Home » 2022 » januari (Pagina 4)

Maandelijkse archieven: januari 2022

Genesis deel 11: Meer over de Vloed – Bioloog Kees Fieggen houdt een bijbelstudie over het eerste Bijbelboek

Genesis, hoe alles begon. Bioloog ir. Kees Fieggen houdt een bijbelstudie over Genesis. Vandaag het elfde deel: De grote vloed. De video duurt ruim 22 minuten. Over twee weken vrijdag het twaalfde deel. Veel zegen bij het kijken!

PERSBERICHT: Christenjongeren die in evolutie geloven twijfelen vaker aan Bijbel – Enquête onder christelijke jongeren geeft opvallende resultaten

WADDINXVEEN, 12 januari 2021 – De laatste jaren maakt het idee dat je de Bijbel en de evolutietheorie met elkaar kunt verbinden, opgang in Nederland. Mensen die dit standpunt huldigen, beweren vaak dat je christenjongeren er geen gunst mee bewijst als je ze een recente, zesdaagse schepping leert. Dat zou op latere leeftijd namelijk leiden tot geloofstwijfel, als die jongeren ervan overtuigd raken dat de evolutietheorie waar is. Ze zouden dan samen met het scheppingsgeloof de hele Bijbel overboord gooien. Een enquête onder christenjongeren suggereert dat eerder het tegenovergestelde het geval is.

“Dit laat zien dat juist de christenjongeren die niet in een recente schepping geloven, minder geneigd zijn de Bijbel als het betrouwbare Woord van God te beschouwen.” Bron: Pixabay.

In haar meest recente uitgave publiceerde het christelijke populairwetenschappelijke tijdschrift Weet Magazine de resultaten van een enquête over geloofstwijfel onder 289 leden van christelijke studentenverenigingen. Via de enquête werd de studenten onder andere gevraagd hoe ze over schepping en evolutie dachten, waar ze geloofstwijfels over hadden, en hoe ze aankeken tegen de Bijbel.

Evolutiegeloof

De jongeren kregen onder andere de stelling ‘De Bijbel is Gods Woord en daarom te vertrouwen’ voor de kiezen. Van de jongeren die in een recente schepping geloofden, was 76% het daar roerend mee eens. Bij de jongeren die niet in een recente schepping geloofden, lag dat aantal slechts op 32%. Degenen die een recente schepping ontkenden, antwoordden op deze vraag ook vaker ‘weet ik niet’ (14%) of ‘een beetje mee eens’ (40%). Dit laat zien dat juist de christenjongeren die niet in een recente schepping geloven, minder geneigd zijn de Bijbel als het betrouwbare Woord van God te beschouwen.

Twijfel en geloofsopvoeding

Verder bleek uit de vragenlijst dat ruim 50% van de studenten vond dat er tijdens hun opvoeding (veel) te weinig aandacht was voor lastige vragen over het geloof. Zo’n 45% vond dat er wel voldoende aandacht voor was. Op de vraag waar studenten dan precies over twijfelden, noemden zij vaak de psychologische verklaarbaarheid van het geloof (43%), het lijden in de wereld (34%), fouten en contradicties in de Bijbel (32%) en ‘slechte’ wetten of opdrachten in de Bijbel (ook 32%). Ook onderwerpen als wetenschap (24%), miljoenen jaren (21%) en de evolutietheorie (18%) zorgden bij veel studenten voor twijfel.

De enquête werd afgenomen door Geloofsverdediging.nl, een initiatief van Stichting Apologica. Deze stichting geeft cursussen en lezingen over apologetiek en organiseert een jaarlijkse 5-daagse summerschool voor christelijke studenten.

Weet Magazine is een tweemaandelijks verschijnend populairwetenschappelijk tijdschrift dat nieuws uit de natuur, techniek en wetenschap beschrijft vanuit een christelijk perspectief. Abonnee worden kan via de website van Weet Magazine.

Scheppingsgedachte uit klas bannen zet leerlingen op dwaalspoor

Dit artikel is samen met Jan van Meerten geschreven.

Het recent gelanceerde EvoKE-project heeft een kwalijke agenda, stellen Hans Degens en Jan van Meerten. Door het scheppingsparadigma in het onderwijs te bestrijden, ontnemen de initiatiefnemers kinderen de mogelijkheid om onbevangen over de oorsprong van het leven na te denken.

“Een monopoliepositie van de evolutietheorie in het onderwijs bemoeilijkt een onbevangen houding van leerlingen.” Bron: Pixabay.

In Europa is er dit jaar een nieuw initiatief gestart: EvoKE. De letters staan voor ”Evolutionary Knowledge for Everyone” (evolutionaire kennis voor iedereen). Het doel van het project is Europeanen kennis bij te brengen van de evolutietheorie (in de zin van universele gemeenschappelijke afstamming) en hen te overtuigen van de juistheid ervan. Volgens de initiatiefnemers is evolutie het centrale beginsel binnen de biologie. Toch is niet iedereen in Europa daarvan overtuigd. Naar schatting 20 tot 40 procent van de Europese bevolking aanvaardt de evolutietheorie niet.

Dat komt volgens de initiatiefnemers van EvoKE doordat er talloze misvattingen over de theorie zijn en omdat macro-evolutie-in-actie niet valt waar te nemen binnen een mensenleven. Deze misvattingen zouden voor een belangrijk deel veroorzaakt worden door het summiere, of soms zelfs geheel afwezige, onderwijs over de evolutietheorie op de middelbare school.

Om mensen vertrouwd te maken met de evolutietheorie stelt EvoKE voor om al vanaf de kleuterschool te beginnen met evolutionaire educatie, leerkrachten toe te rusten voor het onderwijzen van de theorie, en kindvriendelijk en eenvoudig materiaal te ontwikkelen voor radio en televisie.

Raad van Europa

Dat lijkt op het oog redelijk en niet iets om ongerust van te raken. In april verscheen er echter in ”Nature Ecology & Evolution” een interview met de initiatiefnemers. Hierin wordt ook gesproken over de Resolutie van de Raad van Europa (2007) aangaande ”De gevaren van creationisme in het onderwijs”. Volgens de raad is het scheppingsparadigma niet gebaseerd op feiten en maakt het geen gebruik van de logica en wetenschappelijke methoden.

Bovendien wordt het, tot onze verbijstering, door de raad gepresenteerd als „een bedreiging voor de mensenrechten.” Een dergelijk standpunt maakt duidelijk dat het hier niet alleen te doen is om verbetering van het begrip van de evolutietheorie, maar ook om bestrijding van het scheppingsparadigma. De raad heeft universele gemeenschappelijke afstamming verheven tot dogma en duldt geen twijfel aan de juistheid van de evolutietheorie. Dat de raad daarmee zelf buiten het terrein van de wetenschap treedt lijkt geen bezwaar.

Dogma

De overtuiging dat alle levensvormen afstammen van een gemeenschappelijke voorouder, komt in belangrijke mate voort uit een naturalistisch wereldbeeld, en uit de bewuste verwerping van de mogelijkheid dat alles is ontworpen. Dat de door religieuze (zo zegt de resolutie) overwegingen ingegeven scheppingsgedachte dus „een bedreiging voor de mensenrechten” vormen, is ongerijmd. Net zo goed zou de evolutietheorie, in belangrijke mate voortgekomen uit het naturalistische dogma, een bedreiging voor de mensenrechten genoemd kunnen worden.

Is de indruk van universele gemeenschappelijke afstamming wel zo sterk? Of is er sprake van een ontwerp? In die laatste richting wijst de Cambrische explosie. Het is een voorbeeld van het plotselinge, zonder aanwijsbare voorouders verschijnen van hoofdgroepen en bouwplannen in het fossiele archief. Een dergelijk plotseling optreden van levensvormen vergt enorme veranderingen in het genetisch materiaal. De vraag is hoe dergelijke veranderingen in geologisch bezien korte perioden tot stand konden komen. Al heb je miljoenen jaren daarvoor beschikbaar, er is simpelweg nog steeds veel te weinig tijd om de complexiteit van het fossiele archief te verklaren door middel van mutatie en natuurlijke selectie. Recombinatie en genoomduplicatie verkleinen dat probleem niet.

Intelligentie

Misschien nog interessanter is de vraag hoe die complexe genetische informatie door puur natuurlijke processen tot stand kon komen. We weten allemaal uit de praktijk dat informatie alleen gegenereerd kan worden door intelligentie. Dit is algemeen aanvaard, ook door evolutionisten als Sagan, die in 1974 gebaseerd op dit principe een bericht (de Arecibo Message) de ruimte in stuurde om daarmee in contact te komen met buitenaardse intelligentie. Waarom wordt dan de enorme hoeveelheid complexe informatie in het genoom, die vele malen die van de meest complexe software overschrijdt, gezien als een product van toeval? Is het eigenlijk niet veel redelijker om hierin een sterke aanwijzing voor een intelligente ontwerper te zien?

Het monddood maken van de mensen die het scheppingsmodel onderschrijven, komt dus niet voort uit een open en onbevangen analyse van de wetenschappelijke gegevens, maar veeleer uit een toewijding aan een naturalistisch wereldbeeld dat reeds bij voorbaat het creatieve werk van een Schepper uitsluit.

We stellen niet dat de evolutietheorie niet onderwezen zou mogen worden, maar uiten wel onze zorg dat niet alleen het scheppingsparadigma gecriminaliseerd wordt, maar dat ook een monopoliepositie van de evolutietheorie in het onderwijs een onbevangen houding van leerlingen bemoeilijkt.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Degens, H., Meerten, J.W. van, 2017, Scheppingsgedachte uit klas bannen zet leerlingen op dwaalspoor, Reformatorisch Dagblad Puntkomma 47 (45): 6-7 (artikel).

Uitgelicht Analyse over het Leven 4 – Midden in het leven

Family7 heeft een programma dat heet ‘Uitgelicht Analyse‘. In de maand november zijn er via dit programma een zevental uitzendingen uitgezonden die handelen over medisch-ethische dilemma’s. Family7 heeft deze afleveringen ook op haar YouTube-kanaal geplaatst. De afleveringen zijn de moeite waard en daarom delen wij deze afleveringen, met dank aan de makers, graag op onze website. De vierde aflevering gaat over ‘midden in het leven’. Wat is de grens tussen behandelen en overbehandelen? De uitzending gaat over medische ethiek in het kinderleven. Aan tafel zitten dr. Harriette Verwey, gepensioneerd cardioloog en dr. Paul Lieverse, arts bij de GGD.

Het evangelie en hermeneutiek – Drs. Marco de Wilde sprak op de ‘The Gospel Coalition Conferentie 2021’

Op vrijdag en zaterdag 24 en 25 september 2021 organiseerde ‘The Gospel Coalition Nederland & Vlaanderen’ een conferentie met als thema ‘Herontdek het Evangelie!’ Op vrijdagavond sprak de predikant en theoloog drs. Marco de Wilde over ‘Het Evangelie en hermeneutiek‘. Hij stond stil bij drie punten:

  1. De schriftleer van Jezus.
  2. De persoon van Jezus.
  3. De boodschap van Jezus.

Met dank aan Geloofstoerusting is deze lezing opgenomen. Hieronder delen we deze lezing. Veel zegen bij het kijken en luisteren.

Vooraankondiging ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods aangezicht’ – Bundel over ‘Geloof en Wetenschap’ verschijnt bij De Banier

Met veel genoegen geven wij u of jou meer informatie over het komende verschijnen van een bundel over ‘geloof en wetenschap’. De titel van de bundel luidt ‘Inzicht: wetenschap voor Gods aangezicht‘. De bundel wordt uitgegeven door uitgeverij De Banier en verschijnt in het voorjaar van 2023 D.V. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de bijdragen. We werken momenteel, met de uitgever, ook aan de invulling van een presentatieavond. Wanneer daar meer informatie over beschikbaar is, zal dit worden gedeeld via deze website. Onder de boekinformatie hieronder kunt u/jij het boek alvast (vrijblijvend) reserveren, vlak voordat het boek verschijnt ontvangt u/je dan een factuur. Hieronder een korte vooraankondiging en wat boekgegevens.

Informatie op de achterkant

“Is het mogelijk geloof en wetenschap te combineren, of zijn het twee gescheiden werelden? In deze bundel komen achttien Nederlandstalige wetenschappers aan het woord die van harte een verbinding voorstaan. Op hun eigen wetenschapsgebied laten zij zien dat vooronderstellingen een grote rol spelen. Deze deskundigen wensen wetenschap te bedrijven ‘voor Gods aangezicht’. Naar hun overtuiging is het belangrijk rekening te houden met de Schepper van deze wereld en Zijn openbaring. Die houding geeft meer inzicht in onze werkelijkheid dan wetenschappelijke methodes op zichzelf kunnen bieden. De gangbare wetenschap houdt immers geen rekening met Gods handelen. In deze bundel staan artikelen over theologie, kerkgeschiedenis, wetenschapsvisie, natuurwetenschappen en biologie. Het doel van deze bijdragen is inzicht in Gods schepping, zodat we ons over Hem verwonderen.”

Catalogus De Banier

De onderstaande pagina is opgenomen in de voorjaarscatalogus van uitgeverij De Banier. Op deze pagina staan ook nog meer boekgegevens.

De pagina is als pdf hier te downloaden, de volledige voorjaarscatalogus van de uitgever is hier te bekijken lezen.

Mocht u voor uzelf alvast een boek reserveren dan kunt u hieronder uw gegevens achterlaten. Wanneer het dan zover is ontvangt u een factuur én de vraag hoe u het boek in bezit zou willen krijgen (via de post of tijdens de presentatieavond).

Boekexemplaar reserveren

COLUMN: Zoogdiergebrom in dinoland

Onlangs bezocht ik het natuurhistorische museum Naturalis om te werken aan een creationistische museumgids. Naturalis is een prachtig museum dat ons door middel van allerlei (permanente) tentoonstellingen meeneemt in de aardgeschiedenis. Helaas houden de makers van deze tentoonstellingen geen rekening met de Bijbelse geschiedenis.

 De overblijfselen van het skelet van Repenomamus robustus. Bron: Wikipedia.

Wanneer we de afdeling van de dinosaurussen binnenstappen. Dan worden we overweldigd door deze uitgestorven beesten. We zien de lange Camarasaurus. Het grootste landdier uit de collectie van Naturalis. Deze langnekdino is opgezet op zijn achterpoten zodat zijn kop wel tien meter hoog reikt. Je kunt daarom het skelet ook van de onderkant bekijken. Naast dit topstuk zien we ook de bekende Triceratops, Stegosaurus, Tyrannosaurus en Edmontosaurus. De laatste dino wordt ook wel een eendensnaveldino genoemd. Als dinoliefhebber om te smullen. Wanneer je door deze zaal stapt zou je haast denken dat er een tijdperk is geweest met alleen maar dino’s, zeereptielen en vliegende reptielen. Dat is echter niet zo.

Om een compleet beeld te krijgen van het leefgebied van de dinosauriërs moet je niet naar Naturalis maar de literatuur induiken. Zo worden zoogdieren gemist. Naast zoogdieren leefden er ook krokodillen, amfibieën en andere soorten in het leefgebied van deze kolossen. Door deze beesten, bewust of onbewust, niet weer te geven krijgen de bezoekers een scheef beeld van deze ecosystemen. Verder wordt in de dinozaal ook nog aandacht besteed aan de gedachte dat vogels geëvolueerd zijn uit een bepaald type dino’s. Vanuit Genesis weten we dat dit onjuist is. Dino’s en vogels werden namelijk op afzonderlijke dagen geschapen.

Al een tijdje verdiep ik mij in zoogdieren die gevonden worden in de buurt van dinobotten en in aardlagen waarin dinoleefgebieden begraven werden. Vroeger dachten we dat zoogdieren in het leefgebied van de dino’s niet groter werden dan een spitsmuis en vooral ’s nachts actief waren om de dino’s te ontlopen. De laatste twintig jaar is de kennis van deze zogenoemde Mesozoïsche zoogdieren enorm toegenomen. En blijkt deze groep dieren in het dinoleefgebied enorm divers te zijn geweest, met heel wat grotere soorten dan het maatje spitsmuis. Hieronder enkele voorbeelden. In 2005 werd een ondersoort van Repenomamus beschreven met resten van een jonge dino in zijn maag(streek). Deze jonge Psittacosaurus was een van laatste maaltijden voor dat dit zoogdier werd begraven. Repenomamus kon wel 1 meter lang worden. In 2014 werd er een zoogdier beschreven dat drie keer zo groot werd als een bosmarmot. Het knaagdier werd gevonden op Madagascar. In 2020 werd een groot zoogdier beschreven die eveneens gevonden is op Madagascar. Het beest werd zo groot als een huiskat en leek in uiterlijk wel wat op een das. Het skelet was verbazingwekkend compleet. Vermeldenswaard zijn ook nog Volaticotherium en Castorocauda. De eerste kon net als een suikereekhoorn zweven door de bomen, de tweede had een uiterlijk van een bever en woog ongeveer één kilo. De lijst met vondsten zou nog veel langer gemaakt kunnen worden.

Musea zouden er goed aan doen om een compleet plaatje te schetsen van de leefgebieden van dinosauriërs. Christenen hoeven het niet oneens te zijn met de vondsten. Het betreffen namelijk beesten die werkelijk opgegraven worden. Veel christenen die uitgaan van een zesdaagse schepping denken dat dinoleefgebieden verwoest zijn door de wereldwijde zondvloed en daarmee als stille getuigen van deze ramp gezien kunnen worden.

Dit artikel verscheen eerder in het gezinsblad ‘Om Sions Wil’ en is met toestemming van de redactie hier overgenomen. De volledige bronvermelding luidt: Meerten, J.W. van, 2022, Nederlandse vulkanen?, Om Sions Wil 2022 (1): 25. Hier is wat meer te lezen over ‘Om Sions Wil’.

ANDERE COLUMNS UIT 'OM SIONS WIL' JAARGANG 2022

Feedback & Vragen 2022: Maar twee vulkanen in de Nederlandse ondergrond?

Heb je vorig jaar de nieuwe scheurkalender van Weet Magazine aangeschaft?1 Ik heb daar in het afgelopen jaar een tiental stukjes voor geschreven. Afgelopen maandag (3 januari) kon je het eerste stukje van mijn hand lezen. Het ging over vulkanen op Nederlandse bodem. Over dit onderwerp schreef ik al eerder een column voor Om Sions Wil, maar nu dus ook een scheurkalenderstukje.2 Op dit stukje kwam via de website van Weet Magazine commentaar. Hieronder het commentaar met daarop mijn reactie.3

Mount Scenery op het eiland Saba in de wolken. Bron: Wikipedia.

De reageerder laat het volgende weten. Hoofdlettergebruik en andere spelling zijn van de reageerder:

“Op de weet scheurkalander worden 2 dode vulkanen genoemd op nederlands grondgebied: .1 Zuidwal vulkaan .2 Mulciber. De derde ligt op het nederlandse eiland Saba in het caraïbisch gebied:
.3 Mount Scenery, zie ook https://g.co/kgs/jYhc5C.”

Het is een reactie op een zin uit de scheurkalender. Deze zin luidt: ‘Wist je dat er in de Nederlands ondergrond twee vulkanen gevonden zijn?’ De link van de reageerder verwijst naar Google waar we in de zoekbalk ‘Mount Scenery’ vinden. Mount Scenery is een slapende vulkaan op het eiland Saba. Saba behoort tot het Koninkrijk der Nederlanden. Met de gewraakte zin bedoelde ik echter niet de ondergrond van het ‘Koninkrijk der Nederlanden’, maar de ondergrond van Nederland. Nederland is één van de landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Wanneer geologen en taalkundigen spreken van de ‘Nederlandse ondergrond’ of de ‘Nederlandse bodem’ dan bedoelen ze daar vaak mee de bodem van het land ‘Nederland’ en niet de bodem van het ‘Koninkrijk der Nederlanden’.4

Overigens, wanneer we het uitbreiden naar de ondergrond van het Koninkrijk der Nederlanden dan zijn er meer (slapende of dode) vulkanen te noemen.5 Bijvoorbeeld de slapende stratovulkaan The Quill op Sint Eustatius. Verder bestaan sommige delen van Sint Maarten uit vulkanisch gesteente wat wijst op vulkanische activiteit in het verleden (Mount Flagstaff). Curaçao kent meerdere vulkanische heuvels en ook de Hooiberg op Aruba heeft een vulkanische oorsprong. Behalve Bonaire, waar discussie over is, bevatten alle landen van het Koninkrijk der Nederlanden (slapende of dode) vulkanen.

Voetnoten

“In een zonsverduistering mag je de wonderlijke hand van God zien” – Interview in GezinsGids met dr. Herbert Koekkoek

Een kijkje in het uitdijende heelal zorgt voor verwondering. Die ervaring heeft de sterrenkundige dr. Herbert Koekkoek1 met dit machtige scheppingswerk van God. Hoe verder je het heelal inkijkt, hoe kleiner je wordt. In het Winternummer van GezinsGids2 gaat hoofdredacteur Chris Jan de Leeuw op bezoek bij de sterrenkundige.

Een zonsverduistering, “toeval, zegt de wetenschap. Nou, dat is wel heel, toevallig. Daar mag je toch de wonderlijke hand van God in zien.” Bron: Pixabay.

Van jongs af aan

Al van jongs af aan is Koekkoek gefascineerd door sterren en planeten. “Als kind maakte ik zonnewijzers. Heel basaal: je neemt een plankje en een stokje. Elk uur zet je een streepje bij de schaduw. De volgende dag kun je de tijd aflezen.” Met zijn eerste verrekijker, die hij als vijftienjarige kocht, zag hij de komeet Halley. Daarna volgde zijn eerste telescoop waarmee hij de ringen van Saturnus bestudeerde. Hij besluit om theoretische sterrenkunde te gaan studeren. Omdat het in de woorden van de hoofdredacteur ‘vrijwel onmogelijk is om er werk in te vinden’ is hij later in de IT terechtgekomen, maar de sterrenhemel is hem blijven boeien. Koekkoek trekt er daarom regelmatig ’s nachts op uit om waarnemingen te doen, bijvoorbeeld bij de dark sky parks: Lauwersmeer en Terschelling, of naar het Dwingelerveld in Drenthe.

Verwondering

Wanneer Koekkoek door de telescoop tuurt, valt er een deken van diep ontzag en verwondering over hem. Koekkoek over de wetmatigheden in het heelal:

“Naast chaos is er veel orde en regelmaat in het heelal. Dat weerspiegelt Gods trouw. We vinden het vanzelfsprekend dat de zon elke dag opgaat, dat er seizoenen zijn. Maar dat is het helemaal niet. Het is Gods hand. In Genesis lezen we dat de zon en maan geschapen zijn tot ‘tekenen en gezette tijden’.”

De bescherming van onze dampkring tegen inkomend ruimtepuin is voor de geleerde een voorbeeld van Gods bewarende hand. Ook de omstandigheden op aarde zorgen voor verwondering. Onze buurplaneet Venus is onleefbaar, de druk is er bijvoorbeeld negentig keer zo hoog. Op Uranus kan het wel tientallen jaren zomer zijn. De sterrenkundige roept daarom op zuinig te zijn op de aarde.

Wanneer Koekkoek een zonsverduistering bestudeert dan ziet hij daarin de wonderlijke hand van God.3 De sterrenkundige maakte in 1998 op Aruba voor het eerst een zonsverduistering mee. Het overweldigde hem.

“De zon is ongeveer vierhonderd keer groter dan de maan en staat veel verder weg. Vanaf de aarde gezien dekt de maan de zon vrijwel precies af. De strook waarin je een zonsverduistering kunt zien is maar enkele tientallen kilometers breed. Hoe is het mogelijk! Toeval, zegt de wetenschap. Nou, dat is wel heel, toevallig. Daar mag je toch de wonderlijke hand van God in zien.”

‘De hemelen vertellen Gods eer’

Wanneer Koekkoek op een donker plekje naar de sterrenhemel kijkt, schieten hem de woorden van Psalm 19 in gedachten. Sterrenstelsels en sterrenhopen, ‘het is zo wonderlijk gemaakt’. Venus, de Morgenster, doet denken aan Christus. De ster van Bethlehem was mogelijk een samenstand van Venus en Jupiter, maar mogelijk juist een bijzondere (onverklaarbare) gebeurtenis. De geleerde wijst ook nog op het teken van Hizkia. ‘Dan draait de zon tien graden terug. ‘Onmogelijk’, zegt een wetenschapper dan. Inderdaad, het is niet te verklaren. Maar daarom is het juist een teken’.

Geloof en wetenschap

Bij veel wetenschappers blijft er weinig ruimte voor religie over. De hele werkelijkheid kan volgens deze wetenschappers op een wiskundige manier beschreven worden. Veel sterrenkundige zijn daarnaast overtuigd van de oerknaltheorie. Herbert Koekkoek maant tot voorzichtigheid:

“Maar als je ervan uitgaat dat de wetenschap de complete werkelijkheid beschrijft, kom je in een heel ijzige wereld terecht. Want de wetenschap beschrijft alleen wetmatigheden. Het zegt niets over zingeving, over de vraag naar het doel van het leven. Daarnaast is het niet gezegd dat de grote theorieën in stand blijven. Hoe meer je waarneemt, hoe meer vragen er kunnen ontstaan. Telescopen worden bijvoorbeeld steeds preciezer en zo is ontdekt dat het heelal niet alleen uitdijt – zoals de verwachting was – maar zelfs versneld uitdijt. Dat staat dan weer haaks op de gangbare theorie.”

Dit alles zou moeten leiden tot bescheidenheid. ‘Dan kom je erachter dat het menselijk verstand de complexiteit niet kan bevatten. Hoe meer ik weet, hoe meer ik me verwonder over de schepping.’ De geleerde beschouwt geloof en wetenschap als twee aspecten van de werkelijkheid die je niet kloppend kunt krijgen. Volgens Koekkoek hoeft dat ook niet, ‘je moet het naast elkaar laten staan’. Voor hem is alles wat we weten een duidelijke bevestiging van de grootsheid van de schepping. Het maakt de sterrenkundige klein, want we weten nog zo weinig.

“We kunnen veel leren van onze kinderen. De kinderlijke eenvoud, het vertrouwen. Wij willen alles kloppend maken, maar in onze verhouding tot God is dat kinderlijke vertrouwen zo belangrijk.”

Laten we daarom met veel verwondering naar de sterrenhemel blijven kijken en de Schepper voor Zijn scheppingswerk de eer geven!

Voetnoten

Stel deugd van zelfverloochening tegenover genderrevolutie

Ieder moet op seksueel gebied zichzelf kunnen uitvinden, is het heersende ideaal. Daartegenover moet de kerk de deugd van zelfverloochening stellen en helder spreken over Bijbelse waarden rond seksualiteit.

“Het huwelijk is niet langer een levenslang verbond tussen één man en één vrouw. Seksualiteit is losgekoppeld van het huwelijk, en niet meer primair gerelateerd aan voortplanting, maar aan genot.” Bron: Pixabay.

In onze maatschappij wordt de natuurlijke man-vrouwverhouding omgekeerd. Mannen beperken zich niet meer tot wat Bijbels gezien de rol van de man is, en vrouwen niet meer tot die van de vrouw. Het huwelijk is niet langer een levenslang verbond tussen één man en één vrouw. Seksualiteit is losgekoppeld van het huwelijk, en niet meer primair gerelateerd aan voortplanting, maar aan genot. Het biologisch geslacht wordt ook niet meer gezien als bepalend voor het ”werkelijke” geslacht.

De laatste ontwikkeling betekent een nieuwe fase van de seksuele revolutie, die veel verder gaat dan de acceptatie van homoseksualiteit. Men ziet gender steeds meer als iets waarbij er tal van varianten zijn, die bovendien veranderlijk kunnen zijn. Dit leidt tot de opvatting dat kinderen genderneutraal dienen te worden opgevoed en dat de samenleving zich moet instellen op genderneutraliteit, om te voorkomen dat mensen in een keurslijf gedwongen worden. Wanneer mensen niet ”zichzelf” kunnen zijn, zou dat onderdrukkend zijn.

De achtergrond hiervan ligt in het ideaal van zelfverwerkelijking, waar het in onze maatschappij om draait. De samenleving is daarbij zeer individualistisch ingesteld geworden. De theoloog Carl Trueman noemt dat in navolging van de Canadese filosoof Charles Taylor ”expressief individualisme”. Een mens vindt zingeving door gestalte te geven aan de eigen gevoelens en verlangens. Ieder mens moet zijn ”zelf” vinden en uitleven, in plaats van zich conformeren aan een keurslijf dat wordt opgelegd van buiten, door de samenleving, door voorgaande generaties of door religieuze of politieke autoriteiten.

Diametraal op Bijbel

Dit staat diametraal op een Bijbelse visie op ”zelf”, die stelt dat we een boos en zondig hart hebben. Die Bijbelse visie op wat wij met ons ”zelf” aan moeten, is kortweg ”zelfverloochening”. Het is immers Christus Zelf Die ons voorhoudt in Zijn Woord: „Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op en volge Mij” (Markus 8:34b). Die oproep klinkt veelvoudig in Gods Woord.

Vanouds hadden de kerken van de (Nadere) Reformatie veel aandacht voor de christelijke deugden: de Bijbelse deugden van geloof, hoop en liefde met de klassieke van voorzichtigheid, rechtvaardigheid, moed en gematigdheid. In navolging van Calvijn kan zelfverloochening gezien worden als de kern van deze deugden.

Zijn deze deugden in onze opvoeding, ons onderwijs en onze preken niet al te zeer buiten zicht geraakt? Als zelfverloochening de kern is van een heilig leven, geldt dit dan niet bij uitstek voor deze deugd van alle deugden? Het oefenen van kinderen hierin is wezenlijk om staande te kunnen blijven in een maatschappij die alle nadruk legt op zelfexpressie.

Vriendschap

Dat brengt mij op een tweede belangrijk punt: de christelijke gemeente als gemeenschap.

Voor mensen die worstelen met andersgerichte gevoelens is het van groot belang dat ze zich opgenomen mogen weten in de gemeente als gemeenschap. Een belangrijke plaats daarbij is weggelegd voor vriendschap, die ook beoefend hoort te worden als onderdeel van de deugd liefde. In de levensverhalen van mensen met homoseksuele gevoelens zijn vrienden essentieel voor het leven naar Gods Woord. Lees het verslag van Rachel Gilson. Het was een oudere christin die haar in liefde vermaande en ertoe bracht om haar lesbische relatie te verbreken. Dezelfde vriendin hielp haar om de weg terug te vinden toen ze opnieuw in zonden viel.

De relaties in een christelijke gemeente gaan verder dan vriendschap. De relatie die bestaat tussen Gods kinderen is er een van ”broeders en zusters”, zonder dat ze een seksuele dimensie heeft. Zulke relaties hebben mensen die met homoseksuele gevoelens worstelen ook nodig om overeind te blijven en een weg voorwaarts te vinden. Ligt hier geen belangrijke taak voor Gods kinderen in de gemeente?

“Steeds duidelijker wordt dat het Bijbels denken over deze onderwerpen op zichzelf genomen de steen des aanstoots is, hoe behoedzaam je er ook over spreekt.” Bron: Pixabay.

05Heftige reacties

Bijbels spreken over seksualiteit en identiteit in kerken en op scholen leidt tot grote weerstand en heftige reacties. ”Nashville”, ”Gorinchem” en ”Krimpen aan den IJssel” zijn de sprekende recente voorbeelden. Kerken en scholen reageerden in de afgelopen jaren veelal op twee manieren daarop. Een veel voorkomende reactie is dat er vooral weinig over seksualiteit en identiteit wordt gesproken. Het onderwerp wordt wel eens aangeroerd in een preek of tijdens een catechisatieles, het wordt besproken op school voor zover het aandacht ”moet” krijgen, volgens leerdoelen, maar de aandacht is zo beperkt mogelijk. Wanneer media om reacties vragen, wordt er het zwijgen toe gedaan, om te voorkomen dat men de vingers brandt.

De andere reactie die vaak voorkomt, is dat er vooral heel voorzichtig over wordt gesproken, waarbij er veel aandacht is voor de vraag hoe de boodschap zal overkomen. Veel nadruk wordt op het pastorale gelegd. Het positieve van huwelijk, gezin en seksualiteit binnen het huwelijk wordt sterk benadrukt. Er wordt het nodige gedaan aan voorlichting binnen de school en er wordt hard gewerkt aan een veilig klimaat. En er worden mediatrainingen gevolgd om te voorkomen dat dingen op de verkeerde manier worden gezegd. Bijbelse woorden of uitdrukkingen die gemakkelijk verkeerd kunnen worden verstaan, zoals ”het doden van de zonden”, worden vermeden. Wie voor deze aanpak kiest, pleit vooral voor zorgvuldigheid en wil onnodige commotie voorkomen.

Steen des aanstoots

Inmiddels wordt naar mijn mening zichtbaar dat beide benaderingen niet goed werken. Steeds duidelijker wordt dat het Bijbels denken over deze onderwerpen op zichzelf genomen de steen des aanstoots is, hoe behoedzaam je er ook over spreekt. De brief van ds. Kort die activisten tot actie bewoog, illustreert het. Hij nam het woord homoseksualiteit in zijn brief niet eens in de mond. Hij sprak over allerlei zonden, waaronder zonde „tegen de scheppingsorde.”

Daarom pleit ik ervoor om over dit onderwerp vaker te spreken binnen kerken en scholen, maar ook in de samenleving, en dit in heldere taal te doen, zonder nodeloos kwetsend te zijn, en met een bewogen hart. Onze kinderen hebben behoefte aan een krachtig weerwoord en positief Bijbels onderwijs als het gaat om de plaats van man en vrouw, huwelijk en seksualiteit.

Ook moeten we niet mediaschuw zijn. Laat het dan maar zo zijn dat we af en toe wat onbeholpen uit onze woorden komen. De commotie rond de Nashvilleverklaring had ook iets te maken met het feit dat de samenleving er niet meer aan gewend was dat christenen zich heel expliciet uitspraken.

Tot slot, onze kinderen trekken een slagveld op waar geweldige machten en krachten uit zijn op hun eeuwige ondergang. Hoe bestaat het dat we hen dit strijdperk zo gemakkelijk laten betreden zonder wapenrusting Gods? Onderwijs kinderen daarom in de geboden Gods. Leer hen deugdzaam te leven. Bid dat God hen genade schenkt. Breng ze tot Christus. Leer hen zichzelf te verloochenen, hun kruis op te nemen en Hem na te volgen.

Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Tang, L. van der, 2021, Stel deugd van zelfverloochening tegenover genderrevolutie, Reformatorisch Dagblad 51 (66): 22-23 (artikel).