Home » Hermeneutiek » Meerderheid studiedeputaatschap NGK zet wissel om met pleidooi voor acceptatie gelijkgeslachtelijke seksualiteit – Rapport geeft dr. Wolter Rose ruimte voor een tegenstem

Meerderheid studiedeputaatschap NGK zet wissel om met pleidooi voor acceptatie gelijkgeslachtelijke seksualiteit – Rapport geeft dr. Wolter Rose ruimte voor een tegenstem

Het lag in de lijn der verwachting dat er in de nieuw gevormde Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) gekomen zou worden tot een acceptatie van gelijkgeslachtelijke seksualiteit en deelname aan het ambt en het Heilig Avondmaal. Er ligt, na een flinke vertraging, nu een studie van het deputaatschap over deze heikele kwestie. Het advies van de commissie komt D.V. in maart 2024 op de synodetafel. De synodevoorzitter, dr. Peter Sinia1, hoopt dat er nog vóór de zomer, in een speciaal hiervoor ingelaste zitting, een besluit valt. Overigens wordt een snelle uitvoering van dit besluit niet dwingend opgelegd. “Kerkenraden kunnen het tempo kiezen dat bij hun gemeente past.

Het is niet de eerste keer dat er in deze kerken gesproken wordt over het toelaten van mensen met een homoseksuele relatie tot het ambt en het Heilig Avondmaal. Al eerder schreef prof. dr. Ad de Bruijne een lijvig boek over (onder andere) deze kwestie, onder de titel ‘Verbonden voor het Leven’.2 Het was een kwestie van tijd dat de wissel ook kerkelijk omgezet zou worden en het is daarom niet verbazend dat de meerderheid van de commissie komt tot een acceptatie van gelijkgeslachtelijke seksualiteit in relatie tot de ambten en het Heilig Avondmaal. Verbazend niet, verdrietig wel! Vermeldenswaard is overigens nog dat de studiecommissie het onderling niet eens was, en dat er dus een verdeeld rapport ligt. Al is het kerkelijk donker geworden zijn er vanuit orthodox-ethisch perspectief nog wel enige lichtpuntjes. In de praktijk is de Nederlandse Gereformeerde Kerken echter een pluriforme kerk geworden (met compromisdocumenten), waarbij ruimte is gekomen voor tegengestelde opvattingen en het Schriftgezag met de voeten getreden kán worden zonder daarvan de consequenties te hoeven ondervinden. De synodevoorzitter ziet dat al aankomen, dr. Peter Sinia: “Tegelijkertijd kan ik niet beloven dat we tot een uitkomst komen, die hen of mij tevreden zal stellen.3 Uiteraard moeten we uit pastorale bewogenheid handelen, maar dat wil niet zeggen dat hierbij bepaalde vaste (dat is op de Bijbel gebaseerde) uitgangspunten gehanteerd kunnen worden.4 Verdrietig is dat door sommigen in het rapport over de (gevolgen van de) zondeval heenstappen en de huidige orde één op één gelijkstellen met de scheppingsorde. We leven echter in een gebroken wereld (Rom. 8:20-22). In dit artikel wil ik graag geluid geven aan een tegenstem: dr. Wolter H. Rose.5 Rose is gepromoveerd theoloog en heeft zelf ook homofiele gevoelens. Hij heeft op grond van de Schrift besloten celibatair te leven. Rose was ook lid van het studiedeputaatschap en heeft een (deels tegengestelde) bijdrage geleverd aan het rapport.6

Inleiding

Het rapport draagt de titel ‘Ruimte en richting’ en is te downloaden via de website van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (zie voetnoot).7 De ondertitel luidt: ‘Rapport van het Studiedeputaatschap ‘Homoseksualiteit in de kerk’. Voor de synode van Deventer 2023’. Het rapport bevat na de inleiding ‘Zes brieven aan Filemon’. Hierbij is een casus, door middel van een brief, voorgelegd aan de commissieleden en zij beantwoorden deze brief ieder afzonderlijk. Daarna wordt het rapport verdeeld in drie delen: (1) Hoofdlijnen, (2) Verdieping, en (3) De praktijk. De verdieping is vooral een uitgebreide schets van de geschiedenis van homoseksualiteit, de biologische aspecten, identiteitsontwikkeling en trends. Dit deel sluit af met persoonlijke reflecties en is geheel verzorgd door dr. Wolter Rose. Deze ruim veertig pagina’s tekst is beslist de moeite van het lezen waard en kent een uitgebreid notenapparaat zodat vervolgstudies en diepteboringen gedaan kunnen worden. In deze bijdrage wil ik echter stilstaan bij hoofdstuk 7 van het eerste deel. Deze bijdrage is ook geschreven door dr. Wolter Rose en daarin geeft hij verantwoording van zijn afwijzing van de opinie van de meerderheid van de commissie.

Zijspoor, dwaalspoor

”Een meerderheid binnen ons deputaatschap is van mening dat homo’s ruimte behoren te krijgen, zoveel ruimte als zij nodig hebben om open te bloeien voor Gods heilig en genadig aangezicht. Wil iemand met een homoseksuele gerichtheid verkennen of het mogelijk is om die om te buigen naar een heteroseksuele gerichtheid? Laat hij of zij dat doen – al hebben wij sterke twijfels of homo’s met een diep verwortelde geaardheid van oriëntatie kunnen veranderen. Is iemand er in zijn of haar geweten van overtuigd dat een homoseksuele relatie onverenigbaar is met de Bijbel? Laat hij of zij dan kiezen voor een leven in seksuele onthouding en op zoek gaan naar zinvolle en zegenrijke alternatieven voor het huwelijk. Is iemand vrij in zijn of haar geweten en vindt hij of zij een partner voor het leven? Laat er ook voor deze broers en zussen een plek zijn in de gemeente van Christus en aan de tafel van de Heer. Wij menen dus dat er binnen de gemeente van Christus ook ruimte mag zijn en heeft te zijn voor homoseksuele broers en zussen die in een relatie van liefde en trouw samenleven. De argumenten hiervoor willen we hier niet herhalen. Niet ieder neemt de daar genoemde argumenten op gelijke wijze en in gelijke mate voor zijn of haar rekening, maar dat wijzigt het totaalbeeld niet: binnen de gemeente van Christus mag er, heeft er ruimte (te) zijn voor homo’s, ook als zij in liefde en trouw samenleven.”

Na al het wikken en wegen is dit (Paragraaf 6.1.4) de uiteindelijke conclusie van het studiedeputaatschap. Dr. Wolter Rose is het met deze conclusie oneens. Het siert het deputaatschap dat deze geleerde ook ruimte heeft gekregen om zijn bezwaren aangaande hoofdstuk 6 in het rapport te kunnen verwoorden. Het hoofdstuk draagt de niet mis te verstane titel ‘Een zijspoor, een dwaalspoor’. Het betreft ‘een (te) korte toelichting waarom ik geen verantwoordelijkheid wil dragen voor hoofdstuk 6 ‘Richting en ruimte’’. Op bladzijde 144 en 145 volgt eerst het bezwaar in vogelvlucht om dan, in de volgende bladzijdes, hier wat nader op in te gaan. Dr. Rose geeft aan dat het geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is, dé gevaarlijkste gedachte in de geschiedenis van de mensheid en filosofie genoemd wordt. “Wat als de gevaarlijkste gedachte ook de gelukkigste is?”, zo vraagt de geleerde zich af. Bij het tweede punt geeft Rose aan dat het meerderheidsadvies, namelijk ‘voer het gesprek bij een open Bijbel’, ongeloofwaardig is. ”De geloofwaardigheid (…) wordt ondermijnd wanneer het hoofdstuk zelf een aantal bladzijden eerder dingen als ervaring, intuïtie en emotie de doorslag laat geven.” Hierdoor wordt ‘het onderwijs van Christus en de Apostelen over huwelijk en seksualiteit (…) op een essentieel punt op een zijspoor gezet’. In dit geval wordt het primaire leerdoel niet gerealiseerd: ‘correctie’. “Wijsheid en correctie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wie niet open staat voor correctie leidt op een dwaalspoor. De vrucht van correctie is een leven in vrede en gerechtigheid.” In de intentieverklaring wordt aangegeven dat Romeinen 14 en 15 richtinggevend zijn. Dr. Rose ziet ook hier een ondermijning van de eigen geloofwaardigheid ‘wanneer (…) in de volgende alinea aan de kerken de suggestie’ wordt gedaan dat ‘gelijkgeslachtelijke verbindenissen met een seksuele dimensie (..)’ er mogen zijn. Om de schijn van willekeur of vooringenomenheid te voorkomen, zou de meerderheid ‘er beter aan doen het complete oeuvre van Paulus richtinggevend te verklaren – in plaats van twee minder relevante hoofdstukken’. Anders valt het beroep op de Bijbel weg ‘onder de oproep (…) tot acceptatie van het bestaan van verscheidenheid op het punt van gelijkgeslachtelijke verbintenissen met een seksuele dimensie’. Daarom moet de Bijbel ook iets te zeggen kunnen hebben ‘zonder dat er andere krachten nodig zijn om dat te reguleren, of zonder een speciale hermeneutiek van buiten de tekst in te voeren zodat we kunnen weten wanneer en waar hij kan spreken’ (dit in navolging van oudtestamenticus dr. Christopher Seitz).

Toelichting

In het vervolg van het hoofdstuk geeft dr. Wolter Rose een toelichting op de hierboven staande stellingen. Hij verwijst daarbij naar zijn eerdere publicaties op dit punt, die in de literatuurlijst te vinden zijn. Dr. Rose geeft aan dat zijn pijlen niet gericht zijn op LHB-christenen in het algemeen, maar tegen een pleidooi dat ruimte biedt in de kerk voor gelijkgeslachtelijke verbintenissen met een seksuele dimensie. Het rapport geeft helder aan (hoofdstuk 3) dat we in de Bijbel alleen teksten aantreffen die gelijkgeslachtelijke seks afkeuren. Als deze conclusie juist is, relativeert dat de verwarring rond de uitleg van passages als Romeinen 1 en 1 Korinthe 6. Het rapport plaatst bij die verwarrende uitleg zelfs de nodige kritische kanttekeningen. Rose geeft aan dat deze conclusie inderdaad juist is en dat deze conclusie ook gedeeld wordt ‘door een keur van ter zake kundige bijbelwetenschappers en theologen uit andere vakgroepen’. Hij verwijst daarbij naar Brooten, Johnson, Sanders, Loaderen MacCulloch.8 Dit sluit ook aan bij andere kerkgenootschappen met een confessionele overtuiging dicht bij de NGK. Die kerkgenootschappen hebben óók ‘uit deze exegetische conclusie afgeleid dat er in de gemeente van Christus geen ruimte kan zijn voor gelijkgeslachtelijke verbintenissen met een seksuele dimensie’. De meerderheid van de commissie pleit echter wél voor die verbintenissen en heeft daarmee ‘het onderwijs van Christus en de Apostelen, geworteld in de Tora voor het volk Israël, op een essentieel punt (…) op een zijspoor gezet’ In deze keuze wordt daarmee ervaring, intuïtie en emotie boven het Schriftwoord gesteld. “Voor mij is dat onaanvaardbaar, omdat correctie in de wijsheids- en kennisoverdracht in Oude en Nieuwe testament een primair leerdoel is.” Na een korte bespreking van het bijbelboek Spreuken stelt Rose: “Wijsheid en correctie verachten is typerend  voor een dwaas, stelt het laatste vers van deze korte inleiding.” Ook in het onderwijs van Christus is ‘correctie’ een terugkerend leerdoel. Dat geldt evenzeer voor de schrijver van de Hebreeënbrief, bijvoorbeeld in Hebr. 12:4-11.

Geen recht aan de woorden van Paulus

Romeinen 14 en 15 wordt door de meerderheid gezien als richtinggevend. Dr. Rose geeft aan dat deze suggestie ‘geen recht’ doet ‘aan de specifieke context van de woorden van Paulus’. Bij deze zaken moet onderscheid worden gemaakt tussen onderwerpen met een relatief laag gewicht en onderwerpen met een relatief hoog gewicht. “’Porneia’ (‘verboden seks’), inclusief de gelijkgeslachtelijke variant, is zo’n onderwerp. In zulke gevallen spreekt de Apostel in de gebiedende wijs: ‘Vlucht weg van ‘porneia’’, of ‘vlucht weg van de afgodendienst’. De twee thema’s ‘porneia’ en afgodenverering – vaak in deze volgorde – staan in de Top Drie bovenaan in lijsten van zondig gedrag dat een bedreiging vormt voor iemands deelhebben aan het Koninkrijk van God.” Het betreft dus een onderwerp van hoog gewicht en geen middelmatige zaak. De voorkeur voor Romeinen 14 en 15 houdt ook enige willekeur in. “De Paulus van Romeinen 1 kan niet worden uitgespeeld tegen de Paulus van Romeinen 14.” De hele oeuvre van Paulus recht doen is beslist geen gemakkelijke zaak. “Het is wel een moedige stap. Het zal eraan bijdragen dat er vrijmoedigheid groeit voor het afwijzen van de bestaande verscheidenheid rond gelijkgeslachtelijke verbintenissen met een seksuele dimensie.” De, door de meerderheid gegeven, oproep tot acceptatie van de genoemde verscheidenheid ‘zal niet langer met een beroep op de Bijbel te verdedigen zijn’.

Drie fasen

Op grond van zijn ervaring met deze gesprekken over de Bijbel en homoseksualiteit, onderkent oudtestamenticus dr. Christopher Seitz drie fasen in de uitleg van de Bijbel. In de eerste fase wordt geprobeerd de relevante passages anders uit te leggen (of: te betogen dat dit anders uitgelegd moeten worden). In de tweede fase wordt toegegeven dat de teksten wel zeggen wat ze vroeger geacht werden te zeggen, maar dat dit als globale leidraad genomen moet worden. In de derde fase wordt gesteld dat de Bijbel ons niet verder kan helpen hierin, omdat de huidige vorm van gelijkgeslachtelijk seksueel verkeer onbekend was in de tijd van de Bijbel. Volgens nieuwtestamenticus dr. Luke Johnson zou het in de derde fase daarom beter zijn om te zeggen dat we ons, wat dit aangaat, op ander gezag beroepen dan op de Bijbel. Er ontstaat kortsluiting als enerzijds wordt betoogd het gesprek te willen voeren bij een open Bijbel en anderzijds een intentieverklaring richtinggevend te laten zijn. Rose: “Er ontstaat kortsluiting in mijn hoofd. Mijn lichaam protesteert: ik krijg er – letterlijk – buikpijn van.

Rose verwijst ook naar een rapport uit 2013 over Hermeneutiek (van voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) waarin onder andere staat: “Hermeneutiek mag geen middel zijn om met mooie woorden ten diepste Gods Woord naast ons neer te leggen.” De geleerde ziet dat de meerderheid van het studiedeputaatschap hieraan voorbijgaat en zelfs uitvoert wat hier staat door ‘met mooie woorden ten diepste Gods Woord naast ons [neerleggen]’. Rose ervaart een impasse in het gesprek over gelijkgeslachtelijke seksualiteit. In navolging van Seitz: “Een crisis die te maken heeft met het feit dat de Bijbel een soort ‘wassen neus’ wordt, vatbaar voor elke interpretatie.” Gelijkgeslachtelijke verkeer is moeten we niet zien als een bijzonder afschuwelijke zonde, alsof LHB-ers onder een speciale categorie zondaren vallen. Echter wordt ‘in de Bijbel’ wel ‘een consequent negatief oordeel’ uitgesproken ‘over gelijkgeslachtelijk seksueel verkeer’. “Seitz stelt dat ‘een beroep op de duidelijke betekenis van de Schrift’ is geboren uit een specifieke overtuiging die ook mijn overtuiging is. Het is de overtuiging dat de Bijbel iets te zeggen kan hebben zonder dat er andere krachten nodig zijn om dat te reguleren, of zonder een speciale hermeneutiek van buiten de tekst in te voeren, zodat we kunnen weten wanneer en waar hij kan spreken.” Anders verliest de Bijbel ‘zijn reputatie op het specifieke gebied van toereikendheid en betrouwbaarheid, en geen enkele zaak, hoe goed bedoeld ook, kan dat als een aanvaardbare bijwerking hebben’ Met dit slotwoord ben ik het van harte eens. Wanneer in de Bijbel gelijkgeslachtelijke seksualiteit verboden wordt, moeten wij niet wijzer zijn dan God Zelf, maar Hem daarin volgen ‘door bezaaide en onbezaaide wegen’9, ongeacht wat de consequenties daarvan ook moge wezen. “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen.” (Johannes 16:33, SV).

Voetnoten

  1. Dr. Peter Sinia promoveerde in 2018 aan de Theologische Universiteit Kampen op het thema ‘Kinderen aan het Heilig avondmaal’. Zijn proefschrift draagt de titel ‘From the least to the greatest: Children at the Lord’s Supper. Paedocommunion in the Dutch Reformed Tradition’.
  2. Op onze website is een repliek te vinden, geschreven door prof. dr. Jan Hoek, die de benadering van De Bruijne afwijst: https://oorsprong.info/een-partnerschapsverbond-ad-de-bruijne-pleit-voor-homoseksuele-variant-op-het-huwelijk-en-zet-zo-een-wissel-om/.
  3. Vandaag verscheen er een interview met ds. Peter Sinia in het Nederlands Dagblad. De citaten komen ook uit dit interview. Bron: Meijer, H., 2024, Spoedig NGK-besluit homorelaties, Nederlands Dagblad 80 (21.574): 7. https://www.nd.nl/geloof/protestant/1208656/ngk-nemen-nog-voor-de-zomer-besluit-over-homorelaties-er-is-e.
  4. Prof. dr. J. Hoek pleit óók voor pastorale bewogenheid bij genderdysforie: https://oorsprong.info/toon-pastorale-bewogenheid-met-mensen-met-genderdysforie/.
  5. Dr. Wolter H. Rose promoveerde in 1997 aan Oxford University op een proefschrift met als titel ‘Zemah and Zerubbabel: Messianic Expectations in the Early Postexilic Period’.
  6. Met dank aan journalist Addy de Jong, die middels een verslag in het Reformatorisch Dagblad verwees naar het rapport met de bijdrage van dr. Rose. Bron: Jong, A. de, 2023, Theoloog Rose: Buipijn van hoe NGK met homoseksualiteit en Bijbel omgaat. Uitleg: Rapport Studiedeputaatschap, Reformatorisch Dagblad 53 (224): 14-15. URL: https://www.rd.nl/artikel/1046274-theoloog-wolter-rose-krijgt-buikpijn-van-hoe-ngk-met-homoseksualiteit-en-bijbel-omgaat. Omdat het verslag in feite een korte weergave is van het rapport wil ik direct naar de bijdrage van dr. Rose toegaan. Zie ook: Meijer, H., 2023, NGK: homo’s met relatie in ambt en aan avondmaal, Nederlands Dagblad 80 (21.549): 2-3. URL: https://www.nd.nl/geloof/protestant/1204579/nederlands-gereformeerden-willen-homo-s-met-relatie-aan-het-a. En: Viveen, J., 2023, ‘Onze vurige bede is dat men luistert naar elkaar’, Nederlands Dagblad 80 (21.549): 6-7. URL: https://www.nd.nl/geloof/geloof/1204823/zeven-vragen-over-rapport-ngk-er-kan-echt-iets-moois-uit-kome.
  7. https://ngk.nl/nieuws/ruimte-en-richting-rapport-studiedeputaatschap-homoseksualiteit-in-de-kerk/.
  8. Voor literatuurverwijzingen zie het rapport zelf.
  9. Zoals ds. L.W.C. Ruijgrok dat uitdrukt: “Zalig hij of zij die zich láát leiden, niet alleen als Gods weg gaat door ‘bezaaid land’, maar ook als Zijn weg gaat door ‘onbezaaid land’.https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/5437/wat-wordt-er-bedoeld-als-mensen-spreken-over-bezaaide-en-onbezaaide-wegen-/.