Het is geen toeval dat vrouwen over het algemeen veel beter zijn in zorgtaken dan mannen, evenmin als het toeval is dat hele sectoren (metaalindustrie, wapen- en scheepsbouw) nagenoeg door mannen gedomineerd worden.
In haar nieuwe boek De patriarchen stelt wetenschapsjournalist Angela Saini dat het patriarchaat een mythe is (Nederlands Dagblad van 25 maart 2024). Waar vaak gedacht wordt dat dit een universeel verschijnsel is, weerlegt Saini dit door te wijzen op situaties waar vrouwen het voor het zeggen hadden.
Bezwaarlijk is de wijze waarop ze genderverschil als verklarende factor wegwuift. Volgens Saini weten we niet wat de ‘boodschap’ van de biologie is. Nu is het ongetwijfeld waar dat biologie niet alles zegt bij de vorming en inrichting van samenlevingen (zoals ideologie, religie, traditie). Dat neemt echter niet weg dat de biologie een aardige duit in het zakje doet als het gaat over genderverschillen.
Duizend procent
Zo hebben mannen gemiddeld duizend procent meer testosteron dan vrouwen, met als gevolg dat ze meer risico nemen en meer agressie vertonen. Mannen hebben gemiddeld zestig procent meer spiermassa dan vrouwen waardoor ze over het algemeen groter, zwaarder en circa dertig tot vijftig procent sterker zijn dan vrouwen.
In een onderzoek van neurowetenschapper M. Ingalhalikar onder bijna duizend mannen en vrouwen uit 2012 bleek dat de verbindingen in de hersenen bij mannen en vrouwen anders zijn, met als gevolg dat mannelijke hersenen meer gericht zijn op perceptie en gecoördineerde handelingen, die van vrouwen meer op sociale vaardigheden en multitasken. Vrouwen beschikken tevens over meer oxytocine wat hun relationele vermogen nog meer versterkt.
Anna Campbell, evolutionair biologe, schrijft in haar studie naar de vrouwelijke psyche dat genderverschillen universeel waargenomen worden. Ze noemt als voorbeelden hiervan dat vrouwen meer zorg verlenen aan kinderen, mannen meer agressie en geweld tonen en meer het publieke domein beheersen.
Paul Vitz, emeritus-hoogleraar psychologie aan de Universiteit van New York stelt dat mannen meer voldoening vinden in de wereld buiten hen en vrouwen hun voldoening met name vinden in positieve interpersoonlijke relaties. Grofweg gezegd: mannen zijn meer gericht op dingen, vrouwen op personen, bij mannen ligt de blikrichting meer naar buiten, bij vrouwen naar binnen.
Korte metten
Bovenstaande wetenschappelijk onderbouwde gegevens maken korte metten met stellingname van Saini die ideologisch geladen is en ook deconstructivistisch, gericht op ontmanteling. Ook hier blijkt dat de natuur bevestigt wat de Bijbel eveneens laat zien: dat mannen en vrouwen verschillend zijn en verschillende roepingen hebben in het leven.
Het feit dat we een verschillend lichaam hebben als man en vrouw, zorgt ook voor een verschillende manier van in het leven staan, verschillende interesses en blikrichtingen. Er is niet alleen een mannelijk en vrouwelijk lichaam, er is ook zoiets als een mannelijke en vrouwelijke ziel, aldus filosofe Edith Stein.
Daarom is het geen toeval dat vrouwen over het algemeen veel beter zijn in zorgtaken dan mannen, evenmin als het toeval is dat hele sectoren (metaalindustrie, wapen- en scheepsbouw) nagenoeg door mannen gedomineerd worden. En heel misschien zou het bovenstaande ook kunnen verklaren waarom het publieke domein nog altijd mannen meer ligt dan vrouwen.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Klaassen, M., 2024, Biologie zegt veel over mannen en vrouwen, Nederlands Dagblad 80 (21.643): 15 (artikel).
Over precies een maand is er een studiemiddag rond het nieuwe boek van dr. Maarten Klaasen, met als titel ‘In goede orde’. Meer informatie over die studiemiddag is hier te vinden.