Home » Dinosaurussen » Onze voorouders zouden dinoplaatjes herkennen

Onze voorouders zouden dinoplaatjes herkennen

Dit artikel is geschreven samen met Jan van Meerten.

Er is niets mis met dinoplaatjes sparen. Je kunt evengoed geloven dat de aarde nog maar een paar duizend jaar jong is.

Deze weken zijn veel kinderen druk in de weer met het verzamelen en ruilen van ‘dinoplaatjes’. Ze maken dankzij Albert Heijn (AH) kennis met diverse soorten dino’s. Groot feest voor de dinoliefhebbers én voor AH zelf natuurlijk. Geef AH eens ongelijk om dino’s als trekker te gebruiken. Het verzamelboek gaat uit van de gedachte dat de dino’s vele miljoenen jaren voor de mens leefden. Kinderen die bij de Bijbel opgroeien, en ouders zullen zich wellicht afvragen hoe dat zit. Er zijn argumenten die ervoor pleiten dat dino’s en mensen gelijktijdig hebben geleefd. Wereldwijd zijn er verhalen, tekeningen, beeldjes en inscripties over draken bekend. In het kasteel van Blois, Frankrijk, bevindt zich bijvoorbeeld een tapijt waarop een draak met jongen te zien is. Een van de drakenjongen komt, afgezien van de vleugels, goed overeen met de Maiasaurus of een andere Hadrosaurus-achtige, een zogenoemde ‘eendensnaveldino’. Hebben de makers van het tapijt (of hun voorouders) deze dieren zelf gezien? Dat is goed mogelijk, al zullen dergelijke afbeeldingen zijn aangevuld met mythische elementen. Zo zijn er talloze andere verhalen en detailtekeningen. Het is op basis hiervan niet onredelijk om te stellen dat mensen dino’s gezien hebben.

Koolstofdatering

Koolstof-14 (14C) is een radioactief element dat langzaam vervalt tot stikstof-14. Ongeveer elke 5730 jaar vervalt de helft van de 14C. Na vijftigduizend jaar is er te weinig over om te dateren en moeten er andere dateringsmethoden gebruikt worden. Dino’s zijn volgens de gangbare theorie 65 miljoen jaar geleden uitgestorven. Dinoresten zullen daarom in theorie geen 14C meer kunnen bevatten. Toch wordt er 14C gevonden in dinobotten. Dat is opmerkelijk. Daarnaast zijn in de overblijfselen van een Tyrannosaurus resten van rode bloedcellen en zacht weefsel aangetroffen en in de hoorn van een Triceratops recent lijkende botcellen. Het is onwaarschijnlijk dat zulke resten miljoenen jaren bewaard zouden kunnen blijven. Deze waarnemingen passen beter bij een tijdsrekening van een jonge aarde.

Behemoth

In de Bijbel zul je het woord ‘dinosaurus’ niet vinden. Dat woord is pas in 1841 bedacht. Diverse geleerden als de oudtestamenticus Mart-Jan Paul en wetenschapshistorica Adrienne Mayor zijn van mening dat vóór die tijd het woord ‘draken’ gebruikt werd. Zo ook in de Bijbel. Daarnaast wordt in Job 40 gesproken over de behemoth, waarvan de beschrijving aan een sauropode (een dino met een lange nek) doet denken. De standaardvertaling ‘nijlpaard’ of ‘olifant’ doet de tekst geweld aan. Dino’s en mensen hebben in dezelfde tijd geleefd; door het lezen van de Bijbel is deze conclusie onvermijdelijk. Dino’s zijn door God geschapen tot meerdere glorie van Hem. Er is daarom niets mis met het sparen van dinoplaatjes, mits je ze in Bijbelse context blijft zien.

Dit artikel is met toestemming van de auteurs overgenomen uit het Nederlands Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, Ree, N. van, 2016, Onze voorouders zouden dinoplaatjes herkennen, Nederlands Dagblad 72 (19.259): 12.