In het vorige artikel deelden we informatie over de Van Meertens in het achtenveertigste deel van de serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe. Een document in deze gerichtelijke transcripties is wat groter en willen we afzonderlijk weergeven. Het gaat om een schuldbekentenis van Hendrik van Meerten aan Anna Sophia Taaij. Hieronder volgt de transcriptie en de uitwerken van de ingezette landerijen. Het stuk dateert van 19 augustus 1765.1
De transcriptie, met dank aan A. Spies:
“#Afgeschreven op een zegel van 24 stuijvers#
#Geregistreert ten signaate van Ingen den 19 augustus 1765, bij absentie van den landschrijver Dirk Francken vereede clercq#
Compareerden voor den hoogwelgebooren heere Jacob Derk baron van Brakell gesubstitueerde amptman en richter des Ampts Nederbetuwe, oirkond nabenoemde gerichtsluijden, Hendrik van Meerten en Adriaantje van de Peppel echtelieden. En bekenden zij comparanten echtelieden weegens geleende, voorgestrekte ende bij haar ontfangene penningen, wel en deugdelijk schuldig te zijn aan ende ten behoeve van den apothecar Hendrik Willem Neomagus en Anna Sophia Taaij echtelieden, haare erven of den wettige toonder dezes, eene capitale somme van driehondert guldens Hollands ad XX stuijvers het stuk. Met belofte van hetzelve capitaal te zullen restitueeren heden dato over een jaar met de interessen van dien tegens vijf gelijke guldens van ieder hondert, edog binnen veertien dagen na den verschijnsdag betaalende te kunnen volstaan met de betaalinge van vier en een half percent. En in cas van verdere onderlaatinge met de betaalinge van gelijke interessen ’s jaarlijks en op voorschreeve wijze te zullen continueeren tot de volle restitutie en aflossinge van hetzelfe capitaal toe. Welke aflossinge ten allen tijde zal konnen en mogen geschieden, mits elkanderen wederzijts een vierendeel jaars bevoorens den verschijnsdag behoorlijke denunciatie doende.
Tot prompte voldoeninge van welke capitaal, interessen en in cas van onvermoedelijke wanbetaling aan te wendene kosten de comparanten echtelieden verklaren te verbinden, speciaal en bij pantfeijligheid:
1e. Huijs, hof en het boomgaardje daar annex, groot ongeveer een half hont onder Ingen, oost en noord de gemeene straat, west Dirk van Hoeven en zuijd de weduwe van Gerrit van der Horst of wie etc., staande en gelegen.
Ten tweeden anderhalve mergen weijland geleegen in Ingenerveldt aan de Steeg, oost Klaas van de Peppel, west de erfgenamen dominus Peregrinus, zuijd dominus Keuchenius, noord de Ingense steeg etc.
Ten derden veertien hond weijland aldaar daarnaast aan, oost Dirk van Dam, west de Gemeene steeg, zuijd den predikant van Randwijk, noord Johannis Barten ofte wie etc.
En zulks met deze speciale en gerigtelijke overgifte, dat ’t de crediteuren echtelieden of regt verkregen hebbende, in val de comparanten debiteuren of haare erfenamen twee jaaren renten van ’t gemelde capitaal ten agteren en in gebreken mogten blijven te voldoen, ’t de crediteuren of regt verkregen hebbende alsdan ten allen regten zal wezen gepermitteert om de bij dezen gespecificeerde speciaal verbonden onderpanden publijcq en aan den meestbiedende te verkoopen, de koopspenningen te ontfangen tot voldoening van dezelver agterwezen, voor zooverre die strekken kunnen en dezelve goederen na costume locaal in eigendom te transporteren. Wordende daartoe de crediteuren echtelieden of regt verkregen hebbende bij deze onherroepelijk geconstimeert en gequalificeert als procurators in rem suam idque cum promissione ratihabitionis et indemnitatis ten effecte als na regten, ofte word het aan de keur en optie van de crediteuren of regt verkregen hebbende gestelt, om in cas van voornoemde wanbetalinge de boven gespecificeerde hijpotheken gerichtelijk te laten distraheren en subhasteren, en alsof dezelve na landregten verwonen en de jaaren van redemptie omgekomen waren.
Onder renunciatie van alle contrariërende exceptiën en beneficiën regtens, in specie de exceptie van onaangetelde gelden, de landregtelijke praescriptie van jaar en dag, en het regt van redemptie, waarvan de comparanten echtelieden zig volkomen onderrigt houden. En voorts onder verband en submissie als na regten, zonder arg of list.
Waarvan de comparanten echtelieden (de vrouw geassisteert als regtens) zig aldus betuijgd gegeven hebben. Actum voor gerigtsluijden Daniël Louis de Win en Willem Hendrik Louis Taaij den 19 augustus 1765.
Jacob Derk van Brakell, Willem Hendrik Louis Taij, Daniël Louis de Win, Dirk Francken vereerde clercq bij absentie landschrijver.”
A. Spies geeft bij de Latijnse tekst hierboven als uitleg: “als bestuurders in hun eigen zaak en met belofte van bekrachtiging en schadelooshouding”. Bij ‘distraheren en subhasteren’ staat ‘verkopen en opveilen’. Hieronder worden de drie ingezette stukken grond weergegeven. De situatie van het huis en het boomgaardje is hetzelfde als een eerdere akte, waarin Hendrik dit overneemt van zijn vader Peter van Meerten.2 We kunnen daarom hier het plaatje overnemen. De andere situatieschetsen zijn wel voor het eerst getekend. Het tweede stuk land is hierboven te zien, het derde genoemde stuk land is hieronder te zien. Een waardevolle akte uit dit boek. Hendrik was twee keer ouderling in de Hervormde Gemeente te Ingen.3
Voetnoten
- De uitwerking van het achtenveertigste deel is hier te vinden: https://oorsprong.info/het-geslacht-van-meerten-in-de-serie-gerichtelijke-transcripties-nederbetuwe-deel-48-gerichtelijke-handelingen-en-overgiften-1655-1804/. Het stuk dat hier uitgewerkt wordt staat op bladzijde 322 en 323 van het boek.
- Zie: https://oorsprong.info/overname-van-huis-hof-en-boomgaard-door-hendrik-van-meerten-en-adriaantje-van-de-peppel-in-protocol-van-bezwaar-kerspel-ingen/.
- Zie: https://oorsprong.info/van-meertens-in-het-getranscribeerde-vierde-boek-van-de-handelingen-van-de-kerkenraad-van-de-nederduitsch-gereformeerde-gemeente-te-ingen/.