Tweede overlijdensakte van Jelle van der Brug (1861-1940)

Tweede overlijdensakte van Jelle van der Brug (1861-1940) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Zaandam.

Hierboven wordt de tweede overlijdensakte1 van Jelle van der Brug (1861-1940) weergegeven.2 Op 13 juni 1940 werd door de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Zaandam ingeschreven een uittreksel uit het overlijdensregister van de Gemeente Haarlem. Uit dit uittreksel blijkt dat Jelle van der Brug te Haarlem op 23 mei 1940 om kwart over vier is overleden in de leeftijd van acht en zeventig jaar. Hij was van beroep stempelfabrikant, geboren te Wymbritseradeel en woonachtig te Zaandam.3 Jelle was de echtgenoot van Johanna Margaretha Sebilla Lafeber (1880-1955) en weduwnaar van Antje Waaijer (1862-1906). Hij was een zoon van wijlen de echtelieden Pieter (Jelles) van der Brug (1819-1894) en Metje (Jans) van Meerten (1825-1895).4

Voetnoten

Eerste overlijdensakte van Jelle van der Brug (1861-1940)

Eerste overlijdensakte van Jelle van der Brug (1861-1940) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Haarlem.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Jelle van der Brug (1861-1940) weergegeven.1 Op 27 mei 1940 verscheen Cornelis Meijer (±1901-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Haarlem om aangifte te doen van het overlijden van Jelle. Cornelis was negen en dertig jaar oud, uitvoerder van beroep en woonachtig te Zaandam. Hij verklaarde dat Jelle op 23 mei 1940 om kwart over vier in de middag is overleden in de leeftijd van acht en zeventig jaar. Hij was stempelfabrikant van beroep, geboren te Wymbritseradeel en woonachtig te Zaandam.2 Jelle was echtgenoot van Johanna Margaretha Sebilla Lafeber (1880-1955) en weduwnaar van Antje Waaijer (1862-1906). Hij was een zoon van wijlen de echtelieden Pieter (Jelles) van der Brug (1819-1894) en Metje (Jans) van Meerten (1825-1895).3

Voetnoten

Huwelijksakte van Metje van Meerten (1825-1895) en Pieter van der Brug (1819-1894)

Eerste blad van de huwelijksakte van Metje van Meerten (1825-1895) en Pieter van der Brug (1819-1894) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wymbritseradeel.
Tweede blad van de huwelijksakte van Metje van Meerten (1825-1895) en Pieter van der Brug (1819-1894) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wymbritseradeel.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Metje van Meerten (1825-1895) en Pieter van der Brug (1819-1894) weergegeven.1 Op 15 mei 1858 verscheen dit aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wymbritseradeel om een huwelijk aan te gaan. De ambtenaar in functie was mr. Minne Bakker (1816-1877).

Pieter (Jelles) van der Brug was negen en dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij was geboren en woonachtig te Heeg.2 Hij was weduwnaar van Jarigjen (Sipkes) van Dam (1828-1853). Pieter was de meerderjarige zoon van Jelle (Kornelis) van der Brug (1791-1858) en van wijlen Marijke (Pieters) de Jong (1791-1830).

Metje (Jans) van Meerten was twee en dertig jaar oud en dienstmeid van beroep. Zij was geboren te Opheusden in de provincie Gelderland en woonachtig te Heeg.3 Metje was de meerderjarige dochter van wijlen de echtelieden Jan Willem4 van Meerten (1798-1845) en Marritje Verwoert (1797-1845).5

De afkondigingen hebben zonder stuiting plaats gehad op de zondagen 2 mei 1858 en op 9 mei 1858 te Wymbritseradeel. Het aanstaande echtpaar hebben de volgende stukken overhandigd: (1) de geboorteakte van de bruidegom, (2) een certificaat van voldoening aan de Nationale Militie, (3) de overlijdensakte van de vorige echtgenoot van de bruidegom, en (4) de geboorteakte van de bruid. Daarna hebben zij elkaar het ‘Ja’-woord gegeven en heeft de ambtenaar hun in de echt verbonden.

Het echtpaar had de volgende getuigen meegebracht:

  1. Jan (Pieters) Deinum (1797-1874), een en zestig jaar oud, veldwachter van beroep en woonachtig te Nijland.
  2. Jan Heringa (1819-1902), negen en dertig jaar oud, veldwachter van beroep en woonachtig te Oppenhuizen.
  3. Wijger van der Meulen (±1831-?), zeven en twintig jaar oud, klerk van beroep en woonachtig te Sneek.
  4. Marten (Hendriks) Reidsma (1820-1901), zeven en dertig jaar oud, klerk van beroep en woonachtig te Sneek.

De akte is na voorlezing ondertekend door de bruidegom en de getuigen. De bruid verklaarde niet te kunnen schrijven omdat ze dat niet geleerd heeft.

Voetnoten

Overlijdensakte van Pieter van der Brug (1819-1894)

Overlijdensakte van Pieter van der Brug (1819-1894) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wymbritseradeel.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Pieter van der Brug (1819-1894) weergegeven.1 Op 2 oktober 1894 verscheen Rinke de Jong (1842-1901) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wymbritseradeel om aangifte te doen van het overlijden van Pieter. Rinke was twee en vijftig jaar oud, vrachtrijder van beroep en woonachtig te Woudsend. Hij deed de aangifte samen met Klaas Hoekstra (1865-?), negen en twintig jaar oud, veldwachter van beroep en woonachtig te Woudsend. Zij verklaarden dat Pieter op 1 oktober 1894 om half drie in de middag te Woudsend is overlijden in de leeftijd van vijf en zeventig jaar en bijna vijf maanden. Hij was geboren te Heeg en woonachtig te Woudsend. 2 Pieter was de echtgenoot van Metje van Meerten (1825-1895) en de zoon van wijlen de echtelieden Jelle van der Brug (1791-1858) en Marijke de Jong (1791-1830). Metje was zonder beroep en woonachtig te Woudsend.

Voetnoten

Geboorteakte van Pieter van der Brug (1819-1894)

Geboorteakte van Pieter van der Brug (1819-1894) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wymbritseradeel.

Hierboven wordt de geboorteakte van Pieter van der Brug (1819-1894) weergegeven.1 Op 15 mei 1819 om vier uur in de middag verscheen Jelle Kornelis van der Brug (1791-1858) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Wymbritseradeel om aangifte te doen van de geboorte van zijn zoon. De ambtenaar in functie was officier Grietmans. Jelle was zeven en twintig jaar oud en timmerman van beroep. Hij woonde te Heeg. Pieter werd geboren op 14 mei 1819 om tien uur in de avond. De naam van zijn moeder war Marijke Pieters de Jong (1791-1930). Jelle had twee getuigen meegebracht: (1) Doede Arjens Jaarsma (1788-1850), een en veertig jaar oud en boer van beroep. Sible Rimmerts de Vries (1776-1860), twee en veertig jaar oud en boer van beroep. Beide getuigen woonden te Heeg.

Voetnoten

Huwelijksakte van Franciscus van der Heijden (1879-1953) en Henderijntje Groenewegen (1879-?)

Huwelijksakte van Franciscus van der Heijden (1879-1953) en Henderijntje Groenewegen (1879-?) zoals weergegeven in de Burgerlijke Stand van de Gemeente ‘s-Gravenhage.

Hierboven wordt de huwelijksakte van Franciscus van der Heijden (1879-1953) en Henderijntje Groenewegen (1879-?) weergegeven.1 Op 1 april 1903 verscheen het aanstaande echtpaar voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente ’s-Gravenhage om een huwelijk aan te gaan.

Franciscus van der Heijden was vier en twintig jaar oud en stukadoor van beroep. Hij was geboren en woonachtig te ’s-Gravenhage.2 Franciscus was de meerderjarige zoon van wijlen Karel Johannes van der Heijden (1840-1887) en Metje van Meerten (1841-1929).3 Metje was zonder beroep en woonachtig te ’s-Gravenhage. Zij gaf toestemming tot dit voorgenomen huwelijk.

Henderijntje Groenewegen was drie en twintig jaar oud en zonder beroep. Zij was geboren en woonachtig te ’s-Gravenhage.4 Henderijntje was de meerderjarige dochter van Josephus Marinus Petrus Groenewegen (1855-1935) en Helena Catharina Christina Talle (1853-1929). Josephus Marinus Petrus was koopman in meubelen en Helena Catharina Christina zonder beroep. Het echtpaar woonde te ’s-Gravenhage. Ook zij gaven toestemming tot het voorgenomen huwelijk.

De afkondigingen hebben zonder stuiting plaats gehad op de 22 maart 1903 en 29 maart 1903. Daarna heeft het aanstaande echtpaar het volgende overhandigd: (1) hun geboorteakten, (2) de overlijdensakte van de vader van de bruidegom, (3) de notariële akte van toestemming van de vader van de bruid, en (4) het certificaat van voldoening aan de Nationale Militie. Daarna gaven zij elkaar het ‘Ja’-woord.

Het echtpaar had vier getuigen meegebracht:

  1. Pieter Johannes van der Heijden (1864-1927), negen en dertig jaar oud, stukadoor van beroep, woonachtig te Voorburg en de broer van de bruidegom.
  2. Gerard Hendrik Groenewegen (1876-?), zes en twintig jaar oud, hofmeester van beroep, woonachtig te Amsterdam en neef van de bruid.
  3. Albert Jozua Tissen (1879-1965), drie en twintig jaar oud, stukadoor van beroep en woonachtig te ’s-Gravenhage.
  4. Heinrich Louis Philip Kilmer (1880-1956), drie en twintig jaar oud, behanger van beroep en woonachtig te ’s-Gravenhage.

Voetnoten

Geboorteakte van Henderijntje Groenewegen (1879-?)

Geboorteakte van Henderijntje Groenewegen (1879-?) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente ‘s-Gravenhage.

Hierboven wordt de geboorteakte van Henderijntje Groenewegen (1879-?) weergegeven.1 Op 19 augustus 1879 verscheen Josephus Marinus Petrus Groenewegen (1855-1935) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente ’s-Gravenhage om aangifte te doen van de geboorte van zijn dochter. De ambtenaar in functie was wethouder François Maximiliaan baron Van der Duyn (1807-1889). Josephus Marinus Petrus was zes en twintig jaar oud en molenaar van beroep. Hij verklaarde dat Henderijntje op 18 augustus 1879 om elf uur in de avond is geboren. Haar moeder was Helena Catharina Christina Talle (1853-1929), zonder beroep. Het echtpaar woonde in ’s-Gravenhage. De aangever had twee getuigen meegebracht: (1) Johannes Martinus Geneste (±1815-1890), vier en zestig jaar oud en zonder beroep, en (2) Dirk van der Tas (1821-1888), zeven en vijftig jaar oud en zonder beroep.

Voetnoten

Overlijdensakte van Karel Johannes van der Heijden (1876-1876)

Overlijdensakte van Karel Johannes van der Heijden (1876-1876) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente ‘s-Gravenhage.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Karel Johannes van der Heijden (1876-1876) weergegeven.1 Op 1 januari 1877 verscheen Hermanus den Hartog (1823-1885) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente ’s-Gravenhage om aangifte te doen van het overlijden van Karel Johannes. De ambtenaar in functie was wethouder Everardus Bonifacius baron Wittert van Hoogland (1798-1881). Hermanus was drie en vijftig jaar oud en bidder van beroep. Hij deed de aangifte samen met Dirk van der Tas (1821-1888), vier en vijftig jaar oud en zonder beroep. Beide getuigen woonden te ’s-Gravenhage. Zij verklaarden dat Karel Johannes op 30 december 1876 om zes uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van twee maanden. Hij was geboren en woonachtig te ’s-Gravenhage.2 Karel Johannes was een zoon van Karel Johannes van der Heijden (1840-1887) en Metje van Meerten (1841-1929).3 Karel Johannes was metselaar van beroep. Het echtpaar woonde te ’s-Gravenhage.

Voetnoten

Overlijdensakte van Franciscus van der Heijden (1879-1953)

Overlijdensakte van Franciscus van der Heijden (1879-1953) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente ‘s-Gravenhage.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Franciscus van der Heijden (1879-1953) weergegeven.1 Op 10 september 1953 verscheen Pieter Gouwens (1881-?) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente ’s-Gravenhage om aangifte te doen van het overlijden van Franciscus. Pieter was een en zeventig jaar oud en zonder beroep. Hij verklaarde dat Franciscus op 9 september 1953 om half vier in de nacht is overleden in de leeftijd van vier en zeventig jaar. Hij was zonder beroep en geboren en woonachtig te ’s-Gravenhage.2 Franciscus was de echtgenoot van Henderijntje Groenewegen (1879-?) en een zoon van wijlen de echtelieden Karel Johannes van der Heijden (1840-1887) en Metje van Meerten (1841-1929).3

Voetnoten

Overlijdensakte van Gijsberta Johanna van der -Heijden (1872-1883)

Overlijdensakte van Gijsberta Johanna van der Heijden (1872-1883) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente ‘s-Gravenhage.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Gijsberta Johanna van der Heijden (1872-1883) weergegeven.1 Op 12 januari 1883 verscheen Jospehus Adrianus Willebrordus Grijseels (1855-1905) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente ’s-Gravenhage om aangifte te doen van het overlijden van Gijsberta Johanna. Josephus Adrianus Willebrordus was zeven en twintig jaar en bidder van beroep. Hij deed de aangifte samen met Frederik Lorié (1830-1916), twee en vijftig jaar oud en bidder van beroep. Beide getuigen woonden te ’s-Gravenhage. Zij verklaarde dat Gijsberta Johanna op 11 januari 1883 om half elf in de ochtend is overleden in de leeftijd van tien jaar. Zij was geboren en woonachtig te ’s-Gravenhage.2 Gijsberta Johanna was een dochter van Karel Johannes van der Heijden (1840-1887) en Metje van Meerten (1841-1929).3 Karel Johannes was stukadoor van beroep en Metje zonder beroep. Het echtpaar woonde te ’s-Gravenhage.

Voetnoten