlijke vertaling ‘mannen die met mannen het bed delen’? Paulus benoemt in malakos en arsenokoites respectievelijk waarschijnlijk zowel de homoseksuele praxis waarop men in de oudheid neerkeek (de vernederende) als de gelijkwaardige.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Lalleman, P.J., 2024, Nieuwe uitleg gaat met bijbeltekst op de loop, Nederlands Dagblad 80 (21.652): 15 (artikel).