Home » 2023 » maart (Pagina 5)

Maandelijkse archieven: maart 2023

Het eenentachtigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het éénentachtigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1964. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

Johanna van Meerten

Op bladzijde 40 en 41 worden drie kwartierstaten weergegeven waarin de naam ‘Van Meerten’ in voor komt.1 Het gaat om die van Lodewijk van Brakell, drost ter Lede. Het wapenbord heeft in de kerk van Lienden gehangen. Die van Willem Frederik van Brakell waarvan het wapenbord in de Kloosterkerk te ’s-Gravenhage heeft gehangen. En die van Johan van Brakell (die in 1680 gestorven is) uit de kerk van Heerjansdam. De namen Brakell – Tempier – Meerten – Bos komen in alle kwartierstaten terug. Het gaat dan om Johan van Brakell die getrouwd was met Johanna van Meerten en daarna om Lodewijk van Brakell die getrouwd was met Catharina Tempier. De wapenborden zijn dus verbonden aan deze tak van Van Brakell.

Voetnoten

Het negenenzeventigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het negenenzeventigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1962. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

Johan van Domseler van Emeler

Op bladzijde 286 en 287 worden de kinderen van Johan van Domseler van Emeler en Bate van Meerten beschreven.1 Johan van Domseler van Emeler was een zoon van Evert van Domseler van Emeler van Schoonderbeek en Bartraet of Abraham, dat wordt niet duidelijk. Johan is overleden na 7 juli 1571 en vóór 27 september 1574. Hij was schepen te Amersfoort en beleend met de helft van het goed Groot Twiller en de tiend uit Groot en Klein Emeler en de Horst. Hij trouwde met Bate (ook wel Beatrix of Elisabeth genoemd) van Meerten. Voor wie de Dom te Utrecht overluidt op 2 december 1601. Zij was een dochter van Cornelis van Abcoude van Meerten. Uit dit huwelijk worden tien, mogelijk elf kinderen geboren:

  1. Johan. Hij overlijdt voor zijn broer Hendrik.
  2. Hendrik de oude. Hendrik woont te Amersfoort en is kort na 27 september 1581 overleden. Hij trouwt op 20 maart 1576 met Hendrikje (of Borchgen, Buricken of Boerrichen) van Speulde, dochter van Gerrit en Boerrichen Knoops. Na het overlijden van Hendrik hertrouwt zij met Johan Wissing (die overleden is vóór 17 september 1586) en daarna met Wolter Menninck. Uit het huwelijk met Johan wordt één dochter geboren: Hendrikje. De schrijver geeft ook nog een citaat: “Hendrik v. D. werd in Utrecht gegijzeld wegens schulden van zijn schoonouders, waarvoor tot onderpand werden gesteld door zijn moeder de Eliasweerd te Wijk bij Duurstede, door Gijsbert van Domseler Groot Gerwerdingen en de Kleine Overhaag te Nijkerk, door Gijsbert van Domseler Groot Emeler en Ter Horst of Kleine Eemeler, waarvoor hij verbindt half Emeler, Groot Gerwerdingen en de Kleine Overhaag.”
  3. Herman. Hij is notaris te Utrecht.
  4. Volgens de genealogie Quickborn mogelijk Gerrit. Hij was in 1587 schepen te Utrecht. Hij wordt echter in geen van de stukken van dit gezin genoemd. De schrijver vermoedt dat het hier gaat om Mor van Domseler. Maar dat kan niet omdat deze in 1587 al is overleden.
  5. Evert. Hij is overleden vóór 14 mei 1589 en bezit de helft van Emeler. Hij trouwt met Maria van Zuylen van Nyvelt, dochter van Willen van Zuylen van Nyvelt en Agnes Foeyt. Zijn kinderen Frederik, Willem, Evert en Francisca doen op 30 september 1603 afstand van een leen te Wijk bij Duurstede ten behoeve van Elisabeth van Domseler. Volgens Booth heeft hij verder een zoon Johan en een jonge Johan die kapitein is.
  6. Frederik.
  7. Emerentia. Zij trouwt met Jacob Adriaens de Lechts. In 1602 woont ze op Corthaerlem buiten Gouda.
  8. Elisabeth. Zij trouwt met Willem Zael van de Zandbrink. Voor haar overluidt de Dom te Utrecht op 1 januari 1607.
  9. Josina (of: Casina). Zij trouwt met Johan Groen.
  10. Bate (of: Elisabeth). Zij trouwt op 20 mei 1589 met Gijsbert van Wenckum (huwelijksvoorwaarden op 14 mei 1589). Ze is overleden vóór 1614 en was geruime tijd voor haar overlijden krankzinnig. Gijsbert is overleden vóór 25 januari 1613 en was een zoon van Gerrit (overleden in november 1593). Bate schijnt met loshangende haren rond de doodskist rondgedanst te hebben onder het zingen van ‘vadertje van Wenckum is dood’. De schrijver schrijft: “Brengt een vierde van Emeler, gend. De Olde, hofstede, ten huwelijk aan, die zij gemeen heeft met haar zuster Casinne en de kinderen van haar broeder Evert. Zij is de derde dochter en op één na de laatste om beleend te worden met de tiende uit Emeler.” Haar dochter Alijd is getrouwd met Brant Aerts.
  11. Bartraet. Zij trouwt met Hendrik van Meholt (huwelijksvoorwaarden 3 mei 1589) en is overleden ná 1617. Hendrik is overleden vóór 1617. De auteur meldt nog: ‘die zijn vrouw lijftocht in het huis de Lelie te Harderwijk’.

Johan heeft ook nog een bastaarddochter met de naam Anna. Dat de auteur, R. Wartena, de gegevens niet uit de duim gezogen heeft blijkt wel uit de grote hoeveelheid voetnoten die hij geeft. De voetnoten 315-324 gaan over het parenteel van Johan en Bate. Hieronder de bronnen uitgeschreven. 315: Rijksarchief in Utrecht, Leenboeken huis Nijveld. 316: Archief Hof, civiele processen 1591 nr. 1. 317: Rijksarchief in Gelderland, leenboeken huis Scherpenzeel. 318: R.A.V. nr. 91, nr. 7. 319: Rijksarchief in Utrecht, genealogieën Booth (lange boekjes) nr. 677. 320: a.b., rechterlijke archieven nr. 1868, Gaasbeekse lenen. 321: a.b., protocol van Notaris Steven Pelt d.d. 16 febr. 1603. 322: a.b., protocol van notaris Jacob van Herwaerden, 1602, fol. 37. 323: R.A.V. nr. 315, fol. 319. 324: Rijksarchief in Gelderland, rechterlijk archief Harderwijk Inv. nr. 139, fol. 305 vso.

Voetnoten

Het zevenenzeventigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het zevenenzeventigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1960. In dit jaargang wordt summier gesproken over het geslacht Abcoude van Meerten.

Abcoude van Meerten

Het gaat op bladzijde 335 over George Halkeett die op 17 oktober 1632 te ’s-Hertogenbosch is getrouwd met Maria van Oostrum.1 Waar hij op 30 september mee in ondertrouw ging. Zij was een dochter van Johan van Oostrum (1571-1609) en Margaretha van den Bongaert (1576-1652) en is overleden vóór 15 mei 1640. “Haar kwartieren waren blijkens een wapenbord, dat te Wijk bij Duurstede heeft gehangen: Oostrum – Abcoude van Meerten – Oostrum – Spruyt van Kriekenbeek – Bongaert – Turck – Reede – Nyenrode.” De in 1609 overleden Johan van Oostrum, schout van Wijk bij Duurstede was een zoon van Johan van Oostrum, schout van Wijk bij Duurstede, ex matre2 Abcoude van Meerten3 en van Maria van Oostrum (1552-1621) ex matre Spruyt van Kriekenbeek.

Voetnoten

Het drieënzeventigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het drieënzeventigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1956. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

Johan van Rosant

Op bladzijde 46 gaat het over Johan van Rosant (of: Resant).1 Hij was de zoon van Cornelis Ottens van Rosant (±1530-1577) en Maria. Johan werd geboren in 1558. Hij wordt genoemd in een akte van Wijk bij Duurstede. Daaruit blijkt dat zijn oom Gerrit van Rosant op 16 mei 1583 aan hem een rente van 50 gulden overdraagt. Op 19 december 1588 legt de 30-jarige Johan van Rosant voor notaris J. van Herwaerden te Utrecht een verklaring af ten behoeve van Johan heer van Isselt. Deze verklaring gaat over het door hem overbrengen van een brief naar Rome. Als katholiek trouwde hij op 24 juli 1585 te Utrecht voor de schepenen met Brecht (of: Beatrix) van Lanscroon. Zij overleed in 1598 en was een dochter van Gijsbert van Lanscroon en van Catharina van Abcoude van Meerten. De schrijver weet nog meer over Johan te melden: “In 1600 wordt Jan van Rosant volgens brieven van decreet en cessie verlijd met 5 hoeven lands in Kockengen en met 3 morgen te Vleuten, leen van het Kapittel van Oud-Munster te Utrecht. Hij draagt dit leen in 1614 over aan zijn zoon Cornelis; 15 januari 1614 geeft jr. Johan van Rosant, inwoner van Utrecht, volmacht aan zijn zonen jonkeren Cornelis en Otto van Rosant om zijn huis in den Rheneborg bij de St. Hieronymusschool te verkopen. Daags daarna draagt jr. Johan van Rosant, thans wezende op het huis van Voorn, op aan zijn oudste zoon jr. Cornelis van Rosant, heer tot Voorn, de ambachtsheerlijkheid van Lockhorst in Cockengen en geeft hij machtiging om voor de Leerhof van Montfoort het leen over te dragen. Voor dezelfde notaris L. van Leeuwen passeert hij vervolgens verschillende acten, houdende volmachten voor de overdracht van andere goederen (lenen) voor de leenhoven van Nijevelt en de Proostdij van Oud-Munster. Al deze acten wijzen op een finaciële débacle en in 1617 is dan ook sprake van de ‘gecommitteerden van de crediteuren van Johan van Rosant’, kort daarna moet hij zijn gestorven.” Met Brecht kreeg hij ten minste twee kinderen: Cornelis (1586-?) en Otto (±1590-?). Hij had bij Glaudia Claesdr. Van Brandenburch nog een buitenechtelijke zoon: Jacob van Rosant (±1600-1665). Bij de beschrijving van Johan staan de voetnoten 11-13. Het gaat dan om de bronnen. 11: Protocol van notaris J. van Herwaerden, dl. 1588-1589/ 12: Leenregisters van de Proostdij van het Kapittel van Oud-Munster te Utrecht, repertorium nr. 601, fol. 133. 13: Protocol van notaris L. van Leeuwen, dl. 1609-1614.

Catharina van Abcoude van Meerten komt nog eens voor op bladzijde 47 bij de beschrijving van haar kleinzoon Cornelis van Rosant. Deze kleinzoon wordt op 1 september 1607 beleend met ‘de helft van ‘een weerde en sande’ onder Hagestein, hem aangekomen vermits overlijden van juffr. Catharina van Abcoude van Meerten (zijn grootmoeder)’. Hierbij staat voetnoot 14: ‘Leenregister van Culemborg dl. , fol. 244’.

Voetnoten

Het eenenzeventigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het eenenzeventigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1954. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

Batha van Meerten

Het gaat op bladzijde 133 over een leenakte van 30 september uit het leenregister van Gaasbeek deel 1590-1606.1 Vermelding inv. no. 1868 recht. arch. rijksarch. Utrecht. Getranscribeerd door W.A. Wijburg jr.: “Frederick en Willem, zonen van Euert van Dompselaer. Adriana van Rutenbeeke, wed. en boedelhouderse van Euert Euertse van Dompselaer (zij hertr. Utrecht 16 Febr. 1606, zie N.L. 1916, k. 305), allen wonende te Amersfoort, mitsgaders Francisca van Dompselaer Euertsdr., wed. Adriaan Willems, wonende Utrecht, renuntieeren van haer erfenisse welke haar door doode van Jan van Dompselaer en jonkvr. Batha van Meerten, haere petevaeder en petemoeder, mitsgaders van juffr. Batha van Meerten, wed. Anthonis Buyser, hare oude moeye aanbestorven waren, zulks ten behoeve van Elisabeth van Dompselaar, wed. Willem Zaal. Deze acte betreft een leen te Wijck.

Voetnoten

Het negenenvijftigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het negenenvijftigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1941. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

Surinaamse grafzerken

Van bladzijde 444-449 geeft Fred. Oudschans Dentz een flinke lijst met Surinaamse grafstenen.1 Het blijkt een vervolg op De Nederlandsche Leeuw LIX, 421. Het artikel aldaar is weer een vervolg op De Nederlandsche Leeuw LIX, 386. Daaruit blijkt dat de begravenen liggen bij de Hervormde Kerk te Paramaribo op de begraafplaats ‘Nieuwe Oranjetuin’. De eerste Van Meerten waar een grafschrift van beschreven wordt is Huibert Eliza van Meerten. Hij was echtgenoot van Elize Henriette van Meerten, eerder weduwnaar van Hubertina Carolina van Meerten. Zijn beroep was gep. Districts-commisaris van Saramacca. Hij is geboren te Paramaribo op 21 januari 1826 en overleden op 18 januari 1895. Het nummer van de grafsteen is 257.

De tweede is Hubertina Carolina van Meerten, zij was de echtgenote van de hierboven genoemde Huibert Eliza van Meerten. Hubertina Carolina is geboren op 2 juni 1826 en overleden op 1 februari 1864. Haar graf heeft als nummer 260.

De derde persoon die genoemd wordt is Nicolaas van Meerten. Hij was onderwijzer van beroep. Geboren te Paramaribo op 18 oktober 1834 en overleden op 5 mei 1887. Zijn graf heeft als nummer 261.

De vierde persoon is Abraham van Meerten. Hij was griffier bij het gerechtshof. Abraham is geboren te ’s-Gravenhage op 21 oktober 1794 en overleden op 29 januari 1853. Zijn graf heeft als nummer 270.

De vijfde persoon die genoemd wordt is N.S. van Meerten. N.S. is overleden op 8 november 1837 op 25-jarige leeftijd. Het graf heeft als nummer 271.

Voetnoten

Het vierenvijftigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het vierenvijftigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1936. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

Evert van Meerten

Op bladzijde 278 en 279 geeft W.A. van Rijn enkele aanvullingen op de in het Nederlands Patriciaat gepubliceerde stamreeksen door.1 Het gaat opnieuw om de Gorinchemse tak van Van Meerten. Het betreft ook een aanvulling op De Nederlandsche Leeuw XLVIII, 189 en LIII, 21-25. Op 19 april 1609 werd Evert Cornelisz. van Meerten lidmaat te Gorinchem. Hij was schreenwercker van beroep een woonachtig int Paradys. Van Rijn vond ook nog een aantekening in het trouwboek van Dordrecht. Het gaat om Evert van Maerten, jongeman en van beroep backer die heeft gewoond bij ’t Nieupoortje. Evert is vertrokken naar Gorinchem en attestatie is afgegeven op 12 mei 1661. Op 8 november 1668 wordt te Utrecht ene Evert van Meerten ingeschreven. Hij is een jongeman van Gorinchem. Hij ondertrouwde te Ryswyck op 7 november 1668 met Abigael Ente. Zij was een jongedochter van Workum. Als getuige was Lambertus Ente aanwezig. In de kantlijn staat: “Procl. Tot Ryswyck. Acte gegeven om aldaer te trouwen.

Voetnoten

Het drieënvijftigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het drieënvijftigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1935. In dit jaargang komen veel telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

De oudere generaties van de Gorinchemse familie van Meerten

H. Wijnaendts beschrijft op bladzijde 21 tot en met 25 de Gorinchemse tak van het geslacht Van Meerten en daarvan met name de oudere generaties.1 Zijn onderzoek is erg waardevol. Hij geeft aan dat de naam Van Meerten al vroegtijdig in de Gorinchemse schepenakten voorkomt.

Van Gerit Jansz. Van Meerten wordt op 13 december 1554 melding gemaakt. Hij woont te Zandwijk (vandaag de dag een deel van Tiel) en hij verschijnt namens zijn zussen Cornelia en Geertruid voor de schepenen van Gorinchem. Op 11 juni 1587 wordt er melding gemaakt van Gerard van Meerten woonachtig te Vianen. “Nergens bleek mij echter, dat het hun afstammelingen zijn, die later te Gorinchem voorkwamen. De eerste van het geslacht, die zich in laatstgenoemde plaats vestigde, was vermoedelijk afkomstig uit Utrecht. De naam van hem en zijne nakomelingen wordt in de Gorcumsche acten geschreven op alle denkbare manieren, varieerend tusschen Van Maerten en Vermerten.

De schepenakten blijken een waardevolle bron te zijn. Ter inleiding haalt Wijnaendts iets uit deze schepenakten. Op 13 september 1616 verscheen Evert Cornz. ‘schrienwercker out omtrent 32 jaeren, burger binnen deser stede etc.’. Op 21 november 1621 wordt er opnieuw melding gemaakt van deze Evert Corneliszoon: ‘Orconden dat voor ons quam Evert Corneliss van Merten, schreynwercker etc.’ Op 13 januari 1629: ‘comp. Franchois Snouck, borger deser stede ter eenre ende Agnes Jans van Santen, wed. wijlen Evert Corneliss van Maerten, schrijnwercker za. ter andere zijde etc.’ Op 26 juni 1635 wordt opnieuw melding gemaakt van deze weduwe Van Santen: ‘comp. (de kinderen van Santen) ende Jan Evertss, met Lambert Evertss voor hun selven en vervangende Cornelis Evertss haerl. broeder, kinderen van Niesken Jans van Santen, altesamen erfgenamen ab intestato van Marijken van Weelden, hoirl. resp. moeder en grootmoeder’.

Met deze gegevens stelt Wijnaendts een chronologie op. Evert Cornelisz. van Meerten is geboren rond 1584. Hij huwt met Agnes van Santen, dochter van Jan van Santen Dirksz. en van Maria van Weelden. In de voetnoot bij Jan van Santen wordt geschreven: “5 juni 1584 cp. Jan van Santen Dirxen en Mariken van Weelden zijn echte huysvrou.

Het echtpaar Evert van Meerten en Agnes van Santen kregen drie kinderen. De eerste was Cornelis. Hij is als busschieter overleden in Amboina op 16 mei 1657. Er wordt door Wijnaendts een bron geciteerd: “22 Nov. 1659 cp. Lambert Everts Vermeerten voor sijn selven ende in qualite als voocht van kinderen van Jan Everts Vermeerten, samen erffgenaemen van Cornelis Everts Vermeerten, haeren broeder en oom respectieve, gevaaren van Seelandt voor bosschieter op ’t schip genaemt de leewin ende den 16 Mey 1657 overleden op Amobone etc. Not. P. de With, Gor. dl. 4004).” Op de andere twee kinderen, Jan en Lambert, gaat Wijnaendts onderaan deze en op de volgende bladzijde in.

Wijnaendts meldt ook nog dat uit verschillende notariële akten blijkt dat de nakomelingen van Evert van Meerten gerechtigd waren tot de erfenis van Hillegonda van Meerten wonende te Utrecht. “In het protocol van notaris O. Kien te Gorinchem, dl. 4087, vindt men op 17 Mei 1675 vermeld de: Loetcedulle van rentbrieven ende obligatiën de welcke de kinderen van den heer outschepen Lambert Vermeerten hebben geërft van Hilgonda Vermeerten, in haer leven gewoont hebben tot Utrecht ende dat boven de goederen dewelcke tusschen de gesamentlijcke erfgenamen van de voors. Hilgonda Vermeerten noch int gemeen ende onverdeelt zijn gebleven.” In een van deze rentbrieven staat de naam Hilligje Cornelis van Meerten waaruit blijkt dat deze Hilligje of Hillegonda de zus was van Evert.

Jan Evertsz. van Meerten was een zoon van de hierboven genoemde Evert en Agnes. Hij ondertrouwt te Gorinchem op 30 april 1634 en huwt in deze plaats op 16 mei 1634 met Catharina Trebellius. Catharina was een dochter van Hubertus Trebellius, predikant te Schelluinen en van Elisabeth Botters. Het beroep van Jan was ziekentrooster te Gorinchem en diaken van de huisarmen in dezelfde stad. De bronnen hiervoor zijn FXIV dl. 58, dd. 7 April 1653 en FXIV dl. 51. dd. 2 Aug. 1651). Zij kregen tien kinderen.

  1. Huybertus, gedoopt in Gorinchem op 28 februari 1635 en jong overleden.
  2. Evert, gedoopt in Gorinchem op 8 juni 1636 en jong overleden.
  3. Neesken, gedoopt in Gorinchem op 26 november 1637.
  4. Eduard, gedoopt in Gorinchem op 2 september 1639 en overleden in Oost-Indië.
  5. Lysbeth, gedoopt in Gorinchem op 17 maart 1641 en jong overleden.
  6. Lysbeth, gedoopt in Gorinchem op 9 juli 1642.
  7. Cornelis, gedoopt in Gorinchem op 16 oktober 1644.
  8. Marie, gedoopt in Gorinchem op 12 februari 1647 en jong overleden.
  9. Maria, gedoopt in Gorinchem op 7 februari 1649 en jong overleden.
  10. Christia, gedoopt in Gorinchem op 23 april 1651.

Dat jong overleden leidt Wijnaendts af van het volgende bericht: “Voor notaris Brouwer te Gorinchem (dl. 4046) verschijnt 27 Sept. 1663 Lambertus van Meerten outschepen als oom en voogt van Cornelis, Niesken, Lysbeth en Christina Jans van Meerten en machtigt Dirk van Eeten, marktschipper op Delft, om van bewindhebbers der O.I.C. te ontvangen de verschenen gage van Evert Jans van Meerten.” Dit waren dus de overgebleven kinderen van Jan Everts van Meerten. “Zij verlieten Gorinchem en vestigden zich te Utrecht. 19 Aug. 1674 verschijnt voor schepenen van Gorinchem Johan Hyberts Brouwer, raedt en vroetschap, als last van procuratie hebbende van Cornelis van Meerten, Agnis van Meerten, Elsiabeth en Christina van Meerten, gepasseerd te Utrecht 20 Juli 1674 voor notaris Carel van Doorn (FXIV dl. 166). Cornelis wordt in verschillende acten genoemd als gemachtigde van zijn Gorcumse familieleden met betrekking tot de hiervoren vermelde erfenis van Hillegonda van Meerten. In een acte, op 21 Nov. 1692 verleden voor not. J. Brouwer te Gorinchem (dl. 4065), heet hij: rentmeester van de Buchelse prove tot Utrecht. Aldaar zal zijn na te gaan of hij zijn tak der familie heeft voortgezet.

De tweede zoon van Evert en Agnes is Lambert Evertsz. van Meerten. Hij wordt vermeldt in Nederlands Patriciaat 1930 sub I. Lambert ondertrouwt te Gorinchem op 18 september 1639 en trouwt in dezelfde stad op 5 oktober 1639 met Maria Trebellius. Zij was een dochter van Hubertus Trebellius, predikant te Schelluinen, en van Elisabeth Botters. Maria werd begraven te Gorinchem op 21 december 1662. Daarna ondertrouwde Lambert op 14 juli 1663 met Elisabeth Lever met wie hij op 31 juli 1663 in de huwelijksboot stapte. Zij was een dochter van Cornelis Geerits Lever en van Elisabeth Colff. Ze was voor dit huwelijk getrouwd geweest met Paulus van Steenwinckel en had daarbij drie kinderen gekregen. Uit het huwelijk tussen Lambert en Maria werden 7 kinderen geboren:

  1. Huybertus, meer informatie daarover volgt later.
  2. Neesken, gedoopt in Gorinchem op 12 oktober 1642 met Cornelis Waarsman. De inschrijving heeft Wijnaendts niet gevonden.
  3. Evert, meer informatie daarover volgt later.
  4. Lysbetie, gedoopt te Gorinchem op 7 juni 1647.
  5. Cornelis, gedoopt te Gorinchem op 6 mei 1650 en is jong overleden.
  6. Kernelia, gedoopt in Gorinchem op 14 oktober 1654. Ondertrouwt te Gorinchem op 7 oktober 1675 met Pieter van Dijck, jongeman te Dordrecht. Ze heeft attestatie gekregen naar Dordrecht op 27 oktober 1675.
  7. Johannes, meer informatie volgt later.

Uit het huwelijk met Elisabeth werden twee kinderen geboren:

  1. Apollonia, gedoopt in Gorinchem op 1 juni 1664. Ze trouwt te Gorinchem op 10 apri 1689 met Adriaan van Noordhoorn.
  2. Wilhelmus, meer informatie volgt later.

De eerste zoon van Lambert en Maria wordt apart besproken door Wijnaendts. Hubertus (Huibert) van Meerten wordt genoemd in Nederlands Patriciaat 1930 sub II. Hij is gedoopt te Gorinchem op 29 juni 1640 en ondertrouwt aldaar op 20 april 1664 met Eva Brouwer. Het huwelijk werd op 6 mei 1664 gesloten. Uit dit huwelijk werden 10 kinderen geboren:

  1. Mariechen, gedoopt te Gorinchem op 25 maart 1665 en overleden vóór december 1695.
  2. Aletta, gedoopt te Gorinchem op 23 juni 1666.
  3. Joannes, gedoopt te Gorinchem op 18 oktober 1668 en overleden vóór december 1695.
  4. Hillegonda, gedoopt te Gorinchem op 17 oktober 1670 en overleden vóór december 1695. Zij ondertrouwde op 28 april 1693 met Daniël van Bree, jongeman van Bommel.
  5. Eva, gedoopt te Gorinchem op 19 januari 1673 en is jong overleden.
  6. Lambertus, gedoopt te Gorinchem op 7 april 1675. Om meer te weten over deze Lambert en zijn nakomelingen wordt verwezen naar Ned. Patr. 1914.
  7. Eva, gedoopt te Gorinchem op 22 juli 1676 en overleden vóór december 1695.
  8. Johannes, gedoopt te Gorinchem op 21 augustus 1678.
  9. Petrus, gedoopt te Gorinchem op 14 februari 1680.
  10. Wilhelmus, gedoopt te Gorinchem op 18 januari 1683 en overleden vóór december 1695.

Het refrein van ‘overleden vóór december 1695’ heeft een reden. Wijnaendts: “In een acte van 26 Sept. 1684 in het protocol van notaris J. Brouwer te Gorinchem (dl. 4063) worden vermeld: de 7 onmondige naegelate kinderen van Huybert van Meerten za., terwijl in een acte, voor denzelfden notaris verleden, van 12 Dec. 1695 (dl. 4041) worden genoemd: Juffr. Eva Brouwers, wed. van den heer Hubertus van Meerten in sijn leven oud schepen en coopman en Aletta, Lambartus, Jan en Pieter van Meerten, hun kinderen. Aldus staat vast, welke kinderen ten slotte in leven bleven.

Evert van Meerten is de tweede beschreven zoon van Lambert en Maria. Hij werd gedoopt te Gorinchem op 7 februari 1646. Was in deze stad een ‘geweldige provoost’. Hij trouwde met Abigaël Enten, waarvan Wijnaendts de huwelijksakte niet heeft gevonden. Evert werd begraven te Gorinchem op 16 september 1714. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren:

  1. Lambertus, gedoopt te Gorinchem op 28 juni 1676.
  2. Elisabeth, gedoopt te Gorinchem op 21 januari 1678.
  3. Johannis, gedoopt te Gorinchem op 31 augustus 1681.
  4. Huybert, gedoopt te Gorinchem op 23 mei 1685.

Het derde kind van Lambert en Maria dat wordt besproken is Johannes van Meerten. Hij werd gedoopt te Gorinchem op 23 februari 1659. Johannes was chirurgijn van beroep. Hij trouwde te Gorinchem op 18 november 1685 te Gorinchem met Maria Brouwer. De ondertrouw was 4 november 1685. Uit dit huwelijk werden 9 kinderen geboren:

  1. Maria, gedoopt te Gorinchem op 16 augustus 1686. Zijn ondertrouwde op 24 januari 1712 met de weduwnaar Jan van Amerongen, waar ze op 9 februari 1712 mee in het huwelijk trad.
  2. Adrianus, gedoopt te Gorinchem op 10 december 1687.
  3. Lambert, gedoopt te Gorinchem op 21 augustus 1689.
  4. Henrica, gedoopt te Gorinchem op 23 februari 1691. Zij ondertrouwde op 23 mei 1726 met Hendrik Tillardt. Met wie zij op 9 juni 1726 getrouwd is.
  5. Huybartus, gedoopt te Gorinchem op 23 november 1692.
  6. Johannes, gedoopt te Gorinchem op 7 augustus 1695.
  7. Johanna, gedoopt te Gorinchem op 25 maart 1697. Zijn ondertrouwde op 28 mei 1726 met Peter van Herwijnen. Met wie zij op 9 juni 1726 in het huwelijk trad.
  8. Jan, gedoopt te Gorinchem op 17 juni 1699.
  9. Cornelia, gedoopt te Gorinchem op 2 april 1702.

De laatste telg die genoemd wordt is Wilhelmus van Meerten. Zoon van Lambert en Elisabeth Lever. Hij werd gedoopt te Gorinchem op 10 augustus 1666 en is begraven in dezelfde stad op 9 december 1716. Hij trouwde op 13 november 1689 te Gorinchem met Margeretha Holthuysen. De ondertrouw vond plaats op 20 oktober 1689. Uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren:

  1. Elisabeth, gedoopt te Gorinchem op 18 maart 1692.
  2. Johanna, gedoopt te Gorinchem op 20 februari 1695 en jong overleden.
  3. Lambert, gedoopt te Gorinchem op 24 juni 1696.
  4. Johanna, gedoopt te Gorinchem op 2 maart 1698.

Wijnaendts komt tot de volgende conclusie: “Uit het vorenstaande blijkt, dat uit de IIIe generatie behalve Lambert Huybertszoon, nog tal van andere mannelijke van Meerten’s geboren werden. Zij hebben voor een deel het geslacht helpen voortzetten. Wie in deze nakomelingen belang stelt, verwijs ik naar de kerkregisters.

Voetnoten

Overlijdensakte van Maria Sophia Honig (1861-1942)

Overlijdensakte van Maria Sophia Honig (1861-1942) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Amersfoort.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Maria Sophia Honig (1861-1942) weergegeven.1 Op 3 maart 1942 verscheen Felix Jacobus Pieter Maximiliaan de Meulder (1889-1949) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Amersfoort om aangifte te doen van het overlijden van Maria Sophia. Felix Jacobus Pieter Maximiliaan was twee en vijftig jaar oud en kantoorbediende van beroep. Hij woonde te Utrecht en verklaarde dat Maria Sophia op 28 februari 1942 om half tien in de avond is overleden in de leeftijd van tachtig jaar. Maria Sophia was zonder beroep, geboren te Utrecht en woonachtig te Amersfoort.2 Ze was weduwe van Foeke Buitenrust Hettema en een dochter van wijlen de echtelieden Johannes Marinus Honig (1824-1905) en Elisabeth van Meerten (1824-1873).3

Voetnoten

Geboorteakte van Maria Sophia Honig (1861-1942)

Geboorteakte van Maria Sophia Honig (1861-1942) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de geboorteakte van Maria Sophia Honig (1861-1942) weergegeven.1 Op 8 juni 1861 verscheen Jacobus Arnoldus van Dugteren (1820-1876) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om aangifte te doen van de geboorte van Maria Sophia. Jacobus Arnoldus was veertig jaar oud en heel- en vroedmeester van beroep. Hij woonde te Utrecht aan de Smeebrug B53. Hij verklaarde dat Maria Sophia geboren was op 7 juni 1861 om twee uur in de nacht. Zij was een dochter van Johannes Marinus Honig (1824-1905) en Elisabeth van Meerten (1824-1873).2 Johannes Marinus was winkelier van beroep en het echtpaar woonde aan de Lijnmarkt E52 te Utrecht. De aangever had twee getuigen meegenomen: (1) Cornelis Martinus van Giessen (±1793-?), zeven en zestig jaar oud en stadsbode van beroep, en (2) Willem Hendrik Molijn (1803-1874), acht en vijftig jaar oud en stadsbode van beroep. Beide getuigen woonden te Utrecht.

Voetnoten