In het Elisabeth Weeshuis Museum, het stadsmuseum van Culemborg, hangt een portret van een 46-jarige vrouw.1 Het portret wordt eveneens kort beschreven in het bekende boek De Betuwe van De Beaufort en Van den Berg. Het portret is vrijwel zeker van Woltera van der Haer, de echtgenote van Willem van Abcoude van Meerten. Halverwege de vijftiende eeuw werd zij geboren en zij is overleden in de eerste kwart van de zestiende eeuw. Haar portret wordt hiernaast afgedrukt.

We zien niet alleen een portret van deze 46-jarige vrouw, maar ook haar kwartieren. Aan de linkerkant zien we vier kwartieren van haar man, Willem. Aan de rechterkant zien we haar eigen vier kwartieren. Het schilderij werd in het Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (1908) beschreven door W.A. Beelaerts.2 Deze beschrijving wordt overgenomen door De Beaufort en Van den Berg in hun boek De Betuwe.3 Het portret is gemaakt van olieverf op een paneel. Het paneel heeft de afmetingen van 69,5 cm bij 83,5 cm. Hoe dit paneel in het museum gekomen is, dat is mij onbekend. Haar schoonvader (Ernst Taets van Abcoude van Meerten) hertrouwde, na het overlijden van Gerarda Grauwert, met Bertha van Culemborg. Zij kan de schakel zijn waardoor het portret in Culemborg is gekomen. We zien hier een dame van 46 jaar oud (zo vermelden de letters AE 46). Ze heeft haar heupstuk naar links gekeerd. De kleding bestaat uit een zwarte japon met poffende lange mouwen, een wit kanten kraagje en een zwarte kap die wit gevoerd is. Ze houdt met twee handen bruine handschoenen vast.4 Aan de linkerkant van het portret zien we de kwartieren Van Abcoude van Meerten, Taets van Amerongen, Grauwert en Gommegnies. Men meent op Europeana, abusievelijk, dat het eerstgenoemde kwartier, het wapen van het geslacht Van Culemborg is. Vergelijkend onderzoek laat zien dat het wapen niet van Van Culemborg kan zijn. Aan de rechterkant van het portret zien we de kwartieren Van der Haer, Van Alendorp, Van Teylingen en Grauwert (alhoewel het kwartier licht verschilt met de Grauwert van de linkerkant). De linkerkwartieren zijn van haar man, de rechterkwartieren zijn van haar eigen familie. Hieronder een kwartierstaat met de namen achter de kwartieren. We beginnen bij Heilwich van Abcoude van Meerten, dochter van Willem en Woltera.

Genealoog Johan Louis van Abcoude van Meerten (1641-?) beschrijft in zijn boek over het geslacht Van Abcoude van Meerten het gezin van Willem en Woltera.5 Het echtpaar kreeg ten minste zes zonen en drie dochters. Zonen: Johan de Oude (getrouwd met Angenieta van Oostrum), Gerrit (ongehuwd te Rome overleden), Frays (kanunnik/priester † 1545), Joost (verstandelijk beperkt (?) † 1562), Ernst (jong overleden aan de pest) en Johan de Jonge († 1530). Dochters: Clara (priorin † 1582 op 85-jarige leeftijd), Judith (non † 1514) en Heilwich (getrouwd met Dirk van Oostrum, † 1575 op Kerstavond). Volgens de genoemde genealoog is Woltera op 14 maart 1524 overleden. W.A. Beerlaerts meent dat ze in februari 1525 is overleden. Haar man Willem bereikte de gezegende leeftijd van 84 jaar en stierf op 19 december 1547. Hij werd begraven in de Grote Kerk te Wijk bij Duurstede in het familiegraf Van Abcoude van Meerten (voor het koor). Deze kerk was gewijd aan Johannes de Doper. Helaas brandde het nieuwe koor in 1579 af en ging het familiegraf daardoor verloren. Het geslacht Van Abcoude van Meerten is ontstaan uit een buitenechtelijke relatie tussen Willem van Abcoude en kamermeisje Johanna van Meerten. Deze Johanna was een dochter van Johan van Meerten en Johanna van Everdingen. Dat deze Johan verwant is aan Otte van Meerten, die getrouwd was met Bartholomeus van Eck, lijkt – ziende op hetzelfde familiewapen6 – een geldig standpunt. Al wordt (nog) niet duidelijk hoe deze verwantschap loopt. Mogelijk was deze Johan de vader van Otte.7
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het De Baron. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2025, Achtergronden bij een portret van Woltera van der Haer in het Elisabeths Weeshuis Museum te Culemborg, De Baron 8 (4): 6-7. De Baron is het blad van de Historische Kring Kesteren & Omstreken (www.hkko.nl).
Voetnoten
- https://weeshuismuseum.nl/.
- Beelaerts, W.A., 1908, Een onbekend portret te Culemborg, Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen 1 (2): 170-171.
- Beaufort, R.F.P. de, Berg, H.M. van den, 1968, De Betuwe. De monumenten van geschiedenis en kunst (‘s-Gravenhage: Staatsuitgeverij), blz. 200.
- Zie voor deze beschrijving: https://www.europeana.eu/en/item/2021648/resource_document_collectiegelderland_NDF5EOMXKT3F4NKYUEWTJ3CETLAB4NULJKNJUDMJ7SIIOXUBGTOQ.
- Zie: https://oorsprong.info/transcriptie-boek-genealogie-van-abcoude-van-meerten-pagina-62/, https://oorsprong.info/transcriptie-boek-genealogie-van-abcoude-van-meerten-pagina-63/, https://oorsprong.info/transcriptie-boek-genealogie-van-abcoude-van-meerten-pagina-64/ en https://oorsprong.info/transcriptie-boek-genealogie-van-abcoude-van-meerten-pagina-65/.
- Vergelijk https://oorsprong.info/transcriptie-boek-genealogie-van-abcoude-van-meerten-pagina-52/ met https://oorsprong.info/spitten-in-het-wapenboek-van-maximiliaan-louis-van-hangest-dyvoy-6-de-rouwborden-van-drie-telgen-uit-het-geslacht-van-eck-overleden-in-1658-1662-en-1669/.
- Dit is voorralsnog speculatie, hoewel Otte wel een vader had die Johan heette. Zie ook: Meerten, J.W. van, 2024, Een leenaktenboek over twaalf morgen land op de Klinkenberg en de Oesterink te Ingen, De Baron 7 (3): 18-21. Dit artikel is ook digitaal te raadplegen: https://oorsprong.info/een-leenaktenboek-over-twaalf-morgen-land-op-de-klinkenberg-en-de-oesterink-te-ingen/.