Jaren is het niet zo’n slecht vlinderjaar geweest! In het voorjaar waren er al opvallend weinig vlinders te zien. Mogelijk door de extreme droogte in de zomer van 2022. Vlinders hebben naast nectarplanten ook planten nodig waarop ze hun eitjes kunnen afzetten en waarvan de rupsen kunnen leven. Veel planten hadden te lijden onder die droogte.
Gelukkig waren er in de warme septemberweken toch nog fladderende schepsels waar te nemen. Ik koester mijn T.T. (tel-tik), want tellen is weten. In september steeds het aantal waargenomen vlinders (geen Witjes) genoteerd. De aantallen vielen mee, de soortenrijkdom (= diversiteit) erg tegen: 129 Dagpauwogen, 9 Atalanta’s, 4 Kolibrievlinders, 3 Distelvlinders, 3 Bonte Zandoogjes, 1 Kleine Vos. Veelal op Buddleja’s, verder op Herfstasters en Atalanta’s (trekvlinder!) vooral op Klimopbloemen.
In Nederland leven meer dan 2000 soorten vlinders, waarvan ruim 50 dagvlinders. Dagvlinders klappen in rust vaak hun vleugels dicht en hebben een ‘knopje’ op het eind van hun voelsprieten. Nachtvlinders houden in rust hun vleugels plat en hebben draadvormige of geveerde antennen.
Op de foto ziet u de dagvlinder Kleine Vos. De aantallen dagvlinders zijn sinds 1890 met minstens 84% afgenomen! Ook de Kleine Vos was vroeger algemeen. Door mij in september slechts één keer gezien! Dit exemplaar is op 7 september gespot in de Blauwe Kamer, een refugium. Het biologenechtpaar van het Spees-refugium heeft de soort ook diverse keren waargenomen. Hoe belangrijk toch die refugium-natuurhoekjes!
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit Het GemeenteNieuws. De volledige bronvermelding luidt: Kooij, H. van der, 2023, Betuwse Eiber, Het GemeenteNieuws 22 (41): 23.