Overlijdensakte van Hendrik Honig (1866-1931)

Overlijdensakte van Hendrik Honig (1866-1931) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Hendrik Honig (1866-1931) weergegeven.1 Op 26 oktober 1931 verscheen Jacobus Jan van Lomwel (±1894-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht. Jacobus Jan was zeven en dertig jaar oud en aanspreker van beroep. Hij deed de aangifte samen met Gerard Blankert (1896-?), vier en dertig jaar oud en bode van beroep. Zij verklaarden dat Hendrik op 25 oktober 1931 om elf uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van vier en zestig jaar. Hendrik was uitgever van beroep, geboren te Utrecht en in leven woonachtig aan de Kromme Nieuwe Gracht.2 Hij was weduwnaar van Anthonia Johanna Mathilda Heijer (1869-1927) en een zoon van de wijlen echtelieden Johannes Marinus Honig (1824-1905) en Elisabeth van Meerten (1824-1873).3

Voetnoten

Geboorteakte van Hendrik Honig (1866-1931)

Geboorteakte van Hendrik Honig (1866-1931) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de geboorteakte van Hendrik van Meerten (1866-1931) weergegeven.1 Op 5 november 1866 verscheen Jacobus Arnoldus van Dugteren (1820-1876) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om aangifte te doen van de geboorte van Hendrik. Jacobus Arnoldus was zes en veertig jaar oud en heel- en vroedmeester van beroep. Hij woonde aan de Smeebrug B53. Hij verklaarde dat Hendrik op 4 november 1866 om twee uur in de nacht is geboren. Hendrik was een zoon van Johannes Marinus Honig (1824-1905) en Elisabeth van Meerten (1824-1873).2 Johannes Marinus was koopman van beroep en het echtpaar woonde aan de Steenweg D427 te Utrecht. Jacobus Arnoldus had twee getuigen meegenomen: (1) Jan Smit Tjabring (1808-1883), acht en vijftig jaar oud en stadsbode van beroep, en (2) Pieter Buisman (1832-1893), vier en dertig jaar oud en stadsbode van beroep.

Voetnoten

Huwelijksakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942) en Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924)

Huwelijksakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942) en Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente IJlst.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942) en Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924) weergegeven.1 Op 11 juni 1891 verscheen dit aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente IJlst om een huwelijk aan te gaan.

Fredrik Wilhelm Luiking was acht en twintig jaar oud en geboren te Lemmer.2 Hij was de meerderjarige zoon van Hendrik Luiking (1830-1909) en Tiette van Veen (1831-1905). Hendrik was burgemeester van beroep en Tiette zonder beroep, het echtpaar woonde te Lemmer.

Cornelia Johanna Honig was zeven en twintig jaar oud, zonder beroep, geboren te Utrecht en wonende (onlangs) te Burgwerd.3 Zij was een meerderjarige dochter van Johannes Marinus Honig (1824-1905) en wijlen Elisabeth van Meerten (1824-1873).4 Johannes Marinus was zonder beroep en woonachtig te Utrecht en Elisabeth was al overleden.

Het aanstaande echtpaar heeft aan de ambtenaar overhandigd hun geboorteakten, de overlijdensakte van de moeder van de bruid en het certificaat van de gedane afkondigingen in de gemeenten Utrecht en Wonseradeel. De ouders van de bruidegom en de vader van de bruid waren bij de huwelijksvoltrekking aanwezig en hebben hun toestemming gegeven tot dit voorgenomen huwelijk. De afkondigingen zijn, zonder stuiting, gedaan op zondag 24 mei 1891 en zondag 31 mei 1891 te Utrecht en Wonseradeel. Na het ‘ja’-woord heeft de ambtenaar dit huwelijk gesloten.

Het echtpaar had vier getuigen meegebracht:

  1. Sietse Luiking (1865-1937), vijf en twintig jaar oud, volentair van beroep en wonende te Kollum.5
  2. Antonie Gerrit Honig (1864-1940), vijf en twintig jaar oud, theologisch kandidaat en wonende te Oudshoorn.6
  3. Hendrik Honig (1866-1931), vier en twintig jaar oud, zonder beroep en wonende te Amsterdam.7
  4. Wilhelm Heinrich Kramer (1859-1941), een en dertig jaar oud, leraar aan het gymnasium en wonende te Sneek.

Voetnoten

Overlijdensakte van Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924)

Overlijdensakte van Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Zeist.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924) weergegeven.1 Op 6 september 1924 verscheen Jan Theodorus Voorneveld (1878-1940) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Zeist om aangifte te doen van het overlijden van Fredrik Wilhelm. Jan Theodorus was vijf en veertig jaar oud en bedienaar van beroep. Hij was woonachtige te Zeist en deed de aangifte samen met Jan Schep (1898-1945). Jan was vijf en twintig jaar oud, adjunct commies ter secretarie en woonachtig te Zeist. Zij verklaarden dat Fredrik Wilhelm op 5 september 1924 om acht uur in de avond is overleden in de leeftijd van twee en zestig jaar. Hij was arts van beroep, geboren te Lemsterland en woonachtig te Zeist.2 Hij was gehuwd met Cornelia Johanna Honig (1863-1942) en een zoon van de wijlen echtelieden Hendrik Luiking (1830-1909) en Tiette van Veen (1831-1905).

Voetnoten

Geboorteakte van Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924)

Geboorteakte van Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lemsterland.

Hierboven wordt de geboorteakte van Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924) weergegeven.1 Op 25 augustus 1862 verscheen Hendrik Luiking (1830-1909) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lemsterland om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. Hendrik was een en dertig jaar oud en dijksopzigter van beroep. Hij woonde te Lemmer. Hendrik verklaarde dat zijn zoon Fredrik Wilhelm geboren is op 25 augustus 1862 om vier uur in de nacht. Zijn moeder was Tiette van Veen (1831-1905), zonder beroep. Hendrik had twee getuigen meegenomen: (1) Douwe Sietzes van Veen (1829-1892), drie en dertig jaar oud, koopman van beroep en woonachtig te Lemmer2, en (2) Hielke Fokkes Lijklema (1813-1874), acht en veertig jaar oud, klerk van beroep en woonachtig te Lemmer.

Voetnoten

Overlijdensakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942)

Overlijdensakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Ermelo.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942) weergegeven.1 Op 17 september 1942 verscheen Abe van Vliet (1891-1955) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Ermelo om aangifte te doen van het overlijden van Cornelia Johanna. Abe was vijftig jaar oud en rentmeester van beroep. Hij woonde te Ermelo. Abe verklaarde dat Cornelia Johanna op 16 september 1942 om vijf uur in de middag is overleden in de leeftijd van negen en zeventig jaar. Zij was geboren te Utrecht, woonachtig te Ermelo en zonder beroep.2 Ze was weduwe van Fredrik Wilhelm Luiking (1862-1924) en een dochter van wijlen de echtelieden Johannes Marinus Honig (1824-1905) en Elisabeth van Meerten (1824-1873).3

Voetnoten

Geboorteakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942)

Geboorteakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de geboorteakte van Cornelia Johanna Honig (1863-1942) weergegeven.1 Op 15 juni 1863 verscheen Jacobus Arnoldus van Dugteren (1820-1876) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om aangifte te doen van de geboorte van Cornelia Johanna. Hij was twee en veertig jaar oud en heel- en vroedmeester van beroep. Hij woonde aan de Smeebrug B53 te Utrecht. Hij verklaarde dat Cornelia Johanna geboren is op 12 juni 1863 om elf uur in de avond. Haar ouders waren Johannes Marinus Honig (1824-1905) en Elisabeth van Meerten (1824-1873).2 Johannes Marinus is winkelier van beroep en het gezin woont aan de Zadelstraat E52 te Utrecht. Jacobus Arnoldus had als getuigen meegenomen: (1) Willem Hendrik Molijn (1803-1874), zestig jaar oud en stadsbode van beroep, en (2) Jacobus Willems (1819-1863), vier en veertig jaar oud en stadsbode van beroep. De getuigen zijn woonachtig te Utrecht.

Voetnoten

Huwelijksakte van Maria Sophia Honig (1861-1942) en Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922)

Huwelijksakte van Maria Sophia Honig (1861-1942) en Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de huwelijksakte weergegeven van Maria Sophia Honig (1861-1942) en Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922).1 Op 17 december 1885 verscheen dit aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om een huwelijk aan te gaan.

Foeke Buitenrust Hettema was drie en twintig jaar oud en leraar aan het gymnasium. Hij was geboren te Harlingen en woonachtig te Zwolle.2 Hij is de meerderjarige zoon van Hette Wijtzes Hettema (1823-1909) en van Grietje Buitenrust (1831-1893). Beide ouders waren zonder beroep en woonachtig te Groningen.

Maria Sophia Honig was vier en twintig jaar oud en zonder beroep. Zij was geboren en woonachtig te Utrecht.3 Zij is de meerderjarige dochter van Johannes Marinus Honig (1824-1905) en Elisabeth van Meerten (1824-1873).4 Haar vader was koopman van beroep en haar moeder was al overleden.

De afkondigingen tot dit huwelijk hebben plaats gehad op 6 december 1885 en op 13 december 1885. Het aanstaande echtpaar heeft aan de ambtenaar overhandigd het certificaat van de gedane afkondigingen te Zwolle, de geboorteakten, het overlijdensakte van de moeder5 en het certificaat van de voldoening aan de wet van de nationale militie. De vader van de bruid was aanwezig en verklaarde toestemming te geven tot dit huwelijk. Hierna beantwoordden Foeke en Maria Sophia de vragen van de ambtenaar met ‘Ja’.

De volgende vier getuigen waren meegenomen:

  1. Johannes Hendrik Honig (1860-1932), vijf en twintig jaar oud, zonder beroep en broer van de bruid.6
  2. Hendricus van Meerten (1829-1902), zes en vijftig jaar oud, godsdoenstonderwijzer van beroep en oom van de bruid.7
  3. Hendrik Willem Marius Hupkes (1860-1935), vijf en twintig jaar oud en student.8
  4. Henri Lageman (1862-?), drie en twintig jaar oud en student.

Alle vier de getuigen waren woonachtig te Utrecht.

Voetnoten

Geboorteakte van Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922)

Geboorteakte van Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Harlingen.

Hierboven wordt de geboorteakte van Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922) weergegeven.1 Op 7 juni 1862 verscheen Hette Wijtzes Hettema (1823-1909) voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Harlingen om aangifte te doen van zijn zoon. Hette Wijtzes was acht en dertig jaar oud en commissionair van beroep. Hij woonde te Harlingen. Hij verklaarde dat Foeke op 6 juni 1862 om tien uur in de ochtend is geboren in Wijk B no. 28. Zijn moeder was Grietje Buitenrust (1831-1893), zonder beroep. Hij had twee personen als getuige meegenomen: 1. Geert Willem Pruis (1836-1887), vijf en twintig jaar oud en commies ter secretarie van beroep, en 2. Obbe Winkelbos (1822-1876), negen en dertig jaar oud en stadsbode van beroep. Beide getuigen waren woonachtig te Harlingen.

In de kantlijn van deze geboorteakte staat dat bij Koninklijk besluit van 25 december 1875 de naam van Foeke Hettema veranderd zal worden in Foeke Buitenrust Hettema. Er staat dat deze verandering ingaat vanaf het jaar 1876. De verandering is dat de geslachtsnaam Buitenrust, van zijn moeder toegevoegd wordt. Deze wijziging wordt ondertekend door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Harlingen.

Voetnoten

Goede Vrijdag 2023 – William Bingham Tappan (1794-1849), ”t Is middernacht, en in de hof’

Een bekend lijdenslied binnen de Gereformeerde Gezindte is ‘t Is middernacht, en in de hof. Dit lied is een vertaling door de hervormde predikant ds. Carel Steven Adama van Scheltema (1815-1897) van het lied ‘Tis midnight; and on Olive’s brow van ds. William Bingham Tappan (1794-1849). Speciaal op Goede Vrijdag willen we dit lied met u delen. De onderstaande video is gezongen door Mannenensemble Cantare. Een gezegende Goede Vrijdag toegewenst! Hieronder eerst de YouTube-video en daarna de songtekst.

Video

Songtekst

1 ’t Is middernacht en in den hof,
Buigt, tot den dood bedroefd, in ’t stof
De Levensvorst; in Zijn gebeên
Doorworstelt Hij Zijn strijd alleen.

2 ’t Is middernacht, maar hoe Hij lijdt,
Zijn jong’ren slapen bij dien strijd;
En derven, afgemat in rouw,
Den aanblik op des Meesters trouw.

3 ’t Is middernacht, maar Jezus waakt,
En ’t zielenlijden, dat Hij smaakt,
Bant uit Zijn hart de bede niet:
„Mijn Vader, dat uw wil geschied”.

4 ’t Is middernacht, en ’t Vaderhart
Sterkt en verstaat den Man van smart,
Die ’t enig lijden, dat Hij torst,
Ten eind doorstrijdt als levensvorst.