Home » Biologie

Categorie archieven: Biologie

Stop de sluipwesp (1) Een drieluik over de uitdagende vraag van de sluipwesp

Graag schrijf ik een reactie op een gedeelte van de blog genaamd “Uitdagende Vragen”. Hierin stelt een collega allerlei kritische vragen bij het christelijk geloof. We hebben samen een goed gesprek gehad, en ik weet dat deze collega bioloog deze vragen niet stelt omdat hij eventjes lekker wil afgeven op het geloof waarmee hij is opgevoed, maar deze vragen ook echt meent. Ik ga niet in op alle aspecten van de betrouwbaarheid van de Bijbel, omdat ik geen theoloog ben. We kunnen als niet-theologen wel proberen om theologische redenaties te volgen, maar vaak is het dan een kwestie van: Wie je zou willen geloven?1

Een soort binnen de Gewone sluipwespen (Ichneumonidae). Bron: Pixabay.

Een uitdagende vraag die ik wel graag van een antwoord zou willen proberen te voorzien is de volgende:

“Is Gods schepping echt zo prachtig en getuigend van Hem? Of: Hoe wespen Gods karakter illustreren.”

In dit voorbeeld volgt de auteur de denktrant van Charles Darwin. Darwin kon het zich niet voorstellen dat een goede almachtige God zulke dieren als sluipwespen zou hebben geschapen. Of zoals AJ citeert:

“I cannot persuade myself that a beneficent and omnipotent God would have designedly created the Ichneumonidae with the express intention of their feeding within the living bodies of caterpillars (…)” (Darwin, 1860).

Sluipwespen zijn zeer gespecialiseerde insecten waarvan het vrouwtje voor de voortplanting afhankelijk is van andere insecten. Het vrouwtje zoekt deze insecten op en legt er met behulp van een legboor eitjes in. Deze eitjes ontwikkelen zich tot larven die het levende insect, bijvoorbeeld een rups of bladluis, langzaam, maar zeker, opeten zonder het in eerste instantie te doden. Uiteindelijk gaat de rups dood en komen de wespenlarfjes uit de rups. Deze verpoppen zich en de cirkel is rond: er ontstaan weer (nieuwe) volwassen sluipwespjes, klaar voor de paring.

AJ vindt dit een gruwelijk gebeuren, net zoals het beeld van een leeuw die een prachtige gazelle verslindt. Het heeft misschien mooie kanten, maar het is uiteindelijk gruwelijk van aard. AJ vindt het verschrikkelijk.

Hier is heel veel op te zeggen. Ik zou graag willen beginnen met de reikwijdte van deze stelling te bekijken. Het woord “gruwelijk” kan een onbepaald woord zijn, dat alleen maar de betekenis heeft van “heel erg”. Iets is dan “gruwelijk lekker” of “gruwelijk groot”. Ik denk dat het woord in dit verhaal niet op deze wijze wordt gebruikt. In dit verhaal betekent het woord “gruwelijk” zoiets als “heel erg fout”. Moreel verkeerd, dus. Als we iets gruwelijk vinden, dan kan het iets zijn dat ver van ons af staat en waar we weinig aan kunnen doen. Daar zijn we niet verantwoordelijk voor. Zo kunnen we met afgrijzen zien welke gruwelijkheden zich hebben voorgedaan in de Syrische gevangenissen van Assad, en daar ons afgrijzen over uitspreken. Maar wij persoonlijk kunnen daar weinig aan doen en zijn ook niet verantwoordelijk. Dat is anders als we wel een beslissende factor zijn in, of aanleiding zijn voor, gruwelijkheden die plaats vinden en we kunnen het voorkomen. Dan zijn we verantwoordelijk. Als we kunnen beslissen of iets gruwelijks plaats vindt of niet, dan hebben we ook de plicht om dit gruwelijke tegen te houden. Erger is het nog dat wij zelf iets gruwelijks doen, waarvan we weten dat het gruwelijk is. Dat is moreel gezien wel een heel foute zaak. We zien wel dat leeuwen in het wild prachtige antilopen verslinden. Maar in de situatie waarin wij bepalen wat leeuwen eten, in de dierentuin dus, zullen we geen levende antilopen voor de leeuwen gooien. Dat vinden we in Nederland moreel niet verantwoord. Persoonlijk denk ik, dat dit terecht is.

Dit geldt ook voor sluipwespen. Voor het gedrag van sluipwespen in de natuur zijn we niet verantwoordelijk. Maar als we zelf sluipwespen houden en die gebruiken met het doel om daarmee rupsen uit de weg te ruimen, dan zijn we persoonlijk verantwoordelijk voor dat gedrag dat we gruwelijk vinden. We zijn dan zelf schuldig aan deze gruwelen. Het is bij veel mensen niet bekend, maar sluipwespen worden in de plantenteelt in Nederland in astronomische aantallen gebruikt om schadelijke insecten uit de weg te ruimen. Dit is biologische bestrijding. Plantentelers kunnen speciaal ervoor gekweekte sluipwespen bestellen. Die sluipwespen zijn ook bij opfokken gekweekt. Hoe? …Juist… op diezelfde soort rupsen. Dat is de enige manier om er grote aantallen van te krijgen. Dit gebeurt niet met miljoenen, maar met aantallen van miljarden sluipwespen, die ook miljarden rupsen parasiteren en levend van binnenuit opeten. Het produceren en gebruiken van sluipwespen is een miljoenenindustrie. Als dit gruwelijk is, dan moet dit stoppen. Geen biologische bestrijding meer via sluipwespen. Dan moeten we de rupsen maar op een andere manier proberen te bestrijden. Het is onze morele plicht om gruwelen een halt toe te roepen.

Voetnoten

Engelstalige biologiefachtagung Wort und Wissen gaat dit jaar (2025) over snelle soortvorming

Om het jaar wordt er door de Duitse creationistische organisatie Wort und Wissen een Engelstalige biologiefachtagung georganiseerd.2 Op deze fachtagungen komen biologen samen om na te denken over diverse thema’s. Dit jaar is het hoofdthema snelle soortvorming. De komende biologiefachtagung hoopt plaats te vinden van 28 maart 2025 (vanaf 18:00 uur) tot 30 maart 2025 (tot 13:00 uur) D.V.3

Inhoud van de conferentie

De organisatie is in handen van dr. Boris Schmidtgall en dr. Peter Borger. De voertaal op de fachtagung is, anders dan vorig jaar, Engels. De organisatoren hebben weer een interessant programma samengesteld. Sprekers zijn, op de volgorde die door de organisatie wordt aangeboden: drs. Tom Zoutewelle, Ruben Jorritsma (MSc.), dr. Peter Borger, Tom Aalto (MA), dr. Nigel Crompton en dr. Robert Carter. Carter is als speciale gast aanwezig en houdt twee presentaties.4 De lezing van drs. Tom Zoutewelle heeft als titel ‘Why do we need a rapid speciation model?’ Ruben Jorritsma (MSc.) spreekt over ‘Does evolution adequately explain functional endogenous retroviruses?’ Organisator dr. Peter Borger spreekt zelf ook, over ‘Variation-Inducing Genetic Elements’.5 Tom Aalto (MA) spreekt over epigenetische processen onder de titel ‘Epigenetic Information Layers and Metadata in the Variation of Created Kinds’.6 Dr. Nigel Crompton is aanwezig om te spreken over Mendeliaanse genetica, ‘Mendelian Speciation: his Law of Population Development and the role of Genetic Drift’.7 Tenslotte wordt dr. Robert Carter genoemd. Hij spreekt, in twee lezingen, over ‘The Braided Baramin Concept’. Zo te zien zal het weer een interessante biologiefachtagung worden.

Praktische informatie

De conferentie hoopt plaats te vinden in Freizeitheim Friolzheim (Baden-Württemberg). De deelnamekosten zijn 140 euro. Promovendi betalen 100 euro, studenten 80 euro. EZ-Zuschlag is 25 euro, bedlinnen kost 7 euro (of kan de bezoeker zelf meenemen). Aanmelden kan via de website van Wort und Wissen. Op die pagina is ook meer informatie te vinden en de mogelijkheid om contact op te nemen met de organisatie.8

Voetnoten

The First Nordic Creation Research Conference (4) Dr. Nigel Crompton – Mendelian Speciation and the Origin of Species

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Nigel Crompton een lezing over de Mendeliaanse genetica. Zijn lezing had als titel ‘Mendelian Speciation and the Origin of Species’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.

‘Chimp and Human (Dis)similarities’ – Dr. Robert Carter sprak voor de livestream van Logos Research Associates

Spreken over verschillen en overeenkomsten tussen de chimpansee en de mens, kan leiden tot een verhit debat. Dat ervaarden we eind 2024 nog na plaatsing van een artikel van dr. Peter Borger over het y-chromosoom.9 Gisteren was (marien) bioloog dr. Robert Carter te gast in de livestream van Logos Research Associates. Dr. Robert Carter heeft zich de afgelopen jaren intensief beziggehouden met (vooral) de genetische verschillen tussen chimpansees en mensen. Met dank aan LRA voor de lezing.

Deze samenvatting werd onder de video geplaatst:

“The genetic similarity of humans and chimpanzees has long been championed as evidence for evolution. The newest gene sequences tell us that, indeed, there are long stretches of highly similar DNA between us. On the other hand, there are areas with very poor similarity and some regions that are not even comparable. In the end, the question is not about percent similarity (which will be below 95%). Instead, the question is, “How many mutational changes are necessary to explain these differences in (an assumed) 6.5 million years?” They simply might not have enough time.”

Voetnoten

De ‘1%-mythe’ opnieuw als onjuist aangetoond – Nieuwe ontdekkingen tonen verrassende verschillen tussen het Y-chromosoom van de mens en de chimpansee

Er wordt vaak aangenomen dat nauw verwante soorten, zeer vergelijkbaar DNA moeten hebben plus vergelijkbare structurele samenstelling van de chromosomen. Binnen de evolutiebiologie is de verwachting van vergelijkbare DNA-sequenties gebaseerd op de aanname dat mensen en chimpansees afstammen van een gemeenschappelijke afstamming. Vanuit het scheppingsperspectief bestaat deze verwachting alleen binnen de basistypen (‘geschapen soorten’). Hoe minder verschillen er in de chromosomen aanwezig zijn, hoe meer dit de evolutietheorie zou ondersteunen. Terwijl aanzienlijke verschillen geïnterpreteerd zouden kunnen worden als aanwijzing voor de onafhankelijke schepping van soorten. Dit laatste is van toepassing op het Y-chromosoom van mensen en chimpansees, dat duidelijke onderlinge verschillen vertoont. Dit is al enige tijd bekend en werd onlangs bevestigd door nieuwe gegevens. Het blijkt opnieuw dat de genetische afwijking tussen mensen en chimpansees veel groter is dan vaak wordt aangenomen. De ‘1%-mythe’ (Cohen 2007), volgens welke mens en chimpansee slechts in ongeveer 1% van hun genetisch materiaal verschillen, is daarmee opnieuw weerlegd.

Het menselijk genoom bestaat uit 46 chromosomen, verdeeld over 23 paren. Waaronder 22 paren autosomen en één paar geslachtschromosomen (XX bij vrouwen en XY bij mannen). Ter vergelijking hebben chimpansees 48 chromosomen, gegroepeerd in 24 paren, inclusief XX en XY (zoals bij mensen). De geslachtschromosomen zijn cruciaal voor de geslachtsbepaling, waarbij het Y-chromosoom verantwoordelijk is voor de mannelijke ontwikkeling en het X-chromosoom overeenkomstig voor de vrouwelijke ontwikkeling.

Volgens de evolutietheorie hebben de X- en Y-geslachtschromosomen bij zoogdieren zich ongeveer 170 miljoen jaar geleden ontwikkeld uit gewone chromosomen (Veyrunes et al. 2008). Het X-chromosoom zou grotendeels zijn genen hebben behouden, terwijl het Y-chromosoom aanzienlijke veranderingen zou hebben ondergaan (Hughes et al. 2010). Deze veranderingen omvatten:

  1. Het verlies van vermogen om genen uit te wisselen met het X-chromosoom.
  2. Een afname in grootte.
  3. Een opeenhoping van mutaties.

Dankzij geavanceerde sequentietechnieken kunnen onderzoekers nu de geslachtschromosomen van mensen en verschillende apensoorten volledig analyseren. Dit maakt nieuwe inzichten mogelijk in de verschillen en overeenkomsten tussen deze chromosomen.

In 2010 werden de Y-chromosomen van mensen en chimpansees met grote nauwkeurigheid gesequenced (Hughes et al. 2010; vgl. Binder 2010). Daarbij bleek dat de genetische en structurele verschillen in de zogenaamde MSY-sequentie, die de specifiek mannelijke regio vertegenwoordigt, enorm zijn. Verspreid over de gehele menselijke MSY-regio zijn er 27 verschillende genfamilies (78 genen), terwijl chimpansees slechts 18 verschillende genfamilies hebben (37 genen). In het Y-chromosoom van de mens is dus andere biologische informatie aanwezig, dat wil zeggen genen die alleen bij de mens voorkomen en die een rol lijken te spelen bij de ontwikkeling van de testikels. De auteurs vatten hun resultaten als volgt samen (Hughes 2010):

“Het verschil in de MSY-geninhoud (geslachtsspecifiek) tussen chimpansees en mensen is eerder vergelijkbaar met het verschil in autosomale geninhoud tussen kip en mens, na een scheiding van 310 miljoen jaar.”

In een recent gepubliceerde studie werden met behulp van de zogenaamde telomeer-tot-telomeer-methode (die een volledige sequentiebepaling van de X- en Y-chromosomen van begin tot eind zonder hiaten mogelijk maakt) de X- en Y-chromosomen van vijf grote apensoorten (bonobo, chimpansee, westelijke laaglandgorilla, Borneo orang-oetan en Sumatraanse orang-oetan) en van een kleine aap (siamang) in kaart gebracht en werd de complexiteit van hun samenstelling opgehelderd (Makova et al. 2024).

Het opmerkelijkste verschil tussen de Y-chromosomen van mensen en chimpansees ligt in de grootte en geninhoud ervan (Makova et al. 2024). Bij de mens bevat het Y-chromosoom ongeveer 106 genen die noodzakelijk zijn voor verschillende functies, waaronder genen die verantwoordelijk zijn voor de spermaproductie en de mannelijke geslachtsontwikkeling. Bovendien vindt men zogenoemde palindromische sequenties (‘spiegelsequenties’) in het Y-chromosoom, die bijzonder belangrijk zijn omdat ze bijdragen aan het stabiliseren van genetische informatie en het minimaliseren van de effecten van schadelijke mutaties (Hughes et al. 2010; Makova et al. 2024). De volledige, hoge-resolutie sequentiebepaling van het menselijke Y-chromosoom toont aan dat slechts 26 procent van de sequenties overeenkomt met die van de chimpansee (Makova et al. 2024). Bij het mannelijke Y-chromosoom bedraagt het verschil dus een aanzienlijke 74 procent.

In vergelijking met de chimpansee is het menselijke Y-chromosoom kleiner en omvat het ongeveer 62 miljoen basenparen, terwijl het Y-chromosoom van de chimpansee ongeveer 70 miljoen basenparen heeft, maar minder genen bevat. Bovendien vertoont het Y-chromosoom van de chimpansee sterke structurele veranderingen. Het Y-chromosoom van de chimpansee heeft bijvoorbeeld een groter aantal zogenoemde ‘ampliconische regio’s’- secties met meerdere gen-kopieën, een redundantie die mogelijk ten grondslag ligt aan bepaalde chimpansee-specifieke functies in de voortplanting en/of seksueel-divergente kenmerken. Deze bevindingen illustreren dat het Y-chromosoom, ook al is het een klein deel van het genoom dat vaak herhalingen vertoont, op unieke wijze is ontworpen. De uniciteit van de twee verschillende soorten zou cruciaal kunnen zijn voor het behoud van specifieke functies in het mannelijke organisme, vooral in verband met de verschillende reproductieve eisen.

Wat kan er op basis van de grote verschillen tussen de Y-chromosomen van mensen en apen, evenals over de complexiteit van hun structuren en functies, geconcludeerd worden over hun oorsprong? Vanuit het perspectief van de evolutietheorie worden ze gezien als bewijs dat soorten zich in de loop van de tijd aanpassen en genetisch divergeren. De aanzienlijke verschillen in de Y-chromosomen zouden dan echter onafhankelijk en supersnel moeten zijn ontstaan. Hierbij moet worden opgemerkt dat evolutiebiologen menen dat hiervoor maximaal 5 tot 7 miljoen jaar tijd beschikbaar voor zou zijn geweest. De verstreken tijd sinds chimpansees en mensen zouden zijn afgesplitst van een gemeenschappelijke voorouder. In dit geval zouden ze echter tegelijkertijd het resultaat zijn van toevallige mutaties en natuurlijke selectieprocessen, wat een langdurig en onwaarschijnlijk proces is (Sanford et al. 2017).

Vanuit het perspectief van de scheppingswetenschap worden de geslachtschromosomen niet simpelweg beschouwd als het resultaat van een lang evolutionair proces, maar eerder als aanwijzing voor een doelgerichte schepping die de aanzienlijke verschillen tussen verschillende soorten verklaart. De aanwezigheid van dezelfde genen in het X-chromosoom zouden kunnen worden gezien als een aanwijzing voor vergelijkbare functionaliteit. Terwijl de significante unieke kenmerken in het Y-chromosoom geïnterpreteerd zouden kunnen worden als onderdeel van het ontwerp voor geslachts-specifieke functies. De genetische bevindingen stellen de aanname ter discussie dat geslachtschromosomen in nauw verwante soorten op elkaar zouden moeten lijken. Ten minste het Y-chromosoom zou geïnterpreteerd kunnen worden als aanwijzing voor verschillende oorsprongen en Goddelijk Design.

Het is niet de eerste keer dat dr. Peter Borger zich heeft beziggehouden met de genetische verschillen tussen chimpansees en mensen. In 2021 hield hij hierover een presentatie op een Nederlands congres. Deze presentatie werd opgenomen en is hier terug te kijken.

Bronnen

Cohen J (2007) Relative differences: the myth of 1 %. Science 316, 1836.

Binder H (2010) Wie ähnlich sind Mensch und Schimpanse? Neue Daten zum Y-Chromosom. Stud. Integr. J. 17, 45–47.

Hughes JF, Skaletsky H, Pyntikova T et al. (2010) Chimpanzee and human Y chromosomes are remarkably divergent in structure and gene content. Nature 463, 536–539.

Makova KD, Pickett BD, Harris RS et al. (2024) The complete sequence and comparative analysis of ape sex chromosomes. Nature 630, 401–411, doi: 10.1038/s41586-024-07473-2.

Sanford J, Brewer W, Smith F & Baumgardner J (2015) The waiting time problem in a model hominin population. Theor. Biol. Med. Model 12:18, doi: 10.1186/s12976-015-0016-z.

Veyrunes F, Waters PD, Miethke P et al. (2008) Bird-like sex chromosomes of platypus imply recent origin of mammal sex chromosomes. Genome Res. 18, 965–973, doi: 10.1101/gr.7101908.

Deze gastbijdrage is met toestemming van de auteur vertaald en overgenomen van de website GenesisNet. Het originele artikel is hier te vinden.

Kritische beschouwing evolutietheorie (als het grote verhaal) ontbreekt – Altenoweb kraakt Radix-artikel

Onlangs viel de nieuwe Radix, het blad van ForumC, op de mat. Daarin stond een artikel van de Wageningse hoogleraar prof. dr. Duur Aanen over de evolutietheorie, als grote verhaal binnen de biologie.10 De auteur van Altenoweb is kritisch op het artikel. Hij meent dat een kritische beschouwing van de evolutietheorie, als grote verhaal, ontbreekt. Iets wat de auteur wel had verwacht in een ‘filosofisch’ blad als Radix.11

Zelf neemt de auteur van Altenoweb, die anoniem wil blijven, een middenpositie in tussen het zogenoemde jongeaardecreationisme en theïstisch evolutionisme.12 Je zou de auteur kunnen classificeren als een neocalvinistische ID’er. Positief over Intelligent Ontwerp, kritisch naar de theorie van Universele Gemeenschappelijke Afstamming. Alteno is ‘een bezige bij’, iedere dag verschijnt er wel een artikel over dit thema op Altenoweb. Deze week dus ook een kritische noot bij het Radix-artikel van Aanen.13

Nothing in biology…

Alteno had verwacht dat er een kritische beschouwing in Radix zou komen over de evolutietheorie als grote verhaal, zeker in ‘een filosofisch blad zoals Radix’.14 De auteur ziet dat dit verhaal, anders dan de andere negentiende-eeuwse verhalen, nog stevig lijkt te staan. In het artikel van dr. Aanen ontbreekt deze kritische beschouwing in ieder geval.15 Dit was ook niet de oproep van de Radix-redactie, zo ziet de auteur. Volgens Aanen kan niemand meer om de evolutietheorie als groot verhaal heen. Hij verwijst daarbij naar een uitspraak van de bekende theïstische evolutionist Dobzhansky. Aanen wijst erop dat Darwin eigenlijk een wetenschappelijk verlengstuk gaf van de classificatie van Linnaeus. Alteno is hier, met gebruikmaking van een quote van dr. Michael Denton, kritisch op. “Je moet er daarom vraagtekens bij stellen of je Darwin en Linnaeus wel op deze manier in één zin met elkaar kan verbinden.” De auteur verklaart dit nader: “De empirie is de basis voor de typologie. Darwin stelt als verklaring een tree of life (patroon) voor waarin descent with modification het mechanisme is. Bij typologie is de variatie altijd beperkt, binnen een bepaalde bandbreedte.” Alteno stelt daarnaast een modificatie voor van de bekende uitspraak van Dobzhansky, ‘Noting in biology makes sens except in the light of evolution’. Hij zou dit willen veranderen naar ‘Nothing in biology makes sense except in the light of ecology’. Ecologie lijkt de sleutel binnen de biologie, immers zonder ecologie geen evolutie, geen natuurlijke selectie, geen biosfeer, geen ecosysteem, geen organisme. Alteno gaat daar nu niet verder op in, maar wil dit in de toekomst, als de Heere hem het leven geeft, verder uit te werken n.a.v. de notie Einpassung van Von Uexküll. Een andere modificatie van Dobzhansky’s bekende uitspraak is: ‘Nothing in biology makes sense except in the light of teleology’.16

Onderdrukken van andere narratieven

Het grote evolutieverhaal in de biologie bestaat, volgens Alteno, deels uit het onderdrukken van andere narratieven.17 Hij meent dit ook te zien in het artikel van dr. Aanen. De hoogleraar ziet creationistische- en ID-bewegingen als anti-wetenschappelijk. Alteno vraagt zich waarom het anti-wetenschappelijk is als er gewezen wordt op de grenzen van de wetenschap.18En als je oog hebt voor het monopoliserende karakter van de wetenschap, in combinatie met de onvermijdelijkheid van worldview, waarom mogen andere worldviews dan geen plek hebben mits ze hun uitgangspunten expliciet maken?” Op deze wijze wordt er geschud aan de wetenschap als het grote verhaal. Hij noemt enkele politieke voorbeelden en sluit de alinea dan af met: “Dat kan allemaal gebeuren [als, sic] mensen hun geweten en gevoel uitschakelen en meehobbelen in de illusie dat er maar één goede weg is.” Ten slotte ziet Alteno dat dr. Aanen de ID-beweging bestrijdt met een stropop. “Een gemakkelijke manier om je ergens van af te maken is het bevechten [van, sic] een stropop. Maar volgens mij heb je dan een integriteitsprobleem en vroeg of laat keert zich dat tegen je.

Voetnoten

PERSBERICHT: Vermeende oudste ‘kerstboom’ ter wereld geen duizenden maar mogelijk slechts een paar honderd jaar oud

WADDINXVEEN, 11 december 2024 – Een fijnspar uit Zweden – die wij kennen als ‘kerstboom’ – waarvan al jaren beweerd wordt dat die 9500 jaar oud zou zijn, is mogelijk maar een paar honderd jaar oud. Dat schrijft Weet Magazine in haar jongste uitgave, die deze week op de mat valt.

‘Old Tjikko’ is een fijnspar uit Zweden waarvan de ontdekkers al jarenlang beweren dat die bijna 10.000 jaar oud is. De boom is mogelijk echter veel te oud geschat. Fijnsparren zijn een soort boom uit de dennenfamilie die vaak als kerstboom worden gebruikt. Deze bomen, die vaak als kerstboom worden gebruikt, worden normaal gesproken maximaal zo’n 600 jaar oud. Twee Zweedse wetenschappers beweerden de afgelopen vijftien jaar echter herhaaldelijk dat Old Tjikko stukken ouder is: ruim 9500 jaar. De boom staat dan ook her en der op internet als de oudste boom ter wereld.

In haar nieuwe editie trekt Weet Magazine dit in twijfel, en niet zonder reden. Het tijdschrift baseert zich onder andere op een studie van de Duitse boomkundige Gordon Mackenthun, die in 2015 een kritisch artikel over Old Tjikko’s leeftijd schreef in een botanisch vakblad. De wetenschapper wees erop dat het bij het onderzoek van de Zweedse wetenschappers niet om de stam zelf gaat die zo oud zou zijn, maar om het wortelstelsel. Dat zou zichzelf duizenden jaren lang onder de grond hebben ‘gekloond’, waarbij telkens een nieuwe stam boven de grond opkwam. Maar dat zorgt er ook voor dat de normale methode voor het bepalen van de ouderdom van een boom – het tellen van jaarringen – niet werkt.

Om toch de leeftijd te kunnen bepalen, maakten de Zweedse onderzoekers gebruik van koolstofdatering, waarbij ze losse, dode stukken wortels en takken dateerden die onder Old Tjikko in de grond lagen. Die resten werden gedateerd op leeftijden tot ruim 9500 jaar. Mackenthun wijst echter op een probleem met de aanpak van zijn Zweedse collega’s. Er is namelijk geen genetische test gedaan om te kijken of de gedateerde resten en de huidige boom wel hetzelfde DNA hebben. Ook nu, 20 jaar na de ontdekking van Old Tjikko, is dat nog steeds niet gedaan. Het is dus helemaal niet zeker dat de gedateerde wortel- en takkenresten werkelijk afkomstig zijn van Old Tjikko. Ze kunnen net zo goed afkomstig zijn van bomen die eerder op die plek hebben gestaan.

Daarnaast plant een fijnspar zich normaal gesproken niet voort door zich te klonen, maar via sparrenkegel die zaadjes verspreiden via de wind. Daaruit groeien nieuwe boompjes met uniek DNA. Van hetzelfde individu is dan geen sprake meer. Een fijnspar kan zich wel klonen, maar doet dat alleen bij koude temperaturen. In het verleden zijn er echter een aantal langdurige warmere periodes geweest in het gebied waar de boom staat. Ook nu is het er warm genoeg voor de boom om zich via sparrenkegels voort te planten (die hangen namelijk jaarlijks in zijn kruin). Ook dat werpt twijfel op de uitspraak dat Old Tjikko zich al bijna 10.000 jaar ondergronds kloont.

Zonder genetische test, en in het licht van de normale voortplantingsstrategie van de fijnspar, is er dus geen grond om te beweren dat Old Tjikko ook echt zo oud is.

Je ziet dat een hoop bekende websites de leeftijd van Old Tjikko zomaar overnamen. Van BBC tot Wikipedia, overal kom je die 9500 jaar tegen”, aldus Frans Gunnink, uitgever van het blad. “Maar de kritiek die door anderen is geuit op die hoge leeftijd, wordt haast nergens vermeld. Daar hebben we nu dus verandering in gebracht.

Online

Hieronder ziet u welke (online) media en of andere kanalen aandacht hebben besteed aan dit bericht:

The First Nordic Creation Research Conference (2) Dr. Peter Borger – Variation Inducing Genetic Elements: A new “old” look at Transposable/sed Elements

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Peter Borger een lezing over de zogenoemde ‘Variation Inducing Genetic Elements’. Zijn lezing had als titel ‘Variation Inducing Genetic Elements: A new “old” look at Transposable/sed Elements’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.

Archeologen herontdekken plantensoort die mogelijk afkomstig is uit de tijd van de Bijbel

Een zaad dat meer dan duizend jaar oud is, heeft geleid tot de herontdekking van een plantensoort die mogelijk de balsem produceert die in de Bijbel wordt genoemd. Dit zaad, bekend als ’tsori’, werd dertig jaar geleden gevonden in een grot in de noordelijke woestijn van Judea. Dankzij de inspanningen van wetenschappers in Israël is het zaad inmiddels uitgegroeid tot een boom.

De balsem, in het Hebreeuws bekend als ’tsori’ ,wordt meerdere keren in de Bijbel genoemd. In Genesis 37:25 staat: ‘Hun kamelen waren beladen met specerijen, balsem en mirre.’ Ook in Jeremia 8:22 wordt de balsem als symbool van genezing aangehaald: ‘Is er geen balsem in Gilead? Is daar geen arts?’

De balsem was van groot belang in Bijbelse tijden, zowel voor religieuze als medische doeleinden. Volgens wetenschappers werd de balsem geassocieerd met de regio Gilead, bekend om zijn vruchtbare valleien en rijke bossen in de oudheid.

Archeologen van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem ontdekten het zaad tussen 1986 en 1989 in een grot in Wadi el-Makkuk. Het zaad, dat slechts 0,565 gram weegt, werd tientallen jaren opgeslagen. Sarah Sallon, lid van het Middle East Medicinal Plant Project, plantte het zaad in 2010 in een kas in Israël.

Met behulp van haar team groeide het zaad uit tot een boom. Het kreeg de naam ‘Sheba’. Radiokoolstofdatering plaatst het zaad in de periode tussen 993 en 1202 na Christus. DNA-analyse wees uit dat het zaad tot de Commiphora-familie behoort, waartoe ook wierook en mirre behoren.

Hoewel de plant minder geschikt lijkt voor aromatische doeleinden, heeft onderzoek aangetoond dat de hars mogelijk medicinale eigenschappen heeft. De plant bevat stoffen met ontstekingsremmende, antibacteriële en antivirale eigenschappen en kan mogelijk gebruikt zijn voor wondgenezing.

Volgens wetenschappers werd de balsem van Gilead waarschijnlijk intensief verbouwd in de vruchtbare regio’s rond de Dode Zee. “Deze ontdekking biedt een fascinerend inzicht als het gaat om de Bijbelse geschiedenis en de agrarische tradities van de regio”, zegt Communications Biology.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.

The First Nordic Creation Research Conference (1) Dr. Ola Hössjer – Review of created kinds and baraminology

Op 17 en 18 oktober 2024 vond de eerste Nordic Creation Research Conference plaats. Het thema was genetica en soortvorming. Op dit congres gaf dr. Ola Hössjer een lezing over de zogenoemde ‘Created Kinds’. Zijn lezing had als titel ‘Review of created kinds and baraminology’. Met dank aan de organisatie is deze lezing opgenomen en hieronder te bekijken. Voordat u deze lezing bekijkt, is het goed om eerst de samenvatting te lezen.