Home » 2022 » oktober (Pagina 4)

Maandelijkse archieven: oktober 2022

De aarde bouwen en bewaren – Leven in een veranderende wereld

Eben-Haëzer, zo heette het schip van Jan Geense. Die naam (“Tot hiertoe heeft ons de HEERE geholpen”) droeg het vrachtschip met ere. Schipper Geense (1848-1933) kon er regelmatig van getuigen hoe de Heere hem geholpen had. Bekend is het voorval dat Geense aan het eind van de week met een lading brouwgerst in Antwerpen kwam en de boodschap kreeg dat zijn schip op zondag gelost zou worden. Geense weigerde. Daarop werden de havenwerkers boos en ze zeiden dat ze hem tóch de volgende dag zouden lossen. De schipper stortte zijn hart voor de Heere uit en hij geloofde vast dat God machtig was dat te verhinderen. “Toen ik ‘s morgens buiten keek, was alles met ijs bedekt, want het had geregend en daarna gevroren, zodat er geen gelegenheid was om op straat te komen en nog minder om te lossen. Het was al in het laatst van april. Ze vroegen des maandags aan mij, in wat voor een God ik geloofde, want het was zeer opmerkelijk.”

Een sprekend voorbeeld waaruit blijkt dat God álle dingen bestuurt. De HEERE vroeg aan Job: “Heeft de regen een vader? Of wie baart de druppelen des dauws? Uit wiens buik komt het ijs voort? En wie baart den rijm des hemels?” De Heidelbergse Catechismus geeft het antwoord hierop in Zondag 10: “De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde (…) gelijk als met Zijn hand onderhoudt.”

Opwarming aarde

Loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren ontstaan niet “bijgeval” maar door Gods Vaderlijke hand. Daarom is het begrijpelijk dat christenen weleens moeite hebben met allerlei maatregelen rond het klimaat en de opwarming van de aarde. Sommigen doen er ronduit schamper over, anderen halen hun schouders op. De vraag klinkt: Is het niet een ongelovige, goddeloze gedachte dat een mens het klimaat kan beïnvloeden? Dat is toch grenzeloze zelfoverschatting? Een mens kan geen el aan zijn lengte toevoegen. En er zijn in het verleden zo vaak temperatuurschommelingen geweest.

Allemaal heel begrijpelijke vragen. Vaak gaan ze gepaard met een bepaalde emotie: de vragen ontstaan niet alleen vanuit het besef van Gods voorzienigheid, maar ook omdat men de maatregelen als onredelijk en bedreigend ervaart. Dat is niet verwonderlijk. Je zult maar je hele leven gebouwd hebben aan je bedrijf, de vierde generatie boer zijn en telkens weer uit Den Haag horen dat het anders moet of dat je ermee moet stoppen. Omdat er te veel gras op de heide staat. Of omdat Europa vindt dat we vegetariërs moeten worden. Of omdat Greenpeace denkt dat de ijsberen uitsterven. Zit er niet een geestelijke strijd achter die klimaathetze?

Nogmaals: begrijpelijke vragen. Maar voor een goed antwoord erop is het nodig om ze wat te ontrafelen. Niet zelden worden in discussies hierover kwesties op één hoop geveegd, die los van elkaar staan. Waar hebben we het eigenlijk over?

Milieuvervuiling

Laten we beginnen bij milieuvervuiling. Een volle vuilniszak mag je niet aan de kant van de straat gooien en motorolie hoort niet in het riool. Die vormen van vervuiling vallen snel op en iedereen voelt aan hoe schadelijk en onwenselijk dit is. Bij de luchtverontreiniging door een auto (kooldioxide, stikstofoxide, fijnstof) wordt het moeilijker. Dat is niet zichtbaar en er staat het gemak van een transportmiddel tegenover.

Vervuiling is er in vele vormen. Het gaat niet alleen om uitstoot van fabrieken of ammoniak uit stallen. Een grote bron van vervuiling is het onafbreekbare plastic in drinkrietjes, plastic tasjes, flesjes en verpakkingen. Veel daarvan belandt uiteindelijk in de zee, in de vorm van heel kleine stukjes, microplastic. De berichten over de gevolgen zijn verontrustend: als de productie van plastic in het huidige tempo toe blijft nemen, zit er over dertig jaar meer plastic in de oceaan dan vis. En plastic bevindt zich overal op aarde, tot op de toppen van bergen. Microplastic komt zelfs voor in het bloed en de longen van de meeste mensen.

Biodiversiteit

Een van die mogelijke gevolgen van vervuiling is de afname van biodiversiteit. De variatie aan soorten planten en dieren, inclusief bodemleven, vissen en insecten, is heel belangrijk. Ze zorgen voor evenwicht in bodem, water en lucht. Een grootschalige studie van de Verenigde Naties uit 2019 toont aan dat al één op de vier soorten gevaar loopt. Het gaat dus niet om het uitsterven van een enkel zeldzaam slakje of een wilde orchidee maar om een sterke afname van het aantal soorten.

Biodiversiteit wordt niet alleen bedreigd door vervuiling (bijvoorbeeld het gebruik van bestrijdingsmiddelen of bemesting en stikstofuitstoot), maar er zijn veel meer oorzaken: ontbossing, verstedelijking, eentonige akkers en klimaatverandering. Ook in Nederland is die afname al duidelijk zichtbaar: heidevelden die overwoekerd worden door grassen; bermen vol bramen en brandnetels, maar zonder bloemen.

Broeikas

Een ander mogelijk gevolg is de opwarming van de aarde. Onder wetenschappers is er geen discussie meer over de vraag óf de aarde, de zeeën en de lucht geleidelijk warmer worden. Ze zijn het er ook vrijwel unaniem over eens dat de mens daar een factor in is. Dat is niet de mening van linkse clubjes of natuurbeschermers, maar dat is gebaseerd op metingen die even betrouwbaar zijn als onze koortsthermometer. Sinds 1900 is de aarde met 1,2 graad opgewarmd en de gevolgen daarvan zijn duidelijk merkbaar. De discussie gaat vooral over de vraag hoe dat verder gaat, hoe ernstig de schade ervan is en wat ertegen te doen valt.

Het gaat bij al deze onderwerpen dus om een ingewikkeld proces. Gewasbeschermingsmiddelen en de uitstoot van stikstof kunnen invloed hebben op de biodiversiteit, maar dat leidt niet direct tot opwarming van de aarde. Echter, fabrieken, auto’s en koeien die stikstofoxiden uitstoten, produceren ook broeikasgassen (kooldioxide, methaan) die wel bijdragen aan die opwarming. Die opwarming beïnvloedt weer de biodiversiteit. Tegelijkertijd stimuleert stikstof vaak ook de groei van planten die weer kooldioxide ópnemen, wat de opwarming dan weer tegengaat.

Maakbaarheid

Dat dit proces zo ingewikkeld is, verklaart waarom er ook zo veel verschil van mening bestaat. Een politicus kan eenvoudig een argument vinden om tegen een maatregel te zijn. Boeren stellen de meetmethodes en de modellen ter discussie. Consumenten hechten aan hun vrijheden en willen hun leefpatroon niet aanpassen. Vliegvakanties, autorijden, eetpatronen, gemak, iedereen heeft wel een reden waarom hij op de oude voet verder wil gaan of zich verzet tegen windmolens en zonnepanelen.

Er is nog een andere kant. In onze tijd overheerst de gedachte van de maakbaarheid. Dat doet denken aan de coronamaatregelen: alsof de mens zelf baas is, heer en meester over de schepping, en alsof de mensheid zelf zijn lot bepaalt.

Dat is een on-Bijbelse gedachte. God bestuurt alle dingen, ook met betrekking tot de schepping en de natuur. Tegelijkertijd neemt dat de verantwoordelijkheid van de mens niet weg. Net zoals een mens zijn gezondheid niet in de hand heeft maar toch zijn leven niet in gevaar mag brengen door te roken of ongezond te eten.

Bouwen en bewaren

Zo heeft een christen ook de plicht om zorg te dragen voor het behoud van de schepping. Een belangrijk uitgangspunt is de opdracht die de Heere bij de schepping, vóór de zondeval, geeft aan de eerste mens. Adam krijgt in Genesis 2:15 de taak om de hof van Eden te bouwen en te bewaren. Bouwen wijst op het verbouwen van gewassen en het benutten van grondstoffen. Maar bewaren betekent: het beschermen tegen verval en vervuiling. De Bijbelverklaarders Patrick, Polus en Wels schrijven hierbij: “Te bebouwen en te bewaren wil zeggen, om de hof, door zijn zorg en arbeid, in dezelfde staat te houden als hij die vond.” De verklaring van Calvijn bij deze tekst is ook treffend. De Heere geeft met deze opdracht aan “dat wij, hetgeen de Heere ons ter hand stelt, met dat doel bezitten, dat wij, tevreden [zijnde] met een vruchtbaar en matig gebruik, het overige zouden bewaren.” Dus: niet eindeloos de aarde kaalplukken en uitbuiten, maar matig zijn. En, vervolgt Calvijn: “Die een akker bezit, moet dus de jaarlijkse vrucht trekken, en toezien dat hij de grond door zorgeloosheid niet laat uitgeput worden, maar hij moet zich erop toeleggen, om hem aan de nakomelingen over te leveren, zoals hij hem heeft ontvangen, of nog beter bebouwd.” Dus: de aarde bebouwen maar tegelijk zodanig bewaren dat onze kinderen die beter aantreffen dan wij.

Zonde

Dit gebod aan Adam, de scheppingsopdracht, krijgt meestal weinig aandacht. Toch hangt de huidige discussie over stikstofuitstoot, veeteelt en natuurbeheer nauw samen met de verhouding van dit bouwen en bewaren. Bebouwen mag, is zelfs een plicht, maar nooit ten koste van het bewaren.

Het is ook een belangrijk gebod: het is nog ouder dan de instelling van het huwelijk en waarschijnlijk is het al gegeven vóór de eerste sabbatdag. Eigenlijk is het opvallend dat dat niet zo beleefd wordt als een gebod. Als overspel zonde is, en de gedachte eraan ook, en als we ons zorgen maken over de ontheiliging van de rustdag, dan mogen we het schenden van deze scheppingsopdracht toch ook zonde noemen? Iedereen beseft wel dat je een leeg blikje niet in de berm moet gooien omdat dat vervuiling is, maar zien we dat ook als strijdig met het gebod van God, dus als zónde?

Voor Jan Geense was het schenden van de sabbat zonde. Terecht. De God van de schepping bewaarde hem voor de spot van de havenwerkers. Maar voor wie een teer geweten heeft, weegt ook het bouwen én bewaren van de aarde zwaar.

Dit artikel is met toestemming van de auteur en de redactie overgenomen uit het Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland. De bronvermelding luidt: Bruijn, S.M. de, 2022, De aarde bouwen en bewaren, Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeente 45 (14): 134-136.

Een overvalsdagboek en ploeteren in een steengroeve – Bespreking ‘Dagboek van een overval’

“”Zie je wat?” klinkt de stem van Karel als uit een tunnel. “Even wachten,” zegt Chris. Hij haalt de lantaarn uit het touw en schijnt om zich heen. Vrijwel op hetzelfde moment kan hij een kreet niet onderdrukken. “Er zit hier een deurtje,” roept hij naar boven. Karels hoofd komt over de rand van de put kijken. “Wat zeg je nou?” roept hij verbaasd. “Er zit hier een deur,” roept Chris terwijl hij de lantaarn weer tussen het touw stopt. Terwijl hij dit doet, kijkt hij naar boven. Dan schrikt hij zich naar. In plaats van Karels hoofd is daar plotseling een arm verschenen. Het kan onmogelijk de arm van Karel zijn, want in de hand zit een groot pistool.”

Men vroeg Bert Wiersema eens waar hij spannende jeugdboeken schrijft. Wiersema zei: “Ik schrijf spannende boeken, omdat ik wil dat kinderen leren lezen. Niet omdat ze dan mijn boeken gaan lezen, maar omdat ik wil dat ze de Bijbel gaan lezen!1 Een van de eerste boeken die Wiersema schreef was ‘Dagboek van een overval’ in de ‘Chris en Jorieke’-serie. In 1991 verscheen dit boek bij De Vuurbaak in Barneveld en is sindsdien al veelvuldig verkocht.2 Dit eerste deel van de serie is bijzonder spannend geschreven. Chris en Jorieke, broer en zus, zijn met hun gezin, de familie Huizinga, uit logeren bij opa en oma in de buurt van Winterswijk. Op de tot minicamping omgebouwde boerderij is altijd wat te doen. Neef Karel is ook op de boerderij en al snel heeft het drietal vrienden gemaakt met een ander drietal dat op de camping verblijft: Niels, Bert en Katinka. Samen beleven ze een avontuur rond het huis van de onlangs overleden verzetsstrijder Gerard van Lintum. Deze Gerard heeft in de Tweede Wereldoorlog een trein overvallen en door de Duitsers afgepakte beroemde schilderijen en goudstaven terug genomen. Na de oorlog heeft Gerard deze schilderijen weer teruggegeven aan de Nederlandse staat. Maar wat is er met de goudstaven gebeurd. Later blijkt dat de zes vrienden niet de enigen zijn die van het goud afweten. Een spannend avontuur tot het einde volgt. Zelfs in het laatste hoofdstuk is het nog erop of eronder. Weten hoe het afloopt? Daarvoor moet je het boek zelf maar lezen.

De zondvloed en een steengroeve

De vader van Bert en Katinka, meneer Westers, houdt van het verzamelen van schelpen. Daarom zijn ze hier speciaal naar toe gekomen. Daar lachen de vrienden om, want waarom zou je schelpen in het binnenland gaan zoeken. Het antwoord van Bert en Katinka verwijst naar de zondvloed:

“”Voor schelpen hoef je hier niet heen te komen,” lacht Chris. “Die zijn hier niet.” “O, maar we zijn hier toch voor de schelpen naar toe gekomen,” zegt Bert tot Chris’ verbazing. “Er is hier toch geen zee,” zegt hij. “Nee,” antwoord Bert, “nu niet meer.” “Hoezo?” wil Chris weten. “Hier is toch nooit een zee geweest?” “Dat moet je niet zeggen,” is Katinka’s antwoord. “Je kunt nooit precies weten hoe de aarde er heel vroeger heeft uitgezien. Waar nu geen zee meer is, daar was ze vroeger misschien wel. En denk maar eens aan de zondvloed. Bijna overal zitten wel schelpen in de grond. Meestal kun je er niet bij, ze zitten vaak heel diep, maar hier vlakbij in het plaatsje Miste is een plek waar je ze wel kunt vinden. Niemand mag daar meer komen maar je kunt wel een paar scheppen grond kopen. Als je die gaat zeven vind je heel wat piepkleine schelpjes. Vader zit de hele dag met een pincet in zijn zeef te pulken.” “Leuke vakantie,” zegt Chris een beetje smalend. “Toch is het heel interessant hoor,” lacht Bert. “Kom maar een keer kijken. Ik weet zeker dat mijn vader jou er ook wel warm voor krijgt.””

De schelpen waar de discussie over gaat komen bij het buurtschap Miste veelvuldig voor.3 Het gaat om schelpen en haaientanden uit het Mioceen. Dat dit zondvloedafzettingen zijn zullen niet alle creationisten mee instemmen. Dat is afhankelijk waar je de grens tussen zondvloed- en post-zondvloedafzettingen plaatst.

De steengroeve in Winterswijk komt ook langs. Eerst laat opa de huifkar, waarmee ze een rit maken, langs de steengroeve rijden. “Een tientallen meters diepe afgraving, een kilometer of vijf bij de boerderij vandaan. Ze zijn er even uitgestapt om in het enorme gat te kijken. De steengroeve is bijna vijftig meter diep en een paar honderd meter breed. Vaak zijn er mensen met beitels en hamertjes aan het werk op zoek naar fossielen.” De steengroeve waar Wiersema op doelt is de steengroeve van SIBELCO B.V. in Winterswijk, waar je inderdaad fossielen kunt vinden. Later gaan Katinka en Jorieke met vader Westers mee naar de steengroeve. In de brandende hitte proberen ze wat fossielen te verzamelen. Meneer Westers “neemt nog een slok lauwe sinas en legt zijn zakdoek op zijn hoofd. De beide dames houden er ook mee op. Ze hebben ruwe handen van het wroeten tussen de stenen, en het resultaat is heel magertjes. Een paar brokstukken, maar geen enkel gaaf fossiel.” Mooi dat Wiersema uitgebreid aandacht heeft voor de geologie rondom Winterswijk en dit ook in de context van de zondvloed wil uitleggen. De naturalistische paleontoloog prof. dr. Jelle Reumer schreef onlangs en mooi boekje over de vondsten rondom de steengroeve.4 Helaas hebben de academici onder de creationisten nog maar zéér weinig over deze steengroeve en de vondsten geschreven. Wellicht kan dit jeugdboek van Wiersema hen stimuleren om ook hier meer onderzoek naar te doen. Wiersema wordt in ieder geval bedankt dat hij dit voor het voetlicht heeft gebracht.

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. Dit opvoedings- en onderwijsproject is onderdeel van het jaarplan ‘Fundamentum 2022’. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.

Voetnoten

Christelijke Apologeet (2) – Wat is presuppositionele apologetiek? (deel 1)

Het YouTube-kanaal Christelijke Apologeet van Chris Verhagen (MSc.) bevat een aantal video’s die relevant zijn voor het debat over geloof, apologetiek en wetenschap. We willen graag díé video’s delen die raakvlakken hebben met dit gecombineerde thema. Met dank aan de Christelijke Apologeet voor het delen van deze video’s.

Kluitman brengt opnieuw neutraal dino-boekje uit voor beginnende lezers – Bespreking van ‘Dino is de weg kwijt’

Het is een verademing dat er christelijke of neutrale dinoboekjes voor kinderen uitgebracht worden. Vorig jaar gaf uitgeverij Kluitman opnieuw een neutraal1 kinderboekje uit. Zo kunnen beginnende lezers die houden van dino’s lezen toch lezen over hun favoriete onderwerp.

Gegevens

In de inleiding schreef ik ‘opnieuw’, want nog niet zo lang geleden bracht Kluitman in dezelfde serie ‘Ik houd van lezen’ ook een boekje uit met als titel: ‘De kleine dino gaat op pad’.2 In de zomer van 2021 was dit boekje al maar liefst 10.000 keer verkocht.3 Het tweede dinoboekje in deze serie, met de titel ‘Dino is de weg kwijt’, is geschreven door THiLO en geïllustreerd door Pascal Nöldner. Het betreft een vertaling van het Duitse boekje ‘Zwei Dinos wollen nach Hause’. ‘Dino is de weg kwijt’ is vertaald en bewerkt door Paulien Smeulders. De uitgever van het dinoboekje is Kluitman. Deze uitgeverij geeft vaker neutrale kinderboekjes uit.4 Het niveau van het boekje is AVI E3, hetzelfde niveau als het eerste dinoboekje.

Inhoud

Het boekje begint met een openingsplaat waarop verschillende dino’s staan. In de kantlijn staan wat dino’s die het kind kan opzoeken op de plaat. Helaas schaart de auteur zwemmende en vliegende reptielen ook onder de dino’s. Strikt genomen zijn dat echter geen dino’s, want dino’s zijn hoofdzakelijk landdieren.5 Het verhaal gaat over twee jonge dino’s (een jonge Triceratops ‘Saurus’ en een jonge Tyrannosaurus ‘Toppie’) die met elkaar spelen. Ze komen een dino-ei tegen en denken daarmee te kunnen voetballen. De moeder van het dino-ei, een Ankylosaurus, vindt dat geen goed idee en jaagt hen weg. Omdat moeder Ankylosaurus woest is, vluchten Saurus en Toppie zo ver weg dat ze verdwaald raken. Een jonge Ankylosaurus ‘Koko’ wil wel graag met het tweetal spelen, rent hen achterna en raakt ook verdwaald. Het drietal loopt een vulkaanhelling op om met behulp van het uitzicht te kijken waar hun ouders zijn. Uiteindelijk komt alles goed en is moeder Ankylosaurus weer aardig. Als de kleintjes haar eieren maar met rust laten. Om Saurus, Toppie en Koko toch te helpen slaat ze een stuk rots af en dan kunnen de kinderen toch nog voetballen. Een leuk verhaaltje voor een leerling uit groep 3. Tussendoor zijn nog twee zoekplaten te zien.

Tot slot

Het tweede dinoboekje van Kluitman is ook een leuk en leerzaam boekje geworden. Omdat Universele Gemeenschappelijke Afstamming en Deep Time ontbreekt, is het boekje ook geschikt voor kinderen van christelijke ouders. Van harte aanbevolen!

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. Dit opvoedings- en onderwijsproject is onderdeel van het jaarplan ‘Fundamentum 2022’. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.

Voetnoten

Waarom werken gereformeerden niet samen bij het beantwoorden van hermeneutische vragen? – Een reactie op de hartenkreet van dr. C.P. de Boer

Op vrijdag 7 oktober 2022 verscheen er in het Reformatorisch Dagblad een opiniestuk van predikant en theoloog dr. C.P. de Boer over hermeneutiek.1 Een groot deel van zijn bijdrage richt zich op de kwestie ‘vrouw in het ambt’. Dat laat ik hier verder rusten.2 Een kleiner deel richt zich op de hermeneutiek, daar ga ik graag op in.3

Wat is de kern?

Het opiniestuk van De Boer is in feite een reactie op een eerder verschenen opiniestuk van Riné le Comte (MA )in het Reformatorisch Dagblad.4 Wat is volgens Le Comte de kern van het debat over ‘vrouw in het ambt’? De Boer neemt Le Comte hierin over als hij schrijft: “De kern van dit debat formuleert mijn broeder treffend: “We lezen de Bijbel door de hermeneutische bril van een moderne 21e-eeuwse wereldburger.” Deze zin formuleert het aangelegen punt in de Nederlandse reformatorische kerkverbanden. Willen reformatorische christenen de Schrift lezen door de hermeneutische bril van een moderne wereldburger of van de gereformeerde confessie? Laat duidelijk zijn: de gereformeerde confessie is niet onfeilbaar. En ja, we zijn kinderen van deze tijd. Maar zolang iemand niet overtuigend kan aantonen dat de gereformeerde confessie het getuigenis van de Schrift beknot of zelfs tegenspreekt, ben ik dankbaar dat deze belijdenis mij dient in het verstaan van Gods Woord.” Hermeneutiek is de kern van het debat. Hoe lezen wij de Schrift?

Hartekreet

Le Comte verwijst in zijn opiniestuk naar het boek van de hoogleraren dr. M.J. Paul en dr. J. Hoek met als titel ‘Een stem uit de hemel’.5 De Boer gebruikt dit boek als kapstok om een hartenkreet te laten klinken. Hij schrijft dat met het verwijzen naar het boek van Paul en Hoek, Le Comte ‘de zonde van de kerkelijke verdeeldheid binnen de gereformeerde gezindte bloot’. De Boer vraagt zich af: “Waarom publiceren theologen, predikanten en kerkelijke vergaderingen binnen de Gereformeerde Bond binnen de PKN, de CGK, de HHK en de GG afzonderlijk over het thema gereformeerde hermeneutiek, terwijl we met dezelfde vragen worstelen?” Daar wil ik nog een schepje bovenop doen. Waarom wordt er niet of nauwelijks rekening gehouden met het recente verleden? Voor wat betreft de hermeneutiek rond ‘vrouw in het ambt’ werd in 1958 in de Nederlands Hervormde Kerk het ambt voor vrouwen opengesteld en in 1969 volgde de Gereformeerde Kerken in Nederland. Wat betreft de hermeneutiek rond de scheppingsgeschiedenis is het hermeneutisch verval al veel eerder zichtbaar. Toen werden er door tegenstanders ook hermeneutische argumenten gedeeld.6 Tegenargumenten die toen geldig waren, hebben nauwelijks aan geldigheid ingeboet (of worden op dezelfde manier nog steeds gebruikt). Waarom is er geen eenheid en geen historisch besef? Waarom willen we dat iedere generatie of kerkverband het wiel opnieuw moet uitvinden? De hartenkreet van De Boer ligt mij (ook) nauw aan het hart. Daar is één oplossing voor!

Oplossing

De oplossing ligt in het komen tot een peer-reviewed bundel over gereformeerde hermeneutiek die in alle kerken gebruikt wordt. Deze bundel zou zich niet alleen moeten richten op hermeneutische vragen rond ‘vrouw in het ambt’, maar om tijdgeest op sommige punten wat voor te zijn ook op hermeneutische vragen rond de scheppingsleer, homoseksualiteit en transgenderisme (en mogelijk nog meer onderwerpen). Uiteraard beginnend met een algemeen stuk over wat hermeneutiek is. Er zijn genoeg gepromoveerde of met een master afgestudeerde theologen en predikanten die hieraan mee zouden kunnen werken. Het inleidende hoofdstuk zou door een filosoof (of mogelijk een linguïst) geschreven kunnen worden. Voor het historische gedeelte zou uiteraard een kerkhistoricus aangetrokken moeten worden. Als alle geleerden mee willen werken is het mogelijk om de vragen diep te doordenken, te toetsen en uit te werken. Dr. De Boer zou dan de hoofdredacteur en kartrekker van de bundel kunnen worden. Helaas kan ik zelf om gezondheidsredenen niet mee werken, maar De Boer kan altijd met mij contact opnemen om te brainstormen over auteurs, reviewers en hoofdstukken. Hier op het ziekbed kan ik half liggend/half zittend gelukkig nog wel mailen en/of bellen. Omdat het een zeer aangelegen onderwerp is ziet een van de onder ons bekende uitgevers het waarschijnlijk wel zitten om een dergelijke bundel uit geven. Maar ziet dr. De Boer het zitten, en heeft hij er überhaupt tijd voor, om de kar te trekken voor een interkerkelijke bundel over hermeneutiek en hermeneutische vragen? That’s the question!

Voetnoten

Lijmen en de gevolgen van de zondeval – Bespreking van ‘Lijmen’

“De tranen sprongen in haar ogen. Tranen van woede en machteloosheid. Wat kon ze nu nog doen? Niets meer, toch? Ze ging echt geen allergietest doen. Als er al wat uit kwam, zou ze na een paar weken van de diëtiste wel weer te horen krijgen dat ze haar niet meer kon helpen. Niemand wist wat er met haar aan de hand was. Ze beet op haar lip en vocht tegen de nieuwe tranen.”

Docente Mirjam Schippers schreef in 2017 een boek voor jongeren met als titel Lijmen. De hoofdpersoon, Nikki Bakker, is blijvend moe. Ze heeft weinig zin om leuke dingen te doen en naar school fietsen lukt uiteindelijk ook niet meer. Waar die moeheid vandaan komt is een groot deel van het boek een raadsel. Dat maakt Nikki onzeker en zorgt voor spanningen in vriendschappelijke relaties. Haar vriendin Lynn begrijpt Nikki niet en Nikki is bang dat Tim, met wie ze verkering heeft, het uit zal maken omdat ze continu moe is. Uiteindelijk blijkt ze de ziekte van Lyme te hebben. Mirjam Schippers heeft een mooi boek geschreven. Ze weet de gevoelens van Nikki goed te beschrijven. Ook de spanningen wat er achter de moeheid zit zijn meeslepend geschreven.

Gevolgen van de zondeval

Door het hele boek heen kun je merken dat Nikki Bakker een christin is. We lezen bijvoorbeeld van de bekende klei in de hand van de pottenbakker maar ook van de gevolgen van de zondeval. Lees maar mee op bladzijde 160:

“’Er waren eens twee mensen die er een enorme puinhoop van hadden gemaakt’, zei mama. ‘Ze waren ongehoorzaam en dat zorgde ervoor dat de wereld nooit meer werd zoals ze geweest was. Door hen kwamen er ziektes, ellende en haat in de wereld. Je weet vast wel wie ik bedoel.’ Zonder op antwoord te wachten vervolgde mama: ‘Adam en Eva konden hun puinhoop niet opruimen, ze probeerden te vluchten voor God. Maar God hield zo veel van de mensen dat Hij hen weer opzocht. Hij gaf straf, maar ook beloften. Er zou Iemand komen door Wie de zonde vergeven kon worden!’ Natuurlijk wist Nikki precies wat mama bedoelde, maar ze had het verhaal nog nooit zo intens aangehoord. ‘Jezus is gekomen om de gebroken wereld weer te herstellen’, zei mama. ‘Het is iets wat jij niet kunt, wat ik niet kan. Wij doppen graag onze eigen boontjes, maar we kunnen het nooit meer maken zoals het was. Alleen God maakt wat gebroken is weer heel!’”

Op bladzijde 190 wordt nog een keer verwezen naar de gevolgen van de zondeval:

“’Zoals God dat met Israël deed, doet Hij dat ook met ons’, ging De Roo verder. ‘We zijn geschapen naar Gods beeld, maar door de zondeval is dat beeld, om maar dezelfde woorden te gebruiken als die hier staan, verdorven geworden. Dus gaat God weer opnieuw kneden. Soms maken we dingen mee die niet fijn zijn, zoals de ziekte van Lyme’, hij keek naar Nikki, ‘maar het is allemaal onderdeel van dat proces om het beeld te worden dat God in gedachten heeft. Het kan ook zijn dat je het moeilijk vindt om dat beeld te dragen.’”

Goed dat de auteur oog heeft voor de gebrokenheid van het leven sinds de zondeval, maar ook wijst naar een weg van herstel. Dit boek is een aanrader voor onze jongeren.

Dit artikel werd geschreven in 2021.

In deze serie zijn ook nog twee andere boeken besproken: Vrije val en Chaos.

Deze bespreking is onderdeel van het project ‘Onderwijzen en opvoeden voor de toekomst – Leren over onze vroegste geschiedenis in 2022’. Dit opvoedings- en onderwijsproject is onderdeel van het jaarplan ‘Fundamentum 2022’. Het boek is hier opgenomen in de lijst van gelezen kinder- en jeugdboeken.

Geboorteakte van Cornelia Willemina Leewes (1904-?)

Geboorteakte van Cornelia Willemina Leewes (1904-?) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Valburg.

Hierboven wordt de geboorteakte van Cornelia Willemina Leewes (1904-?).1 Op 28 november 1904 verscheen Jan Cornelis Leewes voor de Burgerlijke Stand van de Gemeente Valburg om aangifte te doen van de geboorte van zijn dochter. Jan Cornelis was zes en twintig jaar oud, van beroep landbouwer en woonachtig te Andelst. Hij verklaarde Cornelia Willemina op zondag 27 november 1904 om vier uur in de nacht geboren is. Jan Cornelis woont in huis nummer E68. De moeder van Cornelia Willemina was Barta van der Linden die geen beroep uitoefende. Jan Cornelis had twee getuigen meegenomen: 1) Willem Jelle (±1862-?), twee en veertig jaar oud en veldwachter van beroep, en 2) Johannes Gerardus Eltink (1870-1953), vier en dertig jaar oud en smid van beroep. Beide getuigen woonden in de Gemeente Valburg.

Voetnoten

Geboorteakte van Leendert van Eck (1859-1906)

Geboorteakte van Leendert van Eck (1859-1906) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Tiel.

Hierboven wordt de geboorteakte van Leendert van Eck (1859-1906) weergegeven.1 Op 4 januari 1859 verscheen Gerrit van Eck (1831-1924) voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Tiel om de geboorte van zijn zoon aan te geven. De ambtenaar was mr. Herman Dijkmeester. Gerrit was zeven en twintig jaar oud en timmerman van beroep. Hij verklaarde dat Leendert geboren is op 4 januari 1859 om half acht in de ochtend in het huis nummer 62g op Zandwijk. De moeder van Leendert was Hendrina van Tintelen (1831-1900). Gerrit had twee getuigen meegenomen: 1) Pieter Bouman (±1810-?), negen en veertig jaar en timmerman van beroep, en 2) Gasper Johannes van Lent (1820-1861), acht en dertig jaar oud en klompenmaker van beroep. Beide getuigen woonden in de Gemeente Tiel.

Voetnoten

Overlijdensakte van Anna Stunnenberg (1862-1959)

Overlijdensakte van Anna Stunnenberg (1862-1959) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Tiel.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Anna Stunnenberg (1862-1959) weergegeven.1 Op 24 december 1959 verscheen Gerrit Willem Bouwhuis (1917-1977) voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Tiel. Gerrit Willem was twee en veertig jaar oud en directeur van de begrafenisonderneming. Hij verklaarde dat Anna op 24 december 1959 om half acht in de avond is overleden in de leeftijd van zeven en negentig jaar. Anna was zonder beroep, geboren te Kesteren2 en woonachtig te Tiel. Ze was weduwe van Leendert van Eck (1859-1906)3 en de dochter van wijlen echtelieden Peter Stunnenberg (1836-1913) en Gerritje van Meerten (1836-1904).4

Voetnoten

Overlijdensakte van Adrianus Johannes Post (1871-1949)

Overlijdensakte van Adrianus Johannes Post (1871-1949) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Doetinchem.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Adrianus Johannes Post (1871-1949) weergegeven.1 Op 2 mei 1949 verscheen Jan Willem Vels (1909-1987) voor de Burgerlijke Stand van de Gemeente Doetinchem om aangifte te doen van het overlijden van Adrianus Johannes. Jan Willem was veertig jaar oud en timmerman van beroep. Hij gaf aan dat Adrianus Johannes op 30 april 1949 om één uur in de middag is overleden in de gemeente Doetinchem. Adrianus Johannes was zeven en zeventig jaar oud en voor het overlijden zonder beroep. Hij is geboren te Tiel en een echtgenoot van Mina Stunnenberg (1869-1960).2 Adrianus Johannes was de zoon van de wijlen echtelieden Adrianus Johannes Post (1837-1917) en Maaike de Bie (1827-1905).

Voetnoten