Time Magazine heeft deze week een coverstory over Colossal Biosciences en hun voortgang op het gebied van onderzoek naar de-extinctie, {het ongedaan maken van de uitsterving van een soort}.1 In het artikel wordt herhaaldelijk beweerd dat de drie onlangs geboren wolvenwelpen reuzenwolven {Aenocyon dirus} zijn. Dit ondanks dat het artikel zelf genoeg informatie geeft om die bewering ondubbelzinnig te weerleggen. Ik erken dat dit een indrukwekkend onderzoeksproject is en dat deze dieren kenmerken vertonen die mogelijk lijken op die van reuzenwolven. Ook zal de technologie die ontwikkeld wordt belangrijke toekomstige toepassingen bevatten. Maar de dieren die {de onderzoekers} hebben voortgebracht zijn geen reuzenwolven.

Reuzenwolven zijn uitgestorven hondachtigen die leefden in Noord-Amerika en bekend zijn geworden van fossielen die overal op het continent zijn aangetroffen, met name in de beroemde La Brea-teerputten (Californië). Het waren grote dieren, mogelijk zelfs {tot} twee keer zo zwaar als de grijze wolf {Canis lupus}. {Het soort} stierf uit samen met andere grote Amerikaanse roofdieren, zoals de Amerikaanse {holen}leeuw {Panthera atrox} en de Kortsnuitbeer {Arctodus simus}. {Reuzenwolven} waren bovendien veelvoorkomend: in La Brea overtreffen fossielen van de reuzenwolf die van de grijze wolven, met een verhouding van 1 op 100. {Dus 100 fossielen van de reuzenwolf tegenover 1 fossiel van de grijze wolf.}
Eerder hebben sommige paleontologen gesuggereerd dat er een nauwe verwantschap bestaat tussen de reuzenwolf en de grijze wolf, maar genoomsequencing van skeletresten van de reuzenwolf heeft laten zien dat de reuzenwolf niet nauwer verwant is aan de grijze wolf, dan {dat het verwant is} aan coyotes en jakhalzen.2 De genomen van al deze hondachtigen vertonen veel overeenkomsten, maar er zijn belangrijke verschillen die de reuzenwolf uniek maken. Nog belangrijker is dat het genoom van de reuzenwolf geen tekenen van introgressie, {een proces waarbij genetisch materiaal van de ene soort wordt opgenomen in de genenpool van een andere soort}, vertoont in de genomen van moderne hondachtigen. Dat betekent dat ze niet hybridiseerden. Moderne hondachtigen, zoals coyotes en grijze wolven hybridiseren vaak genoeg om tekenen van introgressie in hun genomen te vinden. Hierbij worden genen die oorspronkelijk tot de ene soort behoren in de andere soort aangetroffen. Bij reuzenwolven is dat echter niet het geval. Hieruit kunnen we concluderen dat reuzenwolven voldoende verschillend waren van andere Amerikaanse hondachtigen om te hybridiseren.
Het team van Colossal Biosciences heeft cellen afgenomen van een volwassen grijze wolf en vervolgens 14 van zijn genen aangepast. Daarna hebben ze deze gemodificeerde cellen gekloond. Ze rapporteren drie succesvolle geboortes, waarvan er twee {pups} oud genoeg zijn om enkele {voor grijze wolven} ongebruikelijke eigenschappen te laten zien, zoals de kleur, grote lichaamsmassa en kennelijk eigenaardige vocalisaties (zoals altijd moeten deze claims met een korreltje zout worden genomen, aangezien ik geen wolvenexpert ben en geen toegang heb tot deze dieren om deze claims te verifiëren). Ik twijfel er niet aan dat deze 14 genen specifiek zijn gekozen om te correleren met deze eigenschappen. Ze wilden een wolf creëren die zich onderscheidt van de typisch grijze wolf, en daarin zijn ze geslaagd.
Maar het zijn geen reuzenwolven. Waarom niet? Het genoom van zoogdieren bevat tienduizenden genen. Velen daarvan zijn identiek bij diverse zoogdiersoorten, maar de meesten kennen duidelijke verschillen die het bijvoorbeeld mogelijk maken om een wolven-gen van een coyote-gen te onderscheiden. Hoewel wetenschappers al geruime tijd werken aan het ontdekken van de relaties tussen de genen en het uiterlijk van een dier, hebben we nog steeds een slechts zeer gebrekkig inzicht hierin. We kunnen misschien iets zeggen over vachtkleur en lichaamsmassa, maar het volledige geheel van wat een reuzenwolf {genetisch} onderscheidt van een grijze wolf is lang niet goed bekend.
Het vervangen van het complete genoom van een grijze wolf in dat van een reuzenwolf, zou een lang en duur proces zijn. Daarom hebben ze natuurlijk een stap overgeslagen en zich gericht op wat zij, {de onderzoekers}, beschouwen als dé essentiële verschillen die het dier er anders uit zouden laten zien dan een grijze wolf, en {er zelfs voor zou kunnen zorgen dat} het dier zich anders zou gedragen of anders zou klinken. Maar wat ze hebben gecreëerd zijn grijze wolven met enkele eigenschappen die mogelijk, op een bepaalde wijze, de eigenschappen van een reuzenwolf weerspiegelen. We kunnen daar niet eens zeker van zijn, omdat we geen levende reuzenwolven hebben ter vergelijking. We kunnen er wel zeker van zijn dat ze geen ‘nieuwe’ reuzenwolven hebben gecreëerd.
Ter analogie: stel je voor dat je een leeuw neemt en zijn genoom aanpast zodat 14 genen overeenkomen met de genen van een cheeta. Niemand die bij zijn volle verstand is, zou verwachten dat die katten, {de welpen}, cheeta’s zijn. We zouden zeggen dat het leeuwen zijn met enkele cheetagenen. Misschien is hun kleur anders of gedragen ze zich anders, maar het zijn geen cheeta’s. Het zijn volledige nieuwe wezens die nooit eerder hebben bestaan. Dat is precies wat Colossal Biosciences hier heeft gedaan.
Ze brachten dit punt {ook} naar voren in het Time-artikel en de reactie van hun Chief Science Officer Beth Shapiro is typisch marketingtaal:
“Onze mammoeten en reuzenwolven zijn mammoeten en reuzenwolven volgens die definitie”, zet Shapiro. “Ze hebben de belangrijkste eigenschappen dat dat organisme uniek maken”
De definitie waar ze het over heeft, is het hebben van genetische eigenschappen die overeenkomen met de uitgestorven soort. Maar dit is onzinnig. We kunnen menselijke genen in muizen plaatsen, net zoals Colossal Biosciences mammoetgenen in muizen heeft geplaatst. Maar dat maakt die muizen geen mensen of mammoeten. Het zijn gewoon muizen met vreemde genen. Alleen omdat we een paar genen van een {specifieke} soort in een ‘nauw verwante’ soort plaatsen, verandert dit de ontvangende soort niet in de oorspronkelijke soort. Een betere vergelijking zou Disney Imagineering zijn, maar in plaats van onhandige robots die enigszins lijken op uitgestorven soorten, krijgen we nu levende dieren die enigszins lijken op uitgestorven soorten.
Dat betekent echter niet dat de technologie die ze ontwikkelen niet nuttig of zelfs belangrijk zou kunnen zijn. Het werk dat ze doen met rode wolven {Canis rufus} is echt intrigerend: ze nemen verloren {gegane} genen uit {eerdere} populaties van de rode wolf en manipuleren {deze} rode wolven genetisch met die genen om zo de genenpool van de rode wolf te versterken. Dat zou werkelijk impact kunnen hebben op de versterkingen van het natuurbehoud van de rode wolf. Het maakt gebruik van dezelfde technologie als die van de pseudo-reuzenwolven.
Maar deze pseudo-reuzenwolven zijn een slimme marketingtruc die de cover van Time heeft gehaald. Het zijn schattige puppy’s, en mensen kennen deze uit {de fantasy-televisieserie} Game of Thrones. {Dit nieuws} heeft Colossal {Biosciences} veel aandacht bezorgd en het heeft de investeerders ongetwijfeld tevreden gesteld. Dit zijn echter volledig nieuwe dieren die heel weinig gemeen hebben met echte reuzenwolven.
Noot van de redactie: De tekst tussen accolades, hierboven, is door de vertaler toegevoegd om het leesbaar te maken of te verduidelijken. Naast dat het geen reuzenwolf is moet er ook gesproken worden over de ethische consequenties van een dergelijk sleutelen aan genen.
Dit artikel is met toestemming van de auteur vertaald en overgenomen van zijn website. Het originele artikel is hier te vinden