Home » Paleontologie

Categorie archieven: Paleontologie

‘Post-flood diversification model’ – Dr. Marc Surtees past zijn zondvloedmodel toe op tweevoetige voornamelijk vleesetende dinosauriërs

Op de ‘Ninth International Conference on Creationism’ (2023) presenteerde zoöloog dr. Marc Surtees een paleobiogeografie van dinosauriërs.1 Hij noemt zijn model het ‘post-flood diversification model’. In de onderstaande korte video presenteert hij een eerste aanzet voor de verspreiding van de Theropoda, tweevoetige voornamelijk vleesetende dinosauriërs. Aanbevolen!

Voetnoten

In Memoriam: dr. Günter Bechly (1963-2025) – Grote slag, een geliefd en actief ID-paleontoloog overleden

Vandaag kwam het droevige nieuws tot ons dat dr. Günter Bechly, na een tragisch auto-ongeluk om het leven is gekomen. Op 6 januari 2025, Driekoningen, is hij overleden in de leeftijd van 61 jaar. Hij was de laatste jaren van grote betekenis voor de ‘Intelligent Design’-gemeenschap en bouwde aan een heropleving van dit gedachtengoed in Europa. Hij was medeoprichter van het in 2019 gestarte Oostenrijkse ID-centrum, Zentrum für BioKomplexität & NaturTeleologie. En als senior fellow verbonden aan het Discovery Institute in Amerika2 en sprak onlangs nog in Venetië op een ID-congres van de eveneens recent (2022) opgerichte Italiaanse ID-groep CIID.3 Nu is aan het werkzame leven van deze ID-paleontoloog abrupt een einde gekomen. Een groot verlies!

Zijn leven

Dr. Günter Bechly werd op 16 oktober 1963 te Sindelfingen (Baden-Württemberg, Duitsland) geboren. Op zijn website laat hij weten dat hij van jongs af aan een natuurliefhebber is geweest. Hij was geïnteresseerd in wilde dieren, natuur en natuurbehoud. Helaas was hij tot zijn veertigste ook ‘fervent atheïst en materialist’. Maar na een ‘spirituele reis’ van jaren heeft hij, zoals hij het zelf verwoord heeft, uiteindelijk ‘een wereldbeeld van pythagorisch idealisme’ omarmd. Hij verbond zich uiteindelijk aan de Rooms-Katholieke Kerk. Tijdens die ‘spirituele’ reis kwam hij ook in aanraking met de ‘Intelligent Design’-gemeenschap.4 Hij las boeken van bijvoorbeeld dr. Michael Behe en dr. Stephen Meijer en raakte overtuigd van de argumenten van deze gemeenschap. De rest van zijn leven heeft hij daarom gewijd aan het verdedigen, verbeteren en verder uitbouwen van ‘Intelligent Design’. Voor die tijd werkte hij als conservator voor het Natuurhistorisch Museum te Stuttgart en in die hoedanigheid organiseerde hij in 2009, het Darwinjaar, een grote expositie over het leven en werk van Charles Darwin en de impact van zijn evolutietheorie. Hij stuitte tijdens de voorbereiding van deze tentoonstelling ook op boeken van de ID-beweging. Na het lezen van deze boeken hield Bechly zich aanvankelijk openbaar wat op de vlakte, maar in 2015 kwam hij er openlijk voor uit overtuigd geraakt te zijn van de kracht van ‘Intelligent Design’. Dat ging niet zonder slag of stoot. Hij werd afgezet als curator van het Natuurhistorisch Museum én verloor, vanwege een naturalistische lobby, zijn Engelstalige Wikipedia-pagina.5 Daar stond tegenover dat hij warm onthaald werd door de ‘Intelligent Design’-beweging. Tot het moment van overlijden was hij actief als senior wetenschapper voor het Biologic Institute in Redmond, als senior fellow verbonden aan Discovery Institute’s Center for Science and Culture en medeoprichter en voorzitter van het hierboven al genoemde Zentrum für BioKomplexität & NaturTeleologie in Oostenrijk. In het verleden gaf hij ook wel eens lezingen voor de, onder creationisten, bekende Duitse groep Wort und Wissen. Zijn focus lag binnen deze instituten vooral op de paleontologie en hoe aanwijzingen binnen dit vakgebied pleiten vóór teleologie en tégen de neodarwinistische evolutietheorie. Ondergetekende schreef over zijn ommekeer van atheïstisch agnost naar christen een artikel in het aprilnummer 2017 van Weet Magazine.6 Het is overigens de tweede keer in korte tijd dat een sleutelfiguur binnen de ID-gemeenschap is overleden, op 19 september 2024 overleed dr. Jonathan Wells in de leeftijd van 82 jaar.7

Zijn werk

Bechly was een zeer actieve wetenschapper. Voor de website ‘Evolution News & Science Today’ schreef hij vrijwel iedere week een paleontologische bijdrage. Met de serie ‘Fossil Friday’ belichtte hij bijzondere vondsten en controverses binnen de paleontologie. Zijn laatste bijdrage in deze serie, op 3 januari 2025, ging over de discussie onder paleontologen over warmbloedige dieren.8 Ook de lijst met wetenschappelijke publicaties is, ziende op zijn website, indrukwekkend.9 Na zijn verandering bleef hij op academisch niveau publiceren. Zo verscheen er in 2018 van hem, samen met anderen, een hoofdstuk in een academisch boek over het zogenoemde ‘Waiting Time’-probleem met als titel ‘Phase-Type Distribution Approximations of the Waiting Time Until Coordinated Mutations Get Fixed in a Population’. Een ingewikkeld hoofdstuk dat alleen voor ingewijden toegankelijk is. Gelukkig richtte hij zich ook op de student en de geïnteresseerde leek. In de zomer van 2024 hield hij in Cambridge een presentatie over zijn favoriete onderwerp: ‘discontinuïteit in het fossielenbestand’. Volgens Bechly was deze discontinuïteit (onderbrokenheid) in het fossielenbestand een sterke aanwijzing voor Intelligent Design en een sterke afwijzing voor de neodarwiniaanse evolutietheorie.10 Een lezing, of een variant daarop, die hij vaker in het openbaar gehouden heeft.11 Ik herinner mij nog het ID-congres ‘Beyond Materialism: Biology for the 21st Century’ in Cambridge (2016). Ondergetekende was daar op eigen gelegenheid, samen met een medecreationist, naar toe gereisd. We zaten vooraan in de zaal en Bechly was ook aanwezig (hij moest immers spreken), we zaten zelfs naast hem. Toen we kennismaakten bleek dat hij ook een paar woorden over de grens sprak. Spreekt u ook Nederlands, zo vroegen wij hem? ‘Een beetje’, antwoordde hij. Wat bleek, hij was een periode in Suriname geweest. De lezingen die hij hield, een hoofdlezing en een lezing tijdens de parallelsessies, maakten veel indruk op de aanwezigen. Ten slotte werkte hij aan een populairwetenschappelijk boek over hetzelfde onderwerp. Het zou goed zijn, ook voor de studerende generatie, om zijn werk te bundelen in een overzicht. Zodat Bechly nog spreekt nadat hij gestorven is.12

Overlijden en begrafenis

Op 4 januari 2025 liet Bechly zelf weten dat hij in miserabele toestand in het ziekenhuis lag. Kennelijk mocht hij weer naar huis. Van een medecreationist hoorde ik vandaag dat hij gisterenmorgen in Oostenrijk een auto-ongeluk heeft gehad. Hij is aan zijn verwondingen overleden. Bechly laat een vrouw en twee kinderen achter. Groot is het verdriet! De weduwe en haar gezin laten via de kaart weten: “Men is nooit voorbereid op het moment dat het hele leven verandert”. Toch overheerst dankbaarheid voor de jaren die het gezin samen heeft gehad. Bechly ligt opgebaard in ‘Aufbahrungshalle Echsenbach’ (Oostenrijk). Het lichaam wordt op 11 januari 2025 naar zijn laatste rustplaats gebracht.13 Vanaf 10.00 uur wordt er gebeden, om 10.30 uur wordt er afscheid genomen waarna de begrafenisplechtigheid plaats zal vinden. Of deze ook digitaal te volgen is, dat is ondergetekende niet bekend. Het condoleanceregister kan hier getekend worden.14

VERLIES VAN DR. GUNTER BECHLY (1963-2025) BESCHREVEN DOOR VERSCHILLENDE ORGANISATIES

Voetnoten

Een holistische kijk op zondvloedgeologie

Genesis 7 beschrijft de gebeurtenissen die plaatsvonden in het 600ste levensjaar van Noach. De ‘toenmalige wereld’ werd overspoeld door de wateren van een wereldwijde catastrofe. Deze catastrofe vernietigde elk land bewonend en zuurstof ademend wezen dat niet op de ark was (Genesis 7:21-23). Het verwoestte zelfs het droge landoppervlak zelf (Genesis 6:13). Welke geologische aanwijzingen heeft deze catastrofale gebeurtenis achtergelaten?

Veel lekencreationisten denken dat vrijwel alle fossielhoudende gesteenten binnen de geologische kolom gevormd zijn tijdens het zondvloedjaar in de tijd van Noach. Het op deze wijze kijken naar de geologische geschiedenis wordt zondvloedgeologie in zijn traditionele vorm genoemd. Het is een product van veel prominente onderzoekers, vanuit het jongeaardeperspectief, uit de vroege tot midden twintigste eeuw. Voorbeelden hiervan zijn George McCready Price15 en Harold Clark.16 Te denken valt ook aan dr. Henry Morris en dr. John Whitcomb en hun baanbrekende boek uit 1961, ‘The Genesis Flood’.17

Jongeaardepaleontoloog Leonard Brand legt uit18:

“Als we de buiten-bijbelse aanname maken dat alle fossielhoudende geologische afzettingen ontstonden door de zondvloed, dan zijn er veel situaties waarin we geen andere keuze hebben dan hele geologische formaties te interpreteren als afgezet in uren, dagen, of hooguit enkele maanden.”

Dit vormt een potentieel probleem voor zondvloedgeologen. Sommige afzettingen lijken een aanzienlijk langere periode nodig te hebben gehad om te vormen. Niet miljarden of miljoenen jaren, maar toch langer dan een paar maanden. Deze omvatten dinosaurusnesten met zich ontwikkelde embryo’s erin, gefossiliseerde riffen, stromatolieten en verschillende andere zaken.

Zegt de Bijbel dat alle gesteenten en fossielen ontstaan zijn door de zondvloed?

Alleen omdat sommige afzettingen en geologische kenmerken moeilijk lijken te passen binnen een tijdspanne van het zondvloedjaar, betekent uiteindelijk niet dat ze niet tijdens de zondvloed zijn gevormd. Er zijn nog steeds veel onbekende factoren in de uitleg hoe bepaalde geologische formaties zijn ontstaan. Dit geldt vooral voor formaties die geen moderne vergelijking hebben. Het is heel goed mogelijk dat toekomstig onderzoek zou kunnen aantonen hoe veel van deze formaties (alsnog) tijdens de tijdspanne van de zondvloed zijn ontstaan.

We moeten echter voorzichtig zijn en onderscheid maken tussen wat de Bijbel daadwerkelijk zegt en de interpretaties die we aan geologische gegevens geven. De Schrift vertelt ons inderdaad dat de zondvloed in de dagen van Noach catastrofaal en wereldwijd was in zijn omvang. Het presenteert een tijdsbestek van enkele duizenden jaren voor de gehele aardgeschiedenis. De Bijbel geeft echter niet aan dat de hele geologische geschiedenis tijdens het zondvloedjaar is ontstaan.

Een meer ‘holistische’ kijk op geologie

Er is geen reden om de term ‘zondvloedgeologie’ op te geven op basis van het hierboven beschreven begrip. Dr. Joachim Scheven herdefinieert het eenvoudigweg als: ‘de studie van de aardgeschiedenis vanuit het perspectief van de gebeurtenissen die in de Bijbel worden geopenbaard’.19

Sommige jongeaardegeologen stellen voor om een nieuwe term te gebruiken: ‘holistische geologie’. Volgens dr. Brand is dit het uitgangspunt20:

“Er kan uitgebreide geologische activiteit zijn geweest voor en na de zondvloed. De geologische kolom bevat fossielen en sedimenten die zijn geproduceerd door de zondvloed, en ook die zijn geproduceerd door processen die voor en na de zondvloed plaatsvonden.”

Levende stromatolieten in Shark Bay, Australië. Dr. Coulson deed onderzoek naar fossiele stromatolieten (zie tekst hieronder). Bron: Pixabay.

Voor de zondvloed

Interessant genoeg gaat het idee van catastrofisme vóór de zondvloed vooraf aan het concept van ‘zonvloedgeologie’. De Bijbelse geologen van het begin van de 19e eeuw schreven dikke fossielhoudende afzettingen toe aan natuurrampen. Zij geloofden dat aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, tsunami’s en zelfs (regionale) overstromingen plaatsvonden tussen de zondeval (Adam) en de zondvloed (Noach).21 De meeste creationisten verdedigen dit standpunt tegenwoordig niet meer, maar er is hernieuwde belangstelling hiervoor ontstaan bij sommige jongeaardegeologen. Een voorbeeld hiervan is dr. Ken Coulson met zijn onderzoek naar fossiele stromatolieten.22

Na de zondvloed

Een gangbare opvatting onder jongeaardegeologen vandaag de dag is dat gelokaliseerde of bekkenvormige afzettingen, evenals veel van de geomorfologische (aan de oppervlakte liggende) kenmerken van de aarde, na de zondvloed zijn gevormd.23 Onze planeet probeert nog steeds een evenwicht te bereiken na de grootschalige tektonische bewegingen en de wereldwijde overstroming. Grote hoeveelheden sediment werden afgezet in gelokaliseerde gebieden en bekkens. Natuurrampen, zoals grote aardverschuivingen24, begroeven fossielen van planten en dieren. Deze fossielenverzamelingen vertegenwoordigen momentopnames in het herstel van het leven als nasleep van de zondvloed.

Holistische geologie: De beste weg vooruit?

Aangezien er geologische processen actief waren vóór en na de zondvloed, kunnen we niet aannemen dat de zondvloed zélf verantwoordelijk was voor elk gesteente en elk fossiel. Een holistische kijk op geologie kan jongeaardegeologen in een comfortabelere positie brengen om te bepalen hoe individuele geologische formaties zijn ontstaan. Dat terwijl ze trouw blijven aan het Bijbelse tijdsbestek van enkele duizenden jaren. Dr. Brand benadrukt dat jongeaardegeologen niet moeten vasthouden aan één enkel zondvloedmodel. In plaats daarvan zouden ze verschillende modellen25 moeten onderzoeken om te bepalen of individuele geologische formaties zijn ontstaan in de loop van dagen tot maanden. Zoals verwacht kan worden tijdens de zondvloed of in de jaren tot eeuwen voor of na de zondvloed.

Dit artikel is sterk gebaseerd op het artikel over ‘holistische geologie’ van dr. Leonard Brand. Het loont de moeite om dit artikel uitgebreid te bestuderen. Het artikel werd ook gebruikt als één van de basisartikelen tijdens de Geologische Excursie naar Hongarije in 2019.

Deze gastbijdrage is met toestemming van de auteur vertaald en overgenomen van de website New Creation. Het originele artikel is hier te vinden.

Voetnoten

‘Fossil Explosions in the History of Life’ – Dr. Günter Bechly sprak afgelopen zomer in Cambridge

In Augustus 2024 was de paleontoloog dr. Günter Bechly (geen jongeaardecreationist) in Cambridge (Verenigd Koninkrijk) om daar te spreken over ‘Fossil Explosions in the History of Life’. In zijn presentatie liet hij zijn dat de geschiedenis van het leven meerdere zogenoemde fossielenexplosies kent. De meest bekende is de ‘Cambrian Explosion’, maar er zijn er veel meer. Bechly spreekt hier vaker over en mogelijk hebt u al een lezing van hem gezien. Helaas is de lezing in het Engels, maar voor de geïnteresseerden zal dat zeker behapbaar zijn. Veel dank aan de Amerikaanse ID-denktank Discovery Institute voor deze opname.

Zoals gezegd heeft dr. Günter Bechly hier al eerder over gesproken. Deze presentatie is ook op deze website te vinden. Soortgelijke presentatie hield hij in 2016 eveneens in Cambridge. Hier heb ik Bechly voor het eerst ontmoet.

Api vindt een dino – Bespreking van het gelijknamige boek

Api heeft een boek gekregen over dinosaurussen. Das heeft het al drie keer voorgelezen, maar Api kan er geen genoeg van krijgen. ‘Geloof jij dat er zulke grote dieren hebben bestaan?’ vraagt hij. Das knikt. Hij wijst naar een plaat. ‘Kijk maar. Soms worden hun botten opgegraven en als een puzzel weer in elkaar gezet.

Wellicht herkent u dit wel: uw peuter of kleuter die met een dinoboek voor u staat en u smekend vraagt: “Wilt u alstublieft voorlezen?” Voor creationistische ouders valt het vaak niet mee om een geschikt boek te vinden voor deze leeftijd. De meeste prentenboeken over dinosaurussen, die in een openbare bibliotheek te vinden zijn, gaan uit van een naturalistisch wereldbeeld met miljoenen jaren. Het boekje van Tineke van der Stelt, Api vindt een dino, zou u wellicht kunnen helpen. Hoewel het boek niet vanuit een Bijbels wereldbeeld is geschreven, wordt er ook geen melding gemaakt van miljoenen jaren.

Api en Das zijn de hoofdpersonen. Na het voorlezen van het boek gaan zij in de tuin aan het werk. Onder het werken fantaseert Api er lustig op los. Over dino’s die van de aardbeien in de tuin snoepen, over dino’s die eieren stelen en over takken als dinokoppen. Als hij ook nog eens de hark van Das vindt, die lijkt op een klauw, slaat de fantasie helemaal op hol: een graafdino. Maar die staat niet in het dinoboek van Api.

Van der Stelt heeft een leuk boek geschreven voor onze peuters en kleuters. De kinderen leren door het voorlezen van dit boek meer over (het gedrag van) dino’s, bijvoorbeeld dat ze eieren legden en dat er ook vliegende reptielen bestaan hebben. Doordat het boek ‘neutraal’ is geschreven is het ook aan te raden voor creationistische ouders. Het is goed om uw kind te begeleiden bij dit interessante thema en gesprekken te voeren over deze fascinerende beesten.

Dit artikel werd in 2018 geschreven.

‘What Biostratigraphic Continuity Suggests about Earth History’ – Dr. Kurt Wise sprak voor ‘Is Genesis History?’

Geoloog en paleontoloog dr. Kurt Wise was te gast bij ‘Is Genesis History?’ om daar te spreken over fossielen en de aardgeschiedenis. De titel luidt ‘What Biostratigraphic Continuity Suggests about Earth History’. Hieronder wordt, met dank aan ‘Is Genesis History?’, deze lezing weergegeven.

‘Rafting as a Mechanism of Post-Flood Biogeographic Dispersal’ – Dr. Kurt Wise sprak voor ‘Is Genesis History?’

Geoloog en paleontoloog dr. Kurt Wise was te gast bij ‘Is Genesis History?’ om daar te spreken over de biogeografische verspreiding van dieren en planten na de zondvloed. Dit zou mogelijk door middel van drijvende vegetatiematten zijn gegaan. Hieronder wordt, met dank aan ‘Is Genesis History?’, deze lezing weergegeven.

‘Sensatie in de wetenschap: sporen van de Bijbelse zondvloed ontdekt!’ – Drs. Hans Hoogerduijn spreekt D.V. 15 oktober 2024 in Deventer

Het is niet onwaarschijnlijk dat de wereldwijde zondvloed, zoals beschreven in Genesis, sporen heeft achtergelaten op deze planeet. Bovendien verwijzen talloze zondvloedverhalen naar een overstroming van Bijbelse omvang.26 Drs. Hans Hoogerduijn heeft daarom, samen met anderen, het zogenoemde Rekolonisatiemodel (RKM) ontwikkeld. Daar geeft hij dinsdagavond 15 oktober 2024 D.V. een presentatie over voor de groep Logos Deventer, vroeger het bekende Deventer Denkt.27

Een bergmeer in de Hoge Tatras van Slowakije. Bron: Unsplash.

Inhoudelijk

Drs. Hans Hoogerduijn heeft culturele antropologie en geografie gestudeerd. Hij heeft zich zijn leven lang bezig gehouden met geologische literatuur en het bekijken van gevonden geologische verschijnselen in het veld. Daarom voert hij ons tijdens zijn presentatie mee ‘in de wondere wereld van aardlagen en fossielen’. Volgens Hoogerduijn hebben feiten en inzichten over aardlagen en fossielen ‘met elkaar gemeen dat ze uitschreeuwen: eens was er een wereldwijde zondvloed!’ In de lezing gaat de geleerde in op de oorzaken van deze ‘Moeder aller Natuurrampen’. Ook zal deze voormalige aardrijkskundeleraar ingaan op dinosauriërs en met de luisteraars nadenken over hoe deze beesten zijn uitgestorven. “Tijdens de avond draait het om het aantonen van de Bijbelse zondvloed, door middel van aardlagen en fossielen. Wat moet je daarmee? Vertellen ze het verhaal van een miljoenen jaren durende ontstaansgeschiedenis, of spreken ze van onvoorstelbare catastrofes.

Praktisch

De avond is geschikt voor iedereen die geïnteresseerd is in ‘filosofie, theologie en de grote vragen van het bestaan’. Het maakt daarbij niet uit of de luisteraar christen, moslim, scepticus of nieuwsgierige denker is. De organisatie moedigt een open en respectvolle dialoog aan, ‘op basis van de feiten en onderzoeken’. Na de lezing is er daarom gelegenheid om vragen te stellen aan de spreker. De avond vindt plaats in De Ontmoeting Deventer, Nieuwstraat 19-21. De inloop is vanaf half acht in de avond. Om acht uur wil de organisatie de avond beginnen, en deze duurt tot ongeveer half tien. De toegang is gratis, er is een vrijblijvende collecte om de onkosten te dekken. Aanmelden is niet verplicht, maar de organisatie vindt het wel gewenst (dat kan via de in de voetnoot genoemde link).28

Voetnoten

Castorocauda is geen bever! – Een staart als een bever en toch géén bever

Het is goed als er kritische zelfreflectie is onder creationisten. Onjuiste argumenten gaan al snel een eigen leven leiden en worden dan tot het schijnbaar oneindige herhaald. Voor naturalisten (al dan niet theïstisch) is deze schijnbaar eindeloze recycling makkelijk prijsschieten. Dat is jammer! Slechte argumenten zouden verbeterd moeten worden. Onjuiste argumenten zouden niet meer gebruikt moeten worden! Het is daarom goed dat experts onder creationisten eigen argumenten nog eens tegen het licht houden of naturalistische kritiek op de argumenten nog eens zouden wegen. Gelukkig zien we dat af en toe ook gebeuren! Eén voorbeeld van zo’n vondst is een beest dat oppervlakkig wel wat weg heeft van een bever, gevonden in aardlagen van het Jura. Maar dit is geen moderne bever, er zijn namelijk zéér veel en zéér grote verschillen.

Inleiding

Sommige voorstanders van het klassieke scheppingsgeloof meenden dat nu was aangetoond dat er moderne bevers gevonden zijn in het leefgebied van de dinosauriërs. Geologiestudent Christian Ryan schreef een kritisch artikel over deze fossiele Mesozoïsche ‘bever’ voor The New Creation Blog, gesponsord door de makers van Is Genesis History?29 Het misverstand dat het hier gaat om een ‘bever’, blijkt veelvuldig voor te komen. Zoöloog dr. Carl Werner haalt het aan in zijn serie ‘Evolution: the Grand Experience’. Dit lijkt, ziende op de literatuurlijst, ook de bron van de opsomming te zijn in het boek ‘De werken van Zijn handen’ van ir. Bart van den Dikkenberg.30 Dit is koren op de molen van de naturalistische tegenstanders: in het Angelsaksische taalgebied heeft bioloog dr. Joel Duff hierover geschreven en gesproken31, in het Nederlandse taalgebied evolutiebiologe dr. Gerdien de Jong.32 Als we het gevonden fossiel bestuderen dan kan het niet anders zijn, dan dat we moeten concluderen dat het hier zeker niet gaat om een moderne ‘bever’. De enige kenmerkende overeenkomst zou de staart kunnen zijn, maar als die in detail bestudeerd wordt dan zijn daar zelfs verschillen aanwijsbaar. Dit zijn ook de bevindingen van geologiestudent Christian Ryan.33

Vondst

Castorocauda als voorkant van Science. Bron: Science.

In 2006 werd er in het toonaangevende natuurwetenschappelijke tijdschrift Science een fossiel van een zoogdierachtige (docodontan mammaliaform) beschreven.34 Het beest was gevonden in de Jiulongshan Formation in China. Het holotype van het fossiel werd tentoongesteld in het Jinzhou Museum of Paleontology. Het beest kreeg de naam Castorocauda lutrasimilis en werd zelfs op de cover van het genoemde tijdschrift getoond (zie hiernaast). Het fossiel is bijzonder goed bewaard gebleven, zodat de verschillende kenmerken goed te zien zijn. Het fossiel had de grootte van een vogelbekdier en het lijfje was bedekt met een harige vacht, zoals ook kenmerkend is voor veel hedendaagse zoogdieren. Het had een brede, afgeplatte staart met een schubachtige structuur, zoals we ook zien bij moderne bevers. Gefossiliseerde huidresten tussen de tenen van de achterpoten laten zien dat het beest beschikte over zwemvliezen. Het beest zou, ziende op zijn aquatische uiterlijk, een groot deel van de tijd in het water hebben doorgebracht.

De moderne bever (Castor fiber) valt onder de orde Rodentia (knaagdieren). Castorocauda was echter geen knaagdier. Dat kunnen we zien aan het gebit. Het beestje had wel snijtanden, maar deze zijn niet vergroot of beitelvormig. In de bek zijn ook hoektanden aanwezig, terwijl deze ontbreken bij moderne knaagdieren. De kiezen zijn gepunt en naar achteren gebogen, kenmerkend voor dieren die een gladde prooi (zoals vissen) moeten vasthouden. We zien dit bijvoorbeeld bij moderne zeehonden. Het gebit laat zien dat Castorocauda leefde van vissen en ongewervelde in het water levende dieren. Hieruit blijkt dat het beest geen moderne bever, of zelfs een modern knaagdier, is.35 Hoe zit het met de staart? Hoewel de staart qua uiterlijk wel wat weg heeft van een beverstaart zien we dat de botstructuur van de staart anders is. De staartbeenderen van Castorocauda zijn veel breder dan die van een moderne bever. Volgens de onderzoekers heeft de staart meer weg van een moderne rivierotter. We weten niet of Castorocauda zijn jongen voedde met melk. De vacht zou erop kunnen wijzen dat het beest ingedeeld moet worden bij de zoogdieren. Maar het fossiel mist wel een aantal kenmerken om tot de zoogdieren te behoren. Zo zijn de gehoorbeentjes bij Castorocauda vastgehecht aan de onderkaak, terwijl bij zoogdieren de onderkaak één bot bestaat dat niet is vastgehecht aan de gehoorbeentjes. Wetenschappers hebben het beest daarom ingedeeld bij de Docodonta. Docodonten zijn beesten die lijken op zoogdieren (en ook de groep van moderne zoogdieren omvat), maar waarvan niet alle beesten de belangrijkste kenmerken van zoogdieren hebben. Ryan schrijft: “Castorocauda is not a beaver. It is not a beaver-like animal or a rodent. It is a completely different type of animal.” Precies! Volgens Ryan is het ook totaal niet nodig om de ‘Jurassic beaver’-hypthese te verdedigen en leidt dit zelfs tot onnodige uitdagingen voor het klassieke scheppingsgeloof. Het beste is om Castorocauda een zoogdierachtige of een docodont te noemen.

Ten slotte

Het is verstandig dat creationisten het argument dat er bevers gevonden zijn in het leefgebied van de dinosauriërs niet meer gebruiken. Het argument is onjuist en misleidend.36 Blijft staan dat geen enkel natuurwetenschappelijk model zo’n rijke variatie aan zoogdieren en zoogdierachtigen had verwacht, laat staan dat het vooraf werd voorspeld, in het leefgebied van de dinosauriërs. Maar dat is een ander verhaal!

Voetnoten

COLUMN: Het vogelbekdier

Een vogelbekdier is een van de bijzonderste dieren van ons dierenrijk. Samen met de mierenegel (ook al zo’n bijzonder dier) vormen zij de orde van de eierleggende zoogdieren (cloacadieren). Het is ook een grappig beest om te zien: een snavel als een eend en een staart als een bever. Ik schrijf ‘als’ want er zijn zeker grote verschillen te noemen.

Een vogelbekdier legt eieren, tegelijkertijd is het een zoogdier. Ze hebben namelijk melkklieren. De melk komt echter niet uit tepels, maar uit zogenoemde melkvelden. De bekende internetencyclopedie Wikipedia geeft nog meer overeenkomsten met zoogdieren: ‘Ze zijn warmbloedig en hebben een vacht, een onderkaak die uit één bot bestaat en (…) drie gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)‘. Kortom, het beestje indelen bij de zoogdieren is niet vreemd. Het vogelbekdier komt alleen in Oost-Australië en op het eiland Tasmanië voor en is daar veel in het water te vinden.

Een vogelbekdier is ook een gevoelig dier. Het is zeer moeilijk om vogelbekdieren in gevangenschap, zoals in dierentuinen, te houden. De dieren mogen niet als huisdier gehouden worden en de Australische regering heeft export van vogelbekdieren, bijvoorbeeld naar dierentuinen buiten Australië, verboden. Toen reizigers in 2023 een vogelbekdier meenamen in de trein kregen zij daarvoor een flinke boete. Australische dierentuinen en natuurreservaten, zoals het Warrawong Reservaat, hebben wel vogelbekdieren. In het laatstgenoemde reservaat planten zij zich, volgens een schrijver op Beesies, ook met succes voort. Logisch dat we het vogelbekdier in een Nederlandse dierentuin niet tegenkomen!

Dat levert vragen op voor wetenschappers die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof. Want hoe is dat beest in Australië gekomen? Fossielen van vogelbekdierachtigen (Platypoda) worden vooral gevonden in Australië, maar ook in Zuid-Amerika. In 2023 vond met een molaar (kies) van een fossiel vogelbekdierachtige. Het fossiel werd samen met resten van enkele dinosauriërs, schildpadden en slangen gevonden. Dat laat zien dat deze Zuid-Amerikaanse vogelbekdierachtige in het leefgebied van de dinosauriërs leefde. Men dacht altijd dat de specifieke kenmerken van een vogelbekdier ontstaan zijn in Australië en dat het beest daarna zich verspreidde over Australië en Antarctica (toen nog ijsvrij) en Zuid-Amerika. De genoemde nieuwe vondst uit 2023 laat zien dat het ook omgekeerd kan zijn: Zuid-Amerika via Antarctica naar Australië. Sommige wetenschappers die uitgaan van een wereldwijde zondvloed, menen dat ná de zondvloed de continenten nog (deels) aan elkaar zaten. Ten tijde van Peleg (Genesis 10:25) zijn de continenten op hun huidige plaats terechtgekomen, mogelijk als een nawee van de zondvloed. Tussen Noach en Peleg moeten deze vogelbekdieren da via Zuid-Amerika en Antarctica in Australië terechtgekomen zijn.

Niet alleen bij creationisten, maar ook bij naturalisten, is het laatste woord nog niet gezegd over de vogelbekdierverspreiding. Wel kan dit beest gezien worden als een bijzonder schepsel!

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2024, Het vogelbekdier, Om Sions Wil 2024 (15): 15. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2024

COLUMN 1: Het hart.
COLUMN 2: De getijgerde lijmspuiter.
COLUMN 3: Het vogelbekdier.
COLUMN 4: Israël onder de loep.
COLUMN 5: Memento mori.