Home » Abortus » Beschermd leven – Aantal abortussen in ons land in 2022 met vijftien procent toegenomen

Beschermd leven – Aantal abortussen in ons land in 2022 met vijftien procent toegenomen

In de rondvraag tijdens de laatste jaarvergadering van de Gereformeerde Bond kwam het aan de orde: een broeder uit Hazerswoude vroeg of de kerken het abortusvraagstuk niet vergeten wilden. Terecht! In 2022 had er in ons land 35.606 keer een abortus plaats.

Eeuwigheidszondag ligt achter ons, de zondag waarop we in de verkondiging stilstaan bij de eindigheid van ons leven, bij het onderweg zijn naar de rechterstoel van Christus, Die voor Zijn kinderen tussentreden zal bij de Vader. Met Psalm 39 zingen en bidden we:

O, HEER, ontdek mijn levenseind aan mij:
mijn dagen zijn bij U geteld;
ai, leer mij, hoe vergankelijk ik zij.

Tegelijk doen we als christelijke gemeente gelukkig meer. We belijden de opstanding uit de doden en het eeuwige leven voor wie gelooft in de verzoenende kracht van Christus’ bloed, dat gedurende heel het kerkelijke jaar in de prediking op de gemeente drupte, als het goed is.

In de moederschoot gestorven

Waarom dit hier genoemd? Omdat in een dienst die ik deze zondag bijwoonde, niet alleen de gemeenteleden herdacht werden die de voorbije twaalf maanden stierven, maar er ook stilgestaan werd bij het ongeboren leven dat in de moederschoot stierf. Meer is dat dan pastorale zorg voor gezinnen waarin een miskraam plaatshad. Het is een belijdenis dat het ongeboren leven betekenisvol is, door God gewild en geschapen. Zo catechiseer je de gemeente niet alleen als het zesde gebod aan de beurt is, ‘U zult niet doden’, maar onderstreep je op een natuurlijk moment dat van elk leven geldt: ‘U hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven’. Om die reden geeft een miskraam verdriet, veel verdriet.

Verhullend taalgebruik

Wie googelt op het thema ‘abortus’, komt snel op een site van de rijksoverheid. ‘Als zwangere vrouw kunt u ervoor kiezen uw zwangerschap af te breken’. Het staat er zo zakelijk en het taalgebruik is verhullend. Mijn reis naar Frankrijk of mijn studie theologie kan ik afbreken, maar een zwángerschap afbreken betekent het doden van leven. De ernst van dit thema maakt dat we niet kiezen voor woorden die we stevig neerzetten; eerder spreken we ingehouden over het aangrijpende van het doden in de moederschoot van leven.

Niettemin schrijft ds. H.G. Abma in zijn bespreking van het zesde gebod terecht dat ‘de maatschappij boordevol is van de zonde van de doodslag. De boosheid knaagt aan begin en einde’. En ook: ‘De voortschrijdende secularisatie, de meerdere mogelijkheden van medische techniek en de omhelzing van het evolutiedogma dragen alle het hunne bij tot acceptatie van abortus en euthanasie’.

Geestelijke strijd

Als kamerlid voor de SGP heeft Abma hierin een geestelijke strijd gevoerd, toen hij met zijn GPV-collega A.J. Verbrugh (voorloper van de ChristenUnie) in 1979 een initiatiefwetsvoorstel indiende voor de bescherming van ongeboren leven. Hij was het ook die ageerde toen staatssecretaris Neelie Smit-Kroes in een interview aangaf dat zij er geen kind bij zou kunnen hebben. ‘Als ik in verwachting zou raken, zou ik het laten aborteren.’ Dat was nota bene drie jaar voordat in 1981 de abortuswet in ons land aanvaard werd, waarmee abortus onder bepaalde voorwaarden toegestaan werd.

En nu leven we ruim veertig jaar later. Ik leg er eerst de vinger bij dat de wetenschap in die jaren verdergegaan is. Britse onderzoekers richtten zich jarenlang op de pijnbeleving van ongeboren kinderen. In dit verband kwam Stuart Derbyshire een paar jaar terug tot de conclusie dat het niet klopt dat ongeboren kinderen tot een zwangerschap van 24 weken geen pijn ervaren kunnen. Zijn onderzoek bevestigde het vermoeden dat ongeboren kinderen tussen de twaalf en 24 weken mogelijk al jaren pijn wordt gedaan. Keer op keer laat de wetenschap zien dat ongeboren kinderen pijn voelen en dat ‘pijnloze afdrijving’, waar abortusvoorstanders over spreken, gewoon niet waar is. Uiteraard gebruiken tegenstanders van abortus deze pijn niet als beslissend argument, al moet het feit ons wel zeer raken.

Compromis

Niet alleen wetenschappers gaan verder, ook voorstanders van abortus lijken nooit klaar met hun strijd. Typerend is dat voor elke geestelijke strijd – dan wil je immers altijd meer terrein veroveren en geldt een compromis voor zolang het duurt. Op 15 november jl. diende GroenLinks-PvdA een initiatiefwetsvoorstel in om abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen. ‘Abortus is zorg en geen misdaad’, vindt toenmalig kamerlid Corinne Ellemeet. Momenteel is abortus strafbaar, tenzij die wordt uitgevoerd in een speciale kliniek of een ziekenhuis.

De politieke partij wil abortus als een recht erkend hebben en in de wet verankeren, als een handeling die voorkomt uit zelfbeschikking, zeker nu in diverse landen (Hongarije, Italië) het debat erover nieuw leven ingeblazen is. Dankzij Ellemeet en andere politici is het inmiddels mogelijk dat huisartsen de abortuspil voorschrijven en is de verplichte bedenktijd geschrapt. Ik ervaar dat het gesprek over dit thema moeilijk te voeren is, zodra ‘zelfbeschikking en recht’ klinken. Zo zei SP-kamerlid Jimmy Dijk recent dat ‘het opnemen van abortus in het Wetboek van Strafrecht gebaseerd was op ouderwetse en achterhaalde ideeën’. Wie met ‘achterhaalde ideeën’ komt, staat bij voorbaat buiten het speelveld van de discussie.

Getuigend leven

De kerken mogen het abortusvraagstuk ondertussen niet vergeten! In ons land had in 2022 35.606 keer een ‘abortus provocatus’ plaats, de opzettelijke afbreking van een zwangerschap door medisch ingrijpen. Dat zijn ongeveer zoveel mensen als er in heel Waddinxveen wonen. Verootmoediging vraagt dat van ons, deelgenoot worden aan de schuld van ons land en tegelijk binnen de mogelijkheden opkomen voor het kwetsbare leven, voor ieder die geen stem heeft. De profeet Micha vat dat samen met goedertierenheid liefhebben, met recht doen, met ootmoedig wandelen met God. Een getuigend leven is dat, en liefdevol.

Steun betekent dit ook aan organisaties die de stem van ongeboren leven willen zijn, die naast aanstaande moeders in nood gaan staan. Dankzij het werk van de stichting Schreeuw om Leven zijn in 2022 veertig abortussen voorkomen. Hier wordt gepraktiseerd wat de God van het leven ons voortdurend voorhoudt: ‘Houd op met kwaad doen, leer goed te doen, zoek het recht!’ (Jes. 1:16,17a).

Mars voor het leven

Wat maakt dat de situatie vandaag zo anders is als ten tijde van de komst van de eerste abortuswet in 1981? Dat is het feit dat de ruimte om te getuigen van het leven in een verdachte hoek wordt gezet. Neem vorige maand de Mars voor het leven, waarin 9000 mensen waardig meeliepen, waarmee mensen een appèl op de samenleving deden om het leven te beschermen, van het begin tot het einde. Dat geldt niet minder als de omstandigheden waarin een zwangerschap plaatsheeft, complex zijn; dat geldt ook als bij het einde van het leven de afbraak en het lijden aanwijsbaar zijn.

SP-kamerlid Dijk had het over achterhaalde ideeën, maar schokkender is dat minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid deze mars onacceptabel vindt, ‘in een tijd waarin de keuzevrijheid van vrouwen als het gaat om abortus wordt aangevallen’. Hoe kan een bewindspersoon – in coronatijd het gezicht van medische zorg voor iedere kwetsbare – deze woorden uitlaten? Onbegrijpelijk.

Naar mijn idee nam ook prof. Miranda Klaver, als theoloog werkzaam aan de Vrije Universiteit, dezer dagen een verkeerde afslag, toen ze in een RD-artikel de ‘strijd tegen abortus’ plaatste in het kader van identity markers voor de christelijke orthodoxie. Schijnbaar lukt het ons onvoldoende om duidelijk te maken dat de bescherming van elk leven voortkomt uit liefde tot God, uit van hárte gehoorzaam zijn aan Zijn geboden, die het welzijn van elk mens beogen. Dan is er allereerst in de catechese van de gemeente veel te doen.

Beeld van God

In diverse publicaties heeft de ethicus prof. Henk Jochemsen – met dankbaarheid zien we dat een jongere generatie christenethici bezig is op dit terrein verantwoordelijkheid te nemen – ons geleerd dat élk menselijk leven waardig en onaantastbaar is, omdat elk mens geschapen is naar het beeld van God. Aan die geloofsovertuiging, aan die belijdenis moeten we vandaag vasthouden. Daarmee verankeren we onze waardigheid niet in de omstandigheden, in hoe we ons voelen, omdat dan zelfbeschikkingsrecht op de loer ligt.

Ik had oudere familieleden van wie het leven gereduceerd was tot enkele vierkante meters in een verpleeghuis, mensen die zich herkenden in Jezus’ woord tot Petrus: ‘Maar als u oud geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen wilt’. Maar, hun waardigheid bleef, omdat de band met God en hun naasten tot het laatste moment bleef.

Eerbied voor God

Eerbied voor het leven, dat leren we in onze gezinnen en families, dat onderwijs past bij de catechese. Verder gaat het belijden dat we eerbied hebben voor de God van het leven, onze Schepper. Zijn bijzondere aandacht gaat uit naar het kleine en kwetsbare, het gebrokene en verdrukte, naar wat zelf (nog) geen stem heeft. Abortus provocatus raakt Hem daarom in Zijn goedheid. De samenleving die aan deze zonde went, staat om die reden medeschuldig.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Vergunst, P.J., 2023, Beschermd leven. Aantal abortussen in ons land in 2022 met vijftien procent toegenomen, De Waarheidsvriend 111 (50): 4-6 (artikel).