Home » 2024 » februari (Pagina 3)

Maandelijkse archieven: februari 2024

Regeling om levens van kinderen te beëindigen bevat veel losse eindjes

Dit artikel is geschreven samen met Yvonne Geuze-van Horssen (MSc.)

De regeling voor actieve levensbeëindiging van kinderen tot twaalf jaar zal van toepassing zijn op vijf tot tien kinderen per jaar. Maar patiëntenorganisatie NPV-Zorg voor het leven is er niet gerust op dat het bij dit aantal zal blijven.

“Situaties van ernstig zieke kinderen kunnen zó schrijnend zijn, dat de wens ontstaat het leven van het kind te beëindigen.” Het meisje op de foto heeft hoogstwaarschijnlijk niet te maken met dit thema. Bron: Pixabay.

Situaties van ernstig zieke kinderen kunnen zó schrijnend zijn, dat de wens ontstaat het leven van het kind te beëindigen. Vanaf donderdag 1 februari wordt een nieuwe regeling van kracht waarmee actieve levensbeëindiging bij kinderen tot twaalf jaar wordt gereguleerd. De regeling is van toepassing op kinderen in de terminale fase, die uitzichtloos en ondraaglijk lijden en voor wie palliatieve zorg niet toereikend is.

Met de komst hiervan, zo hopen voorstanders, zal actieve levensbeëindiging een beter begaanbare route worden. Vanaf de ontwikkeling van de regeling heeft NPV-Zorg voor het leven zich hiertegen verzet. Dat heeft allereerst te maken met onze ethische uitgangspunten, maar ook met de praktische keuze om een regeling te maken.

Lijden

Niemand wil dat kinderen lijden. Gelukkig is de vraag om actieve levensbeëindiging bij kinderen zeldzaam. De kinderpalliatieve zorg is de laatste jaren volop ontwikkeld waardoor veel ernstig zieke kinderen en hun naasten goede zorg ontvangen. Toch kent deze zorg ook hiaten. Onderzoeken wijzen op het tekort aan kinderverpleegkundigen, de noodzaak van betere communicatie en de knelpunten in symptoomverlichting. Een signaal dat schuurt met de ideeën om de route van actieve levensbeëindiging meer begaanbaar te maken.

Een ander bezwaar richting actieve levensbeëindiging bij kinderen gaat over hun kwetsbaarheid. Waar het ‘vrijwillig en weloverwogen verzoek’ een belangrijke bouwsteen is van het Nederlandse euthanasiebeleid, ontbreekt dit verzoek bij kinderen. Kinderen zijn beïnvloedbaar en zijn (veelal) niet wilsbekwaam.

Ook is bekend dat ouders en medici het lijden van kinderen soms heel verschillend interpreteren. In de al bestaande praktijk van levensbeëindiging bij baby’s was er bijvoorbeeld forse discussie onder artsen of ernstige spina bifida (een open ruggetje) een goede grond vormt om het leven van baby’s te beëindigen. Niet voor niets hebben ook de landen om ons heen geen regulering voor actieve levensbeëindiging bij wilsonbekwame kinderen. Kinderen verdienen de beste zorg en hun levens bescherming.

Kern van ons bezwaar

Bovenstaande, maar ook onze overtuiging dat de dood te groot is voor de mens en dat God het leven geeft en neemt, vormt de kern van ons bezwaar. Maar ook wanneer je ruimte voor actieve levensbeëindiging bij kinderen toelaatbaar acht, zijn er bezwaren tegen een regeling. Zo kun je vragen stellen bij de noodzaak hiervan. Het College van procureurs-generaals stelde recent nog dat een regeling weinig zal toevoegen aan de al bestaande strafuitsluitingsgrond in de wet, waardoor actieve levensbeëindiging bij kinderen nu ook al ongestraft kan blijven.

Daarnaast is een regeling niet passend bij dit gevoelige en zwaarwegende onderwerp. Nu de regering kiest voor het maken van een regeling in plaats van een wet, ontbreken belangrijke democratische procedures zoals toetsing aan het internationaal recht. Onduidelijk blijft of het juridisch regelen van actieve levensbeëindiging bij kinderen binnen de internationale rechtsorde überhaupt mogelijk is.

Alternatieve manieren

Ook op de inhoud van de regeling hebben we kritiek. Procedurele zaken, zoals de meldingsprocedure en werkwijze van de beoordelingscommissie zijn uitvoerig beschreven. Ook wordt in de toelichting benadrukt dat het om situaties gaat waarin artsen, in samenspraak met de ouders en – indien mogelijk – het kind tot de overtuiging zijn gekomen dat er geen alternatieve manieren zijn om het lijden weg te nemen.

Opmerkelijk is echter dat de regeling geen uitgewerkte zorgvuldigheidseisen bevat. Deze zullen pas na praktijkervaringen geformuleerd worden. Hoewel het positief is dat zo het gesprek gaande blijft, zijn wij van mening dat belangrijke zaken nu te onduidelijk blijven. Zo wordt niets gezegd over de reikwijdte van en wijze van oordelen over de begrippen ‘terminaal’ en ‘lijden’, en of toekomstig lijden ook een grond kan vormen voor actieve levensbeëindiging. De overheid zou hierbij minstens een ondergrens moeten vaststellen.

Verstrekkende gevolgen

De gevolgen van de regeling zijn verstrekkend. Het probleem van een juridisch kader is dat er van een uitzondering een regel wordt gemaakt die nieuwe dilemma’s oplevert. Dat zet de deur open naar het nemen van verdere stappen die bedreigend zijn voor mensen in kwetsbare posities. Hoe bijvoorbeeld om te gaan met kinderen die niet terminaal ziek zijn, maar wel ernstig lijden? Zij hebben immers, zonder ingrijpen, nog langer lijden te verdragen. Andere vragen zijn: wat doet de beschikbaarheid van een regeling met de verwachtingen die ouders hebben richting een arts? En hoe wij als samenleving naar het leven en lijden kijken? Nu nog wordt geschat dat de regeling van toepassing zal zijn op vijf tot tien kinderen per jaar, maar de open normen in de regeling stellen niet gerust dat het bij dit aantal zal blijven.

Dat het hier over wilsonbekwamen gaat, maakt dat deze discussie niet enkel kinderen raakt. Door ziekte, beperking of ouderdom kan iedereen in een wilsonbekwame positie terechtkomen. Met het leven beëindigen van wilsonbekwamen, of ze nu jong of oud zijn, slaan we een geheel nieuwe weg in. De regeling bij kinderen raakt dus aan het geheel van opvattingen over de (zelf)gekozen dood.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen van het Nederlands Dagblad. Bron: Hoek-Burgerhart, E. van, Geuze-van Horssen, Y., 2024, Regeling om levens van kinderen te beëindigen bevat veel losse eindjes, Nederlands Dagblad 80 (21.586): 16 (Artikel).

De Kluuh-Kluuh-Kluu specht

Op 23 januari een tijd stilgestaan op de Rijnbandijk, niet ver van de kruising met de provinciale weg. De autoloze dijk is daar omzoomd met hoge bomen, stukjes bos en overjarig riet. Verder van de dijk af overheersen de vlakke velden. Waarom ik daar stil stond? Om het mooie weer te beleven. Het was ca. 7 graden, bij een matige zuidwestenwind en veel zon! Ik ademde als het ware de eerste lentelucht in, met mijn oren wijd open. Ik noteerde Koolmees, Vink, Grote Bonte Specht, Merel, Ekster, Kramsvogels, Houtduif én een Groene Specht. Hoog op een smal dood stuk tak. In de volle zon. Wel behoorlijk ver weg. U ziet op de foto een volwassen vrouwtje. De vogel heeft een groene rug, rode kruin, en een zwarte vlek rondom het oog. Het mannetje heeft ook nog rood onder het oog. Op de foto – alleen op de digitale versie? – is een teen voorwaarts, en een teen achterwaarts gericht te zien.

De Groene Specht is na de Grote Bonte Specht de meest voorkomende specht van Nederland. De soort is een uitgesproken standvogel: verblijft het hele jaar hier. De winter is tot op heden niet streng geweest. Want – zeker met sneeuw – is het vinden van dierlijk voedsel op de grond niet eenvoudig en dan kan de soort een flinke klap krijgen. Nu is de lange, lachende, en hinnikende roep in de boomrijke streken van het Rivierengebied regelmatig te horen. Het gaat de soort goed.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2024, De Kluuh-Kluuh-Kluu specht, Het GemeenteNieuws 23 (6): 15.

Van bevruchting tot geboorte – Een 3D Medical Animation van dit wonderlijke proces

Noot van de redactie: We beseffen dat een video zoals hieronder bijzonder pijnlijk kan zijn voor kinderloze echtparen/mensen of echtparen/mensen die een kind hebben verloren. Het is niet onze bedoeling hen hiermee (opnieuw) te treffen! 

Op het YouTube-kanaal van ‘Dandelion Medical Animation’ is een 3D-animatie te vinden van het proces van bevruchting tot geboorte. Dit is een wonderlijk proces, een Meesterwerk! Met dank aan dr. Jonathan McLatchie die deze video deelde in zijn artikel ‘The Exquisite Design of Egg Cells’.1

Voetnoten

Van Meertens in het ‘Archive Nordrhein Westfalen’ – Een overzicht

De Grote Markt in Wesel, Duitsland. Bron: Wikipedia.

In het ‘Archive Nordrhein Westfalen’ bevinden zich enkele documenten met daarop informatie over de vroegere Van Meertens. De originele documenten heb ik nog niet gezien, dit overzicht is slechts een weergave van de documenten en alles wat er over deze documenten beschreven is.

Johanniter Orde

De Johanniter Orde is een Ridderlijke Orde. De orde werd in 1099 gesticht als ‘Ridderlijke Orde van het Hospitaal van Sint Jan’.1 Document 498 van de Johanniter Urkunden bevat twee namen van telgen uit het geslacht van Meerten. Het gaat om enige Pachters uit de Betuwe die 108 oude Schilden aan pachtkwantum moeten betalen aan het huis van de Johanniter Orde in Wezel. Het document is gedateerd op 25 oktober 1484 en is bezegeld door Ghevert (van) Meerten, Johan van Meerten en Johan van Eck. Mogelijk is Ghevert dezelfde als degene die getrouwd was met Christina van Cuyck. Johan van Meerten is mogelijk dezelfde als de broer van Dirck van Meerten (getrouwd met Christina van Eck). Het zou daarbij of daarnaast ook goed mogelijk de broer van Ghevert kunnen zijn. Johan van Eck zou de toekomstige schoonvader van Dirck van Meerten (getrouwd met Bertha van Eck) kunnen zijn.2

Medezegelaar

In document 209 van de Johanniter Urkunden wordt melding gemaakt van de verkoop van een ‘Kamp te Oemeren’ door Wouter Splynter van Grotevelt en zijn vrouw Gertrud aan de Commanderie van de St. Jan. Het stuk land wordt Haverschaer genoemd. De oorkonde is mede bezegeld door Dyrc van Aelst, Gosen van Meerten en Ott Lamp op st. Peters dach ad cathedram. De oorkonde wordt gedateerd op 22 februari 1405. 3

Berthold van Meerten

In document nummer 259 doet Berthold van Meerten, Willemszoon afstand van alle aanspraak om het land uit te breiden ten gunste van de Balier van Westfalen en de commandeur van Wezel, Johan Cruyze. Als medezegelaars worden Steven Doys van Voire en Ott Lamp genoemd. De oorkonde wordt gedateerd op 15 juni 1419. 4

Wraak

In de Assener Urkunden nummer 297 beloven de broers Johan en Arnt van Beynhem, bastaarden, aan jonker Werner van Palant, die hun zoon vanwege een geschil had gevangen genomen en op hun verzoek aan hen hadden vrijgelaten, eisen te stellen en wraak te nemen van deze gevangenschap. Op verzoek zijn Johan van Meerten en Johan van Leynden medezegelaars. Deze oorkonde wordt gedateerd op 27 april 1440 (‘op den zuevenendetwyntichsten dach van der maent Aprille’). 5

Commanderie van Wesel

In document 538 doet Derick van Meerten afstand het land dat toebehoort aan de Commanderie van Wesel in de Neder-Betuwe. Deze Johanniter Urkunde wordt gedateerd op 12 januari 1500 (‘sondaigs post epiphanie’). Vermoedelijk gaat het hier om Derick van Meerten die getrouwd was met Christian van Eck van Panthaleon. 6

Gebroeders Van Meerten

In document 268 van de Johanniter Urkunden wordt melding gemaakt van de gebroeders Van Meerten die 19 morgen land, samen met enkele goederen, in het Kerspel Ommeren overdragen aan het huis van de Johanniter Orde in Wesel. Het stuk land wordt Hasenscuer genoemd. Deze oorkonde wordt gedateerd op 15 april 1422 en bevat ook een zegel van de richter Jan van Wyc. 7

Feodale heren

In document nummer 109 van de Hueth Urkunden komt Gherit van Meerten voor. Heinrich van der Molen en hij verklaren als leenmannen dat de leen van Alyt van Baersdonck, weduwe van Brant van Brede te Zoelen vroeger aan Arnt van Arkel behoorde. De oorkonde wordt gedateerd op 25 maart 1420. 8

Kerstyn van Merten

In document 262 uit de Stadt Unna wordt Kerstyn van Merten, pastoor te Wickede genoemd. Hij treedt op als getuige bij de verkoop van een vicarie aan Johan Deymele door Albert Halinck en zijn vrouw. Het document dateert van 7 mei 1501. 9

Voetnoten

Een vierluik naar aanleiding van ‘Genetic Entropy’ (van dr. John Sanford) – Samenvatting deel 4

Het stond nog altijd op mijn to-do-list om het boek Genetic entropy van J.C. Sanford te lezen. Sanford is een emeritus hoogleraar aan Cornell University, een zeer gerenommeerd instituut, die de genetica van planten tot zijn vakgebied had. Hij heeft veel onderzoek verricht. Oorspronkelijk was hij evolutionist, maar hij heeft die zienswijze verlaten en is creationist. Hij heeft, inmiddels al wel heel wat jaren geleden het boek Genetic Entropy geschreven omdat hij denkt dat de genen met de tijd niet door evolutie steeds verrijkt worden, maar daarentegen aan slijtage onderhevig zijn doordat zich mutaties ophopen. In drie eerdere delen (één, twee en drie) heb ik een samenvatting van de eerste negen hoofdstukken gegeven. Nu volgen de laatste hoofdstukken.

Neerwaartse curves realiteit? (Hoofdstuk 10)

Zijn de neerwaartse curves realiteit? Sanfords antwoord: alle bewijzen wijzen op genetische degeneratie. Hij noemt studies die een degeneratiepercentage noemen van 1% tot 5% per generatie. In het boek zijn verschillende curves te zien. Allemaal wijzen ze in dezelfde richting, namelijk degeneratie. Gezien het diepgewortelde geloof in vooruitgaande evolutie is het idee van degeneratie simpelweg niet te geloven. Maar in de afgelopen 60 jaar hebben vooraanstaande genetici toch herhaald zich serieus afgevraagd hoe de evolutietheorie degeneratie kan voorkomen. Sanford heeft ook veel energie gestoken in de studie van dit onderwerp en veel berekeningen gedaan, die ook gepubliceerd zijn en die degeneratie als uitkomst hebben. Op filosofische gronden hebben biologen aangenomen dat selectie het werkende middel was om entropie tegen te gaan. De degeneratieve krachten zijn echter te groot, vooral in grote genomen. Sanford geeft verder nog als nieuw argument dat natuurlijke selectie geen intelligentie heeft en niet kan voorzien wat in de toekomst handig is. Verder vergelijkt Sanford genetische schade met veroudering, en veroudering verkort de levensduur. Dit geldt zowel een individu als ook een populatie. Daarna gaat Sanford in op het verloop van de duur van de levens van de personen uit de Bijbel voorafgaand aan de zondvloed. Er is een wiskundig patroon van afname van de overlijdensleeftijd te zien die goed is te rijmen met een patroon van genetische degeneratie. Hoe is dat mogelijk, als de schrijvers niets wisten van moderne wiskunde of genetica? Zouden die leeftijden misschien toch gewoon waar kunnen zijn geweest?

Modellering laat zonder uitzondering zien: de meeste nadelige mutaties worden niet weggeselecteerd, voordelige mutaties zijn schaars en het genoom is in verval. ICT leert ons dat computerprogramma’s nooit spontaan ontstaan, zelfs virussen niet. Computerprogramma’s degenereren. Dat dit niet sneller gebeurt, komt omdat er continu onderhoudt plaats vindt. Toename van entropie is een hoofdwet in de natuur.

Nieuwe Wetenschappelijke Ontwikkelingen (Hoofdstuk 11)

Een samenvatting van de belangrijke nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen. De conclusie van Sanford; de zaak van genetische entropie is nu veel sterker dan toen de eerste versie van het boek geschreven werd in 2005.
Dit zien we in nieuwe experimentele bewijzen van mijn (Sanford’s) medewerkers en mezelf.

1) Genetic Entropie werd gevalideerd middels numerieke simulaties. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een biologisch realistisch computer simulatieprogramma dat Mendels accountant werd genoemd. Dit programma werd niet voorgeprogrammeerd om ook maar enig resultaat te boeken, maar slechts om de biologische werkelijkheid realistisch weer te geven. Opwaartse evolutie werd alleen gezien als instellingen werden gebruikt die biologisch gezien onrealistisch waren. Ten eerste werd waargenomen dat nadelige mutaties grenzeloos accumuleerden. Ten tweede werd waargenomen dat voordelige mutaties voor het grootste deel zich niet verspreidden. Ten derde werd gevonden dat het mutatie-count mechanisme en synergistische epistase niet konden voorkomen dat nadelige mutaties zich ophoopten. In feite leidde synergistische epistase tot versnelde afbraak van het genoom. Ten vierde werd aangetoond dat een programma vanuit evolutionistische hoek genaamd Avida, als hierin ook biologisch realistische instellingen werden gebruikt aangaf dat er geen opwaartse evolutie is. Ten vijfde werd Haldanes dilemma bevestigd, namelijk dat in 6 miljoen jaar in een populatie van 10. 000 individuen maar 1 000 mutaties kunnen worden gefixeerd. En zo was er ten tijde van deze druk nog meer werk onderweg.
2) Het optreden van genetic entropie wordt bevestigd in de natuur zelf. Sanford ziet het terug in genetische degeneratie van het H1N1 griepvirus. De pathogeniciteit van dit virus is met de jaren sterk afgenomen. Sanford ziet dat als afname van fitness (EvE, ik denk dat Sanford hierin niet correct is). Daarnaast ziet Sanford zijn zienswijze terug in een beroemd experiment van Lenski, waarbij in een laboratorium al tientallen jaren een bacterie (E. coli) wordt doorgekweekt en de evolutie wordt vervolgd. Hier heeft Sanford gelijk. Inderdaad is te zien dat het genoom van de betreffende E. coli degradeert.

3) Daarnaast is er meer werk van Sanford die de stelling van het boek ondersteunt. Dat is het verschijnsel dat codes in het DNA overlappen. Dat zorgt ervoor dat een mutatie zeer, zeer zelden onverdeeld positief uitpakt en dan ook nog impactvol genoeg is om geselecteerd te worden. Daarnaast is een fundamentele stelling van Fisher, die aan de basis stond van het neo-darwinisme, ontkracht, namelijk dat het nettoresultaat van mutaties neutraal moet zijn. Fisher dacht dat voordelige mutaties net zo veel zouden voorkomen als nadelige en net zo veel effect zouden hebben. Dit is ontkracht. Het netto-effect van mutaties is negatief en zo wordt een hoeksteen van het neodarwinisme weg gehaald.
Nieuw bewijs van andere wetenschappers is er ook.

Zo is er het boek: Biological Information: New Perspectives. Er zijn resultaten van een enorm groot project, ENCODE geheten dat het concept junk-DNA wegvaagde en aantoonde dat het meest menselijke DNA functioneel is en dat DNA-codes overlappen. En er zijn nieuwe artikelen die aantonen dat het menselijke DNA momenteel snel degradeert. Sanford geeft aan dat hij ten tijde van eerste druk van het boek niet had verwacht dat 10 jaar later door de wetenschap zo veel bewijs voor zijn stelling zou zijn geleverd.

Hoop? (Hoofdstuk 12)

Dit hoofdstuk heet: What hope? Sanford geeft aan dat er in God en in Zijn Zoon Jezus alle hoop te vinden is.

Uiteindelijk

Uiteindelijk vind ik dit boek dermate zinvol, dat ik er een samenvatting van heb gemaakt. Basisprincipes die Sanford beschrijft zijn principes die grotendeels bij biologen bekend zijn en die bij bacteriologen en genetici die zich bezighouden met veredeling in de praktijk gebruikt worden. Af en toe is hij net wat te stellig in bepaalde uitspraken. Dat is jammer, want ook zonder dat staat zijn visie als een huis. Een belangrijk aspect dat Sanford noemt is het bestaan van recombinatieblokken. Dat wil zeggen dat het genoom is opgeknipt in gebieden waarbij de afzonderlijke gebieden makkelijk recombineren, maar binnen dat gebied (vrijwel) geen recombinatie plaats vindt. Hij baseert zich op een artikel van Gabriel in Science uit 2002. Gabriel noemt dergelijke blokken haplotype blocks. Sinds 2002 zijn er 3000 artikelen verschenen over haplotype blocks (PubMed). Het bestaan van deze blokken is belangrijk voor de evolutietheorie, omdat gunstige mutaties die bij verschillende individuen ontstaan binnen zo’n block niet bij elkaar kunnen komen. Nadelige mutaties hopen zich binnen zo’n block op, en gunstige mutaties blijven gelinkt aan nadelige mutaties. Muller’s ratchet is hier van toepassing. De grootte van zo’n blok wordt in Gabriel’s publicatie gesteld op zo’n 10-20 000 nucleotiden. Sanford lijkt hier een heel sterk punt te hebben, dat ik eerder over het hoofd zag. Muller’s ratchet is ook een fenomeen dat in recente wetenschappelijke literatuur honderden keren serieus wordt behandeld. Als er geen uitwisseling is van genetische informatie, dan hopen heel licht nadelige mutaties in de afzonderlijke lijnen zich op. Dat is een serieus probleem voor mitochondrieel DNA, voor het Y-chromosoom en dus ook voor alle andere chromosomen, als het bestaan van haplotype blocks waar is.

Een derde opmerking van Sanford, die het controleren waard was, was zijn stelling dat fitness een heel lage erfelijkheid heeft. Dat leek me nog wel een boude uitspraak. Toch wordt die zienswijze inderdaad in de wetenschappelijke natuur gehanteerd. Het gaat nog veel verder en dat is bepaald humoristisch. De gedachte dat genen die te maken hebben met fitness een lage erfelijkheid hebben is een oude these binnen de evolutietheorie. Ze staat bekend als Fishers theorem on natural selection. Een theorie uit de jaren ‘30. Deze gedachte is gebaseerd op de aanname dat de soort al een tijd selectie op fitness heeft ondergaan, zodat de genetische variatie op het gebied van fitness is verdwenen. De soort is in evenwicht. Er is dus geen “survival of the fittest” (meer). Er zijn ook verschillende veldstudies die aantonen dat er inderdaad geen selectie op fitness is. Dat komt doordat niet-genetische factoren (residual variance) veel belangrijker zijn voor het verkrijgen van veel nakomelingen dan genetische factoren (additive genetic variance).

Persoonlijk denk ik dat de evolutietheorie een mythe is, die zich dermate heeft genesteld in het referentiekader van de seculiere westerse mens, dat dit niet meer zal verdwijnen. Maar voor christenen die een wetenschappelijk verantwoord standpunt willen innemen is de publicatie van Sanford een mooi voorbeeld van consonantie tussen Bijbel en wetenschap.

Fundamentalisme – Een kort briefje in het Reformatorisch Dagblad

Het is goed en waardevol dat godsdienstfilosoof dr. Rik Peels onderzoek doet naar ”extremisme” en ”fundamentalisme” (RD 25-1). Het gaat echter mis wanneer de reformatorische gezindte ongenuanceerd in een hoek wordt gezet. 1. Er zijn waarschijnlijk weinig reformatorische christenen die „heel de Bijbel letterlijk-historisch” lezen, zoals Peels beweert. Er wordt in elk geval rekening gehouden met het genre (lees bijvoorbeeld een willekeurige prekenserie over het Hooglied). 2. Het geloof in een zesdaagse schepping, met werkelijke dagen, is géén „modernistische benadering” maar eeuwenoud. 3. Ongenuanceerd spreken over Augustinus, zoals Peels doet („iemand als kerkvader Augustinus nam bijvoorbeeld de dagen in het scheppingsverhaal in Genesis niet letterlijk”) doet zowel hem als de geschiedenis vóór en ná hem geen recht. 4. Intellectuelen in de reformatorische gezindte sluiten zich niet af voor resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Dat oppert Peels ten onrechte. Mogelijk zullen ze die kritisch bevragen, maar dat klinkt anders. 5. Peels steekt het negatief in („het risico bestaat dat sommige mensen in die kring hun identiteit voornamelijk zoeken in het verwerpen van allerlei zaken”), maar laten we het omdraaien: wij zijn vóór het huwelijk (als paradijsbloem) tussen man en vrouw, wij zijn prolife en wij staan achter het klassieke scheppingsgeloof.

Nadat ik vorige week donderdag dit briefje had ingestuurd, verscheen er zaterdag ook nog een inhoudelijk goed hoofdredactioneel commentaar van dr. ir. Steef de Bruijn in het ‘Reformatorisch Dagblad’. Deze bijdrage van dr. De Bruijn is hier te lezen.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Fundamentalisme, Reformatorisch Dagblad 53 (259): 31.

De fijnafstemming van natuurconstanten pleit voor een ontworpen heelal – Bespreking ‘Waar komt het heelal vandaan?’

Waar komt het heelal vandaan?, een vraag die zowel volwassenen als kinderen bezig houdt. Is het heelal eeuwig of eindig? Pedagoog Benjamin Scholl en wetenschapsfilosoof dr. Thomas Jahn schreven een kleine brochure hierover in het Duits. Afgelopen jaar werd het boekje vertaald door Stichting Logos Instituut.

De brochure telt 14 pagina’s en gaat vooral in op de vier voorbeelden van fijnafstemming die gezamenlijk pleiten voor een ontworpen heelal. Tenslotte gaat de brochure in op de Schepper achter dit ontworpen heelal en of Hij te kennen is. De ‘Intelligent Design’-beweging wordt er vaak van beschuldigd dat zij zich niet uitlaten over de aard van de Ontwerper, en dat geldt inderdaad voor een deel van de ID’ers. Hier zien we echter dat het mogelijk is om te belijden dat de God van de Bijbel de Schepper van het heelal is én wetenschappelijk te laten zien dat er een fijnafstemming van de natuurconstanten is. De vier voorbeelden die aangehaald (en kort uitgewerkt) worden zijn, in de woorden van de vertaalster:

(1) De zwaartekracht heeft de goede waarde.
(2) Het heelal is elektrisch neutraal.
(3) De massaverhouding van elementaire deeltjes is heel precies.
(4) De energieverdeling tussen materie en straling is bijzonder fijn afgestemd.

Omdat de brochure vrij dun is, geven we hier alleen de voorbeelden van fijnafstemming, anders zouden we de hele brochure kunnen overtypen. Goed dat er aandacht is voor deze natuurconstanten en deze wat uitgewerkt worden. Het is jammer dat er in de brochure niet ingegaan wordt op de bekende gedachten van multiversa, zo doet de tegenwerping van de opponent simpel aan (‘toeval’) en dat doet hen geen recht. In de brochure wordt aangegeven dat ‘de meest logische verklaring’ voor de fijnafstemming van deze natuurconstanten ‘het bestaan van een eeuwige en almachtige God’ is. “Die door een wilsbesluit het heelal in het leven riep.” Dat is een goed uitgangspunt en de fijnafstemming in de kosmos lijkt ook in die richting te wijzen. In de bronnen wordt verder verwezen naar het boek van dr. Markus Widenmeyer met als titel ‘Das geplante Universum1 en een boek van dr. William L. Craig met als titel ‘Defending Your Faith with Reason and Precision2 Het is verdrietig dat er, bij de toe-eigening van het heil, gedacht wordt vanuit een vorm van algemene verzoening.3 Woorden als ‘weet iedereen’, ‘iedereen’, ‘elk gebed’, doet geen recht aan het Gereformeerde spreken met twee woorden over soevereiniteit en menselijke verantwoordelijkheid. Er valt op dit punt natuurlijk veel meer te zeggen4, beter was geweest dat de brochure duidelijk uitgangspunt genomen had in de particuliere verzoening. Daarom zal de brochure, op dit punt, niet door iedereen gewaardeerd worden. Dat is jammer want zo wordt een deel van de doelgroep gemist.5

Voetnoten

Statistieken van de website oorsprong.info – Januari 2024

De eerste maand van het nieuwe jaar 2024 (januari) is alweer ten einde. In deze maand was er veel meer websitebezoek dan in de vorige maand. Hieronder vindt u een top-10 van de drukst bezochte dagen (in het aantal weergaven). Daaronder vindt u een top-10 van meest gelezen artikelen in de maand januari 2024. U kunt deze artikelen (nog een keer) lezen of bekijken door op de titel te klikken. (Opbouwende) kritiek op deze artikelen kan geleverd worden via de pagina ‘Hier mag u uw hart luchten’ (hier). De statistieken van de maand december zijn hier gepubliceerd.

Top-10 drukste dagen

Hieronder de top-10 van de drukste dagen deze maand voor de website oorsprong.info. We zien dat het bezoek vaak komt door een nieuw gepubliceerd artikel. Of dat een ouder artikel opnieuw in de picture komt, doordat wijzelf, een vriend of kennis deze deelt via social media of e-mail.

  1. 9 januari 2024 met 818 weergaven.
  2. 13 januari 2024 met 755 weergaven.
  3. 29 januari 2024 met 548 weergaven.
  4. 15 januari 2024 met 542 weergaven.
  5. 20 januari 2024 met 521 weergaven.
  6. 23 januari 2024 met 480 weergaven.
  7. 30 januari 2024 met 478 weergaven.
  8. 10 januari 2024 met 412 weergaven.
  9. 12 januari 2024 met 403 weergaven.
  10. 11 januari 2024 met 355 weergaven.

Top-10 meest bezochte artikelen

Hieronder de top-10 van de meest bezochte artikelen van de maand december 2023. Er werden 200 artikelen gepubliceerd waarvan de meesten raakvlakken hadden met genealogie. Het aantal weergaven geldt alleen deze maand en het totaal aantal weergaven ‘aller tijden’ kan per artikel hoger liggen.

  1. ‘Het Evangelie zonder kleine lettertjes’, ‘Dordt zoals je Dordt niet kende’ en ‘Hyperdordt’ – Een overzicht met 1.296 weergaven.
  2. Begraaf de openbare strijdbijl! – Eeuwenoude kloof tussen orthodox-gereformeerden en bevindelijk-gereformeerden is niet te overbruggen met 965 weergaven.
  3. Rouwdienst en begrafenis Jerphaas Karel (Jarco) van Meerten (2015-2022) met 340 weergaven.
  4. Moderne hermeneutiek: tijd waarin we leven bepalend voor uitleg – Dr. G.W.S. Mulder promoveerde aan de Vrije Universiteit op predikkunde met 287 weergaven.
  5. Tussen tekst en toepassing – Bestudering proefschrift predikant en theoloog dr. G.W.S. Mulder met 251 weergaven.
  6. ‘Nieuwe manier van Bijbellezen eist zijn tol’ – Dr. J.M.D. de Heer over de gevolgen van de moderne hermeneutiek in zijn derde ‘Saambinder’-serie met 209 weergaven.
  7. Onderzoeker: Sodom waarschijnlijk door asteroïde-inslag vernietigd met 204 weergaven.
  8. Vuur, maar weinig licht – Bespreking ‘Vuur dat nooit dooft’ met 202 weergaven.
  9. Christus het enige Fundament – Robert Murray McCheyne, ‘Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart’ met 170 weergaven.
  10. Prof. dr. Johan Braeckman hangt zijn professorenmantel aan de wilgen – Niet alle vakgebieden accepteren de doorwerking van Darwins Universele Zuur met 132 weergaven.

Overlijdensakte van Teunis Peters (1845-1919)

Overlijdensakte van Teunis Peters (1845-1919) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Teunis Peters (1845-1919) weergegeven.1 Op 16 april 1919 verscheen Willem Knuivers (1865-1941) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van het overlijden van Teunis. Willem was drie en vijftig jaar oud en klompenmaker van beroep. Hij deed de aangifte samen met Jan Willem van Voorst (1857-1940), een en zestig jaar oud en rijksveldwachter van beroep. Zij verklaarden dat Teunis op 15 april 1919 om vijf uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van vier en zeventig jaar. Teunis was landbouwer van beroep, geboren en woonachtig te Lienden.2 Hij was weduwnaar van Tonia Hendrina van Meerten (1846-1918) en een zoon van wijlen de echtelieden Dirk Peters (1801-1868) en Alida3 Kapellen (1809-1877).

Voetnoten

Geboorteakte van Teunis Peters (1845-1919)

Geboorteakte van Teunis Peters (1845-1919) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de geboorteakte van Teunis Peters (1845-1919) weergegeven.1 Op 17 januari 1845 verscheen Dirk Peters (1801-1868) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. De ambtenaar in functie was burgemeester Willem Jakob van Brakell (1818-1902). Dirk was vier en veertig jaar oud, arbeider van beroep en woonachtig te Lienden. Hij verklaarde dat Teunis op 17 januari 1845 om vier uur in de nacht is geboren. Zijn moeder was Alida2 Kapellen (1809-1877). Dirk had twee getuigen meegebracht: (1) Jan Hendrik de Haas (1795-?), acht en veertig jaar oud en zonder beroep, en (2) Aart van Ommeren (1809-1894), vijf en dertig jaar oud en bakker van beroep. De comparant verklaarde niet te kunnen schrijven, omdat hij dat niet geleerd heeft.

Voetnoten