Home » Gastbijdrage » Jona: feit of fictie?

Jona: feit of fictie?

‘De val van Ninevé’ geschilderd door John Martin (1789-1854). Bron: Wikipedia.

Is het Bijbelboek Jona waargebeurd of is het fictief? En doet het antwoord op die vraag ertoe?

Om met het laatste te beginnen: ja, het maakt uit. De leer van de Bijbel is niet los verkrijgbaar van de geschiedenis. Als de zondeval niet werkelijk heeft plaatsgevonden, is er ook geen erfzonde. En als de Heere Jezus niet lichamelijk is opgestaan, ontbreekt ons de zekerheid van de opstanding op de jongste dag. De eeuwen door heeft de kerk dit ten volle beseft. Dat blijkt onder andere uit de oud kerkelijke belijdenisgeschriften, waarin de historische verhaallijn van de Bijbel gevolgd wordt: schepping – verlossing – voleinding. Dit verklaart ook waarom men eeuwenlang geen aanleiding zag om de historiciteit van Jona te verdedigen: men was er zondermeer van overtuigd dat dit profetische boekje de historische werkelijkheid beschreef.

Waarom dan tegenwoordig toch die twijfel? Die is terug te voeren op meerdere factoren: de literaire structuur van het boek, de wonderlijke gebeurtenissen die beschreven worden en het feit dat deze geschiedenis moeilijk in te passen is in het Ninevé van die tijd.

In literair opzicht is Jona inderdaad het bestuderen waard. De afdalende beweging van Jona – naar Joppe, naar het schip, in het ruim van het schip en uiteindelijk in de buik van de vis – weerspiegelt zijn ongehoorzaamheid en afdwalen van de Heere. Dit is een bekend motief in het Oude Testament; omgekeerd ging met ‘op’ (naar boven) naar Jeruzalem, de plaats van de gemeenschap met God. Zulke motieven en stijlmiddelen verrijken het verstaan van de tekst, maar ze ontkrachten de historiciteit ervan niet.

Het zou zeer tot de verbeelding spreken wanneer we op Assyrische kleitabletten de naam van Jona zouden tegenkomen, gerelateerd aan de bekering van Ninevé. Dat is tot op heden nog niet gebeurd en is een aanmoediging voor orthodoxe oudtestamentici, oudheidkundigen en archeologen om zich hiertoe te verhouden. Er zijn echter meer beschreven gebeurtenissen, ook buiten de Bijbel, die op geen enkele manier aangetroffen worden in andere bronnen.

De meest besproken punten van Jona zijn toch wel het opgeslokt worden door de vis en de wonderboom. Zijn zulke beschrijvingen niet eerder mythisch dan historisch? Kunnen we met ons moderne wereldbeeld nog wel in wonderen geloven? Meerdere vragen moeten hier gesteld worden. Wat is eigenlijk een wonder? Jezus veranderde water in wijn – voor sommigen onverteerbaar. Maar: wijn begint altijd als water, en dat noemen we geen wonder. Dat de Bijbel wonderen beschrijft, betekent bovendien niet dat men ze vanzelfsprekend vond – integendeel, juist door hun uitzonderlijkheid werden ze opgetekend. Om een stap verder te gaan: de vis en de wonderboom zijn uitzonderingen, maar het grootste wonder is nu juist dat de natuur zo betrouwbaar is. Stelt u zich voor dat overal vissen zwommen die mensen opslokten en uitspuugden en dat overal wonderbomen groeiden en verdorden – het zou onleefbaar worden. Een christen ziet het wonder van het gewone. Daar komt dit bij: zijn de vis en de wonderboom werkelijk de grootste wonderen in het boek Jona? Dat te denken zou een flagrante vergissing zijn. Dat de HEERE Zich ontfermt over het goddeloze Ninevé en dat Hij Zijn ontrouwe profeet Jona terechtbrengt – dát zijn de grootste wonderen van het boek Jona. Daar vallen vis en wonderboom bij in het niet.

Ten slotte, het krachtigste argument voor de historiciteit van Jona ligt in hoe de Heere Jezus, de Uitlegger bij uitstek, Jona aanhaalt. Jona’s verblijf in de vis blijkt profetisch te zijn voor Jezus’ verblijf in de aarde. Bovendien zegt Jezus dat de mannen van Ninevé – samen met de koningin van het Zuiden – het ongelovig geslacht zullen veroordelen (Matth. 12:39-42) Daar zullen de geschiedenis van Ninevé en de onze elkaar kruisen.

Zoals Gods boodschap eens Ninevé bereikte, heeft ze ook ons bereikt. In de uitleg ervan staan wij op heilige grond. Wat zijn we afhankelijk van de verlichting van Gods Geest, in het besef dat wijzelf onderdeel zijn of moeten worden van Gods heilsgeschiedenis.

Op onze website zijn eerder ook enkele artikelen verschenen over de historiciteit van het Bijbelboek Jona (artikel 1, artikel 2, artikel 3, artikel 4 en artikel 5).

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Roukens, J.A, 2025, Jona: feit of fictie?, Om Sions Wil 2025 (15): 20. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.