Home » Evolutietheorie » ‘Ik heb weinig behoefte aan speculatieve alternatieve verklaringen voor het scheppingsgebeuren’ – Interview met prof. dr. Frank van der Duijn Schouten in De Nieuwe Koers

‘Ik heb weinig behoefte aan speculatieve alternatieve verklaringen voor het scheppingsgebeuren’ – Interview met prof. dr. Frank van der Duijn Schouten in De Nieuwe Koers

Sinds oktober 2021 is prof. dr. Frank van der Duijn Schouten interim-voorzitter van het college van bestuur van de Open Universiteit.1 Daarvoor was hij rector magnificus van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hoewel hij de pensioengerechtigde leeftijd al bereikt heeft is er van vertrek uit de wetenschap nog geen sprake. Jasper van den Bovenkamp interviewde hem voor het progressief-christelijke tijdschrift De Nieuwe Koers. Dit lezenswaardige interview hopen we hieronder op de voor ons relevante punten samen te vatten.2

Prof. dr. Frank van der Duijn Schouten studeerde van 1967 tot 1973 wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij promoveerde in 1979 aan de Universiteit Leiden op een proefschrift met als titel ‘Markov Decision Processes with Continuous Time Parameter’.3 Tot 1987 was hij wetenschappelijk medewerker aan de Vrije Universiteit. Vanaf 1987 werd hij hoogleraar Operations Research aan de Katholieke Universiteit Brabant, later Tilburg University. Van 1994 tot 1998 was hij daar decaan van de Faculteit der Economische Wetenschappen. In 1999 werd hij rector magnificus op dezelfde universiteit. In 2013 werd hij rector magnificus aan de Vrije Universiteit. Na zijn emeritaat in 2015 verbond hij zich aan de Erasmus Universiteit en werd daar uiteindelijk rector magnificus. Afgelopen najaar is hij dus overgestapt als interim-decaan naar de Open Universiteit.4

Beangstigende houding

Het interview start met een verwijzing naar een rapport van het Rathenau Instituut. Het rapport becijferde het vertrouwen van Nederlanders in de wetenschap(pers) met een 7,4.5 Van den Bovenkamp verraste dat ziende op de uitingen in de media over wetenschap. Van der Duijn Schouten geeft aan dat (in) de media vaak de extreme geluiden laat horen of gehoord worden. De Twentse universitaire docent Femke Nijboer maakte zich onlangs nog druk om studenten die minder vertrouwen hadden in de wetenschap. Ze vroeg zich, in niet al te nette bewoording, af waarom die studenten überhaupt voor een universitaire studie hadden gekozen als zij zich bijvoorbeeld niet willen laten vaccineren.6 Volgens de voormalig rector magnificus is dat te kort door de bocht. Van der Duijn Schouten: “Mijn eigen vertrouwen in de wetenschap is ook niet onbegrensd. Juist in de wetenschap, zou ik willen benadrukken, worden twijfel en het stellen van vragen positief gewaardeerd. (…) Op basis van het gesprek waarin je met elkaar argumenten uitwisselt, kun je beoordelen in hoeverre die legitiem zijn dan wel gebaseerd op sentiment of een drogreden.” Zelfs in de farmacie, in dit specifieke geval, moet er ruimte blijven voor kritische vragen. “Het onbegrensd vertrouwen in de wetenschap komt mij voor als een beangstigende en niet-wetenschappelijke houding.” De interviewer vraagt nog door op vaccins en corona(maatregelen), maar dat laten we hier rusten.

Blij met wiskunde boven biologie

Van den Bovenkamp brengt in herinnering dat Van der Duijn Schouten in 2015, toen hij nog rector magnificus van de Vrije Universiteit was, een interview had met het Nederlands Dagblad.7 In dat interview gaf hij aan dat hij blij was dat hij destijds voor wiskunde had gekozen en niet voor biologie, ‘want ik weet niet of ik als wetenschapper en gelovige een evenwichtige visie op de schepping had kunnen ontwikkelen’. Had dit te maken met zijn wat gereserveerde houding tegenover de wetenschap? Van der Duijn Schouten:

Ik zou het lastig gevonden hebben om als bioloog dagelijks geconfronteerd te worden met de spanning die er zit tussen de evolutietheorie en het scheppingsverhaal. Om de dominantie van de evolutietheorie kun je als bioloog niet heen; je zult die als een gerespecteerde theorie moeten aanvaarden in je onderzoek. Persoonlijk houd ik in deze discussie graag ruimte voor twijfel. Ik weet niet precies hoe het zit, en waarschijnlijk kom ik het aan deze kant van het graf ook niet te weten. Ik laat me te zijner tijd graag verrassen. Onder andere met deze gevoelens had mijn voorkeur voor wiskunde boven bijvoorbeeld biologie te maken.

Ook had hij weinig behoefte aan de experimenten ‘met die drosophila’s om de wetten van Mendel nog eens te verifiëren’.8 In zijn ogen was dit toch een beetje ‘gepruts’. Ook is hij licht sceptisch op de resultaten van de archeologie of geologie. Van der Duijn Schouten: “Als men tijdens een opgraving ergens wat scherven vindt waarop hele theorieën worden gebaseerd over hoe de mensen in die tijd hebben geleefd, dan denk ik weleens: is het niet een wankel bouwwerk dat je op een paar scherven baseert?” Als er voorzichtig omgegaan zou worden met deze vondsten en nuchter gecommuniceerd zou worden zou de geleerde daar vrede mee hebben. ‘In de communicatie naar het bredere publiek gebeurt het nogal eens dat zo’n theorie gebracht wordt als de nieuwe waarheid, de nieuwe leer. Daar kan het behoorlijk fout gaan’. Als voorbeeld gebruikt Van der Duijn Schouten begraven katten in de achtertuin. “Als daar over duizend jaar gegraven wordt, zou men daarop zeer wel onjuiste conclusies kunnen baseren, bijvoorbeeld dat er een dierenasiel moet hebben gestaan.” In de wiskunde is het dan een stuk makkelijker. “We bijten binnen de wiskunde onze tanden veelal stuk op modellen, zonder dat daaraan onmiddellijk interpretaties van de werkelijkheid verbonden behoeven te worden.” Uiteraard raken levensovertuiging en wiskunde elkaar wel ergens. Van der Duijn Schouten memoreert aan een column van zijn hand in het Reformatorisch Dagblad over het getal pi en Salomo. Het antwoord van de geleerde werd door veel lezers niet in dank afgenomen.9 Hij had namelijk gezegd dat Salomo nog niet op de hoogte was van het feit dat de verhouding tussen de omtrek van een cirkel en haar diameter constant is. Volgens de lezers zou Van der Duijn Schouten denken dat hij hiermee verstandiger was dan Salomo omdat hij meer decimalen van pi kent.10

Evolutietheorie

Van den Bovenkamp vraagt of de geleerde bij het lezen van het bijbelse scheppingsverhaal dezelfde reserves heeft als ten aanzien van de evolutietheorie. Van der Duijn Schouten geeft aan dat de schepping voor hem een mysterie is. ‘Wat zich precies heeft voorgedaan en hoe het allemaal is gebeurd, blijft een mysterie en daarom laat ik daarvoor ruimte’. De voormalig rector magnificus geeft aan geen behoefte te hebben aan ‘speculatieve alternatieve verklaringen voor het scheppingsgebeuren’. Hij verwijst hierbij naar het recent verschenen boek ‘En de aarde bracht voort’ van de systematisch theoloog prof. dr. Gijsbert van den Brink. “Dergelijke verklaringen helpen mij absoluut niet verder in het doorgronden van het mysterie dat de schepping voor mij altijd zal blijven.” Is Van der Duijn Schouten niet bang dat het christelijk geloof als een kaartenhuis in elkaar stort als, in de woorden van de interviewer, ‘op een dag verpletterend wetenschappelijk bewijs de evolutietheorie definitief onweerlegbaar maakt’. Van der Duijn Schouten:

“Nee hoor. Dat laatste zal niet gauw gebeuren, omdat een goede wetenschappelijke theorie altijd zijn eigen begrenzing zal erkennen en ruimte zal laten voor gerede twijfel. En bovendien: het verlossingsverhaal, dat toch de kern is van het evangelie, wordt door mij niet beïnvloed door de wijze waarop de aarde door het Woord precies tot stand is gekomen.”

De voormalig rector magnificus zegt nog meer interessante dingen in het interview, maar daarvoor moet u het interview zelf maar lezen. Voor Van der Duijn Schouten is de schepping een mysterie die we aan deze kant van het graf niet opgelost zullen krijgen. Of de duur van de schepping ook een mysterie is krijgen we in dit interview geen antwoord op. In de Bijbel wordt maar liefst vier keer aangegeven dat God hemel en aarde in zes dagen schiep. De Schrift is daar niet mysterieus over. Hoe het precies op atomisch niveau is gegaan zullen we waarschijnlijk nooit weten, maar er is genoeg geopenbaard om vormen van theïstische evolutie af te kunnen wijzen. Hierboven geeft Van der Duijn Schouten gelukkig ook aan dat hij deze speculatieve alternatieven afwijst. Ook heeft de geleerde terecht bezwaren tegen een sciëntistische houding, de wetenschapper moet zijn beperkingen kennen en ruimte geven aan kritische vragen en wetenschappelijke twijfel. Dit geldt niet alleen voor nieuwe hypothesen en theorieën, maar ook voor de aloude (maar gewijzigde) evolutietheorie.

Voetnoten

  1. Zie: https://www.ou.nl/-/frank-van-der-duijn-schouten-neemt-het-stokje-over-van-karl-dittrich-en-is-de-nieuwe-interim-voorzitter-van-het-college-van-bestuur-van-de-open-universiteit.
  2. Bron: Bovenkamp, J. van den, 2021, ‘Mijn vertrouwen in de wetenschap is niet onbegrensd’, De Nieuwe Koers 2021 (9): 14-21. URL: https://denieuwekoers.nl/artikel/onbegrensd-vertrouwen-in-de-wetenschap-is-een-niet-wetenschappelijke-houding/. Met dank aan een artikel van dr. ir. Jan van der Graaf uit De Waarheidsvriend dat mij hierop attendeerde. Bron daarvan: Graaf, J. van der, 2022, Globaal bekeken, De Waarheidsvriend 110 (5): 21.
  3. Zie hier voor de publicatiegegevens: https://research.vu.nl/en/publications/markov-decision-processes-with-continuous-time-parameter.
  4. Deze persoonsgegevens heb ik o.a. overgenomen van Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Frank_van_der_Duyn_Schouten.
  5. Zie hier voor wat meer gegevens: https://www.rathenau.nl/nl/wetenschap-balans/vertrouwen-van-nederlanders-wetenschap-enquete-2021.
  6. Zie bijvoorbeeld Tubantia: https://www.tubantia.nl/enschede/zonder-vaccinatie-zijn-studenten-bij-ut-docente-femke-nijboer-niet-meer-welkom-in-de-collegebanken~af692c52.
  7. Het interview is hier te vinden: https://www.nd.nl/nieuws/nederland/597076/vu-rector-tussen-stamkroeg-en-stamkerk. Toen keek hij nog overigens anders aan tegen het theïstisch evolutionisme van Gijsbert van den Brink. Hij noemt het in het interview een op ‘evenwichtige wijze’ verbinden van evolutie en scheppingsgeloof.
  8. Drosophila’s zijn kleine vliegjes, in de volksmond meestal ‘fruitvliegjes’ genoemd: https://nl.wikipedia.org/wiki/Drosophila_(dier). De bekende dr. Willem J. Ouweneel promoveerde in 1970 op deze vliegjes aan de Universiteit Utrecht. Zijn proefschrift kreeg de titel ‘Genetics, Morphology, and Development of Homoeotic Wing Tissue in the Eye of Drosophila melanogaster
  9. Om welke column het gaat is de auteur onbekend.
  10. Overigens zijn er meer oplossingen mogelijk dan Salomo onkunde in de schoenen te schuiven of een fout in de Bijbel aan te wijzen. Zie de vraagbeantwoording van ir. Gert-Jan van Heugten in Weet Magazine. Dit antwoord verscheen later op de website van Logos Instituut: https://logos.nl/kende-salomo-het-getal-pi-niet/.