Home » Genealogie
Categorie archieven: Genealogie
Feedback & Vragen 2025: Is Gerardina van Waenroij de nicht van Ernst van Abcoude van Meerten?
In het genealogische werk Van Abcoude van Meerten samengesteld door Johan Louis van Abcoude van Meerten (1641-?) wordt ook geschreven over het echtpaar Ernst van Abcoude van Meerten (1595-1657) en Gerardina van Waenroij (1614-1639). Johan Louis schrijft: “Errenst van Abcoude van Merthen (…) is voor de twede rijse hertrout met sijn nichte jofferou Gernardina van Wanrooi van Uijtenham”.1 Op welke wijze is Gerardina de nicht van Ernst?
Het familieverband is niet via het geslacht Van Abcoude van Meerten, maar via het geslacht Splijtloff. Hoe is het familieverband? Ernst was een zoon van Piter van Abcoude van Meerten (?-1599) en Anna Splijtloff (?-1598). Moeder Anna was een dochter van Helmich Splijtloff (?-1575) en Maria van Renesse van Wulven (?-1571).2 Gerardina was de dochter van Dirck van Waenroij Utenhamme en Maria Helmich van Welle. Moeder Maria was een dochter van Splinter Helmich van Welle (1545-1589) en Herberta Splijtloff (1560-1626). Herberta was een dochter van Helmich Splijtloff (?-1575) en Maria van Renesse van Wulven (?-1571).3 Herberta hertrouwde in 1592 met Geerlich Doys, burgemeester van Deventer. Anna en Herberta waren zussen. Johanna (?-1637) was ook een zus, daarnaast hadden zij nog vier zussen.4 In het Archief van de familie Cousebant wordt meer informatie gegeven over de familie Splijtloff.5 In feite was Gerardina de dochter van de nicht van Ernst: Maria Helmich van Welle. Gerardina was dus naast de tweede vrouw van zijn vader Ernst, ook de achternicht van Johan Louis van Abcoude van Meerten. Hieronder het hierboven opgeschreven verband nog eens uitgetekend in een stamboom.
Voetnoten
‘De Schrift moet ons verlossen, maar wij hoeven de Schrift niet te verlossen (van problemen)’ – Interview met Jonard Roukens door het Nederlands Dagblad
Op 6 december 2024 verscheen op de website van de Gereformeerde Gemeente, www.gergem.info, een publicatie van de Commissie Schriftgezag met als titel ‘Het verstaan van de Schrift’.6 Naar aanleiding van deze publicatie verscheen er gisteren in het Nederlands Dagblad een interview met een van de commissieleden, Jonard Roukens (MA). Omdat we al vaker geschreven hebben over dit Studiesecretariaat een korte samenvatting van het interview.7
Het Studiesecretariaat Schriftgezag heeft mandaat gekregen van de Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten om de onderwerpen Schriftgezag en hermeneutiek te bestuderen. Maar ook een handreiking te doen naar de verschillende gemeenten. Oppervlakkig beschouwd lijkt er binnen de Gereformeerde Gemeente weinig te veranderen. Er worden nog steeds conservatieve standpunten gehuldigd inzake de vrouw in het ambt, schepping en evolutie of homoseksualiteit. Toch zijn er ook zorgen. “Ook onder ons zijn er duidelijke symptomen die erop wijzen dat Gods Woord niet langer het einde van alle tegenspraak is.” ND-journalist Maaike Legemaat interviewde theoloog en docent Jonard Roukens (MA). Binnen het kerkverband zijn er mensen die nauwelijks de Bijbel lezen, en aan de andere kant zijn er kerkenraden die menen dat er binnen het kerkverband geen vragen zijn rondom het Schriftgezag. Maar dat laatste is helaas toch wel waar binnen de Gereformeerde Gemeente. ‘Ook binnen de gereformeerde gezindte zie je verschuivingen in het denken, bijvoorbeeld over de vrouw in het ambt, theïstische evolutie en homoseksualiteit’. Mensen denken al snel postmodern: iedereen moet het zelf weten. Volgens Roukens zit daar een andere manier van Schriftverstaan achter. Dit wil het studiesecretariaat helder maken.
Christelijke vrijheid
De journaliste vraagt of deze veranderingen wel een probleem zijn. Is het geen christelijke vrijheid? Roukens geeft aan niet over de harten te willen oordelen, maar christelijke vrijheid wordt wel erg snel aangewend om de deur open te zetten ‘voor van alles en nog wat’. Het gaat daarbij niet om middelmatige zaken, maar over dingen waar ‘door de kerk eeuwenlang hetzelfde’ is gezegd. Uitgangspunt moet zijn: de Schrift heeft gezag. Is het niet, zo vraagt de journaliste, ‘uw interpretatie van de Schrift heeft gezag’. Dat is een gedachte die sinds de negentiende eeuw opkomt. Roukens: “We moeten het Woord van God niet lezen als het etiket van een pindakaaspot, maar een brief die mij schuldig verklaart en vrijspreekt van straf”. Je ketent God en verabsoluteert je eigen bril als je meent mijn interpretatie kan vertroebelen wat God zegt. “Het is een hermeneutische theorie waarbij je in je eigen spiegelbeeld zit te kijken. Alsof de Heilige Geest de Bijbel niet kan gebruiken in iedere tijd en iedere plaats.” Het staat of valt met het Schriftgezag. Zijn de woorden uit de Schrift menselijke woorden of hebben deze Goddelijk gezag?
Praktijk
Het gaat niet alleen over hete hangijzers, maar ook over de praktijk van het leven. Onder de preek zitten kan een ‘vorm van sterven aan jezelf (…) zijn’. Het moderne gevoel is dat je het in deze wereld moet maken. Dit moderne gevoel sluipt ook de kerk binnen. Als studiesecretariaat wil men laten zien hoezeer ons denken beïnvloedt is door wereldse zaken. ‘De Bijbel gaat gigantisch in tegen mijn zelfverstaan’. Hoewel de vragen over homoseksualiteit Roukens aan het hart gaan, zegt hij toch dat de waarheid vrijmaakt. “De grootste pijn zit hem niet in de theologie, maar in het feit dat er over mensen wordt gepraat in plaats van met hen”. Een ander leerpunt is dat we de waarheid van de Bijbel en de waarheid van het hart (bevinding) niet te ver uit elkaar moeten trekken. Bevinding moet altijd opkomen vanuit Gods Woord.8 “‘Wat in de Bijbel staat is waar, maar het moet wel waar worden in je hart’, wordt weleens gezegd. Maar omgekeerd is het ook waar. Jezus kan wel in je hart geboren zijn, maar als Hij niet in Bethlehem geboren is, heeft dat toch geen zin gehad. We moeten in de reformatorische traditie de heilsfeiten niet relatieveren.”9 Hier geldt ook dat de Schrift nodig is om ons te verlossen, ‘in plaats van dat wij de Schrift moeten verlossen van problemen’. Wij staan als zondaren tegenover God, wanneer je elk vraagstuk rationeel wil oplossen dan ‘ga je alsnog de scepter zwaaien over de Schrift’. Zoals sommige theologen in verleden en heden weleens zeggen: niet wij moeten de Schrift lezen, maar de Schrift moet ons lezen.
Voetnoten
‘Van Meertens’ in het lidmatenregister 1638-1669 van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buren
Het lidmatenboek 1638-1669 van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Buren bevat verschillende namen van mensen uit het geslacht ‘Van Meerten’. Hieronder doorzoeken we het lidmatenregister op ‘Van Meertens’.10
Het lidmatenregister begint bij scan 57. Burens predikant Johannes Hermanus Ribbius (±1610-1657) heeft daarin de namen opgetekend ‘die ick aldaer in dienst komende hebbe gevonden’. Op de linker bladzijde houdt hij de mansleden bij, de rechter bladzijde bevat de vrouwelijke leden. Hieronder slechts de namen van mensen uit het geslacht ‘Van Meerten’ of aanverwant.
De eerste twee namen, hierboven weergegeven, die genoemd worden in het register zijn Neesken Aerts en Jenneken Aerts. Neesken Aerts is de (schoon)moeder van Jan van Meerten. Zij is gestorven. Jenneken is de huisvrouw van Jan van Meerten. Voor haar naam staat ‘obijt’. Beiden zijn overleden, vermoedelijk is dit erachter gezet toen het register in 1669 gesloten werd.11 Er wordt ook nog een Griet Aerts genoemd, die overleden is. Of zij familie is van de bovengenoemden is de auteur (nog) niet duidelijk.
Vanaf scan 63 wordt door ds. Ribbius opgeschreven welke leden zijn aangenomen en overgekomen onder zijn dienst in Buren. Ook hier worden de mansleden en de vrouwelijke leden afzonderlijk genoemd. Op 25 april 1641 is Jan van Meerten aangenomen als lid. Voor zijn naam staat ‘obijt’.12
Vanaf scan 71 gaat het over de lidmaten die tijdens de dienst van ds. M. van Middelhoven (?-1652) zijn aangenomen en overgekomen. Op 22 december 1651 werden zeven nieuwe lidmaten aangenomen door ds. Pauwelen Colonius, in presentie van de ouderlingen Jan van van Woudenberg en Jan van Meerten. De zeven nieuwe leden zijn: Ewalt van der Lingen, Jan Gerritss van Maurick, Jan van Lith (raijmaker), Huijbert Janss (als moeren), Cantis Huijberts (sijn dochter), Cornelisken Jans en Gerrit Dirckss.13
Op 23 december 1655 is Ernst van Meerten (een enkele keer Aris genoemd) aangenomen als lid. Hij was een zoon van de hierboven genoemde ouderling Jan van Meerten.14 Daarnaast werd op dezelfde datum Jan (Jansz.) van Meerten, mogelijk een broer van Ernst, aangenomen als lid.15
Op 2 april 1656 wordt Lijsbeth (Jans) Verbeeck, de eerste vrouw van Ernst van Meerten, aangenomen als lid.16
Voetnoten
‘Van Meertens’ in het (getranscribeerde) tweede boek van de handelingen van de kerkenraad van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen
In het Regionaal Archief Rivierenland is het Archief van de Hervormde Gemeente Ingen, 1648-2010 te vinden. Omdat er veel ‘Van Meertens’ in Ingen voorkomen ben ik begonnen met de transcriptie van de ‘Handelingen van de kerkenraad, 1668-1984’. Het tweede boek beslaat de handelingen van de kerkenraad uit de periode 1709-1731. Hieronder informatie over de Van Meertens in chronologische volgorde.15
Tot en met bladzijde 43 van de getranscribeerde tekst moet hier nog toegevoegd te worden.
Cornelis van Homoet als ouderling
In de kerkenraadsvergadering van 12 januari 1715 werd Cornelis van Homoet (?-?) samen met twee anderen genomineerd tot ouderling.16 Hoewel het niet genoemd wordt in de kerkenraadshandelingen werd hij ook verkozen tot ouderling. Dit blijkt hieruit dat hij aanwezig is als ouderling op de volgende vergadering. Cornelis was de man van Willmken (of: Willemken) van Meerten (1667-?). Willemken was de dochter van Adriaen van Meerten (?-?) en Anneke van de Eem (?-?).17 De nieuwgekozen ouderling Van Homoet was op 13 februari 1715 voor het eerst op de kerkenraadsvergadering.18 Hij was daarna aanwezig op de kerkenraadsvergaderingen van 19 december 171519, 6 januari 171620, 27 februari 171621, 16 maart 1716.22, 19 april 1716 (?)23, 17 januari 171724, 17 februari 171725, 29 maart 1717 (?)26, 10 mei 171727, en 22 juli 171728. Afwezig, zonder opgaaf van reden, was hij op 7 oktober 171529 en 3 september 171730.
Omdat er Heilig Avondmaal wordt gehouden met Pasen 1716 krijgen de ouderlingen de opdracht om daarvoor op huisbezoek te gaan (visitatie te houden) en als er nog nieuwe lidmaten zich willen opgeven kan dat ook. De taken worden verdeeld: ouderling Cornelis van Homoet krijgt de opdracht om de mensen aan de dijk te bezoeken, de ouderlingen Arend van Beekhoff (?-?) en Cornelis Wijckniet (?-?) doen de leden in het dorp en daar rondom.
Alert van Amerongen
Op de kerkenraadsvergadering van 17 januari 1717 wordt besproken dat Alert (Hendricks) van Amerongen (?-?) zijn pachtpenningen nog niet heeft betaald. Alert woonde op den Brenck te Ingen. Hij wordt vriendelijk verzocht zijn achterstallige betaling in orde te maken bij de voormalig diakenen. Dan zal zijn obligatie weer automatisch verlengd worden.31 Alert was getrouwd met Aeltjen van Meerten (1671-?), dochter van Adriaen van Meerten (?-?) en Anneke van de Eem (?-?).32
De transcriptie loopt nu tot en met pagina 53. Wordt vervolgd, als de Heere het leven en de gezondheid geeft.
Voetnoten
Transcriptie boek ‘Genealogie Van Abcoude van Meerten’ – Pagina 159
“Den Twede ofte Jongste soon van Joncker Godefriet Heker ende Jofferou Anna van Abcoude van Merthen is Gebooren op den 17 Novembr Ao 1674 op een Maendagh Binne Vianen en aldaer inde kerke gedoopt en Genoemt Willem Christiaen. Nae sijn Vaders Broeder en Voor ouders En Ten Doop gehouden Weder Door Mijn Mama als te Voore
is nú haest oudt 10 iaer maer seer klijn van gwas en Aerdich van verstandt spreekt alreets seer Goet Frans en is Te hopen En te wenschen een Verstandich En Braef Edelman Te Súllen worden.
Dese Jonge qúant is op de 12 Aúgs 1684 op een Dijnsdagh verreijst van Vianen naer DúijtsLandt met sijn Mama Jofferou Anna van Abcoude van Merthen. wedúwe Heker. Aen Den Hove van Berlenbúrgh Gebooren Graven van Widtgestijn op Hoope van Haer Gelúck ende Goede fortúijne Hier te Landt doen Laetende sijn oústen Broeder Bij mijn om die in studie te Evertúweren.”
Transcriptie boek ‘Genealogie Van Abcoude van Meerten’ – Pagina 158
“Daer nae is Dese Joncker Errenst Sigmúnt Hekert gegaen om sich inde Melsie te overtúen In dienste onder de Troepen vanden Doolúchtige vorst den Landt Graefiaree van Hoffe Cassel En dat 19 Meij. 1693 vertrocken van Hoúgen en gegaen onder t’ Regiment vanden Overste Sideldús als Volontairen onder Communes van de Generael Den Grave Aúgúst vand. Lippe Brake wer Daer nae den 1 van Júl: ingegaen sijn Maent en gewoorde Venderigh onder V Selfde Regiment onder Capit. Boos & alles tot vervorderige de foruijn doen was ie selfs in Duijtslant inde wedderon Te Hongen bij de Gravinne Doeaiere van Solms Gr. Brederode &
1701 Nu Luijtenant onder t’ Regiment van de Vorst van Anhalt Berbúrgh, de Troepen vande Lant Graef van Cassel & s ind dese jaer overgegaen ten Diensten Provinsie van de Heere Staten van Hollant nu voor de wintter qúartier Tot Doesbúrgh in de Graefschap Sútphen & is nu de eerste Lúijtena: des selfs Regiment:
En nu dese veele Canijcante en somer 1703 were uijt gestaen hadende soo int fortifens Der kinejutlaen dese daer nae in de Relegeringe voor bone antessins gebleffeert aenden Ern Daer nae voor Haij al waer de Landt Graef sijn genadige Heer hen Capt: Gemaekt heeft wegens sijn goie Compartement Hope dit tot Meerder fortuijn want weniteert dit muijs gecommuniseert in De Briel Door den Brief úijt Huij. van den 2 Octr 1703.”
In de kantlijn staat: “Nu Nor 1701 Tot hang gewes Twe Weeke maer nu den amisto Capit: 1709. Staet om Majdoor te worden schout tot Vianen bij mijn geweest Den 19 De. 1709 uw bougu samen onder prins Maximilian van Hisseaul (?).”
Transcriptie boek ‘Genealogie Van Abcoude van Meerten’ – Pagina 157
“Dese Joncker Errenst Sigmúnt Hekert is nae dat hij Noch over het half iaer tot Viane. bij sijn Groot Mama en Oome hadt geweest Mede verreijst van Vianen op den 23 Mert Ao. 1685 Nae Perlenbúrgh om te gaen worden daer Paesi van Den Regerende Grave van Perlenbúrgh Gebooren Grave van Widtgestijn & is Dito af Gereden met Goet geselschap op Nimmegen Door Ceulen nae Fransefoort En Doen op Den April 1685 op Perlenbug. Gearriveert bij sijn Moeder die daer Hofmeesr is En sijn eenige Broertie
En Wil hopen dat Godt de Heer hem segenen wil en contantement heben verwervds En Deúgsden op laetes wassen. Doen oudt 14 iaeren en 3 Maende.
En is Anno 1691 uijt de Pasi gegaen met Goedt Raport en Afgescheijt van sijn Genade Heer den Graef van Perlenbúrgh doen oút 20 Jaeren
En sich gaen doen overtuweren in de Accademie Tot Wolfenbúttel om daer alle Exersitie te Exerseren.”
Transcriptie boek ‘Genealogie Van Abcoude van Meerten’ – Pagina 156
“Dit ionge schaep is maer Een iaer oúdt geworden en Ao. 1673. overleden ende mede stil in de Voorige kelder Begraven. Dese sijn wel inden Heere geschiet.
Den oúste soon is Gebooren mede Binnen Vianen op den 12 Jan. Ao. 1671 op een saterdagh tússchen 5 en 6 Eúren En gedoopt daeghs daer aen Door de Heer De Cánis Predikant aldaer Genoemt Errenst Sigmúnt. nae bijde Grootvaders was ick Peter Johan Lowies van Abcoude van Merthen waer inde Plaets stout want ick Te Grol in Garnisoen was Joncker Philippus Belloics Lúijtenant En ten Doop gehouden Bij mijn Moeder vroúwe Sophia vander Vecht Doewagiére van Abcoude van Merthen.
En is gedragen bij Jofferou Louisa Brocksand. Dese soon wort nú een Húpse kint is nu oúdt 13 Jaeren En studert wel inde Latijnse taele bij den Rechtor Binnen de stadt van Vianen Genaemt Lambertús vander Boos, Een seer Geleert Man.”
Transcriptie boek ‘Genealogie Van Abcoude van Meerten’ – Pagina 155
“Waer van Het oúste gebooren is Binne Vianen op de 20 Jul. 1669 op een Donderdagh en Was Een Dochter en wierdt gedoopt Den 23 dito door Men Heer de Cánis En wiert genoemt Lowisa Ernestina Naer Haer EX. van Brederode LoMs. En Naer Haer Vader Errenst En Peters sijn EX. Graef Wolfert van Brederode En Graef Maúrús van Solms &. Honge En freúlen Anna Francita van Brederode Mijn Mama Vroú Sophia vander Vecht Deewagie van Merthen En Ick Johan Lowies van Abcoude van Merthen wierdt gedragen door Joffr Rijswick.
En dit Jonge Schaep is op de 6 Aúgh. 1669 s’morgens de klocke twee úren overLeden doen stil begraven in onse kelder bij De GrootVader en Moeder & Verdere vrinden.
Die Andere Dochter is Gebooren den 2. Octob. Ao, 1672 op een s’aterdagh en is gedoopt Súsanna Garnardina nae bijde de Grootmoeders vernoemt en ten Doop gehouden Door Mij’s Moeder ofte Haer stief Moder Vroúwe Sophia vander Vecht Doewagiére van Abcoude van Merthen Dit was dien dags Doende fanse op de Werf qúamen. En wiert gedragen door den Advoct Westervoets Vroú Hasie Romers.”
Transcriptie boek ‘Genealogie Van Abcoude van Meerten’ – Pagina 154
“Als soo een Jofferou van Conditie toe qúam met s’peel Jofferou als Joff. Rijswijk Joffr. van Haer Ed. van Brederode &
Joff. Lowisa Brocksand
En Joncker Ripperbant Edelman van Haer Ed. van Brederode.
En ick als Broeder van Haer.
En Wierde Te kerk Gerede met de koets met vier peerde van Haer EH. van Brederode.
Des Brúijloft wierde gehoude daerse Even gaen woonen was in het Eerste Húijs aen t’ Hof op de kortenDijck dat Doen toe Qúam Joffroú van Noordigen.
Desen Brúijdegom was Een Edelman Geboortigh úijt S’lasie Genaemt Joncker Godefridt Hekert. Doen was Hooftmeester bij sijn EX. Graef Wolfort van Brederode &. Daer dese Jofferou Anna van Abcoude van Merthen bij geprokereerte Vier kinderen. Als.”
In de kantlijn staat: “Sijn Moeder Wolf van geslacht” en “De Laest Mansoor van dat Elústre Here van Brederrode gingh uijt 1679.”