Home » Biologie » Persoonlijke reflectie naar aanleiding van het artikel tot overbrugging van de verschillen

Persoonlijke reflectie naar aanleiding van het artikel tot overbrugging van de verschillen

Noot van de redactie: Het artikel waar op gereflecteerd wordt is hier samengevat door Nathan van Ree

De wetenschappelijke status van de evolutietheorie kan, zo betogen Madueme en Wood, niet onbevangen worden beoordeeld; geloofsovertuiging zal hierbij altijd een rol spelen. Hoe evident dit is, blijkt voor mijzelf uit persoonlijke ervaring. Opgegroeid met ‘de schepping’ als ontstaansgeschiedenis, ‘wist’ ik dat een ander ontstaansidee zoals ik dat al op de basisschool tegenkwam – de evolutietheorie – niet juist was. Pas veel later kwam ik christenen tegen die de evolutietheorie omarmden (of misschien beter gezegd: die deze omarming duidelijk maakten), en dat was wat mij betreft nogal verbazingwekkend. Niet vanwege enige status die ik verleende aan de evolutietheorie op zich (wat wist ik daarvan?), maar simpelweg omdat in de Bijbel zo overduidelijk heel iets anders staat. Van ‘creationisme’ had ik nog nooit gehoord.

Dit neemt evenwel niet weg dat ik mij ook niet voor kon stellen dat alles ‘vanzelf’ ontwikkeld is van eencellige tot mens en wat al niet meer. Niet vanwege wetenschappelijke kennis op dit vlak, maar simpel gezond verstand. Inmiddels, meer ingelezen en ingelicht door bepleiters van deze theorie alsmede tegenstanders ervan, merk ik dat acceptatie van de evolutietheorie bij mij uiteindelijk niet significant is toegenomen (uiteindelijk, want er is wel een periode geweest dat ik – ongehinderd door veel ter zake doende kennis – meende dat de evolutietheorie wel juist moest zijn, simpelweg vanwege de bevestiging ervan via vrijwel alle kanalen, zowel fictie als non-fictie). Hoewel Madueme en Wood aantonen dat het idee van gemeenschappelijke afstamming al stevig stond vóór invulling van de manier waarop deze tot stand zou moeten zijn gekomen, staat voor mij persoonlijk het ontbreken van een adequaat en plausibel mechanisme hiervoor de acceptatie ervan sterk in de weg. Tenzij deze gemeenschappelijke afstamming doelbewust en gestuurd is, maar dan werpt de vraag zich op: door wie of wat? En zo nog meer vragen.

Wat niet is, kan echter nog komen, en wellicht dient een plausibel mechanisme zich vandaag of morgen aan. De acceptatie van de evolutietheorie vanuit wetenschappelijke invalshoek kan wat mij betreft in principe dus nog best aan de orde zijn. Ik ben niet meer dan een redelijk geïnformeerde leek op dit gebied en niet ongevoelig voor wat deskundigen zeggen. Dat gezegd hebbende, is wat die tot dusver (in debatten of op andere wijze) te berde hebben gebracht voor mij, vanuit deze invalshoek bezien, niet heel erg overtuigend geweest. Wat empirisch kan worden hardgemaakt, valt eigenlijk altijd wel te rijmen met evolutie binnen geschapen groepen. De rest komt eigenlijk altijd weer neer op invulling vanuit het uitgangspunt zelf.

Maar wat te zeggen van de andere invalshoek: de theologische? Geldt hier niet hetzelfde: kan ook hier geen nog te ontdekken interpretatie van de Bijbelse ontstaansgeschiedenis leiden tot acceptatie van de evolutietheorie, of wellicht beter gezegd: tot het slechten van theologische bezwaren hiertegen? In principe uiteraard wel. Alleen ook hier: hoe groot is de kans dat die er nog komt? Wat ik tot dusver heb gehoord en gelezen dat ingaat tegen de klassieke interpretatie, bijvoorbeeld de geschriften van door Madueme en Wood genoemde Gijsbert van den Brink, hebben míj niet kunnen overtuigen. In hoeverre dat aan de geschriften zelf ligt of aan mijn bevooroordeeldheid is echter lastig in te schatten, en ongetwijfeld speelt het laatste een rol.

Toch geldt wat mij betreft ook hier: het gaat wat de voorkeur voor de ‘juiste’ ontstaansgeschiedenis betreft uiteindelijk om welke juist is, niet om welke gewenst is. Als ik ervan overtuigd word dat de evolutietheorie juist is vanuit wetenschappelijke invalshoek, zal dat moeten leiden tot herinterpretatie van de Bijbel. Als ik er andersom vanuit Bijbelse (of theologische, laten we voor het gemak hier even geen onderscheid maken) invalshoek van overtuigd word dat er sprake moet zijn van een evolutionaire ontstaansgeschiedenis, zal ik wellicht geneigd zijn ook de wetenschappelijke interpretaties aangaande evolutie voor lief te nemen. Of er ontstaat een derde situatie: ik concludeer dat zowel de wetenschappelijke duiding als de klassieke Bijbelse uitleg juist zijn en verwerp dan de laatste, en daarmee de Bijbel als bron van waarheid. Ik denk dat dit is wat er in de praktijk het vaakst gebeurt (maar kan het mis hebben).

Madueme en Wood stellen dat het beter is de dialoog op te zoeken en de ander te proberen te begrijpen, dan de hakken in het zand te zetten en er een loopgravenoorlog van te maken. Dit is een Bijbelse instelling: heb uw naaste lief als uzelf. Het moeilijke zit hem denk ik, in elk geval gedeeltelijk, in het fenomeen groepsdenken. Wie (zoals ik) uitgaat van de Bijbelse schepping (op welke gronden dan ook), komt al snel in het kamp terecht van de ‘creationisten’, wie er anders instaat in dat van de ‘evolutionisten’. En dan kan het al snel gaan als bij de voetbalsupporter die doordeweeks weldenkend en vriendelijk met iemand van ‘de andere club’ kan omgaan, maar op zondagmiddag in het stadion haast op voet van oorlog met dezelfde persoon lijkt te leven. Het wij-zij-denken wordt versterkt doordat je leest wat jouw kamp schrijft, hun debatten volgt en hun bijeenkomsten bezoekt. Je hoort bij een groep (of voelt dat in elk geval zo) en neemt, bewust of onbewust, steeds meer van het groepsdenken over. Argumenten die je zelf nooit zou hebben bedacht, gebruik je nu alsof het de jouwe zijn en invulling van details omtrent schepping en zondvloed (bariminologie, catastrophic plate tectonics, noem het maar) gaan als je niet oppast een eigen leven leiden als dogma.

Binnen de groep kan hier zoveel onenigheid over ontstaan, dat er sprake is van onderling gebakkelei en zelfs uitsluiting. Ik denk aan bijvoorbeeld Barry Setterfield, die er binnen de creationistische gemeenschap afwijkende ideeën op na houdt en derhalve vrijwel alleen staat, maar ook aan de niet malse kritieken die hier besproken Todd Wood heeft moeten incasseren vanwege zijn ‘te milde’ houding jegens de ‘evolutionisten’. Beiden hebben hun ideeën overigens stevig onderbouwd, maar hiervan wordt wellicht niet voldoende kennis genomen door de gemeenschap. Hoe ik hier zelf in sta wisselt. Wat mij betreft gaat het om wat juist is, niet om wat populair is. Wat dit proces van waarheidsvinding bemoeilijkt, is denk ik het gevoel deel uit te maken van een bepaalde gemeenschap, waarin bepaalde overtuigingen heersen. Hoe moeilijk dat echter ook kan zijn, het behoren tot ‘de groep’ moet niet het belangrijkste doel worden als het gaat om waarheidsvinding.

Concluderend lijkt het mij dat het je hier bewust van zijn misschien de basis kan vormen voor de door Madueme en Wood voorgestane dialoog. Wanneer we het groepsdenken even loslaten en een serieuze poging doen zo onbevangen mogelijk de argumenten van de ander aan te horen en af te wegen, kan hier denk ik meer worden bereikt dan wanneer we overtuigd van het eigen gelijk (hoe zeer we dat misschien ook zijn) het gesprek ingaan. De ander daarbij zien als gesprekspartner in plaats van tegenstander zal wederzijds begrip en wederzijdse toenadering ongetwijfeld ten dienste zijn. Of die behoefte er is, zal per persoon verschillen, maar wellicht hebben Madueme en Wood een punt als zij dit als een Bijbelse plicht zien.