In De Saambinder het landelijke orgaan van de Gereformeerde Gemeente is predikant en theoloog dr. J.M.D. (Jaco) de Heer een tweede serie begonnen over hoe we de Bijbel lezen.1 Hij memoreert in zijn eerste artikel van de serie aan de verwarring die er heerst in de verschillende kerkverbanden over tal van onderwerpen waaronder schepping en evolutie. In deze serie wil hij hier verder op ingaan met als kernpunt: ‘Hoe leest de Bijbel mij?’
Rode draad
Door de verwarring rond vrouw en ambt, schepping en evolutie, homoseksualiteit en gender ziet De Heer een rode draad. Hij schrijft: “Door die verwarring heen zien we een rode draad. Die ligt in de vraag hoe de Bijbel wordt gelezen. Over die vraag willen we de komende weken nadenken. Het persoonlijke element mogen we daarbij niet vergeten: Hoe lees ik de Bijbel? Of, nog dieper: Hoe leest de Bijbel mij?” De Heer spoort aan om het antwoord, op de vraag hoe we de Bijbel moeten lezen, te zoeken in de Bijbel zelf. De predikant geeft aan dat hij in het derde deel van het artikel ook stil zal staan bij de zogenoemde Wetenschapsbijbel.2 Het lijkt erop dat deze serie vier artikelen zal beslaan.
Wat zegt de Bijbel (van zich)zelf?
De Heer verwijst naar Jesaja 34:16. Deze tekst wordt door de predikant en theoloog in de context bekeken. De context is een gericht over het land (van) Edom. “De Heere roept als het ware iedereen op om na te gaan of de verwoesting van Edom overeenkomt met Zijn Woord. Lees maar, trek het maar na en u zult merken dat alles voorzegd is. Gods Woord zal niet feilen.” In dit zestiende vers wordt de Bijbel ‘het boek des HEEREN’ genoemd. Het boek van ‘de drie-enige Verbonds-God’. “Het oordeel kan daarom niet uitblijven.” Wat God spreekt is onfeilbaar. “Zijn mond heeft het geboden, Zijn almacht brengt dat Woord tot vervulling. Daarom zal Zijn Geest de wilde dieren (…) samenbrengen om het oordeel Gods uit te voeren.” Verwijzend naar Jozua 23:14 merkt De Heer op dat er geen woord gevallen is, zowel de goede als de kwade woorden, die de Heere spreekt. De woorden van God zijn onfeilbaar. Dat geldt ook voor de inspiratie door de Heilige Geest. De predikant citeert daarvoor een volzin uit de Gereformeerde Dogmatiek van zijn voorganger ds. G.H. Kersten (1882-1948). Het Woord van God is Zijn openbaring aan mensen. Dit geldt voor alle tijden en plaatsen. De Bijbel is (om het met de NGB artikel 7 na te zeggen) genoegzaam voor wat we moeten geloven en hoe we moeten leven. Predikanten, net als gewone gemeenteleden, mogen daarom niet iets anders leren, dan wat de Schrift leert (niets toe- of afdoen aan het woord). De Heer besluit zijn eerste artikel met een citaat uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis: ‘Daarom verwerpen wij van ganser harte al wat met deze onfeilbare regel niet overeenkomt’.3
De wissel ging om
In het tweede deel van de serie kijkt dr. De Heer naar de wissel die omging in kerkelijk Nederland als het gaat om het lezen van de Bijbel. “Zaken die de eeuwen door vast stonden, lijken te schuiven.” De predikant start het tweede deel met een verwijzing naar 2 Petrus 1:19. Hij verwijst voor de uitleg naar de Kanttekeningen bij de Statenvertaling. “Het Woord van God is dus de openbaring van God. Hij voorzag alle eeuwen en maakte genoeg bekend voor alle tijden, plaatsen en culturen. Ten diepste kan er nooit een vraag zijn waarop we moeten zeggen: Hierop kunnen we vanuit de Bijbel eigenlijk niets zeggen. Er hoeft én er mag dus ook niets aan de Bijbel worden toegevoegd. De Bijbel bevat Gods definitieve openbaring voor alle tijden.” Wie wel iets toe- of afdoet valt, volgens de theoloog, onder het oordeel dat God uitspreekt in Openbaring 22:19. De genoemde Bijbeluitleg neemt ‘zijn uitgangspunt in de belijdenis dat de Bijbel de openbaring van God is’. Hoe moeten we de Bijbel uitleggen? “Dat bepaalt de eerste Auteur ervan, God Zelf. Hoe weten we dat? Door de Bijbel. Iemand kan zeggen: Dit is een cirkelredenering. We antwoorden: Nee, dit laat eerder zien dat God altijd soeverein blijft over Zijn eigen Woord.” De theoloog vraagt zich af wat ons dan rest. “Eerbiedig luisteren naar de Bijbel zelf. Waar moeten we anders naar luisteren? Naar de wetenschap? Naar de eigentijdse cultuur? Naar onze persoonlijke ervaring? In het vervolg van de serie zullen we zien dat dit juist leidt tot de verwarring die er heerst op het kerkelijk erf.”
De Heer vraagt zich in het slotstuk van het tweede deel af waar de wissel omgaat in deze verwarring. “Vaak gebeurt dit als de menselijke factor in het ontstaan van de Bijbel wordt uitvergroot. Dan heet de Bijbel de neerslag van wat mensen hebben ervaren van God. Zij hebben over die ervaringen nagedacht, daar woorden aan gegeven. Die woorden lezen we in de Bijbel. Maar, die woorden kwamen op uit de beperkte beleving van de bijbelschrijvers, mensen immers van hun tijd.” Als voorbeeld noemt de predikant de nog niet zo lang geleden overleden theoloog dr. Harry M. Kuitert en zijn uitspraak over al het spreken over Boven dat van beneden komt. Zie daar de wissel: is de Bijbel Gods openbaring of slechts een weergave van menselijke ervaringen met God?4
De Wetenschapsbijbel
Het derde deel van deze serie is gewijd aan de zogenoemde ‘Wetenschapsbijbel‘. Omdat dit artikel met toestemming van de auteur en redactie overgenomen mocht worden, vatten we dit artikel hier niet samen. Het derde deel van de serie is hier te lezen.5
Homoseksualiteit in de Gereformeerde Gezindte
In het vierde deel gaat predikant en theoloog dr. J.M.D. de Heer in op het spreken over homoseksualiteit in de Gereformeerde Gezindte. Wanneer modern wetenschappelijk onderzoek ‘leidend wordt voor de uitleg’ gaat dit volgens de predikant ‘ten koste van de majesteit van hoe God Zich openbaart’. De Heer erkent dat homoseksualiteit een kruis is ‘dat om pastorale bewogenheid’. Wat is die pastorale bewogenheid? “Échte pastorale bewogenheid heeft de eer des Heeren op het oog, zoekt gehoorzaam te zijn aan Gods geboden en zoekt het zielenheil van de naaste.” De auteur geeft aan dat dit laatste niet wordt bevorderd als Gods geboden en verboden naast ons neergelegd of gerelativeerd worden. Het is een geestelijke strijd!
In de Gereformeerde Gezindte ontwaart De Heer een toenemend begrip voor homoseksuele praxis. Vooral in de onlangs opgerichte Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) gaat het volgens de auteur hard. Hij verwijst hiervoor naar de twee onlangs verschenen boeken ‘Vuur dat nooit dooft’6 en ‘Verbonden voor het leven’7 Het eerstgenoemde boek van dr. Erwich en dr. Leene kent volgens De Heer ‘geen ethisch kader’ en ‘geen zorgvuldige uitleg van bijbelteksten’. De Bijbel komt wel ter sprake ‘maar dan in gesprek met onze eigen ervaring, de traditie waarin we staan, de wetenschap’. De Heer heeft het boek gelezen. “Na het lezen van het boek bekroop me de vraag: Waar zijn de woorden Gods gebleven?” Dr. De Bruijne, schrijver van het tweede boek, erkent dat de Bijbel homoseksuele relaties veroordeeld. Deze woorden sluiten ook latere tijden in. Maar voor De Bruijne geven Bijbelteksten niet meer de doorslag.
De Heer ziet hier de gevolgen van ‘als het moderne levensgevoel mede de uitleg en toepassing van de Bijbel gaat bepalen’. We kunnen wel proberen een brug te slaan tussen de Bijbelse tijd en de huidige tijd. Maar we kunnen Gods Woord ‘niet acceptabel maken voor de naaste’. “De prijs is dat een moderne beleving van seksualiteit uiteindelijk gaat heersen over de woorden die de Heere heeft geopenbaard. Daarmee wordt de moderne mens in zijn verkeerde keuzes niet meer veroordeeld maar in die keuzes bevestigd en gesterkt. En dat is ernstig.”8
Hoe leest de Bijbel mij?
In het slotartikel komt predikant en theoloog dr. J.M.D. de Heer terug op de vraag ‘Hoe lees ik de Bijbel? Of, nog dieper: Hoe leest de Bijbel mij?’ De Heer constateert dat de Bijbel op een andere, nieuwe, manier wordt gelezen. Er is verlegenheid ontstaan om de Bijbel toe te passen op onze tijd. Wat blijft er over van de openbaring van God als de Bijbel elke keer weer aanvaardbaar gemaakt wordt voor de mensen? Het valt de predikant daarbij op dat de zondeval in deze discussies nauwelijks een plaats krijgt. We lezen ‘zo heel weinig over de verduistering van ons verstand door de val’. Een gemis volgens de theoloog. “Het geeft ook een veel te optimistisch mensbeeld. De Bruijne pleit voor een ‘vrij en creatief nadenken’ over wat de Bijbel in onze tijd te zeggen heeft. Heel algemeen spreekt hij over het volgen van Christus, alsof dat haast vanzelfsprekend is.” Dit is in tegenstelling tot wat de Heere Jezus zelf zegt: ‘Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden’. “Hij kwam niet om de wet of de profeten te ontbinden. Hij deed geen tittel en geen jota van de wet af. En dat is precies wat we in onze tijd zien gebeuren. Als een spiegel voor ons allemaal.” De predikant geeft aan dat degene die inleeft dat we Gods beeld te zijn kwijtgeraakt, bescheiden wordt. Onze wil is verkeerd en onze hartstochten zijn ontregeld. Zo iemand ‘zal heel wantrouwend staan tegenover onze verlangens en ze niet in bescherming nemen’. Deze zijn van nature zó zondig dat ‘het bloed van Christus nodig’ is ‘om te reinigen en om ons leven te vernieuwen’.
De predikant constateert dat in deze postmoderne tijd een vaste Bijbeluitleg ontbreekt. “Ieder vormt zijn eigen mening over de bijbelteksten. Paulus kan een visie hebben, maar wij hebben ook een visie, wij hebben onze eigen ervaring en beleving.” Wie zou ieders persoonlijke mening nog durven tegenspreken? Echter, deze persoonlijke beleving gaat zo ten koste van de openbaring Gods. De norm voor De Heer is dat de Bijbel zichzelf uitlegt en dat we dit doen in verbinding met de kerk van alle tijden, ‘met de gemeenschap der heiligen’. De predikant wijst hiervoor naar het proefschrift van dr. B.A.T. Witzier.9 “De Christelijk Gereformeerde predikant ds. B.A.T. Witzier [wijst] op het belang van de gemeenschap voor de uitleg van de Bijbel. Toch kan zich hier ook een gevaar opdoen. Een gemeenschap, zelfs een kerk, kan dwalen, terwijl men meent de leiding van Gods Geest te ervaren.”
De Heer geeft aan dat de Bijbel ‘aan ons niet is toevertrouwd om er mee te doen wat we zelf willen’. Het heeft de Heere behaagd om Zijn openbaring (Zijn Woord) aan ons te geven. Het brengt de predikant tot de kernvraag: ‘Leerde ik beven voor de majesteit van het spreken van God? Leerde ik met honger en dorst de Bijbel lezen, bedelend om Gods genade?’ In het besef dat we gevallen mensen zijn met zondige gedachtens en gevoelens. ‘Leest Gods Woord ook mij, veroordelend en vertroostend?’ Hierbij is een Samuëlsgestalte onmisbaar: ‘Spreek, Heere, want Uw knecht hoort’.10
Ten slotte
Dr. De Heer heeft in vijf artikelen stilgestaan bij het lezen van de Schrift. In de nieuwsbrief constateerden we al dat binnen de Gereformeerde Gezindte uitgebreid wordt gesproken en nagedacht over Schriftgezag en -verstaan.11 Dat is een goede zaak! Dr. De Boer deed al eerder de oproep om de handen ineen te slaan en te werken aan een gemeenschappelijk project.12 Het lijkt mij goed om daar ook werk van te maken. Laten we de Heere smeken om Zijn onmisbare zegen, dan geldt: ‘Die God is ons een God van volkomen zaligheid; en bij den HEERE, den Heere, zijn uitkomsten tegen den dood’ (Psalm 68:21, SV).
Voetnoten
- De eerste serie verscheen vorig jaar: https://oorsprong.info/een-nieuwe-manier-van-bijbellezen-dr-j-m-d-de-heer-schrijft-een-serie-artikelen-in-de-saambinder-over-de-wissels-die-omgaan/. Ook drs. Kieviet heeft in het landelijke orgaan van Bewaar het Pand momenteel een serie over het lezen van de Schrift: https://oorsprong.info/lezen-we-de-bijbel-nu-anders-dan-voorheen-serie-over-schriftgezag-en-hermeneutiek-in-bewaar-het-pand-door-drs-j-m-j-kieviet/.
- Zie daarvoor dit overzicht: https://oorsprong.info/de-nbv21-wetenschapsbijbel-een-overzicht/.
- Bron voor deze drie eerste alinea’s: Heer, J.M.D. de, 2023, Hoe lezen we de Bijbel? (1) Zijn onfeilbaar Woord, De Saambinder 101 (28): 4-5.
- Bron voor deze twee alinea’s: Heer, J.M.D. de, 2023, Hoe lezen we de Bijbel (2) De wissel ging om, De Saambinder 101 (29): 4-5.
- Zie: https://oorsprong.info/de-wetenschapsbijbel-hoe-lezen-we-de-bijbel/. Bron: Heer, J.M.D. de, 2023, Hoe lezen we de Bijbel? (3) De Wetenschapsbijbel, De Saambinder 101 (30): 4-5.
- Op deze website is dit boek veelvuldig besproken. Zie: https://oorsprong.info/vuur-maar-weinig-licht-bespreking-vuur-dat-nooit-dooft/, https://oorsprong.info/sprookjesboek-bespreking-vuur-dat-nooit-dooft/, https://oorsprong.info/heeft-dr-prosman-het-boek-gelezen-met-een-oog-dicht-een-twitter-draad-van-dr-rene-erwich-als-reactie-op-een-recensie-in-de-waarheidsvriend/, https://oorsprong.info/als-geslacht-niet-meer-telt-rene-erwich-en-almatine-leene-banen-de-weg-voor-alle-vormen-van-seksualiteit/, https://oorsprong.info/hanteer-bijbel-als-uniek-normatieve-gids-op-seksueel-terrein/ en https://oorsprong.info/boek-vuur-dat-nooit-dooft-vermijdt-echt-theologische-discussie/.
- Over dit boek werd op deze website een artikel geplaatst van dr. Jan Hoek: https://oorsprong.info/een-partnerschapsverbond-ad-de-bruijne-pleit-voor-homoseksuele-variant-op-het-huwelijk-en-zet-zo-een-wissel-om/.
- Bron voor deze drie alinea’s: Heer, J.M.D., 2023, Hoe lezen we de Bijbel? (4) Het spreken over homoseksualiteit, De Saambinder 101 (31): 4-5.
- Dr. Arjan Witzier promoveerde in 2022 aan de Theologische Universiteit Apeldoorn op een proefschrift met als titel: Lezen in het licht van de Geest: hermeneutische implicaties van het nieuwtestamentische spreken over het verlichtende werk van de Heilige Geest. De handelseditie verscheen bij KokBoekencentrum.
- Bron voor deze drie alinea’s: Heer, J.M.D. de, 2023, Hoe lezen we de Bijbel? (5) Leren beven voor het Woord, De Saambinder 101 (32): 6-7.
- https://oorsprong.info/gereformeerde-gezindte-denkt-na-over-schriftgezag-en-bijbeluitleg-flyer-congres-beschikbaar-nieuwsbrief-d-d-27-7-2023/.
- https://oorsprong.info/waarom-werken-gereformeerden-niet-samen-bij-het-beantwoorden-van-hermeneutische-vragen-een-reactie-op-de-hartenkreet-van-ds-c-p-de-boer/.