Home » Betuwse streekgeschiedenis

Categorie archieven: Betuwse streekgeschiedenis

DTB Randwijk (4) Doopboek 1772-1811

Het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente te Randwijk. Foto genomen door J.W. van Meerten op d.d. 1-2-2025.

In het DTB-archief van het Gelders Archief zijn ook acht kerkboeken van de Hervormde Kerk (eerder Nederduitsch Gereformeerde Gemeente) te Randwijk te vinden. De boeken beslaan de periode 1661 tot en met 1811. In de boeken staan doop-, trouw-, begraaf- en lidmatengegevens. Als de Heere het geeft, willen we de komende tijd alle acht de DTB-boeken transcriberen. DTB staat voor Dopen, Trouwen en Begraven. Transcriberen wil zeggen omzetten van geschreven tekst naar getypte (en daardoor doorzoekbare) tekst. Hieronder wordt het Doopboek 1772-1811 uitgewerkt. Mocht de pdf-viewer niet werken dan kunt u daaronder het bestand downloaden. Het kan zijn dat in de loop van de tijd het boek nog wat bijgewerkt wordt (versie 1.0 wordt dan versie 2.0), het is namelijk altijd mogelijk dat er foutjes in de transcriptie geslopen zijn. Mocht u zo’n fout tegenkomen, schroom dan niet om dit via het contactformulier kenbaar te maken.1

Werkt de bovenstaande pdfviewer niet? Dan kunt u de transcriptie hier downloaden.

DTB Randwijk (8) Begraafboek 1767-1795 (Burg. Gem.)

Het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente te Randwijk. Foto genomen door J.W. van Meerten op d.d. 1-2-2025.

In het DTB-archief van het Gelders Archief zijn ook acht kerkboeken van de Hervormde Kerk (eerder Nederduitsch Gereformeerde Gemeente) te Randwijk te vinden. De boeken beslaan de periode 1661 tot en met 1811. In de boeken staan doop-, trouw-, begraaf- en lidmatengegevens. Als de Heere het geeft, willen we de komende tijd alle acht de DTB-boeken transcriberen. DTB staat voor Dopen, Trouwen en Begraven. Transcriberen wil zeggen omzetten van geschreven tekst naar getypte (en daardoor doorzoekbare) tekst. Hieronder wordt het Begraafboek 1767-1795 (Burg. Gem.) uitgewerkt. Mocht de pdf-viewer niet werken dan kunt u daaronder het bestand downloaden. Het kan zijn dat in de loop van de tijd het boek nog wat bijgewerkt wordt (versie 1.0 wordt dan versie 2.0), het is namelijk altijd mogelijk dat er foutjes in de transcriptie geslopen zijn. Mocht u zo’n fout tegenkomen, schroom dan niet om dit via het contactformulier kenbaar te maken.2

Werkt de bovenstaande pdfviewer niet? Dan kunt u de transcriptie hier downloaden.

DTB Randwijk (2) Doopboek 1752-1771

Het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente te Randwijk. Foto genomen door J.W. van Meerten op d.d. 1-2-2025.

In het DTB-archief van het Gelders Archief zijn ook acht kerkboeken van de Hervormde Kerk (eerder Nederduitsch Gereformeerde Gemeente) te Randwijk te vinden. De boeken beslaan de periode 1661 tot en met 1811. In de boeken staan doop-, trouw-, begraaf- en lidmatengegevens. Als de Heere het geeft, willen we de komende tijd alle acht de DTB-boeken transcriberen. DTB staat voor Dopen, Trouwen en Begraven. Transcriberen wil zeggen omzetten van geschreven tekst naar getypte (en daardoor doorzoekbare) tekst. Hieronder wordt het Doopboek 1752-1771 uitgewerkt. Mocht de pdf-viewer niet werken dan kunt u daaronder het bestand downloaden. Het kan zijn dat in de loop van de tijd het boek nog wat bijgewerkt wordt (versie 1.0 wordt dan versie 2.0), het is namelijk altijd mogelijk dat er foutjes in de transcriptie geslopen zijn. Mocht u zo’n fout tegenkomen, schroom dan niet om dit via het contactformulier kenbaar te maken.3

Werkt de bovenstaande pdfviewer niet? Dan kunt u de transcriptie hier downloaden.

Voetnoten

‘Van linie en stamme Hueff’ – Een leerzaam boek met wat informatie over enkele telgen uit het geslacht Van Meerten

Begin 2008 verscheen er bij Uitgeverij Verloren een boek over het Betuwse geslacht Heuff. De officiële presentatie van het boek was op 23 februari 2008 in Kapel-Avezaath. De titel luidt: ‘Van linie en stamme Hueff’ – Genealogie va het geslacht Heuff. Hoewel er (voor zover ik nu kan zien) geen enkele Heuff-telg verbonden is aan het geslacht Van Meerten wordt er wel wat informatie gegeven in het boek over telgen uit dit geslacht. Na een algemene inleiding volgen we de tekst waar die gaat over Van Meerten.4

Algemene Inleiding

Het boek opent met een voorwoord, waarin één van de schrijvers, Gijsbert Heuff (1931-2021) vertelt waarom hij het boek heeft geschreven. Hij draagt het boek op aan zijn vader Gijsbert Heuff (1905-1983), die veel genealogisch informatie heeft verzameld. In de inleiding wordt Heuff ‘één van de oudste geslachten van Zoelen Avezaath’ genoemd. De schrijfwijze van de achternaam loopt uiteen van Heuff tot Van der Hoeven. Het volgende hoofdstuk gaat over de geschiedenis van de genalogie Heuff. Het hoofdstuk beschrijft verschillende publicaties van onderzoekers die zich in een grijs verleden met de genealogie Heuff bezig hebben gehouden. De auteurs meldden dat deze publicatie, zoals elk genealogisch onderzoek, een tussenstand is: ‘een opname van de familie op dit moment’. Dan volgt een hoofdstuk over de heraldische aspecten van het familiewapen. Het familiewapen is ‘een klimmende gouden leeuw met een gouden kroon in een rood veld’. Het volgende ongenummerde hoofdstuk bevat een beknopte geschiedenis van de dorpen Avezaath en Zoelen. Het is een interessant hoofdstuk met veel gegevens over Zoelen en Avezaath door de eeuwen heen. Avezaath komt van ‘Avo’ en ‘sate’, wat wil zeggen de woning van Avo. Zoelen ontleend haar naam aan een al lang verdwenen riviertje ‘De Soel’. De eerste vermelding van Avezaath dateert van 850. Zoelen wordt voor het eerst vermeld in 1139, de waterloop ‘De Soel’ (een aftakking van de Linge) wordt al in 788/789 genoemd. Uit deze bijdrage leren we bijvoorbeeld ook wat de taken waren van een schoolmeester uit 1742. Dit blijkt uit de aanstellingsakte van Jan Walewijn als schoolmeester in dat jaar.

“Hij zal moeten onderwijzen in schrijven, lezen, zingen en cijferen en in goede manieren. Daarnaast diende hij de beginselen van de gereformeerde godsdienst door vraag en antwoord bij te brengen. Zowel in de winter als in de zomer was hij verplicht school te houden, als er tenminste twaalf leerlingen waren.”

Het hoofdstuk noemt verder nog enkele belangrijke jaartallen voor de Neder-Betuwe die het waard zijn om kort samen te vatten:

1572: Het begin van de Reformatie in Nederland. Eerst werden de Spanjaarden verdreven en ‘in de kielzog daarvan de overgang’ van de bevolking ‘van katholicisme naar protestantisme’. Dirck Vijgh was een van de belangrijkste ‘opstandelingen’. Door de strategische ligging van Tiel ‘heeft dit deel van de Tielerwaard van de oorlogshandelingen veel minder last ondervonden dan sommige andere gebieden’. De Spanjaarden belegerde ook kasteel Zoelen, maar de dikke muren ‘weerstonden de vlammenzee’. Vanaf 1592 was het gevaar geweken.

1672: Dit is in de geschiedenisboeken bekend als het Rampjaar. De Fransen zijn de Betuwe binnengevallen en maken het de Betuwenaren moeilijk. Omdat zij aanhangers waren van de Rooms Katholieke Kerk belette zij Gereformeerde predikanten om diensten te leiden en begrafenissen te verzorgen. In mei 1674 verlieten de Fransen de Betuwe.5

1809: Dit is het overstromingsjaar. “Door invallende dooi kruide het ijs tegen de dijken op. Bij de kerk ontstond een ijswal, die de kerk en de pastorie gelijk bij een ongeluk beschermde. In de nacht van 30 op 31 januari stak een vliegende storm op. Grote ijsschotsen dreven de Betuwe in.” De schade was aanzienlijk. “Na deze watersnoodramp werd een collecte gehouden waarbij maar liefst f 2.000,- werd opgehaald.

1814: De Kozakken blijven achter in de Betuwe en houden daar strooptochten. Ze streken op 5 april 1814 in Zoelen neer. Gelukkig konden deze stropende Kozakken opgepakt worden. “De herinnering aan het achtdaagse verblijf van de Kozakken leefde nog lang voort in de scheldnaam van de Zoelenaars, welke luidde ‘Zoelsche Kozak’.

Het laatste hoofdstuk in dit beschrijvend-historische deel gaat over tol bij De Hamsche Brug te Kerk-Avezaath. De bevolking reageerde opgelucht toen deze brug aan het begin van de twintigste eeuw tolvrij werd gemaakt.

Genealogie van het Geslacht Heuff

Het eerste hoofdstuk van het tweede deel gaat over de oudste generaties van het geslacht Heuff. Hoewel er veel gegevens beschikbaar zijn, blijkt het nog niet eenvoudig om een genealogie op te stellen aan de hand van genealogische bewijsvoering. De auteurs beginnen in de zeventiende eeuw en proberen aan de hand van de bronnen terug te gaan naar eerdere eeuwen. Het is verleidelijk om veel te citeren en een compleet beeld van de genealogie Heuff te geven. We richten ons echter op datgene wat de genealogie of geschiedenis van het geslacht Van Meerten raakt.

Willem van Meerten

Bij de bespreking van Gerit Heuff en Sophia Gerijtsdochter op bladzijde 49 en 50 komt ook Willem van Meerten voor. Het gaat om een akte uit 1559. “Gerit Hoeff als getrouwd hebbende Fija Gerritsdr en Willem van Meerten (Meenen?) en Claerbout Pelgrimsz als voogden over de minderjarige Jan Hoeff Willemsz.” De auteurs geven aan op de precieze interpretatie van deze akte nog terug te komen. Er wordt daarbij verwezen naar eindnoot 5. Waar staat: “Gelders Archief, ORA Neder-Betuwe, inv. nr. 203, f. 82.” Een vooraanstaand ingezetene van de stad Tiel was Jan Hoeff (?-1598). Op bladzijde 54 en 55 wordt hij besproken. Hier wordt opnieuw verwezen naar Willem van Meerten. “Hij (dus Jan Hoeff, JvM) kwam hier al eerder te sprake in een akte van 1559 toen Willem van Meerten (Meenen?) en Claerbout Pelgrimsz als zijn voogden optraden.

Deze Willem komt ook terug bij de bespreking van de akten betreffende de genealogie Heuff. Op 10 februari 1559 komt Willem voor in een ake als ‘mombors over de onmondige Jan Hoeff Willemsz.’. Ze verkopen ‘13 carolus per jaar uit de gerechte helft van circa 5 morgen land op Avezaath in het Grasbroeck, toebehorend aan genoemde Jan Hoeff’. Op 20 april 1562 was deze Jan 15 jaar oud.6 Hieronder een situatieschets van het stuk van 5 morgen land.

Jan van Meerten

Op bladzijde 53 wordt gesproken over het goederenbezit van Gijsbert Heuff en Margrieta Rembouts van der Lingen. In Avezaath werd een perceel van vijf morgen groot gepacht door Jan van Meerten. Nadere informatie daarover ontbreekt. Het gaat om het jaar 1650.

Marichgen van Meerten

Zij wordt genoemd in de lijst met erfgenamen van Jan Hoeff (Heuff) (?-1598) die de auteurs op bladzijde 55 opgesteld hebben. Marichgen van Meerten was weduwe van Lambert Jansz. Zij woonde te Utrecht in 1598. Marichgen noemt de hierboven genoemde Jan Hoeff haar neef. Zij is overleden vóór 19 januari 1602. Haar dochter Anna Lamberts was getrouwd met Jacob Otten. Hoe de genealogische lijn precies loopt wordt in de begeleidende tekst niet uitgewerkt.

Bij de bespreking van de akten aangaande de genealogie Heuff komt Marichgen ook voor. Ik citeer: “1598, 20 juli: Marichgen van Meerten, Lambert Jans weduwe en Sophia van Meerten Ellert Goossenz weduwe, beide burgeresse en inwoonders dezer stad en hebben met handen van Willem van de Kemp als haar gekoren voogd in deze geconstitueerd Jacob van de Bilant, procureur van de stad Tiel van haren wege als mede-erfgenaam van wijlen Jan Hoeff, burger tot Tiel, te aanvaarden, te ‘bevelen’, en te heffen alle ‘alsulcke aenspraek en gedeelte van erfenisse en besterfenis’, hun aangekomen bij dode en aflijvigheid van Jan Hoeff, haar lieden neve zlr”.7 De bron die op pagina 343 wordt gegeven luidt: ‘HUA, Stadsarchief Utrecht II, inv. nr. 175’.

Sophia van Meerten

Zij wordt eveneens genoemd in de hierboven vermeldde lijst met erfgenamen. Sophia was weduwe van Ellert Goossensz. Zij woonde te Utrecht in 1598, 1602 en 1604. Sophia noemt Jan Hoeff eveneens haar neef en machtigt Jacob Otten (1604). Hoe de genealogische lijn precies loopt wordt in de begeleidende tekst niet uitgewerkt.

Sophia lijkt dezelfde te zijn als Fijchen. Zij wordt genoemd in 1602. Ik citeer: “1602, 19 januari: Fijchgen van Meerten, weduwe van Elbert Gosensz voor haar zelven en Jacob Otten van Roijen, burger van deze stad, als man van voogd van Anna Lamberts, die enige erfgenaam was van Maria van Meerten, haar moeder, haar zelve mede naaste vrunden en bloedvrunden van zalr. Johan Heuff tot Tiel overleden constitueert Jacob Otten van Roijen de erfenis van Johan Heuff te Tiel, waarop zijn weduwe een lijftocht had en in ‘possessie te laten stellen van alle onroerende goederen’”.8 De bron die op pagina 343 hierbij wordt gegeven luidt: ‘ HUA, Stadsarchief Utrecht II, inv. nr. 174-25’.

In 1604 wordt zij nogmaals genoemd in de beschrijving van akten rond de genealogie Heuff. Ik citeer: “1604, 23 februari: Aert van Leeuwen Henricksz, Jacob Otten voor hem zelve en als volmacht van Fijken van Meerten (Marten), Cornelis Hendricksz, erfgenamen van zalr. Johan Hoeff hebben geconstitueerd Aert Bossius als mede erfgenamen in alle zaken die aan het gerecht van Zandwijk en Tiel in de Neder-Betuwe of elders mogen hebben te winnen.” De bron die hierbij gegeven wordt is: ‘RAR (Tiel), ORA Tiel, inv. nr. 140, f. 264 los inliggend; ingeschreven f. 264v, op 4 maart 1604’.[/note]Bladzijde 343.[/note] Een maand later wordt ze opnieuw genoemd. Ik citeer: “1604, 23 maar: Fijchgen Meertens, weduwe Elbert Gosens, met handen van Johan Otten van Roijen, haar gekoren voogd, machtigt Aert Boshuijs, won. Tiel, te behoeve van Steven Jans voor het gerecht van Deil te transporteren hun ‘aenpart’ in zekere kamp weiland in de gerecht van ‘Droempt’ haar aangekomen door het overlijden van Johan Heuff tot Tiel overleden”.9 De bron die hierbij wordt gegeven is: ‘HUA, Stadsarchief Utrecht II, inv. nr. 174-27, no. 118’.10

Leenkamers van Culemborg en Soelen en Den Aldenhaag

In het boek worden als bron voor de oudste generaties Heuff de leenregisters genoemd. Leden uit het geslacht Heuff hadden land te leen van de heren en graven van Culemborg. Maar ook van de heren van Soelen en Den Aldenhaag. Er zijn registers bewaard gebleven. Hierin werd de belening en het perceel opgeschreven, waarmee de leenman beleend werd. Van Schilfgaarde heeft de leenkamer van Culemborg toegankelijk gemaakt. Voor het geslacht Van Meerten heb ik deze delen nagezocht.11 Het register van de heren van Soelen en Den Aldenhaag heeft de auteur (nog) niet bestudeerd.

Albert die Leeuw

In verschillende bronnen wordt vermeld dat Albert van Leeuwen, de man van Hillegonda van Meerten, een manslag12 pleegde op Willem Hoeff.13 In dit boek wordt daar ook over geschreven: “Vermeldenswaard in deze is Wilhelm Hoef uit Avezaath, op wie Albert die Leeuw voor 1514 een nederslag (?) pleegde”. Als verwijzing wordt voetnoot 58 (op bladzijde 321): “Gelders Archief, Hertogelijk Archief, inv. nr. 920 f. 14v: ‘Item op Sinte Luciendach Aelbert die Leeuw tho Rijswick van eenen nederslach he aenen eenen van Avezait gedaen had, genant Wilhelm Hoef’. Nederslag betekent doodslag.” Willem is in de vijftiende en zestiende eeuw een meer voorkomende naam. De auteurs kunnen niet zeggen van wie deze Wilhelm een zoon is. “Hij is in ieder geval niet identiek aan Willem Gerritsz Heuff, die in de periode 1532-1553 wordt vermeld en voor 1560 is overleden (zie schema 4).14

Het Paradijs

Een land van 22 morgen in Oud-Avezaath wordt ‘Het Paradijs’ genoemd. Waarom dit het geval is wordt niet duidelijk uit het boek.15

Adriana Gijsberta Hobé

Op bladzijde 121 wordt Adriana Gijsberta Hobé kort genoemd. Zij was een dochter van Hendrik Hobé (1808-1888) en Willemina van Meerten (1810-1886). Adriana Gijsberta was getrouwd met Petrus Meeth. Het echtpaar wordt genoemd in verband met dochter Johanna Adriana Gijsberta Meeth (1881-1958) Zij was op 12 september 1917 te Bussem getrouwd met Dirk Nicolaas Heuff, geboren op 10 januari 1879 te Zoelen en overleden op 24 april 1943 te Bussem. Dirk Nicolaas was fabrikant en koopman te Sloten (1920) en later ingenieur voor N.V. ‘Electro’ Zuur en Waterstoffabriek te Amsterdam.

Maria Laponder

Op bladzijde 216 wordt Maria van Schoordijk genoemd. Zij was een dochter van Rijk van Schoordijk (1751-1835) en Neeltje van Meerten (1744-1812). Maria was getrouwd met Bastiaan Heuff (1792-1861) en later met Jan Lockhorst (1837-?). Maria is geboren op 23 mei 1819 te Maurik en overleden op 2 april 1889 te Maarn. Bastiaan Heuff was geboren op 21 november 1792 te Zoelen en overleden op 5 november 1861 te Zoelen. Zij waren getrouwd op 8 januari 1841 te Zoelen. Op 23 januari 1863 trouwde zij te Zoelen met de genoemde Jan Lockhorst. Bastiaan was landbouwer op ‘Grevenstein’ te Zoelen en notabele te Zoelen van 1830-1831. Op 20 april 1821 had Bastiaan belijdenis gedaan in de kerk van Zoelen.

Jenneke van Meerten

Op bladzijde 328 wordt in een voetnoot Jenneke van Meerten genoemd. Zij was doopgetuige bij de doop van Wilhelmina Heuff (1636-1667) te Zoelen. Wilhelmina was een dochter van Gerrit Heuff en Geertruijd van Beest. Of en hoe Jenneke verwant is aan de dopeling is de auteur (nog) niet bekend, dat geldt ook voor de genealogische achtergronden van Jenneke.

Voetnoten

‘Van Meertens’ in het (getranscribeerde) tweede boek van de handelingen van de kerkenraad van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen

In het Regionaal Archief Rivierenland is het Archief van de Hervormde Gemeente Ingen, 1648-2010 te vinden. Omdat er veel ‘Van Meertens’ in Ingen voorkomen ben ik begonnen met de transcriptie van de ‘Handelingen van de kerkenraad, 1668-1984’. Het tweede boek beslaat de handelingen van de kerkenraad uit de periode 1709-1731. Hieronder informatie over de Van Meertens in chronologische volgorde.8

Tot en met bladzijde 43 van de getranscribeerde tekst moet hier nog toegevoegd te worden.

Cornelis van Homoet als ouderling

In de kerkenraadsvergadering van 12 januari 1715 werd Cornelis van Homoet (?-?) samen met twee anderen genomineerd tot ouderling.9 Hoewel het niet genoemd wordt in de kerkenraadshandelingen werd hij ook verkozen tot ouderling. Dit blijkt hieruit dat hij aanwezig is als ouderling op de volgende vergadering. Cornelis was de man van Willmken (of: Willemken) van Meerten (1667-?). Willemken was de dochter van Adriaen van Meerten (?-?) en Anneke van de Eem (?-?).16 De nieuwgekozen ouderling Van Homoet was op 13 februari 1715 voor het eerst op de kerkenraadsvergadering.17 Hij was daarna aanwezig op de kerkenraadsvergaderingen van 19 december 171518, 6 januari 171619, 27 februari 171620, 16 maart 1716.21, 19 april 1716 (?)22, 17 januari 171723, 17 februari 171724, 29 maart 1717 (?)25, 10 mei 171726, en 22 juli 171727. Afwezig, zonder opgaaf van reden, was hij op 7 oktober 171528 en 3 september 171729.

Omdat er Heilig Avondmaal wordt gehouden met Pasen 1716 krijgen de ouderlingen de opdracht om daarvoor op huisbezoek te gaan (visitatie te houden) en als er nog nieuwe lidmaten zich willen opgeven kan dat ook. De taken worden verdeeld: ouderling Cornelis van Homoet krijgt de opdracht om de mensen aan de dijk te bezoeken, de ouderlingen Arend van Beekhoff (?-?) en Cornelis Wijckniet (?-?) doen de leden in het dorp en daar rondom.

Alert van Amerongen

Op de kerkenraadsvergadering van 17 januari 1717 wordt besproken dat Alert (Hendricks) van Amerongen (?-?) zijn pachtpenningen nog niet heeft betaald. Alert woonde op den Brenck te Ingen. Hij wordt vriendelijk verzocht zijn achterstallige betaling in orde te maken bij de voormalig diakenen. Dan zal zijn obligatie weer automatisch verlengd worden.30 Alert was getrouwd met Aeltjen van Meerten (1671-?), dochter van Adriaen van Meerten (?-?) en Anneke van de Eem (?-?).31

De transcriptie loopt nu tot en met pagina 53. Wordt vervolgd, als de Heere het leven en de gezondheid geeft.

Voetnoten

Het geslacht ‘Van Meerten’ in de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe – Deel 49: Biljetten van Gerichtelijke Verkopingen 1676-1782

In 2007 promoveerde dr. Peter D. Spies aan de Theologische Universiteit Apeldoorn op een belangrijke studie naar de classis van Tiel. De titel van zijn proefschrift luidt ‘De classis van Tiel 1579-1816: De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen’.20 Daarna heeft dr. Spies ook niet stilgezeten en heeft hij diverse gerichtelijke transcripties en ander transcriptiewerk uitgegeven. Zo ook de ‘Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe’. De laatste delen in deze serie zijn van de hand van zijn broer Anton Spies. We hopen de komen de tijd, als de Heere het leven en de gezondheid geeft, deze transcripties door te nemen op zoek naar stamgenoten. Het betreft vooral individuen met de achternaam ‘Van Meerten’ of aangetrouwde leden van deze familie. Als het gaat om de vrouwelijke lijn nemen we, gewoontegetrouw, alleen de kinderen en aan die kinderen aangetrouwde gezinsleden (dus man of vrouw) mee. Na verloop van het genealogisch onderzoek is het mogelijk dat dit artikel wijzigingen ondergaat, bijvoorbeeld als wordt ontdekt dat naam X of Y ook tot (afstammelingen van) dit geslacht behoort. Hieronder de bestudering van het achtenveertigste deel.23

Het negenenveertigste deel in deze serie is een waardevol deel. Het gaat om biljetten van gerichtelijke verkopingen. Meestal zijn het geen originele biljetten, maar betreft het vooral concepten en afschriften van originele biljetten. Spies: “De meeste gerichtelijke verkopingen komen voort uit gedwongen schuldverkoop, waarbij de eigenaars van de goederen een aantal jaren de tijd kregen om die vrij te kopen. Bij gebrek daaraan werd uiteindelijk overgegaan tot gedwongen verkoop, eveneens om allereerst de schuldeisers te kunnen voldoen.” In dit deel komen ook biljetten over verkopingen van goederen van telgen uit het geslacht ‘Van Meerten’ voor. Hieronder wordt dit uitgewerkt.

Jan van Meerten

Het ‘hofstedeken’ van Jan van Meerten wordt verkocht op zaterdag 7 mei 1681. Hieronder de transcriptie van het biljet, door A. Spies, die te vinden is op bladzijde 34 van het bovengenoemde boek:

“Wordt hiermede bekentgemaeckt dat den landtschrijver Joachim Foijert als curateur over de gerepudieerde ende desolate boedelsgoederen van Joost Aertsen, in leven gewoont hebbende tot Ommeren, edoch onverkort den verwinhebber zijn recht op eenigen der voorschreven goederen, sal doen insetten ende volgens verkopen de navolgende goederen.

Zullende oock ten voorschreven daege ingeset ende daernae verkoft worden, een huijsinge ende hofstedeken op Meerten in ’t Oude Smith, toebehoort hebbende Jan van Meerten.

Wie daerin gadinge hebben, vervoegen sich op saterdach den 7 maij 1681 des naermiddaeghs ten twe uhren binnen Lienden, ten huijse van van Ittersum ende doen haer genoegen. Segget voort.”

Claas van Meerten

Op bladzijde 148 wordt gesproken over de hofstede van Claas van Meerten. Hij was getrouwd met Teuntien (Cornelis) en woonde te Zoelen aan de Jeudestraat.27

“De heere lantschrijver Cock sal gelieven billetten te laaten afgaan, om de verponding, te vercopen, ten overstaan van de amptman en jonckeren, een hofstede staande tot Zoelen in Jeudestraat, toebehoort hebbende Claes van Meerten. Den 20 maaij 1726, Bernard Cock.

Den dagh kan genamp worden na desselvs welgevallen.”

En daar direct onder:

Word hiermeede bekentgemaakt dat den heer convoijmeester Bernard Cock in qualiteijt als ontfanger van de verpondingh op Zoelen en Avesaath, voornemens is publicq, ten overstaen van die hoogwelgeboore heere amptman en gecommitteerde jonckeren uijt den Hooghadelijcken Gerighte van Nederbetuwe, te laaten insetten en vervolgens vercoopen, een hofstede staande tot Zoelen in de Jodestraat, toebehoort hebbende Claas van Meerten.

Imand gadinge hebbende ’t voornoemde huijs in te sette, coome op maandagh, die weesen sal den 17 junij 1726 ’s naermiddaghs om twee uren te huijse van Nicolaas Crauwel, herbergier tot Thiel, aenhore de conditie en doen sijn profijt. Segget voort”

Voetnoten

Claas van Meerten

‘Van Meertens’ in de lijst van ouderlingen en diakenen van de Hervormde Gemeente Buren

Afgelopen twee maanden hebben we een groot deel van de Burense tak van de ‘Van Meertens’ uitgewerkt. In het Regionaal Archief Rivierenland is het archief van de Hervormde Gemeente Buren 1620-2008 te vinden, een goudmijn voor genealogisch onderzoek. In de bijlage bij dit archief zijn lijsten van pastoors, predikanten, ouderlingen en diakenen te vinden. Op de lijst komen ook ‘Van Meertens’ voor.28

Stad Buren met het zicht op de Sint Lambertuskerk. Bron: Wikipedia.

Voetnoten

In de lijst met ouderlingen wordt Jan van Meerten genoemd die tot 1651 ouderling is geweest. Vanaf wanneer dit geldt, wordt niet duidelijk uit deze lijst. Het gaat waarschijnlijk om Jan van Meerten (?-1652) die getrouwd was met Jenneke de Haes (?-1655). De tweede ouderling die wordt genoemd is Jellis van Meerten er staat dat hij ouderling was van 1718 tot en met 1720 en is in dat jaar overleden. Hij werd ook wel Gillis genoemd en was vernoemd naar opa Jellis Blom. Gillis was een zoon van Harmen van Meerten (?-1697) en Teuntje Blom (?-1697).29 Het eerdere vermoeden van auteur dat Gillis een kleinzoon is van bovengenoemde Jan van Meerten, wordt mogelijk bevestigd. Gillis woonde in Amsterdam en is kennelijk later naar Buren verhuisd, terug naar zijn wortels. Hij trouwde, na het overlijden van zijn eerste vrouw Johanna van Meerten, met Magtelt Bollé. Ouderling Jellis wordt genoemd samen met Dirck Bollé, mogelijk was hij familie van Magtelt. Na het overlijden van Jellis, kennelijk dus in 1720, hertrouwde Magtelt te Buren met Antoni van Beusichem.

Diakenen

De bij ouderlingen genoemde Jan van Meerten was van 1642 tot en met 1644 diaken. Jans zoon Ernst van Meerten (?-1673) was diaken van 1667 tot en met 1669.30 Jans zoon Aart van Meerten (?-?) was diaken van 1671 tot en met 1673.32 In de lijst met diakenen komt ook Jan (Willemsen) van Meerten (?-1735) voor. Het is nog onbekend of hij verwant was aan de bovengenoemde Jan van Meerten. Jan (Willemsen) van Meerten was eerst getrouwd met Anneke (Harmens) (?-1693) en later met Aartje de Gelder (?-1737). Hij was diaken van 1704 tot en met 1707. De bij de ouderlingen genoemde Gillis van Meerten (?-1720) was diaken van 1711 tot en met 1714.

Voetnoten

‘Van Meertens’ in het (getranscribeerde) derde boek van de handelingen van de kerkenraad van de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Ingen

In het Regionaal Archief Rivierenland is het Archief van de Hervormde Gemeente Ingen, 1648-2010 te vinden. Omdat er veel ‘Van Meertens’ in Ingen voorkomen ben ik begonnen met de transcriptie van de ‘Handelingen van de kerkenraad, 1668-1984’. Het derde boek beslaat de handelingen van de kerkenraad uit de periode 1731-1775. Hieronder informatie over de Van Meertens in chronologische volgorde.33

Tot en met bladzijde 41 van de getranscribeerde tekst moet hier nog toegevoegd te worden.

Peter van Meerten

Vanaf het begin van het derde boek komt diaken Peter van Meerten (1682-?) voor. Peter is getrouwd met Jantje van Lienden (1692-?) en een zoon van Jacob van Meerten (1648-?) en Hendersken (Peters) van Roothuijsen (?-?). Peter was aanwezig op de kerkenraadsvergaderingen van 29 juni 173234, 18 december 173235, 25 januari 173336 en 5 februari 173337. Hij was afwezig op de kerkenraadsvergadering van 12 september 173238. Bij de verkiezing van nieuwe ambtsdragers op 5 februari 1733 heeft diaken Peter van Meerten plaatsgemaakt voor Jerfaas van Grootvelt. Dit wordt niet zo in de kerkenraadshandelingen genoemd, maar wordt zichtbaar in de notulen van de volgende kerkenraadsvergaderingen.

Jerfaas van Grootvelt

Hoewel hij niet direct tot het geslacht ‘Van Meerten’ behoorde noemen we hem hier toch. Jerfaas van Grootvelt (?-?) was de schoonvader van Jan (Klaassen) van Meerten (1724-?) en de vader van Jacoba van Grootvelt (?-?). Jerfaas werd op 25 januari 1733 genomineerd door de kerkenraad om verkozen te worden tot diaken. Hij werd op de mansledenvergadering van 5 februari 1733 ook gekozen tot diaken.39 Jerfaas was voor het eerst als diaken aanwezig op de kerkenraadsvergadering van 13 maart 1733. Hij was aanwezig op de kerkenraadsvergaderingen van 26 april 173340, 28 juni 173341, 28 september 173342, 20 oktober 173343, 17 december 173344, 4 januari 173445, 28 januari 173446, 6 februari 173447, 12 februari 173448, 6 april 173449, 29 april 173450, 12 mei 173451 en 13 mei 173452. Hij kreeg tijdens zijn ambtsperiode veel opdrachten om bij mensen op bezoek te gaan of contracten af te sluiten. Omdat Jerfaas niet direct familie is, laten we deze opdrachten rusten.

Anneke van Homoet

In 173253 zijn Anneke (Cornelisse) van Homoet (1699-?) en Gerrit (Gerritse) van Dijk (?-?) getrouwd. Bij de kerkenraad bestaat het sterke vermoeden dat zij seksuele gemeenschap met elkaar gehad hebben, nog voordat ze officieel in ondertrouw waren. Naar de broeders wordt aangegeven ‘hier op in de Húisbesoekingen sal worden gelet’. Als het echtpaar hun misstap erkent, zullen ze voor deze keer ‘van t’ Avontmael súllen worden afgehouden’. Dit is ook ter waarschuwing en voorbeeld naar de anderen, ‘op dat dit geen qúaet voorbeelt aen andere geve’.54 Anneke was een dochter van Cornelis (Jansen) van Homoet (?-?) en Wilmken van Meerten (1667-?).55 Op 18 december 1732 komt de kerkenraad opnieuw bij elkaar. Ze geven aan dat ze van de kwestie ‘geen zwarigheid’ willen maken. Als het echtpaar zich voortaan stichtelijk zal gedragen, worden zij opnieuw tot het Heilig Avondmaal toegelaten.56

Alert van Amerongen

Op de kerkenraadsvergadering van 26 april 173357 worden de broeders Geurt de Leeuw (?-?) en Jerfaas van Grootvelt (?-?) aangewezen om ‘nieuwe húúr te maken’ met Alert Hendrikszoon die op De Brink woont. Waarschijnlijk gaat het hier om Alert van Amerongen (?-?) die getrouwd was met Aeltje van Meerten (1671-?).58 Op 28 juni 1733 rapporteerden de broeders dat de huur vernieuwd is. De huur is voor zes jaar, met een ‘somma van 18 Gl jaerlijx’.59

De transcriptie loopt nu tot en met pagina 57. Wordt vervolgd, als de Heere het leven en de gezondheid geeft.

Voetnoten

Testament (1759) van Hendrikje van Bruggen (?-?), weduwe van Ernst van Meerten (1684-±1758)

Het protocol van testamenten en codicillen 1733-1766 uit Beusichem en Zoelmond bevat ook het testament Hendrikje van Bruggen (?-?), weduwe van Ernst van Meerten (1684-±1758). Het is de vinden vanaf 246 recto tot en met 249 verso. Het boek is gedigitaliseerd door het Regionaal Archief Rivierenland en via hun website te raadplegen.36

De transcriptie luidt:

“Wij Cornelis van Rijnberk Scholtüs, Dirk van der Linden en Gerrit van Cuijlenborg Schepenen der dorpen en heerlijkheden Beüsichem en Zoelmont, doen Cont dat wij ons ter rep requisitie van Hendrikje Van Brüggen wedüwe van Ernst Vermeerten, wonende op Asch, dog sig tegenswoordig hier op Zoelmont bevindende, hebben vervoegt ten húijse van Reijer de Heüs, woonagtig in de Maat op Zoelmont, en aldaar de voornde Hendrikje van Bruggen siekelijk te bedde leggende hebben gevonden, dog haar verstandt, memorie, en sprake wel magtig en gebrüijkende, soo Ons klaarlijk bleek; de welke zijnde geässisteerdt met opgemelde Scholtüs als haaren gekooren voogd in deesen, verklaarde te resoceren, casseren, dood, en te niet te doen alle zodane Testamenten, Codicillen, en anderen makingen, als sij voor dato deses met imand te samen, ofte in’t besonder mogte gemaakt ofte gepasseert hebben, niet willende, dat Eenige van dien naargekomen of agtervolgt súllen worden: en vervolgens op nieuw disponerende, zoo verklaarde zij Testatrice tot haaren enigen en cüniverselen Erfgenaam te nomineren en te institúeeren haaren soon Hendrik Vermeerten, in alle haren natelatene goederen, Soo roerende als onroerende, Actien en Crediten, Goút, Silver, gemúnt en ongemünt, Linne en wolle, waar en op wat plaatse deselver geleegen of úijtstaande mogten zijn, gene van die alle üijt gesondert: omme alle deselve bij voornoemde haren soon, in volle eijgendom beseten en genoten te worden, met volkomen regt van institútie. Op den Last dat deselven Hendrik Vermeerten sal gehoúden sijn, aan sijne súster Stijntje Vermeerten getroúwt met Dirk van Guijlik, úijtte keren Twaalf goúde Dücaten, in voldoeinge van hare Legitime portie, deselve hare Dogter Stijntje Vermeerten, daarinne institúëerende bij desen; verklarende de Testatrice hare voornde dogter ontrent hare Legitieme portie in genen deele te wesen geleedeert. Wijders Legateerende sij Testatrice aan hare Dogters kind genaamt Maria van Gúijlik, alle hare klederen soo wolle als linne, ten lijve van haar Testatrice behorende. Dit alles verklaarde de Testatrice te wesen hare laatste en úijterste wille, welke sij begeerde, dat na haar overlijden sal agtervolgt een nagekomen worden; ’t sij als Testament, Codicil, gifte ter sake des doods, of eenige andere makinge, en soo het selven ’t best naar Regten en Costúijmen sal konnen bestaan, niet tegenstaande eenige solemniteijten naar Regten gerequireerd, hier inne niet ten Wollen Waaren geöbserveert, maar geömitteert; versoekende daar ontrent het úijterste benificie en saveür van Regten te mogen genieten. In oirkonde der Waarheijd hebben wij Scholtüs en Schepenen voornt desen met onse üijthangende zegelen en ondertekening van den Secretaris Alhier bevestigt. Actüm den elfden Aügüstüs Seventien Hondert negen en vijftig.”

Voetnoten

Testament (1758) van Ernst van Meerten (1684-±1758) en Hendrikje van Bruggen (?-?)

Het protocol van testamenten en codicillen 1733-1766 uit Beusichem en Zoelmond bevat ook het testament van Ernst van Meerten (?-?) en Hendrikje van Bruggen (?-?). Het is de vinden vanaf 222 verso tot en met 223 verso. Het boek is gedigitaliseerd door het Regionaal Archief Rivierenland en via hun website te raadplegen.1
De transcriptie luidt:

“Wij Cornelis van Rijnberk Scholtús, Dirk van der Linden, & Jan van Rijberk, scheepenen der Dorpen en Heerlijkheeden Beúsichem en Zoelmont, doen cond, dat voor ons Compareerden, Ernst Vermeerten, en Hendrikjen van Brúggen, Egteluijden, sijnde de vroúw in deesen geassisteert met haaren Man, als haare Gekooren wettige Voogt, beijde gesont van Lighaam, met ons gaande En staande, haar verstont spraake en Memorie wel magtig, en gebrúijkende, zoo, ons klaar Lijk bleek en wij niet anders bemerken konde en verklaarden, zij comparanten Expresselijk te begeeren dat de Langstleevende van hún beijden, zal hebben en genieten het volle Vrúgtgebruijken de Lijftogt in alle des overleedens naer te Latene Vaste goederen, zo Leen als Allodiale, geene van dien uijtgesondert, omme deselve bij den Langst Leevende van hún beijden in regten Lijftogte beseete ende revenúen van dien geslooten en geproffiteert te worden, ten Lijftogten Regten, sijn, ofte Haar Leeven Lang gedúúrende. ende bij aldien de Langst leevende niet en konde bestaan van de Voorsn. Lijftogt, soo gaaven de Testateúren Malkanderen de magt omme de vaste goederen te moogen, bewaaren of veraliëneeren, soo des langstleevendens Goeden raat Gedraagen zal, Begeerende zij Testateúren daaren booven, en onvermindert, de voorsn: Lijftogt, dat de Langst Leevende van hún beijden in Vollen eijgendom zal behouden en bezitten alle des OerLeedens Boedels Roerende en Gereëden Goederen, meúbelen, en Effecten Acte en Credieten, Gout, Silliver gemúnt en ongemúnt, Linnen, en Wollen, waaren op wat Plaatse, deselve geleegen en Uijtstaande Zijn, Geene van dien Uijtgesondert, omme daar meede te doen en handelen, als met vreij Eijgen Goet, met verbot, van de, detractie van de Falcidiegére portie, Dit alles verklaarden Zij comparanten te weesen haar uijtterste Wille die zij ordonneeren daar voor erkent te moeten, werden en effect sorteren in de beste formé, ofschoon alle nodige solimniteiten hier inne niet exactelijk geobserveert waaren deselven en d’Effecten van dien gerogeerende bij deesen. In Oirconde der Waarheijd hebben Wij Scholtús en Scheepenen Voornt deesen met onse opgedrukte seegelen en ondertekening van den Secretaris alhier bevestigt, Actum den dartigste Maart Seeventien Hondert acht en vijftig.”

Voetnoten

Archieven