Home » Bijbelse geschiedenis
Categorie archieven: Bijbelse geschiedenis
Hoe moeten wij met de bronnentheorie omgaan?
Vraag
Geachte prof. M. J. Paul. Ik verdiep mij graag in de achtergronden van de oudtestamentische geschriften. Daarom heb ik onlangs de boeken “Who Wrote the Bible” en “The Bible with Sources Revealed” van prof. R. E. Friedman gekocht en gelezen. In deze boeken zet hij de “documentary hypothesis”, ook wel de JEDP-theorie, uiteen. Ik neem aan dat u als oudtestamenticus bekend bent met deze theorie. Persoonlijk vind ik het een goed geschreven boek waarin hij de theorie met sterke argumenten onderbouwt. Tevens zie ik tegenstrijdigheden met de manier waarop wij als (reformatorische) christenen ons geloof in God en Zijn Woord, de Bijbel, belijden. Wat zijn uw gedachten over deze theorie? Vindt u haar aannemelijk of moeten we haar verwerpen? Wat zijn uw argumenten daarvoor? En hoe zouden wij moeten omgaan met deze theorie?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Richard Elliot Friedman (geboren in 1946) publiceerde het eerste boek in 1987 en het tweede in 2003. Hij is een aanhanger van de Bronnentheorie, die toegepast wordt op de boeken Genesis-Deuteronomium. Deze theorie is opgekomen in de negentiende eeuw en heeft een klassieke vorm gekregen in het werk van Julius Wellhausen. De afkortingen JEDP staan voor: Jahwist en Elohist (geschreven in de vroege koningentijd, negende of achtste eeuw v. Chr.), Deuteronomist (het grootste deel van Deuteronomium, geschreven in de tijd van koning Josia, rond 622 v.Chr.) en de Priestercodex (o.a. Leviticus, geschreven in de tijd van de Babylonische ballingschap). Friedman accepteert de datering van de eerste drie bronnen, maar wil de Priestercodex vroeger dateren, in de tijd van koning Hizkia (rond 700 v. Chr.). Zijn volgorde is daarom: JEPD. Evenals Wellhausen meent hij dat de uiteindelijke redactie van de eerste vijf Bijbelboeken in de tijd van Ezra was, rond 450 v. Chr.
De aanhang van de Bronnentheorie onder Bijbelwetenschappers is vanwege allerlei kritiek de laatste tientallen jaren sterk afgenomen, maar blijkbaar verdedigt Friedman haar nog. Ik heb in 1986 met collega H.J. Koorevaar de belangrijkste vijf argumenten voor de bronnentheorie besproken en de gesignaleerde verschijnselen van een andere oplossing voorzien. Dit is gebeurd in A. G. Knevel, J. Broekhuis en M. J. Paul (red.), “Verkenningen in Genesis” (Kampen, 1986). Twee jaar later heb ik in mijn proefschrift de datering van Deuteronomium in de tijd van koning Josia bestreden. Zie “Het Archimedisch punt van de Pentateuchkritiek” (Zoetermeer, 1988). In “Bijbelcommentaar Genesis-Exodus”, Studiebijbel Oude Testament deel 1 (Veenendaal, 2004; bijgewerkte digitale editie 2015, www.studiebijbel.nl) heb ik opnieuw de argumenten voor de bronnentheorie gewogen en te licht bevonden.
De genoemde theorie gaat uit van de grote invloed van latere schrijvers die allerlei oude verhalen hebben bewerkt, waardoor de verhalen in Genesis – Deuteronomium meer over de bewerkers zeggen dan over wat er vroeger gebeurd is. Het is dan zelfs onzeker of Mozes ooit bestaan heeft. De veronderstelling is dat deze auteurs de vrijheid hadden de godsdienstige teksten en overleveringen te bewerken, wat naar mijn overtuiging niet mogelijk was. Ook zijn allerlei teksten, zoals Deuteronomium, ‘vroom bedrog’, wat geheel in strijd is met het zelfgetuigenis van de Bijbel.
Het is opmerkelijk dat de theorie in de negentiende eeuw is opgekomen, toen er nog maar weinig archeologisch materiaal beschikbaar was. Nu er meer talen en teksten uit de oudheid bekend zijn (Ebla, Emar, Ugarit) blijkt dat veel argumenten voor de Bronnentheorie eerder opvattingen zijn van Westerse geleerden dan Oosterse praktijken. Een veel beter boek dan de genoemde twee publicaties van Friedman is Kenneth A. Kitchen, “On the Reliability of the Old Testament” (Grand Rapids, 2003). Met grote kennis van zaken laat hij zien dat de Bronnentheorie onhoudbaar is. Hij doet dit grotendeels vanuit de archeologie.
In zijn algemeenheid: de Bronnentheorie is op veel punten in strijd met de geloofstraditie van de christelijke kerk.
Dr. Paul heeft in zijn boek ‘Oorspronkelijk’ (2017, Labarum) meer geschreven over het klassieke scheppingsgeloof en de historiciteit van Genesis.
Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van Refoweb. Het originele artikel is hier te vinden.
Kribbe: voerbak of broodbak?
“En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg” (Lukas 2:7, SV).
Het is altijd interessant om te kijken wat een woord betekent, zo lezen we in dit overbekende vers dat Maria haar kind Jezus in een phatnē legt. Alle vertalingen vertalen het met “kribbe, voederbak, voerbak”. Rond Kerst werd ik voor de zoveelste keer erop gewezen dat dit verkeerd vertaald is omdat Joden nooit een kind in een voerbak in een stal zouden leggen en dat het in werkelijkheid een broodbak was, waarin brood werd opgeborgen. Het bleek dat ze deze informatie van de schrijvers van het boek Wake Up! hadden, die dit ook in hun nieuwsbrief hadden vermeld: “Het gebruikte Griekse woord [Phatne, Strong’s 5336] voor kribbe of houten bak staat in het Hebreeuws ook voor broodbak en dat werpt een bijzonder licht op deze situatie“.1
Gelukkig hadden ze een verwijzing, maar daar werd helaas geen melding gemaakt dat het een broodbak was (zie hier voor de online versie van Strong2), want daar wordt de betekenis “a manger, feeding-trough, stall” gegeven. Nu is het lexicon van Strong geen woordenboek maar een soort concordantie met daarbij altijd een korte definitie van het woord. Omdat ik nieuwsgierig was of het Griekse woord phatnē ook voor broodbak wordt gebruikt heb ik een kleine zoekactie gedaan in de diverse Griekse geschriften van Homerus, Herodotus, Euripides, Xenophon, Strabo en Lucian (zie hier voor een gedetailleerder overzicht van mij3) en overal bleek dat het werd gebruikt voor of een voederbak, of meer algemeen voor een stal.
De goede lezer zal opgemerkt hebben dat de schrijvers zeiden “in het Hebreeuws ook voor broodbak“, vandaar dat ik de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuaginta, erbij heb gepakt en daar op het woord phatnē heb gezocht. Het komt voor in de volgende teksten “φάτναι” Spreuk. 14:4 kribbe (אֵבוּס); “φάτναις” Joel 1:17 schuur (ממגרה), Hab. 3:17 stal (רפת); “φάτνας” 2 Kron. 32:28 stal (ארוה); “φάτνην” Jes. 1:3 voederbak (אֵבוּס); “φάτνης” Job 6:5, 39:9 (39:12) voederbak (אֵבוּס). Ook nu blijkt dat in alle gevallen het Hebreeuwse equivalent of voederbak of stal betekent en nergens “broodbak”.
Maar hoe zijn de schrijvers dan op het idee gekomen dat het een “broodbak” moet zijn? Als je kijkt naar het lexicon van Strong dan zie je dat deze als definitie “feeding-trough” geeft en als je dat letterlijk vertaald krijg je “voedsel trog”, een trog is een verouderd woord dat in eerste instantie “voederbak” betekent, maar ook een “bak voor het bewaren van meel” (WNT), de schrijvers hebben het dus niet uit het Hebreeuws, maar uit het Engels en bovendien het woord verkeerd vertaald naar het Nederlands en vervolgens gezegd dat het die betekenis zou hebben in het Hebreeuws.
Nu we dus hebben gezien dat het geen “broodbak” is maar een “voederbak” is het interessant dat dit Griekse woord ook de betekenis heeft van “stal”. Het komt vaker voor dat een woord een dubbele betekenis heeft en voor de vertaling van ons vers is het dus van belang uit welke van de twee betekenissen gekozen moet worden. Het lijkt logisch dat Maria Jezus ergens inlegt, maar omdat ze niet in een huis waren (want er was geen plaats in de herberg) is het ook logisch dat Jozef en Maria geprobeerd hebben een plek te vinden waar ze konden overnachten en waar Maria redelijk veilig kon bevallen. het is dus heel goed mogelijk dat dit dus een stal was.
De auteur heeft hier ook geschreven over het Griekse woord phatnē.
Deze gastbijdrage is met toestemming overgenomen van de website van Bijbelaantekeningen. Het originele artikel is hier te vinden.
Archeologen herontdekken plantensoort die mogelijk afkomstig is uit de tijd van de Bijbel
Een zaad dat meer dan duizend jaar oud is, heeft geleid tot de herontdekking van een plantensoort die mogelijk de balsem produceert die in de Bijbel wordt genoemd. Dit zaad, bekend als ’tsori’, werd dertig jaar geleden gevonden in een grot in de noordelijke woestijn van Judea. Dankzij de inspanningen van wetenschappers in Israël is het zaad inmiddels uitgegroeid tot een boom.
De balsem, in het Hebreeuws bekend als ’tsori’ ,wordt meerdere keren in de Bijbel genoemd. In Genesis 37:25 staat: ‘Hun kamelen waren beladen met specerijen, balsem en mirre.’ Ook in Jeremia 8:22 wordt de balsem als symbool van genezing aangehaald: ‘Is er geen balsem in Gilead? Is daar geen arts?’
De balsem was van groot belang in Bijbelse tijden, zowel voor religieuze als medische doeleinden. Volgens wetenschappers werd de balsem geassocieerd met de regio Gilead, bekend om zijn vruchtbare valleien en rijke bossen in de oudheid.
Archeologen van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem ontdekten het zaad tussen 1986 en 1989 in een grot in Wadi el-Makkuk. Het zaad, dat slechts 0,565 gram weegt, werd tientallen jaren opgeslagen. Sarah Sallon, lid van het Middle East Medicinal Plant Project, plantte het zaad in 2010 in een kas in Israël.
Met behulp van haar team groeide het zaad uit tot een boom. Het kreeg de naam ‘Sheba’. Radiokoolstofdatering plaatst het zaad in de periode tussen 993 en 1202 na Christus. DNA-analyse wees uit dat het zaad tot de Commiphora-familie behoort, waartoe ook wierook en mirre behoren.
Hoewel de plant minder geschikt lijkt voor aromatische doeleinden, heeft onderzoek aangetoond dat de hars mogelijk medicinale eigenschappen heeft. De plant bevat stoffen met ontstekingsremmende, antibacteriële en antivirale eigenschappen en kan mogelijk gebruikt zijn voor wondgenezing.
Volgens wetenschappers werd de balsem van Gilead waarschijnlijk intensief verbouwd in de vruchtbare regio’s rond de Dode Zee. “Deze ontdekking biedt een fascinerend inzicht als het gaat om de Bijbelse geschiedenis en de agrarische tradities van de regio”, zegt Communications Biology.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Bouwer replica ark van Noach zet schip na 12 jaar te koop: “Dit project is absoluut niet mislukt”
Na ruim twaalf jaar zet Johan Huibers (66) zijn ark van Noach te koop. Via een veiling moet het schip een nieuwe eigenaar gaan krijgen. Huibers had grote plannen met het schip, zo wilde hij de wereld rondvaren om het evangelie te delen. Door verschillende redenen lukte dit niet. Daardoor ligt het schip al sinds 2016 aangemeerd in Krimpen aan den IJssel. Van een mislukt project is volgens hem geen sprake, zegt hij in gesprek met Cvandaag: “Het was mijn missie om die ark te bouwen en dat is gelukt.”
Huibers herinnert zich nog exact hoe de bouw van de ark van Noach jaren geleden tot stand kwam. “Ik was 24 jaar toen ik vanuit de kerk de vraag kreeg of ik de tienerclub wilde gaan leiden. Ik vond het prachtig, maar die luitjes stelden mij vragen waar ik geen antwoorden op wist te geven. Aangezien Google er nog niet was, moest ik in de bibliotheek op zoek naar antwoorden. Dat betekende dat ik de hele week de Bijbel las. En als je dat doet, dan grijpt God je in je nekvel. En dat is precies wat mij overkwam. Ik ontdekte de schatten van het evangelie en de grootste schat die ik ontdekte is dat je eeuwig leven ontvangt als je in Jezus gelooft. Die boodschap wilde ik aan de hele wereld gaan vertellen, maar toen wist ik nog niet hoe.”
Een jaar of vijf later – inmiddels werkte Huibers in een boekenhandel – stuitte hij op een boek van Rien Poortvliet met de titel: ‘De ark van Noach, of: Ere wie ere toekomt.’ “Ik kocht het boek en diezelfde avond nog las ik er op de bank aan mijn kinderen uit voor. Opeens wist ik het en riep ik luidkeels door de woonkamer: ‘Ik ga die ark bouwen en daarmee vaar ik heel Nederland door. Misschien kom ik later ook wel op de wereldzeeën terecht.’ Mijn dochter Deborah – die toen 7 jaar was – sprong van de bank en rende naar haar moeder en zei: ‘Papa gaat de ark bouwen!’ Mijn vrouw Bianca reageerde wat lacherig en zei: ‘Als papa dat lukt, dan gaan wij op vakantie naar de maan.’”
Huibers’ missie was geboren. “Alles wat ik wilde was in Nederland – en daarbuiten – op een innovatieve manier iets van de Bijbelse geschiedenis delen en daar voldeed (en voldoet) de ark precies aan. Wat het mooie van de ark was (en is), is dat de mensen vanzelf wel komen.”
Uiteindelijk werd het immense schip gebouwd. Huibers bouwde in vier jaar tijd de replica van Noachs ark op ware grootte. Het schip – met afmetingen van 122 meter lang, 29 meter breed en 27 meter hoog – kende Dordrecht als eerste aanlegplaats. Daar lag het schip tussen 2012 en 2016. “In die tijd had het de functie van een museum, waarbij de Bijbelse tijd tot in detail uitgebeeld werd. We beschikten over hokken met dieren, maar ook een wetenschappelijke afdeling, bioscopen en een restaurant. In die jaren kwamen meer dan 100.000 bezoekers aan boord.”
In 2016 was Huibers vanwege de aanleg van een woonwijk in Dordrecht genoodzaakt om met zijn schip uit te wijken naar Krimpen aan den IJssel. Vanaf dat moment ging het schip als museum dicht en was Huibers voornemens om met zijn schip naar Brazilië te varen. “Ik zag dit als een kans om dit project met de wereld te delen. Na het succes van de eerste jaren had dat een prachtig vervolg kunnen zijn”, vertelt hij daarover.
Maar door verschillende redenen lukte dit niet. “Er was 1.2 miljoen euro ingezameld om de overtocht te kunnen maken, maar dat geld verdween plotseling. Niet dat ik daarom in de put zat, maar ik moest toch andere plannen gaan maken. In de jaren daarna kreeg ik telefoontjes uit Houston (Amerika, red.) met de vraag of het interessant zou zijn om het schip daar een tijdje aan te meren. Ik ben er nog geweest en er werd mij verteld dat de Amerikaanse overheid zelfs bereid was om het project te subsidiëren. Maar ook door dat plan ging een streep.”
In de jaren daarna kreeg Huibers nog telefoontjes uit Istanbul en Israël, maar ook dat liep uiteindelijk op niets uit. “Ik denk dat ik vanaf 2016 misschien wel met partijen uit ruim twintig verschillende landen gesproken heb die eventueel geïnteresseerd waren om de ark te kopen of in het project te participeren. Afgelopen juni was ik nog in gesprek met Zuid-Koreanen, maar uiteindelijk leverde dat ook niets op.”
In de tussentijd het schip opnieuw als museum openen, was ook geen optie, vertelt Huibers. “Ik heb mijn stinkende best gedaan om dat wel voor elkaar te krijgen. Maar vlakbij de plek waar de ark kwam te liggen, zou een boot komen waarop asielzoekers konden verblijven. Daarnaast had ik 40.000 euro moeten betalen om het schip weer als museum te kunnen openen, omdat daarvoor het bestemmingsplan gewijzigd moest worden. Zulke bedragen kon ik niet meer ophoesten.”
Huibers denkt wat dat betreft met weemoed terug aan de periode dat hij met zijn ark in Dordrecht aangemeerd lag. “In die zin was ik echt verwend geraakt. De gemeente regelde alles voor mij, ze hielpen mij met de aanlegplaats en hebben allerlei berekeningen gedaan waardoor het project destijds mogelijk werd gemaakt.”
Na zijn jarenlange inspanningen om zijn project nieuw leven in te blazen, besloot Huibers onlangs om zijn schip te gaan verkopen. Dit vindt plaats via een veiling op 18 december. “Nadat duidelijk werd dat ‘Zuid-Korea’ niet door zou gaan, zeiden mijn kinderen: ‘Pa, je moet naar Troostwijk Veilingen. Geef ze de kans. Wat we van jou nodig hebben, is je akkoord.’ En dat akkoord heb ik gegeven.”
Terugblikkend op al die jaren waarin hij vergeefse pogingen deed om zijn langgekoesterde wens – met het schip de wereldzeeën te bevaren en het project wereldwijd te delen – in vervulling te laten gaan, weigert Huibers te spreken van een mislukt project. “Integendeel zelfs. Het was mijn missie om de ark te bouwen en dat is mij gelukt. Daarnaast ben ik ook ontzettend dankbaar en trots dat er in die beginjaren meer dan 100.000 mensen de ark bezocht hebben en zo iets hebben meegekregen van de Bijbelse geschiedenis. Ik put nog steeds ontzettend veel kracht uit alle bijzondere gesprekken die ik met mensen op de ark voerde. Dus no way dat mijn missie mislukt is, het is wat mij betreft geslaagd.”
Huibers vertelt vervolgens over een bijzonder gesprek in de ark dat hem altijd is bijgebleven. “Er was een meneer die samen met zijn vrouw en twee kinderen op een zaterdagmiddag de ark bezochten. Ik kende hem niet. Op een briefje dat hij in de ideeënbus deponeerde, stond geschreven dat dit bezoek aan de ark het laatste gezinsuitje zou zijn. Hij was namelijk van plan om te gaan scheiden. Maar door het bezoek aan de ark en de tekst ‘de vrede zal overheersen’ die hij binnen las, kwam hij tot inkeer. Ik vond het zo bijzonder dat ik dat briefje tot op de dag van vandaag bewaard heb.”
Huibers zegt geen moeite te hebben met het idee dat hij het schip binnen een aantal weken hoogstwaarschijnlijk aan iemand anders zal moeten afstaan. “Helemaal niet zelfs. Ik heb in al die jaren mijn stinkende best gedaan en ik denk dat dit het goede moment is om het aan anderen over te laten. Natuurlijk ben ik wel heel benieuwd wie de boot gaat kopen.”
Hoe ziet de toekomst van de ark eruit volgens het ideaalplaatje van Huibers? “Ik ben gek op kinderen en jongelui, dus ik zou het fantastisch vinden als het schip een invulling krijgt die op hen gericht is. Voor mijn part wordt het een kinderspeeltuin waar basisscholen voor een schoolreisje naar toegaan, zoals ik vroeger zelf met de bus op schoolreisje ging.”
Hoe ziet Huibers’ eigen toekomst eruit nu de ark binnen enkele weken hoogstwaarschijnlijk een nieuwe eigenaar heeft? “Ik heb nog één droom die ik sowieso hoop te verwezenlijken en dat is dat ik ooit op een dag met mijn eigen schip de Noordzee bevaar. Dat is iets waar ik al ruim dertig jaar van droom. Ondanks de verkoop van de ark, ben en blijf ik ervan overtuigd dat dat ooit een keer gaat gebeuren.”
Noot van de redactie: Al eerder hebben we over de verkoop van deze replica geschreven. Deze artikelen zijn hier en hier te vinden.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Het brullende leeuwtje en de ark van Noach – Bespreking van ‘Het brullende leeuwtje’
Er zijn niet veel prentenboeken beschikbaar die proberen vanuit Bijbels perspectief te kijken naar de ark van Noach. Michel de Boer probeert daar met zijn ‘Het brullende leeuwtje’ verandering in te brengen. Het resultaat is een leuk getekend en geschreven prentenboek.
Levi de leeuw maakt een wandeling. Wanneer hij vanaf een plateau de omgeving bekijkt ziet hij ‘een enorme boot’ staan. Hij besluit een kijkje te nemen. Hij belandt in een enorme stoet met dieren die op weg zijn naar de ark. Wanneer hij de stoet volgt komt hij in de ark, achter hem valt de deur dicht. Levi ziet dat er van ieder soort een paartje is, maar merkt dat hij zelf alleen is. Hij hoort het geluid van harde regen op het dak van de ark. “Uren gaan voorbij zonder dat het stopt met regenen.” “Pas na heel veel dagen stopt het eindelijk met gieten.” De giraf kijkt uit het ene venster en ziet zover hij kan kijken alleen maar water. “De hele aarde staat onder water.” Op een dag laat Noach een duif wegvliegen en daarna nog een tweede keer. De tweede keer komt de duif terug met een takje in haar bek. “’Het water is aan het zakken en de bomen groeien weer’, roept Noach blij.” Verschillende dagen daarna ‘vaart’ de ark ergens tegenaan. “Door de botsing valt er iemand tegen Levi aan.” Het blijkt een vrouwtjesleeuw te zijn. Alle dieren gaan uit de ark en Noach dankt God. “’De aarde zal nooit meer onder water komen te staan’, belooft God.” Hoe loopt het met Levi en Laila af? Ze krijgen samen jongen en vertellen de geschiedenis van Noach door.
Het prentenboek ‘Het brullende leeuwtje’ verscheen in 2018 bij Buddy books en vertelt op bijbelgetrouwe wijze de geschiedenis van Noach na. De vorm van de ark had ik persoonlijk anders gekozen, maar is robuust en sober en daarmee in het voordeel van de twijfel. Het bevat één venster en één deur. De giraf die na het stoppen van de regen, slechts een moment, door het venster kijkt is bij het verhaal verzonnen om kinderen een indruk te geven van de uitgestrekte gevolgen van de zondvloed, namelijk een wereldwijde overstroming. ‘Het brullende leeuwtje’ is een prentenboek dat goed in elkaar zit. Reformatorische lezers zullen dit boekje denk ik niet snel pakken, omdat het soms wat frivool (maar niet perse onheilig) omgaat met de geschiedenis van Noach.
Dit artikel is in 2021 geschreven.
Zijn er ooit duidelijke aanwijzingen gevonden voor de ark van Noach?
‘Archeologen ontcijferden een oude Babylonische kleitablet die volgens hen mogelijk aanwijzingen geeft over de locatie van de ark van Noach’, zo schreef Cvandaag eerder deze maand.4 De zoektocht naar de ark van Noach blijft onderzoekers bezighouden. In Amerikaanse kringen spreekt men van de ‘Ark-aeology’, een variant van het woord ‘archeologie’.
In het Cvandaag-artikel werd gewezen op een video van dr. Irving Finkel. Hij laat een kleitablet zien met een wereldkaart van de Babyloniërs en vertelt over een medewerkster die een ontbrekend stukje vond. Daardoor is het mogelijk de locatie van Urartu te bepalen. De combinatie met de tekst aan de achterkant van het tablet maakt duidelijk dat daar een groot schip is, waarin mensen werden gered. Finkel ziet hierin aanwijzingen voor overleveringen van de ark van Noach.
Die duiding lijkt mij juist, maar de gegevens zijn al vele jaren bekend. De berichtgeving wekt de indruk dat de ontcijfering nog maar net gelukt is, maar de video van Finkel maakt duidelijk dat het ontbrekende stukje al vele jaren terug gevonden is en dat de ontcijfering niet nieuw is.
Welke berg?
Volgens het boek Genesis is de ark in het gebergte van Ararat geland. De overeenkomst met de naam Urarta valt direct op. Binnen het gebied van Urarta ligt de berg Ararat. Daar zijn in de loop der jaren veel zoektochten verricht naar de ark. Tot nu toe tevergeefs, al zijn soms opzienbarende claims gemaakt. De Bijbel geeft aan dat de ark rustte op ‘de bergen van Ararat’ of ‘het gebergte van Ararat’ (Gen. 8:4). Het woord Ararat duidt op het gebied, en het is aannemelijk dat dit Urarta is, maar er wordt geen speciale berg of een piek in een gebergte vermeld.
De berg die tegenwoordig als Ararat bekend staat, behoort tot een gebergte met twee hoge pieken. Als hoogste berg in de regio is die vaak bedekt met sneeuw. Deze berg Ararat is 5165 meter hoog. De berg Cudi, die ook genoemd wordt als landingsplaats, ligt 325 kilometer zuidelijker van de Ararat in Zuid-Turkije. Deze berg is minder hoog, namelijk 2089 meter.
In de jaren ’80 van de afgelopen eeuw kwam er veel aandacht voor de zoektochten naar de ark, onder andere vanwege de actieve betrokkenheid van James Irwin, een NASA-astronaut. Er is echter geen enkele keer een duidelijk bewijs gevonden voor de aanwezigheid van de ark. Allerlei foto’s en satellietopnamen zijn te vaag of kunnen ook anders uitgelegd worden. Vanwege de huidige politieke situatie is het moeilijk om toestemming te krijgen voor een expeditie.
De organisatie Associates for Biblical Research heeft in 2006 een themanummer van het tijdschrift Bible and Spade gewijd aan de zoektocht naar de ark. Daarin hebben Bill Crouse en Gordon Franz een uitvoerig artikel geschreven waarin zijn bepleiten dat de berg Cudi/Kardu de landingsplaats is geweest van de ark, en niet de berg Ararat. Zij noemen tientallen historische vermeldingen en komen vanuit oude getuigenissen de aanwijzingen tegen dat restanten van de ark te zien waren in het noorden van het vroegere Assyrische rijk. Diverse Joodse targoems vermelden Qardu als landingsplaats. Flavius Josephus, de geschiedschrijver uit de tijd van het Nieuwe Testament, schrijft over een bergtop in Armenië, en hij vermeldt dat de overblijfselen nog zichtbaar zijn. Ook noemt hij de berg van de Cordyeeërs in Armenië (Oudheden 1:90-95). Het lijkt erop dat hij de berg Cudi/Kardu bedoelt. Ook Eusebius wijst hiernaar.5
In hetzelfde nummer van het genoemde tijdschrift pleit Rick Lanser voor de Ararat. Hij doet dit veel uitvoeriger in een vierdelige serie ‘The landing-place of Noah’s Ark’, te raadplegen op internet.6
Het Gilgamesj-epos en andere verhalen
De genoemde Finkel verwijst naar een Babylonisch vloedverhaal dat veel ouder is dan het gevonden tablet met kaart. Hij bedoelt het Gilgamesj-epos. Daarin staat Utnapishtims beschrijving van de zondvloed, die door de goden was bedoeld om de gehele mensheid te verdelgen. De god Ea gaf de aanwijzing een schip te bouwen. Uiteindelijk liep het schip vast op de berg Nisir. Op de zevende dag erna liet Utnapishtim een duif uitvliegen, die echter terugkeerde. Later deed hij hetzelfde met een zwaluw, die evenmin een rustplaats kon vinden. Toen hij vervolgens een raaf liet uitvliegen, keerde deze niet terug. Nadat het water was gezakt en bijna was verdwenen, werden alle vogels en andere dieren losgelaten en bracht Utnapishtim een dankoffer.
Er zijn overeenkomsten met de beschrijving in Genesis, maar ook grote verschillen, in het bijzonder het gedrag van de goden en de oorzaak van de vloed. Er zijn nog meer overleveringen van een grote vloed en redding in een groot schip gevonden. De kern van deze verhalen wijst in de richting van een historische gebeurtenissen. Bram van den Heuvel onderzoekt deze verhalen en schrijft hierover een proefschrift voor de ETF in Leuven. Hij heeft ook een website met de vele overleveringen, gerubriceerd naar regio.7
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Voetnoten
Archeologen ontcijferen Babylonisch tablet die mogelijk wijst op locatie ark van Noach
Archeologen ontcijferden een oude Babylonische kleitablet die volgens hen mogelijk aanwijzingen geeft over de locatie van de ark van Noach. De 3.000 jaar oude tablet wordt beschouwd als de oudste kaart van de wereld. Dat meldt CBN News.8
Dr. Irving Finkel, curator bij het British Museum en expert in spijkerschrift, legt uit dat deze vondst unieke informatie bevat over de wereld zoals de Babyloniërs die in de zesde eeuw voor Christus kenden. “Dit is de oudste kaart ter wereld”, zegt Finkel. Het artefact toont Mesopotamië (het huidige Irak) omringd door een ‘Bittere Rivier’, een dubbele waterkring die de grenzen van de wereld van de Babyloniërs symboliseerde.
Na maanden van intensief onderzoek geloven wetenschappers dat de inscripties op de tablet verwijzen naar de ark van Noach. “Er staan aanwijzingen op de kaart die reizigers vertellen welke route over het water te nemen en welke kenmerken ze onderweg kunnen tegenkomen”, legt Finkel uit. Een specifieke term, ‘parsiktu’, wordt gebruikt om de grootte van een vaartuig aan te duiden dat groot genoeg zou zijn om een overstroming te overleven. Dit doet sterk denken aan de afmetingen van de ark van Noach.
De tablet verwijst ook naar een plaats genaamd ‘Urartu’, wat bekend staat als ‘Ararat’ in het Hebreeuws. Dit gebied is volgens de Babylonische kaart een bestemming die reizigers zouden kunnen bereiken na een tocht van ‘seven leagues’ (een oude afstandsmaat). In de Bijbel komt de ark van Noach na de zondvloed op de bergen van Ararat terecht. Finkel benadrukt dat deze gelijkenis een interessante en gewichtige overeenkomst biedt tussen de Babylonische en Bijbelse verhalen.
Het Babylonische verhaal vertoont opvallende overeenkomsten met de zondvloed uit de Bijbel. Volgens deze versie geeft een god de opdracht om een vaartuig te bouwen en het te vullen met dieren, waarna de Babylonische Noach veilig strandt op een bergtop in het huidige Turkije. “Het interessante is dat het Babylonische verhaal, net als het verhaal uit de Bijbel, duidelijke instructies geef”, aldus Finkel.
Hoewel de ontdekkingen wijzen op Ararat als mogelijke locatie voor de ark, is niet iedereen overtuigd. Dr. Andrew Snelling, een geoloog van de Universiteit van Sydney, stelt dat de berg Ararat pas na de zondvloed is ontstaan, wat zou betekenen dat de ark daar niet terecht kon komen. De discussie over de locatie blijft daarmee open.
Noot van de redactie: Zie ook deze video van dr. Finkel (in het Engels). Met dank aan dr. Koert van Bekkum die hiernaar verwees in een bericht op ‘X’.
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.
Replica van de Ark van Noach, gebouwd door Johan Huibers, te zien via Google Maps
Sommigen vragen zich af waar de replica van de Ark van Noach, gebouwd door Johan Huibers, precies voor anker ligt. Hij ligt aan de kade van privéterrein aan de Van Utrechtweg, te Krimpen aan den IJssel. Het industrieterrein waar de replica ligt heet ‘De Stormpolder’. Via Google Maps is ook te zien waar deze replica ligt. Hieronder wat screenshots van de locatie van deze replica.
Nederlandse replica van de Ark van Noach staat te koop via ‘Troostwijk Veilingen’
Afgelopen week was er weer enige activiteit op de website van de bekende replica van de Ark van Noach, gebouwd door Johan Huibers. De replica wordt te koop aangeboden via Troostwijk Veilingen. Het openingsbod is 350.000 euro. Deze levensgrote replica is, volgens de veiling, ‘op te halen op afspraak’. De droom van Johan Huibers heeft ruim acht jaar stilgelegen. Op 23 januari 2016 sloot de replica voor de laatste maal haar deuren aan de Maasstraat 14, te Dordrecht. In Dordrecht alleen al werden 280.000 bezoekers ontvangen. Van het ambitieuze plan om naar Rio de Janeiro te varen kwam uiteindelijk niets terecht. Nu dus weer een (enigszins verrassend) bericht: de Nederlandse replica van de Ark van Noach staat te koop.9
Johan licht zijn besluit toe op zijn website. Hij geeft aan dat hij ‘met een zwaar hart’ de replica van de Ark van Noach te koop zet, tegelijkertijd ‘ook vol hoop voor de toekomst’. Het begon met een droom, maar groeide uit tot een tastbare realiteit. “Mensen van over de hele wereld bezochten de Ark: van gelovigen tot sceptici, ieder met hun eigen vragen en verwachtingen. Hier werd niet alleen gekeken, maar ook beleefd.” Daarnaast werden er ook bruiloften georganiseerd. “Dit schip stond symbool voor meer dan hout en spijkers; het was een drager van een boodschap, een plek van verbinding.” Ook voor creationistisch Nederland is deze replica van belang geweest. Zo werd op 25 oktober 2012 het boek van Tjarko Evenboer, ‘De wereldwijde vloed’, hier gepresenteerd10, hield Weet Magazine op 7 september 2013 hier haar eerste lezersdag11 én hield Logos Instituut hier op 7 november 2015 (dus nog vóór de openingsbijeenkomst) haar eerste achterbanmeeting, met gerichte uitnodigingen, om haar plannen voor breder publiek te presenteren en bediscussiëren. Er werd ook wel eens een congres georganiseerd, zoals op de ‘Geloof jij het’-congresdag van 26 oktober 2013 waar dr. Peter Borger (over biologie), ing. Stef Heerema (over steenzout) en drs. Jarko Meijer (over C14) spraken.12
Moeilijke beslissing
Johan Huibers noemt de verkoop van deze replica een moeilijke beslissing. Toch heeft hij na veel gebeden en overwegingen besloten om hiertoe over te gaan “Het was geen gemakkelijke beslissing, want het schip is een deel van mijn leven geworden. Toch geloof ik dat dit de juiste stap is.” De arkbouwer hoopt dat de nieuwe eigenaar de replica zal onderhouden en opnieuw laten schitteren. De verkoop van de ark is niet voor de winst, maar voor een (nieuw) doel. “Het besluit om de Ark te verkopen is niet ingegeven door winstbejag. Het doel is simpel: de gemaakte kosten dekken en ruimte creëren voor nieuwe projecten.” In zijn artikel op de website spreekt Huibers zijn dank uit ‘aan iedereen die zich de afgelopen jaren vrijwillig heeft ingezet’. De eigenaar heeft veel energie en toewijding gezien. Er is nu, zo geeft Huibers aan, tijd om afscheid te nemen, en ook tijd voor een nieuw begin. “Ik bid dat dit schip, waarin zoveel werk, liefde en geloof is gestoken, een nieuw leven krijgt. Dat ze opnieuw een inspiratiebron mag worden, een plek van ontmoeting en verwondering.”
Beschrijving
Hoe ziet deze replica eruit? De veiling geeft een omschrijving. Het is een houten schip met de afmetingen van 122 meter lang, 29 meter breed en 27 meter hoog. De replica is zeven verdiepingen hoog. Op de begane grond zijn de dierenverblijven, maar ook een filmzaal, een conferentieruimte, een restaurant, een winkel en appartementen. Deze ark kan betreden worden via een loopbrug, langs de kassa en informatiebalie naar de ontvangsthal. Hier zijn ook de toiletten te vinden. Loopbruggen leiden de bezoekers naar hogere verdiepingen. Er zijn voor de mensen met een rolstoel twee liften aanwezig. Op de eerste verdieping bevinden zich ook de kantoren en eveneens toiletten. Wanneer er naar de tweede verdieping gelopen wordt, dan bieden open balustrades uitzicht op de eerste verdieping. Op de tweede verdieping worden diverse tentoonstellingen gehuisvest met levensechte dieren van polyester. Op de derde verdieping bevinden zich een filmzaal, een keuken, een restaurant, een conferentieruimte en toiletten. Het buitendek, rondom het schip is via diverse deuren bereikbaar. Op de vierde verdieping zijn vier appartementen te vinden, met balkons aan beide uiteinden. Deze verdieping is eveneens bereikbaar via liften. Op de vijfde verdieping is de zolder te vinden. Een luik biedt uitzicht op het dak. Op dit moment ligt de replica in Krimpen aan den IJssel (kavelnummer A1-26370-1). Het openingsbod ligt op 350.000 euro (503.965 euro incl.). Er zijn momenteel nog geen biedingen, en daarmee is ook de minimumprijs nog niet gehaald. Meedoen aan de veiling kan via deze link.13
Ten slotte
Na een radiostilte van een lange tijd, horen we weer iets over de replica van de Ark van Noach gebouwd door Johan Huibers. Hoewel het zondvloedverhaal niet als entertainment bedoeld is, en zo ook niet kan en mag worden ingezet, zet deze replica wel aan het denken. Ook wij hebben ‘naar het rechtvaardig oordeel Gods’ tijdelijke en eeuwige straffen verdiend. ‘God wil dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede’. Daarom moet er óf door onszelf óf door een ander betaald worden.14 Wij kunnen zelf niet betalen voor onze zonden, die zijn te hoog en te veel, we maken onze schuld dagelijks groter.15 Een Middelaar en Verlosser hebben we nodig, ‘Die een waarachtig en rechtvaardig mens is (…) Die ook tegelijk waarachtig God is’.16 Wie kan aan deze eis voldoen? ‘Onze Heere Jezus Christus, Die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking, en tot een volkomen verlossing geschonken is’. Hij is de levende Ark der Behoudenis alleen door Zijn aangebrachte Borgwerk kunnen ‘wij deze straf (…) ontgaan en wederom tot genade komen’. De Ark en de zondvloed: een boodschap van zonde en genade. Laat dat op eenvoudig sobere, doch dringende, wijze gebracht worden. Niet door middel van entertainment met een hoog Hollywood-karakter. Dat zal uiteindelijk teleurstellen. Wel door middel van het naspreken van Zijn eeuwig blijvend Getuigenis. Als de replica op deze wijze ingezet wordt, zal daar een zegen op rusten.
Voetnoten
Archeologie werpt licht op tijd van Jezus
In Galilea werd vorige week een spectaculaire vondst gedaan. Synagogen uit de tijd van Jezus waren al wel blootgelegd in verschillende stadjes in Galilea. Voor het eerst is nu een synagoge ontdekt in een klein dorp uit die tijd, midden op het platteland. In Mattheüs 9:35 staat dat Jezus rondtrok in Galilea in alle steden en dorpen en dat Hij daar leerde in hun synagogen. De archeologische vondst bevestigt anno 2016 wat daar geschreven staat.
Direct verscheen een bericht dat de gevonden ruïne aantoont dat het verhaal van Jezus waar is.17 Dat is te kort door de bocht. Maar een vondst als deze is voor het lezen van het Nieuwe Testament wel relevant. Hoe meer bekend wordt uit de leefwereld van Jezus, hoe levendiger het beeld wordt dat wij te zien krijgen, als we de evangeliën lezen. De Amerikaanse hoogleraar Jodi Magness schreef een boek over het dagelijks leven uit die tijd met de suggestieve titel: ”Stone and Dung, Oil and Spit” (”Steen en drek, olie en spuug”). Gods Zoon kwam in het gewone aardse leven, liep door de dorpen zoals ze er toen uitzagen en deelde ons concrete alledaagse bestaan. Het geloof hangt niet af van de manier waarop we dit voor ons kunnen zien. Maar archeologische vondsten kunnen wel kleur en reliëf geven aan het beeld dat wij van Hem krijgen.
Tot op vandaag worden nieuwe ontdekkingen gedaan, die ons helpen de Bijbel beter te begrijpen. Met name in de zomerperiode vinden op tal van archeologische sites opgravingen plaats. Studenten van universiteiten uit de hele wereld helpen daaraan mee. Archeologen kunnen tijdens de academische vakanties gebruik maken van goedkope en geïnteresseerde arbeidskrachten. En het loont soms de moeite. De synagoge die zojuist werd blootgelegd in Tel Rechesh, 17 kilometer ten oosten van Nazareth, lag nota bene slechts 10 centimeter onder de oppervlakte. Er is nog een wereld te ontdekken.
Uiteraard vragen zulke ontdekkingen de nodige interpretatie. In het artikel over de vondst stelt dr. Mordechai Aviam, die de expeditie leidt, dat synagogen in de tijd dat de tempel er nog was, niet gebruikt werden om te bidden.18 Om die reden zou deze synagoge niet gericht zijn naar Jeruzalem. Er werd uit Bijbelrollen gelezen en de Schriften werden uitgelegd. Maar de eigenlijke eredienst vond plaats in de tempel.
Over de verhouding tussen wat er in de synagoge gebeurde en de tempeldienst in Jeruzalem denken wetenschappers nog steeds heel verschillend. Sommigen hebben de stelling verdedigd dat er in het geheel geen synagogen bestonden in de tijd dat de tempel nog niet verwoest was (bv. H. C. Kee). Nu is inmiddels wel aangetoond dat ze er waren. Maar wat er precies gebeurde blijft moeilijker vast te stellen. Zeer interessant is een grote steen die midden in de synagoge van Migdal, het Bijbelse Magdala, werd aangetroffen.19 De steen is vol symboliek uit de tempel. Wellicht gebruikt om een boekrol op te leggen, verwees de steen dan tijdens de Bijbellezing direct naar het heilige der Heiligen, het hart van de eredienst in Jeruzalem. Zo’n directe liturgische verbinding veronderstelt dat men wel degelijk in de synagoge kwam voor een echte eredienst, ook toen de tempel er nog was.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen van de website van het Reformatorisch Dagblad. Het originele artikel is hier te vinden.