Biologie is de leer van het leven: het omvat dus meer dan evolutie. Sterker nog, evolutie is niet herhaalbaar en het hoort daarom thuis bij de historische wetenschappen.
Al sinds mensenheugenis denken biologen na over het ontstaan en de ontwikkeling van het leven. Al in de oudheid werden ideeën geopperd die veel weg hebben van een evolutie-idee. Kortom, de overtuiging dat de hedendaagse levensvormen door evolutie zijn ontstaan is niets nieuws. Echter, pas in 1859 kwam Darwin met een mechanisme om evolutie te verklaren: natuurlijke selectie. Hij baseerde zijn idee primair op de bevindingen in de plantenteelt en dierenfokkerij, waar men door kunstmatig te selecteren de meest uiteenlopende variëteiten van een soort kon verkrijgen. Ook in de natuur trof hij een rijke variatie binnen soorten aan, en hij speculeerde dat onder invloed van natuurlijke selectie over lange tijdsperioden een soort geleidelijk aan in een andere soort zou kunnen veranderen. Inderdaad zijn er aanwijzingen dat nieuwe soorten kunnen ontstaan.
Onderscheiden: Micro-evolutie en Macro-evolutie
Wat men hierbij in het oog moet houden is dat er mogelijk sprake is van een nieuwe soort (al valt daarover te discussiëren), maar dat er geen aanwijzingen zijn voor het ontstaan van nieuwe levensvormen. De eerstgenoemde verandering noemt men wel micro-evolutie, terwijl het ontstaan van nieuwe levensvormen macro-evolutie wordt genoemd. Het onderscheid tussen micro- en macro-evolutie is van belang in discussies over evolutie. Zo zal geen enkele bioloog twijfelen aan het optreden van micro-evolutie, zoals gewas- en antibioticaresistenties, terwijl er genoeg biologen zijn die hun twijfels hebben over het optreden van macro-evolutie; micro-evolutie is immers aangetoond, maar macro-evolutie is niet meer dan gededuceerd. De overtuiging dat macro-evolutie is opgetreden vloeit voort uit de naturalistische filosofie, waarbij alles verklaard moet worden met behulp van natuurwetten. Dit is dus een filosofisch uitgangspunt, welke geen ruimte laat voor het alternatief creatie. Hoewel in de archeologie een constructie, hoe vervallen ook, direct op een ontwerper wijst, wordt een dergelijke, mijns inziens legitieme, redenering over het algemeen niet geaccepteerd in de biologie. Micro-evolutie mag dan een feit zijn, voor macro-evolutie is dit niet het geval. Het voert dan ook te ver om te veronderstellen dat biologie alleen begrepen kan worden als men een redelijke kennis van (macro-)evolutie heeft. Bovendien weet ik uit eigen ervaring dat goed biologisch onderzoek verricht kan worden zonder macro-evolutie aan te hangen, en heeft het evenmin effect op de kwaliteiten van een (biologie) docent. Voor problemen als ziekenhuisinfecties, genetische modificatie, biodiversiteit etc. is kennis van macro-evolutie irrelevant. Waar het immers bij deze voorbeelden om gaat is het ophelderen van de oorzaken van de problemen, ontwikkeling van technieken, ontrafelen van werkingsmechanismen en handhaven van de huidige biodiversiteit Hierbij kan kennis van de mechanismen van micro-evolutie wel van nut zijn, maar speelt macro-evolutie geen rol. Begrip en kennis van macro-evolutie zijn dus niet nodig voor een goed begrip van biologie. Kortom: biologie is iets anders dan evolutie!
Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website evolutie.biz. Het originele artikel is hier te vinden.