Home » Column

Categorie archieven: Column

COLUMN: Israël onder de loep

Hoe zag Jeruzalem eruit in voorgaande eeuwen? De stad kent een rijk verleden. Door middel van archeologisch onderzoek is veel naar boven gekomen dat goed aansluit bij de Bijbelse geschiedenis. In de tentoonstelling Israël onder de loep, in het Israëlcentrum te Nijkerk, wordt het rijke verleden van de stad zichtbaar.

In de Bijbel lezen we dat Jeruzalem millennia lang bewoond is (geweest). Een van de vroegste Schrifverwijzingen naar de stad is wanneer Melchizedek, koning van Salem, brood en wij brengt bij Abraham na de veldtocht tegen onder andere Kedor-Laómer. Toen eeuwen later koning David de burcht Jebus veroverde, kwam de stad in het bezit van het volk Israël. Niet zo lang daarna werd door koning Salomo de tempel gebouwd. Het is een belangrijke stad voor de drie Abrahamitische religies (Jodendom, Christendom en Islam). Dit jaar heeft de genoemde tentoonstelling in het Israëlcentrum veel aandacht voor de geschiedenis van Jeruzalem. De makers willen met de tentoonstelling laten zien dat de archeologische en historische gegevens van deze stad goed aansluiten bij de Bijbelse geschiedenis. In deze column drie voorbeelden van vondsten uit de tentoonstelling, er is véél meer te noemen.

Ten eerste is er een koninklijke zegelafdruk van Hizkia gevonden. Deze in 2009 gevonden zegelafdruk werd gebruikt om officiële documenten mee te verzegelen. Ten tweede is de zegelafdruk van de koninklijke hoveling, Nathan-Melech, van Josia gevonden. Hij wordt genoemd in 2 Koningen 23:11. Ten derde de Gezerkalender. Een landbouwkalender uit het jaar 925 voor Christus met daarom een vroege weergave van het Oud Hebreeuwse schrift. Op de kalender worden de tijden van verschillende oogsten genoemd.

De Bijbel is geen archeologisch handboek of lesboek geschiedenis, maar een geestelijk boek. Dat neemt niet weg dat de Bijbel ook dáár waar het spreekt over historische zaken geïnspireerd is door de Heilige Geest. De Heilige Geest is zéér betrouwbaar als Hij spreekt over historische zaken. We dienen vooreerst het Woord zorgvuldig te onderzoeken, al onderzoekende vragend naar de zin en mening van de Geest. Het is dan niet verbazend dat archeologische vondsten in en rond Jeruzalem aansluiten bij de Bijbelse geschiedenis. Maar bij buiten-Bijbelse tegenspraak dienen we eerder te twijfelen aan onze interpretatie van de vondsten, dan aan het Woord van God. Historiciteit is niet slechts bijzaak, het doet ertoe en heeft alles te maken met betrouwbaarheid. Zoals de Heilige Geest, bij monde van de apostel Petrus, schrijft: “Want wij zijn geen kunstiglijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekendgemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit” (1 Petrus 1:16, SV). Geen onnavolgbare verhaaltjes, maar in de tijd echt zó gebeurd. Niet omdat er archeologische vondsten zijn, maar omdat God het Zelf zegt. Dat geeft grond onder de voeten!

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Israël onder de loep, Om Sions Wil 2024 (20): 21. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2024
COLUMN 1: Het hart.
COLUMN 2: De getijgerde lijmspuiter.
COLUMN 3: Het vogelbekdier.
COLUMN 4: Israël onder de loep.

COLUMN: Straf voor gesprek

Als in 2020 Covid toeslaat, staat Julies leven op zijn kop. Ze voelt zich eenzaam, alleen en geïsoleerd. Begin 2021 installeert ze TikTok op haar telefoon en begint ze uren online door te brengen. Algoritmen bepalen wat ze tegenkomt. Uiteindelijk ‘ontdekt ze de LGBTQ+-gemeenschap‘ en begint ze haar identiteit in twijfel te trekken. ‘In het begin was het alleen mijn seksualiteit: panseksueel, lesbisch, misschien bi?‘, schrijft ze later in haar dagboek. Uiteindelijk zorgen filmpjes waarin kijkers wordt gevraagd of ze zich ‘angstig en ongemakkelijk voelen’ in hun eigen lichaam, ervoor dat Julie haar genderidentiteit in twijfel trekt.

Transgender activisten plaatsten actief video’s over hoe ik op een ‘veilige’ manier mijn borsten kon binden. Ze legden me uit hoe euforisch ik me zou voelen als ik testosteron (geslachtshormoon) zou gaan gebruiken. Hoe meer ik werd gehersenspoeld door deze video’s, hoe meer ik ermee begon te resoneren‘, schrijft ze. Julie begint zich dan te identificeren als non-binair en vertelt dit aan klasgenootjes. Haar ouders weten niet dat Julie zich laat aanspreken als ‘die/hun’ en een nieuwe naam heeft gekozen. Pas maanden later horen haar ouders wat er stilletjes gaande is op school. Als ze bezwaar maken en docenten vragen om hen te betrekken over hu dochter, belt de school de kinderbescherming, die een onderzoek naar de ouders instelt.

In december 2023 realiseert Julie zich dat ze is meegesleurd in een hup en besluit ze weer als meisje door het leven te gaan. Julie woont in de VS. Amerikaanse toestanden, toch?

In oktober bespreekt de Tweede Kamer een wetsvoorstel dat het strafbaar moet maken als omstanders ‘onderdrukkende’ invloed uitoefenen op iemands seksuele gerichtheid of genderidentiteit. Opvallend is dat het wetsvoorstel gaat over basale zaken als gesprekken, praattherapieën en gebed. Dit alles samengevat onder de noemer ‘conversiebehandeling’. Verdachten riskeren maximaal een jaar cel of een boete van 22.500 euro. Bij herhaling kan dit oplopen en kan betrokkene uit zijn beroep worden gezet.

Wordt deze wet werkelijkheid, dan zijn meisjes als Julie vogelvrij. Gesprekken mogen wel gevoerd worden, maar alleen ‘als die bijdragen aan acceptatie’. De ouder, docent, psycholoog of dominee die vragen stelt bij een zelfgekozen identiteit, loopt risico’s. Staat hem of haar straks straf te wachten?

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Hoek-Burgerhart, E. van., 2024, Straf voor gesprek, De Waarheidsvriend 112 (38): 7 (artikel).

COLUMN: Het vogelbekdier

Een vogelbekdier is een van de bijzonderste dieren van ons dierenrijk. Samen met de mierenegel (ook al zo’n bijzonder dier) vormen zij de orde van de eierleggende zoogdieren (cloacadieren). Het is ook een grappig beest om te zien: een snavel als een eend en een staart als een bever. Ik schrijf ‘als’ want er zijn zeker grote verschillen te noemen.

Een vogelbekdier legt eieren, tegelijkertijd is het een zoogdier. Ze hebben namelijk melkklieren. De melk komt echter niet uit tepels, maar uit zogenoemde melkvelden. De bekende internetencyclopedie Wikipedia geeft nog meer overeenkomsten met zoogdieren: ‘Ze zijn warmbloedig en hebben een vacht, een onderkaak die uit één bot bestaat en (…) drie gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)‘. Kortom, het beestje indelen bij de zoogdieren is niet vreemd. Het vogelbekdier komt alleen in Oost-Australië en op het eiland Tasmanië voor en is daar veel in het water te vinden.

Een vogelbekdier is ook een gevoelig dier. Het is zeer moeilijk om vogelbekdieren in gevangenschap, zoals in dierentuinen, te houden. De dieren mogen niet als huisdier gehouden worden en de Australische regering heeft export van vogelbekdieren, bijvoorbeeld naar dierentuinen buiten Australië, verboden. Toen reizigers in 2023 een vogelbekdier meenamen in de trein kregen zij daarvoor een flinke boete. Australische dierentuinen en natuurreservaten, zoals het Warrawong Reservaat, hebben wel vogelbekdieren. In het laatstgenoemde reservaat planten zij zich, volgens een schrijver op Beesies, ook met succes voort. Logisch dat we het vogelbekdier in een Nederlandse dierentuin niet tegenkomen!

Dat levert vragen op voor wetenschappers die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof. Want hoe is dat beest in Australië gekomen? Fossielen van vogelbekdierachtigen (Platypoda) worden vooral gevonden in Australië, maar ook in Zuid-Amerika. In 2023 vond met een molaar (kies) van een fossiel vogelbekdierachtige. Het fossiel werd samen met resten van enkele dinosauriërs, schildpadden en slangen gevonden. Dat laat zien dat deze Zuid-Amerikaanse vogelbekdierachtige in het leefgebied van de dinosauriërs leefde. Men dacht altijd dat de specifieke kenmerken van een vogelbekdier ontstaan zijn in Australië en dat het beest daarna zich verspreidde over Australië en Antarctica (toen nog ijsvrij) en Zuid-Amerika. De genoemde nieuwe vondst uit 2023 laat zien dat het ook omgekeerd kan zijn: Zuid-Amerika via Antarctica naar Australië. Sommige wetenschappers die uitgaan van een wereldwijde zondvloed, menen dat ná de zondvloed de continenten nog (deels) aan elkaar zaten. Ten tijde van Peleg (Genesis 10:25) zijn de continenten op hun huidige plaats terechtgekomen, mogelijk als een nawee van de zondvloed. Tussen Noach en Peleg moeten deze vogelbekdieren da via Zuid-Amerika en Antarctica in Australië terechtgekomen zijn.

Niet alleen bij creationisten, maar ook bij naturalisten, is het laatste woord nog niet gezegd over de vogelbekdierverspreiding. Wel kan dit beest gezien worden als een bijzonder schepsel!

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Het vogelbekdier, Om Sions Wil 2024 (15): 15. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2024
COLUMN 1: Het hart.
COLUMN 2: De getijgerde lijmspuiter.
COLUMN 3: Het vogelbekdier.
COLUMN 4: Israël onder de loep.

COLUMN: Leugenachtige stenen

Of je het nu wilt geloven of niet, de wetenschap heeft een gouden zondvloedgeologietijdperk achter de rug. Een ‘gouden eeuw’, zeg maar. Zo schreef de Britse hoogleraar John Woodward in 1695 in een boek dat de Genesis-vloed verantwoordelijk was voor de vorming van aardlagen. De eveneens Britse zondvloedgeoloog Thomas Burnet dacht dat de aardkorst was ingestort en dat dit de Bijbelse vloed had veroorzaakt. Ook wetenschappers als Nicolaus Steno en William Whiston waren overtuigd van de historiciteit van een zondvloed. Deze ‘gouden eeuw’ ging ook Nederland niet voorbij.

Drie leugenstenen tentoongesteld in het Sneckenberg Naturmuseum in Frankfurt. Bron: Wikipedia.

In dit gouden zondvloedgeologietijdperk leefde een man met de weledel klinkende naam Johann Bartholomeus Adam Beringer. Hij was hoofd van de medische faculteit aan de universiteit van Würzburg en een verwoed verzamelaar van alles wat met fossielen te maken had. Daarnaast was hij diep overtuigd van het bestaan van God en dat alle vormen van wetenschapsbeoefening alleen bestonden bij de gratie van God. Van de fossielen dacht Beringer dat God ze als Formeerder Zelf had verstopt voor Zijn eigen genoegen. Met zijn behoudende uitspraken over God en zijn toch wel arrogante houding maakte Beringer onder zijn collega’s aan de universiteit steeds meer vijanden. Er werd besloten hem eens flink in de maling te nemen…

Op een dag kwamen er drie jongens bij Beringer. Ze gaven hem stenen met afbeeldingen van dieren, planten en hemellichamen met flarden van Hebreeuwse en Arabische tekens die het woord ‘God’ vormden. Beringer had niet door dat deze ‘fossielen’ nep waren en dacht dat dit het ultieme bewijs was dat God ze voor Zijn eigen genoegen had verstopt. Beringer schreef vol enthousiasme in zijn boek: ‘God, de grondlegger der natuur, zal uw geest vullen met lofprijzing en met de volmaaktheid die deze wonderbaarlijke voorwerpen uitstralen.’ Beringer kreeg ook de locatie van de vindplaats door van de jongens en deed meer opgravingen van dergelijke ‘fossielen’. Hij had niet door dat ze in de grond waren gestopt door zijn collega’s. Trots vertrok hij met al zijn vondsten huiswaarts en in 1727 schreef hij zijn boek Lithographiae Wirceburgensis waarin hij de vondsten rijk geïllustreerd weergaf.

Totdat hij op een dag een ‘fossiel’ tegenkwam met zijn eigen naam erop… Toen ontdekte hij dat hij was bedrogen. Twee collega’s hadden de jongens ingehuurd en dit vuile werkje door hen laten opknappen. Het boek van Beringer was helaas al gedrukt. Om zijn goede naam te redden ging Beringer naar de rechter. Hij werd in het gelijk gesteld en zijn collega’s werden op staande voet ontslagen. Vanaf dat moment zijn de stenen van Beringer bekend als leugenstenen. En ze zijn nog steeds te zien in het Teylers Museum in Haarlem.

WEET MAGAZINE: NOG GEEN ABONNEE?
Het bovenstaande artikel is overgenomen uit Weet Magazine nummer 40 (zie hiernaast). Weet Magazine is een populair-wetenschappelijk creationistisch tijdschrift waarin ingewikkelde wetenschappelijke onderwerpen eenvoudig worden uitgelegd en op een bijbelgetrouwe manier worden besproken. Daarnaast brengt het tijdschrift bij kennis over creationistische wetenschapsbeoefening. Nog geen abonnee van Weet Magazine? Dat kan natuurlijk niet! Ga snel naar de website van Weet Magazine en sluit vandaag nog een abonnement af!

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Weet Magazine. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2016, Leugenachtige stenen, Weet 40: 33.

COLUMN: De getijgerde lijmspuiter

Voor veel mensen zijn spinnen ongewenste huisdieren. Veel huisvrouwen, maar ook mannen, houden niet van deze achtpotige kruipers. Sommige mensen hebben zelfs spinnenangst, officieel arachnofobie genoemd. Deze spinnenangst is volgend de bekende internetencyclopedie Wikipedia een van de meest voorkomende vormen van dierenfobie. Het lijkt vooral een westerse angst te zijn, maar gelukkig is er psychologische hulp beschikbaar.

Hoe kun je deze mensen van hun angst afhelpen? Waarschijnlijk door begeleide (maar directe) confrontatie met deze prachtige dieren. Immers, ook spinnen zijn door God geschapen. Ná de zondeval hebben deze kruipende dieren een nuttige rol gekregen. Dit zorgt terzijde voor de ingewikkelde vraag wat spinnen in het paradijs gegeten hebben.

Zelf heb ik (gelukkig) deze angst nooit gekend, maar kijk ik vol verwondering naar deze beesten. Onlangs ging ik met de traplift naar beneden. In het halletje aangekomen, zag ik zo’n achtpotige kruiper tegen de muur. Ik maakte snel wat foto’s en voegde deze toe aan de waarnemingenapp ObsIdentify. De app gaf aan dat het op de foto’s 100 procent zeker om een getijgerde lijmspuiter (Scytodes thoracica) ging. Ik bekeek de foto’s nog eens goed en zag inderdaad een prachtig patroon op het spinnenlijfje, wat deed denken aan de vlekken van een tijger.

Als het aan mij ligt blijft de getijgerde lijmspuiter in huis en wordt het beest niet opgezogen of naar buiten gejaagd. Waarom? Als boekenliefhebber zijn papiervisjes mij een gruwel. Ja, ik weet het wel, deze dieren zijn óók geschapen. Maar toch… ze moeten van de boeken afblijven. Helaas luisteren ze daar niet naar en tasten het papier (soms) flink aan. Overigens: een goede leerschool om niet te verkleefd te raken aan het aardse. De getijgerde lijmspuiter is daarom mijn favoriet geworden: het blijkt de enige spinachtige die zo’n papiervisje aan kan en ongemerkt kan besluipen.

Een artikel op de website Nature Today, met de veelzeggende titel ‘Wie wil er nou geen getijgerde lijmspuiter in huis?‘ laat weten hoe dat verorberen gaat. Deze spinachtige maakt geen web om het papiervisje in de val te lokken. Dit gaat anders: ‘Is er eenmaal een prooi in zicht, dan besluipt de lijmspuiter deze en spuugt er in een zigzag een kleverige en giftige spinselsubstantie overheen. Dit komt uit de opening bij het uiteinde van de gifklauw. Hierdoor kunnen prooien op een afstand van wel twee centimeter uitgeschakeld worden. De jager kan het diertje nu openbijten en leegzuigen.‘ Arm papiervisje! In het artikel lees ik dat de getijgerde lijmspuiter vooral ’s nachts en alleen binnen actief is. Buiten is het te koud voor deze oorspronkelijk zuidelijke soort. Geen last van papiervisjes? De getijgerde lijmspuiter eet ook muggen, tapijtkevers, bromvliegen, motten en fruitvliegjes. Wie wil er nou geen getijgerde lijmspuiter in huis?

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, De getijgerde lijmspuiter, Om Sions Wil 2024 (10): 25. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2024
COLUMN 1: Het hart.
COLUMN 2: De getijgerde lijmspuiter.
COLUMN 3: Het vogelbekdier.
COLUMN 4: Israël onder de loep.

COLUMN: Geef mij een teken en ik word creationist

De laatste tijd roeren de monden (of beter gezegd: de toetsenborden) van atheïsten en theïstisch evolutionisten zich steeds vaker richting creationisten. Vaak zijn dat overigens geen woorden van waardering, maar is het veeleer het verspreiden van een onaangename geur. Steeds vaker komt uit het toetsenbord van deze zelfverklaarde tegenstanders de volgende zin: ‘Geef mij één overtuigend wetenschappelijk argument en ik word creationist.’ Na deze zin volgt soms: ‘Dus geen antwoord uit de Bijbel.’ Een zeer prikkelende en soms pijnlijke column over tekens.

Deze stelling, die tevens een indirecte vraag is, ruikt naar en lijkt op Haagse bluf – een Nederlands nagerecht dat bestaat uit stijf opgeklopt eiwit met bessensap en veel suiker. Je eigen basisovertuiging vanwege één argument opzijzetten, is heel onverstandig. Je moet namelijk niet over een nacht ijs gaan. Afgezien daarvan doet het aan onze Schepper en Koning denken. Hij kreeg wel vaker te horen: geef mij één overtuigend teken en ik zal geloven. Zijn antwoord was niet altijd even mals.1

Kom af van het kruis!

De Borg en Middelaar, onze Heere Jezus Christus, heeft het zwaar. Langs Zijn kruis loopt een spottende en lachende menigte. Zij roepen: ‘Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven’. Even daarna: ‘Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis’. Ook de overpriesters en Schriftgeleerden doen mee: ‘Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen. Indien Hij de Koning Israëls is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven.’ Wat zou er gebeurd zijn als Christus werkelijk van het kruis afgekomen was? Ik vermoed dat de overpriesters en Schriftgeleerden ter plekke een excuus bedacht zouden hebben.

Jona, de profeet

Toen de Heere Jezus op aarde rondwandelde, kwamen op een dag de farizeeën en sadduceeën tot Hem. Zij verzochten Hem en wilden een teken uit de hemel ontvangen. Christus antwoordde hen: ‘Als het avond geworden is, zegt gij: Schoon weder; want de hemel is rood; en des morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood. Gij geveinsden! Het aanschijn des hemels weet gij wel te onderscheiden, en kunt gij de tekenen der tijden niet onderscheiden?’ Christus luisterde niet naar het verzoek, maar Hij zei: ‘Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, den profeet.

Zo iemand uit de doden opstond…

“Er is voldoende licht voor hen die Intelligent Ontwerp in de natuur verlangen te zien; er is voldoende duisternis voor hen die het tegenovergestelde (bruut toeval of onvermijdelijkheid) willen zien.”

Het laatste voorbeeld komt uit een gelijkenis die de Heere Jezus vertelde toen Hij op aarde was. Er was een rijke man en een arme Lazarus. Toen Lazarus stierf, werd hij gedragen in Abrahams schoot. Toen de rijke man stierf, deed hij zijn ogen open in een plaats waar hij pijn leed. Toen de rijke man erachter kwam dat niets hem meer kon verkoelen, smeekte hij Abraham of deze iemand naar zijn familie op aarde zou willen sturen. Vader Abraham zei toen: ‘Zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die horen. (…) Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.’ Heldere taal! Geloof de tekenen die in de Heilige Schrift gegeven worden.

Eén wetenschappelijk argument (een teken) zal er niet voor zorgen dat de eigen basisovertuiging ingeruild wordt voor een andere basisovertuiging. Blaise Pascal zou zeggen: ‘Er is voldoende licht voor hen die slechts verlangen te zien, en voldoende duisternis voor hen die het tegenovergestelde willen.’ Er is voldoende licht voor hen die Intelligent Ontwerp in de natuur verlangen te zien; er is voldoende duisternis voor hen die het tegenovergestelde (bruut toeval of onvermijdelijkheid) willen zien. Een enkel teken zal daar niet aan bijdragen. Het geloof is ten diepste niet gebaseerd op tekenen, al kunnen deze wel versterkend en bemoedigend werken, maar op Zijn levende Woord. Geef mij een teken…? Lees de Heilige Schrift maar, en begin dan bij Mozes en de profeten. Als je dat niet gelooft, dan zul je het andere ook niet geloven, zelfs als er iemand uit de dood zou opstaan.

Dit artikel werd in 2018 geschreven.

Voetnoten

COLUMN: Het hart

Wanneer je de leeftijd van de zeer sterken mag bereiken, heeft het hart ruim twee miljard keer geslagen. Dat begint al in de baarmoeder (zo rond de 21 dagen) en dit kan doorgaan tot op hoge leeftijd. Iedere hartslag wordt veroorzaakt door een complex systeem en brengt een indrukwekkende hoeveelheid moleculen in beweging. Het hart is een wonderlijk orgaan, een Meesterwerk!

Wij zijn geschapen met een hart en kunnen absoluut niet zonder. Het hart pompt zuurstofrijk bloed naar de organen. Het zuurstofarme bloed keert weer terug. Zonder dit zuurstofrijke bloed zouden de organen binnen een enkel ogenblik beginnen met afsterven. Een willekeurig hartcentrum laat weten dat het hart bij een volwassen persoon zo’n zeventig keer per minuut pompt. Per minuut wordt zo’n 4 à 5 liter bloed rondgepompt. Alle daarbij komende processen doen zelfs artsen duizelen. Mocht je meer willen lezen over het ingenieuze ontwerp van het hart, dan is het boek Your Designed Body (Laufmann and Glicksman) lezenswaardig. Volgens creationist dr. Jerry Bergman is het, daartegenover, voor een naturalist niet mogelijk om tot een goede evolutionaire verklaring te komen voor het ontstaan van het menselijk hart.

Het hart werkt echter niet altijd goed. Dagelijks wordt ‘ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven‘ werkelijkheid. In Genesis 5 klinkt het refrein: ‘En hij stierf‘. Dat is de tragische werkelijkheid: het hart stopt ermee en hij of zij sterft. Dit kan al heel vroeg misgaan, maar ook later openbaar komen, bijvoorbeeld dat het hart vanwege een genetische aandoening zo ver kan verslechteren dat het niet meer in staat is om alles rond te pompen. Dit laatste heb ik deze week (week 5) in levenden lijve ondervonden. Mijn hart sloeg op tilt, monomorfe ventrikeltachycardie, het pompen van het hart stopte, de hersenen ontvingen minder zuurstofrijk bloed en alles begon te draaien (near collapse). De Heere gaf dat de ingeplante ICD (een soort pacemaker) begon te pacen. Het hart kwam uit de ’trilstand’ en begon weer de pompen. De Heere heeft nog wonderlijk gespaard. In het ‘hart’ resoneerde: ‘De Heer’ wou mij wel hard kastijden, Maar stortte mij niet in den dood; Verzachtte vaderlijk mijn lijden, En redde mij uit allen nood.

Het wachten is nog steeds op een donorhart. De dokters hebben (gelukkig) veel verstand gekregen en deze middelen moeten we ook gebruiken. De verwachtingen overstijgen echter deze medische molen en dienen opgeheven te worden naar Boven waar Christus is. ‘Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen (…) en Hij zal ons uit uw hand (…) verlossen. Maar zo niet, u zij bekend, o Koning! dat wij uw goden niet zullen eren, (…).‘ Dat is Gods vrijmacht!

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Het hart, Om Sions Wil 2024 (5): 25. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2024
COLUMN 1: Het hart.
COLUMN 2: De getijgerde lijmspuiter.
COLUMN 3: Het vogelbekdier.
COLUMN 4: Israël onder de loep.

COLUMN: Rotterdam Terror Corps

Rotterdam, een prachtige stad aan de Nieuwe Maas. Vanwege de indrukwekkende hoogbouw ook wel Manhattan aan de Maas genoemd. Mijn vrouw en ik doen de stad tegenwoordig regelmatig aan, vanwege de voorbereidingen voor een harttransplantatie. In stil gebed of de Heere deze middelen wil zegenen. Naast medische indrukken doen we helaas ook andere indrukken op.

De energie is vanwege de reistijd laag en daarom overnachten we noodgedwongen meestal in een hotel. Je leert Rotterdam dan óók op een andere manier kennen. Een van de eerste ervaringen met een dergelijke overnachting staat nog in het geheugen gegrift. De dag voor het ziekenhuisbezoek waren we naar Rotterdam afgereisd. In de stad waren veel straten afgezet en hoorden we dronken gejoel en geschreeuw. Wat bleek: voetbalclub Feyenoord was landskampioen geworden en dat moest kennelijk gevierd worden met een huldiging. En hoe! Het hotel konden we na een uur dwalen pas bereiken én het afval dat was achtergelaten circuleerde door de straten: plastic, papier enzovoort. Over milieuvervuiling gesproken. Hoewel de huldiging vrij vroeg op de dag plaatsvond, waren de schoonmakers tot de volgende ochtend bezig om de stad weer in het gareel te krijgen.

Een andere ervaring. Ik kon de slaap niet goed te pakken krijgen. In het holst van de nacht hoorde ik beneden op straat hard geschreeuw. Aan de intonatie was te horen dat het een dronken man was die schreeuwde. De man bleef heen en weer lopen in de straat, al schreeuwende. Hij beukte af en toe tegen de luiken die de etalages van de winkels beschermen. Terwijl ik overdacht of ik uit bed zou stappen om, in liefde, deze man te helpen, hoorde ik de sirenes van een politiewagen. De wagen stopte voor het hotel en de man werd meegenomen. Verdrietig!

Ter afsluiting een laatste ervaring. Thuis op bed kwam een krantenartikel onder ogen met de informatie dat Rotterdam Terror Corps (RTC) de Laurenskerk heeft afgehuurd om hun dertigjarig bestaan te vieren. De kerk was omgebouwd tot feestzaal met lichtshows en het orgel werd ingezet om de hardcore te ondersteunen. Hardcore in een kerk! De muziek werd vergezeld door spottende en blasfemische teksten. ‘Tijdens het hardcore-festival in de kerk danste de duivel op tafel’, luidde een bijschrift.

Het is nog een wonder dat de kerk niet ter plekke instortte. De Heere is nóg lankmoedig over ons wegzinkend Nederland. Wie ontfermt zich over het arme Rotterdam? ‘Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt.’ Of om met aartsvader Abraham te bidden: ‘Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik alleenlijk ditmaal spreke: misschien zullen er tien gevonden worden’. Rotterdam kent een rijk geestelijk verleden! ‘Zou God Zijn genâ vergeten?’ Nee toch?!

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2023, Rotterdam Terror Corps, Om Sions Wil 2023 (25): 21. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2023

COLUMN: Stinkende kortschild

Het bestuderen van Gods schepping leidt tot verwondering. Daarvoor hoef je niet eerst wetenschapper te worden of naar het buitenland te vliegen. In de achtertuin of langs de weg is zoveel moois te zien. De gevolgen van de zondeval zijn ook zichtbaar, insecten die elkaar opeten enzovoort. Het wordt dan een wonder dat de Heere nog enige lichtpuntjes in Zijn schepping heeft overgelaten en de mens vanwege zijn diepe val niet voor eeuwig weggevaagd heeft.

Afgelopen zomer kregen wij een vakantiehuis aangeboden in Ouddorp. Op een dag hoorde ik bij de buitendeur mijn dochter roepen: ‘Papa, kom eens kijken, een beest, een tor’. Ik liep naar de plaats waar het geroep vandaan kwam. Inderdaad liep er op de grond een bijzonder beest. Toen we met ons hoofd er te dichtbij kwamen, hief het beest haar achterlijfje omhoog als een schorpioen. We vormden kennelijk een té grote bedreiging. ‘Papa, hoe heet dat diertje?’ ‘Ik zou het niet weten, een soort oorwurm?’ Ik haastte mij naar binnen om de telefoon te pakken, maakte een aantal foto’s en voerde die, als eerste waarneming, in de zojuist geïnstalleerde waarnemingenapp ObsIdentify. Met deze app (die ik getipt kreeg van een vriend) kun je zelf waarnemingen doen en de wetenschap verder helpen. Ik las dat het vrijwel zeker een stinkende kortschild was.

Een stinkende kortschild (Ocypus olens) is een kever. Bij bedreiging wordt inderdaad het achterlijfje omhooggehouden. Ik lees op Wikipedia dat er, wanneer dit niet genoeg indruk maakt, een melkwitte vloeistof wordt afgescheiden. Hier heeft het beest ook zijn wetenschappelijke naam aan te danken. Olens betekent namelijk ‘geurig/stinkend’. In aanraking komen met het achterlijfje is niet het meest pijnlijke. We kunnen beter uitkijken voor zijn bovenkaken, want daarmee kan de kever een stevige beet geven. De stinkende kortschild is voor de moestuin nuttig, want het beestje eet slakken en aan planten knagende insectenlarven. Helaas staan ook regenwormen op het menu, die zijn dan wel weer bevorderlijk voor de moestuingroei. Het is wonderlijk dat de Heere, ondanks de zondeval, Zijn schepping nog in evenwicht wil houden. Maar het is ook verdrietig dat om de zonde van de mensheid het ganse schepsel zucht (Rom. 8).

Sinds de installatie van deze app heb ik al veel geleerd over Nederlandse planten en dieren. Ik ben meer te weten gekomen over het goudoogje, de pluimvoetbij, de oogstreeprandwants, de gegroefde lapsnuitkever en de gele rietklimmer. Een kennis, die ik de vondsten liet zien, sprak met verbazing: ‘Ik wist niet dat er zoveel insecten op dit kleine stukje grond te vinden zijn’. Laten we navolging geven aan het artikel van Arjan Verwoert (OSW 17): verken met een groepje Zijn schepping! Dat is leerzaam en tot verheerlijking van Zijn Naam.

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2023, Stinkende kortschild, Om Sions Wil 2023 (20): 11. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2023

COLUM: ICC, geen internationale maar Angelsaksische conferentie

Waarom de ICC geen internationale, maar Angelsaksische conferentie is. De column van deze maand is een kritisch-sympathetische persoonlijke beschouwing van de International Conference on Creationism (ICC). Commentaar leveren is uiteraard erg makkelijk. Daarom probeer ik in deze column ook het begin van een oplossing aan te dragen. Deze column doet niets af aan de waardering van de ICC-organisatie.

De Oostelijke Karpaten in Roemenië, een boeiend onderzoeksgebied. Bron: Pixabay.

Angelsaksisch

De ICC wordt al jaren aangekondigd als een internationale conferentie voor het zogenoemde creationisme. Een snelle blik op de proceedings van deze belangrijke conferentie laat echter zien dat veruit de meeste creationistische wetenschappers Amerikanen (VS) zijn. Het overige smaldeel komt veelal uit Angelsaksische landen zoals Canada, Verenigd Koninkrijk en Australië. Zeer sporadisch zijn er wetenschappers uit andere landen aanwezig. Op deze wijze kan ICC beter gewijzigd worden in ACC (Anglospheric Conference on Creationism). Maar zo wordt helaas het karikatuurbeeld versterkt dat het klassieke scheppingsgeloof een Amerikaans fenomeen is. Of om de woorden van de bekende Stephen Jay Gould te gebruiken: een ‘local, indigenous, American bizarrity’. Onterecht, want in elk land zijn wel creationistische geleerden te vinden. Waarom voelen creationistische wetenschappers uit continentaal-Europa, Afrika, Azië of Zuid-Amerika zich niet aangetrokken tot de ICC? Wellicht is de reis te ver of te duur of voelt men minder voor de Amerikaans-creationistische poehastijl.

Waar te vinden?

De organisatie met de meeste creationistische wetenschappers is niet in de Verenigde Staten van Amerika te vinden, maar in Zuid-Korea. Bovendien bevinden zich in de verschillende landen van Europa ook veel wetenschappers die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof, zoals bijvoorbeeld Duitsland. Geleerden die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof zijn zeker al sinds de Romeinse tijd aanwezig. Atheïstische wetenschappers volgen deze ontwikkeling met argusogen en de Raad van Europa meende het ‘creationisme’ zelfs als staatsgevaarlijk te moeten bestempelen. Ook in Afrikaanse en Aziatische landen zijn relatief veel creationistische wetenschappers te vinden en datzelfde geldt voor een land als Brazilië. Waarom presenteren die onderzoekers hun werk niet op de ICC, zodat ICC met recht een International Conference on Creationism wordt?

Fonds

Toen ik in 2018 op de ICC was, heb ik het bovenstaande kenbaar gemaakt aan de organisatie. Ik had toen een mooi gesprek met de welwillende organisatie. Vlak na deze ICC heb ik nog wat Europese wetenschappers proberen te stimuleren om hun onderzoek te presenteren. Helaas kwam ik in een turbulente tijd terecht door coronarestricties, mijn vertrek bij Logos Instituut, het overlijden van ons zoontje én mijn persoonlijke gezondheidsomstandigheden. Daarom heb ik er daarna weinig energie meer in kunnen steken. Mijn oplossing zou zijn: maak een ICC-fonds en stimuleer internationaal wetenschappers om gebruik te maken van dat fonds en zo hun werk te presenteren op de ICC. Stel bijvoorbeeld 5.000 euro per onderzoekspaper beschikbaar. Als het Answers in Genesis lukt om met een eindejaarsactie ruim 17 miljoen dollar binnen te halen, dan moet het de ICC-organisatie toch wel lukken om 50 internationale onderzoeksprojecten te laten presenteren? Niet uit werkheiligheid, maar tot eer van onze Schepper en tot heil en nut van onze naasten.