“Toen het kindje van Maria in Bethlehem werd geboren, was er geen kinderkamer ingericht en er lagen geen geschenken van buren te wachten. Maria was een eenvoudig meidje en Jozef was timmerman. Ze waren niet rijk: de baby werd gelegd in een voerbak van de dieren. (…) Het geschenk dat al bij Zijn geboorte lag te wachten, was niet afkomstig van mensen: het was een door engelen aangedragen cadeau. Het was een naam voor dit kindje.”
Zo begint het boekje Het geheim van Jezus’ namen van prof. dr. Jakob van Bruggen. Het boekje gaat over het geheim van de namen van het bovengenoemde Kind Jezus. “Ze onthullen een verlossend geheim dat eeuwenlang verborgen bleef”, zegt de auteur. Het boekje bestaat uit twee delen van elk drie hoofdstukken. In het eerste deel worden drie paren van Jezus’ namen besproken (Jezus, Christus en Heer der Heren). In het tweede deel wordt geschreven over hoe deze namen op aarde bestreden en miskend werden en worden. Maar er is hoop: deze namen zullen de wereld overwinnen. De auteur spreekt in het tweede deel over (1) een tijd van verdrukking, (2) een tijd van ontkenning en (3) een tijd van hoogmoed. Het boekje is helder en duidelijk geschreven. De auteur blijft dicht bij de Bijbel en als het boekje uitgelezen is, groeit het verlangen om het hele oeuvre van prof. Van Bruggen te lezen.
Vroegste geschiedenis
Ook de vroegste geschiedenis van de mensheid komt in het boekje aan bod. Jezus is immers dé afstammeling van Adam (Lucas 3: 23-38). Door Paulus wordt Jezus ‘de tweede mens, de laatste Adam’ genoemd (1 Korintiërs 15: 45-49). In een boekje over de namen van Jezus is het onmogelijk om hieraan voorbij te gaan. De auteur weidt er daarom enkele bladzijden aan. De emeritus-hoogleraar gaat ervan uit dat Adam geschapen werd op de zesde dag (p. 31). “De roepnaam en de schuilnaam van Jezus nodigt ons uit om terug te kijken naar onze eigen geschiedenis als mensheid”, zo schrijft prof. Van Bruggen. “De Bijbel begint met de mens. Met Adam en Eva als kroon op de schepping en als beeld van God. Toen zij geschapen waren, kregen zij als opdracht de aarde te beheren. Zo was de schepping af: en God zag dat het zeer goed was. Het bleef niet goed en bij de zondvloed gaat bijna de hele mensheid verloren door eigen hoogmoed en schuld. Ten tijde van het Oude Verbond (met Noach en met Mozes) is er geen tweede zondvloed gekomen, maar wel een niet-ophoudende botsing tussen God en mensen, ook in Israël.” Deze terugblik is erg waardevol en het doet ons goed dit te lezen. De auteur heeft weinig goede woorden over voor het loslaten van een historiciteit van o.a. Genesis 1-3: “Het is opvallend dat veel christenen in het Westen zo gemakkelijk de historiciteit van Genesis 1-3 en daarmee de historiciteit van onze voorouders Adam en Eva denken te kunnen loslaten. Alsof onze belijdenis van Jezus, De zoon van de mens, niet onlosmakelijk verbonden is aan de werkelijkheid van de ene mens waaruit God het hele menselijke geslacht deed voortkomen (Handelingen 17,26-31; 1 Timoteüs 2,13-15). Waarom zouden wij een laatste verlossende Adam nodig hebben, wanneer er nooit een eerste, in zonde gevallen Adam zou zijn geweest?” Prof. Van Bruggen vraagt zich af waarom wij ons in de 21e eeuw zouden moeten schamen voor vader Adam en moeder Eva, “wanneer onze Heiland juist is gekomen om tot hun familie gerekend te worden?” Hij ziet het ontkennen van onze voorouders als overtreding tegen het vijfde gebod, omdat dit gebod ook voor de eerbied tegenover onze verre voorouders Adam en Eva geldt. De verwijzing naar Hebreeën 2:11 is zeer toepasselijk op het bovenstaande gedeelte. De naam Jezus, de laatste Adam, laat ons zo terugkijken naar het begin van onze eigen familie. Het is prachtig dat een emeritus-hoogleraar dit in een materialistische, naturalistische en daarmee verwarrende tijd opschrijft. In de 21e eeuw is het noodzakelijk om dicht bij het Woord te blijven. Prof. Van Bruggen laat dit als kenner van dat Woord keer op keer in zijn publicatie zien. Dit boekje mag daarom in geen boekenkast ontbreken.
Redder van de schepping
Er valt veel te citeren uit dit prachtige boekje. U begrijpt wel dat dit onmogelijk is, en daarom moet u het zelf maar nalezen. Nog één citaat. De naam Jezus, de laatste Adam, doet ons niet alleen terugkijken maar ook vooruitblikken. Prof. Van Bruggen schrijft: “Hij die gezalfd is met Gods Geest en Gods Zoon mag heten, is zelf verheven boven de schepping. De dingen zijn door Hem geworden. Daarom is Zijn verschijning aan het einde van de tijden ook zo hoopvol voor de schepping die zucht als in barensnood. Deze schepping wordt nu gered van de ondergang! De schepping sprankelt alleen door de Geest van God. Door Hem is er klank en geur en kennis. Zonder Hem wint het kwaad en de dwaasheid. Zonder Hem is er de geur van bederf en dood. De komst van Gods Zoon, vol van Zijn Geest, geeft licht en leven en vreugde terug aan de schepping en dat voorgoed.”
Dit artikel werd oorspronkelijk geschreven in 2017.