Memento mori, gedenk te sterven. Ons leven is eindig en de dood komt als ‘een dief in de nacht‘. In de Griekse Oudheid en de Middeleeuwen klonk deze spreuk daarom veelvuldig. In onze tijd klinkt meer de spreuk carpe diem, puk de dag, maak plezier en denk vandaag (nog) niet aan je sterven.
Een testament samenstellen? Ik ben nog jong, dat komt later wel! Wat als er geen later meer komt? De Heere Jezus waarschuwt in Lukas 12:40: ‘Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.‘ Johan van Renesse van Wulven (1540-1619) dacht, ziende op zijn testament, ook na over zijn levenseinde. Johan heeft een hoge ouderdom bereikt (78 jaar). Zijn vader en moeder, Adriaan van Renesse van Wulven (1501-1559) en Anna van Abcoude van Meerten (1510-1597), zijn al enige tijd overleden. Op 12 september 1618 verschijnt hij voor de openbaar notaris te Utrecht. Zijn testament is voor stamboomonderzoek interessant, want het bevat veel familiegegevens, maar dat niet alleen.
Het testament laat zien dat Johan een diepgelovige man is geweest. Helaas is hij altijd Rooms-Katholiek gebleven en moest hij niets hebben van de ‘nieuwe leer‘. Zijn testament laat ons stilstaan bij het levenseinde. God heeft bepaald dat alle mensen sterfelijk zijn, vanwege Adams zonde. Wanneer of waar we sterven, is ons onbekend.
Johan vertrouwt in het testament zijn arme en zondige ziel, lelijk van talloze overtredingen, toe ‘in handen van de goedertieren, alderheylichste Drievuldicheyt‘. Hij bidt of de Heere Jezus Christus, ‘onses salichmakers ende verlossers‘, ook zijn Advocaat en Voorspraak wil zijn bij ‘Sijnen hemelschen Vader‘ ‘in den strengen dach des oordeels‘. Een diep besef van eigen zondigheid, maar ook een groot vertrouwen op Gods barmhartigheid, door het bloed van Christus.
In de slotparagraaf waarschuwt Johan voor valse leringen. Hij roept op om Gods gramschap af te wenden, God te vrezen, ons geweten te zuiveren, ons zondige verleden te betreuren (‘beschryen‘) en aan de armen te denken. Hij roept op om niet te licht over de zonde te denken. God heeft deze zo hoog geacht, dat hij deze niet ongestraft kon laten, maar aan Zijn ‘Selver Liever gestraft heeft‘. Johan vertrouwt erop dat dit Evangelie het ‘yzeren hardt soude ommekeeren‘. Het is hoogstnodig dat wij deze wereld verzoend verlaten. Wij moeten geen doodzonde in ons laten wortelen, maar we moeten de strijd daartegen aanbinden. Indien niet, zo zal het met ons net zó aflopen als het Christendom dat ooit bloeide in Noord-Afrika en Turkije. Veel erger nog: ‘op een ogenblick dalen wy ter hellen‘ waar ‘weenen ende schreyen, knerssen der tanden‘ is.
Memento mori! Of: ‘Gij dan, zijt ook bereid.‘ Te jong? Vertrouw dáár maar niet op.
Het testament van Johan van Renesse van Wulven (1540-1619) is hier uitgewerkt.
Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Memento mori, Om Sions Wil 2024 (25): 40. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.
COLUMN 2: De getijgerde lijmspuiter.
COLUMN 3: Het vogelbekdier.
COLUMN 4: Israël onder de loep.
COLUMN 5: Memento mori.