Home » 2021 » juni (Pagina 4)

Maandelijkse archieven: juni 2021

Geboorteakte van Willemina Katrina van Leijen (1892-1916)

Geboorteakte van Willemina Katrina van Leijen (1892-1916) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren.

Hierboven wordt de geboorteakte van Willemina Katrina van Leijen (1892-1916) weergegeven.1 Op 12 oktober 1892 deed Klaas van Leijen (1848-1926) in de Gemeente Kesteren aangifte van de geboorte van een dochter. Hij gaf aan dat Willemina Katrina op 12 oktober 1892 om tien uur in de morgen geboren is in Opheusden in het huis nummer 250. De moeder is Teuntje van Meerten, arbeidster en wonende te Opheusden. Als getuigen had de aangever meegenomen: (1) Cornelis Gerritsen (1851-1934)2, twee en veertig jaar oud en arbeider van beroep, en (2) Jan Hendrik van Drumpt (1854-1937)3, acht en dertig jaar oud en smid van beroep. Uit de genealogische gegevens weten we dat zij op 17 mei 1912 in het huwelijk getreden is met Ruth van Meerten (1886-1948).

Voetnoten

Overlijdensakte van Willemina Katrina van Leijen (1892-1916)

Overlijdensakte van Willemina Katrina van Leijen (1892-1916) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren.

Hierboven wordt de overlijdensakte weergegeven van Willemina Katrina van Leijen (1892-1916).1 Op 18 februari 1916 deed Gijsbert van Leijen (1882-1944) in de Gemeente Kesteren aangifte van het overlijden van zijn zus. Gijsbert was drie en dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij gaf aan dat Willemina Katrina op 17 februari 1916 om half drie in de middag is overleden in de leeftijd van drie en twintig jaar. Zij was de echtgenote van Ruth van Meerten, zonder beroep en wonende te Opheusden. Ze was een dochter van de boomkweker Klaas van Leijen (1848-1926) en wijlen Teuntje van Meerten (1854-1904). De aangever deed de aangifte samen met Gerrit Jansen Schuiling (1873-1941)2, twee en veertig jaar oud en zonder beroep. Uit de genealogische gegevens weten we dat zij op 17 mei 1912 in het huwelijk trad met Ruth van Meerten (1886-1948).

Voetnoten

“Adam niet geleerd, Christus niet begeerd” – Interview met Gereformeerd Venster

Eén van de redenen waarom Gereformeerd Venster in oktober 2020 is opgericht, is dat helaas ook de Bijbelse leer van de schepping in de gereformeerde gezindte niet meer overal vanzelfsprekend is. Jan van Meerten, één van onze lezers, was graag bereid om hierover een paar vragen te beantwoorden.1

Een ‘selfie’ bij de steilrand van Donderen. Foto genomen door Jan van Meerten op 23 oktober 2020.

Jan zet zich al jaren in voor het verdedigen van de Bijbelse scheppingsleer voor de redactie van Weet Magazine en voor het Logos Instituut. Ook organiseert hij jaarlijkse conferenties namens Fundamentum over geloof en wetenschap.2 Jan, kun je iets vertellen over je werk en je drijfveer?

Samenvattend zou je het werk kunnen omschrijven met één woord: apologetiek. Het verdedigen van het christelijk geloof en meer specifiek de historische betrouwbaarheid van de Bijbel, tegenover welwillende critici, sceptici en waarheidszoekers. In die hoedanigheid geef ik gastlessen op scholen en in kerken, worden er congressen en avonden georganiseerd en houd ik de website https://oorsprong.info bij. Het doel is zoveel mogelijk informatie verspreiden in de hoop dat kerken en scholen dit ook gaan gebruiken tijdens de catechisaties (of andere gemeenteactiviteiten) en in de lessen. Ik wil dus vooral toerustend en ondersteunend bezig zijn en niet vervangend.

Gebrek aan antwoorden voor jongeren?

Nogmaals bij de steilrand van Donderen. Foto genomen door Harold Jacobs op 23 oktober 2020.

Wat mij drijft? De gedachte dat Gods geboden goed zijn voor alle mensen. Dat iedere Nederlandstalige wereldbewoner gehoord heeft van God en Zijn schepping, zodat niemand te verontschuldigen is (Romeinen 1). Helaas verlaten verschillende jongeren de kerk omdat er (zo denken ze) een gebrek aan antwoorden is. De evolutietheorie en de miljoenen jaren klinken voor hen overtuigend en het gevolg is dat ze met het badwater het kind weggooien. Terwijl er wel degelijk oplossingen zijn voor deze kwestie. Hierbij kun je volledig geloven in God als Schepper en met open vizier wetenschap bedrijven. Hebben wij oog voor de vragen waarmee onze jongeren worstelen? Zijn wij bereid deze (soms moeilijke) vragen onder ogen te zien en met hen (en niet boven hen) op zoek te gaan naar antwoorden? Laat ze hun vragen maar stellen.

Wat is het belangrijkste argument dat je zou gebruiken om een atheïst die niet de Heilige Schrift als uitgangspunt neemt, te overtuigen van de schepping?

Een zesdaagse schepping is een geloofszaak. God heeft het geopenbaard in de Heilige Schrift. Ten minste drie keer geeft God, de Schepper, aan dat Hij Zijn werk in zes dagen voltooid heeft. Wie zijn wij om daaraan te twijfelen? Dit ‘presuppositionalisme’ (in deze methode van apologetiek is de Schrift het uitgangspunt) zal de atheïst verwerpen. Veel apologeten en christenwetenschappers gooien het daarom over een andere boeg om deze atheïsten te bereiken. Zij gebruiken het zogenoemde ‘evidentialisme’. Deze methode van apologetiek probeert vanuit het voor handen zijnde bewijsmateriaal te redeneren tot het bestaan van God. Zijn er aanwijzingen in de natuur die wijzen naar God de Schepper? We zien dit ook bij de apostel Paulus (Romeinen 1) en in de Nederlandse Geloofsbelijdenis (artikel 2).

Intelligent Design

Met een atheïst ga ik graag het gesprek aan over ‘Intelligent Design’ (intelligent ontwerp van het heelal en het leven). Dat gesprek zou ik starten bij de verwondering. Ook naturalistische (waaronder atheïstische) wetenschappers verwonderen zich uitermate over de complexiteit en schoonheid van onze werkelijkheid. Hierop doorsprekend zou ik dan wijzen op ‘ontwerpbewijzen’ in de natuur, deze natuur lijkt ontworpen. Tegelijkertijd zou ik erop wijzen dat de evolutietheorie op de vraag naar de ontstaanswijze van deze biologische systemen geen (goed) antwoord heeft. Al heb je miljarden jaren binnen de evolutietheorie, alsnog heb je veel te weinig tijd om deze complexe biologische systemen volgens neodarwinistische principes te laten ontstaan. Voor deze complexe systemen is ingewikkelde informatie nodig. Eenvoudig gezegd bestaat leven uit informatie en die vereist een Schepper of Ontwerper. Hier komen presuppositionalisme en evidentialisme bij elkaar. Het besef van de Ontwerper brengt ons bij de God van de Bijbel. Volgens de Nederlandse Geloofsbelijdenis gaat het ene niet zonder het andere.

De rivier Verdon en de ‘Gorges du Verdon’ in Zuid-Frankrijk. Bron: Wikipedia.

Welke elementen behoren tot een klassieke scheppingsleer en zijn voor wat jou betreft onopgeefbaar?

Dat zijn twee zaken:
1. Een goede zesdaagse schepping — omdat deze ook in Gods Wet (waarvan God zelf de auteur is) naar voren komt (Éxodus 20:11).
2. Een historische zondeval als verklaring van de herkomst van de zonde en het kwaad. Anders zou God de Auteur worden van de zonde en het kwaad. Zonder een goede leer over de zonde is er ook geen goede verlossingsleer en geen eeuwigheidsperspectief. Met andere woorden: Adam niet geleerd, is Christus niet begeerd. Uiteraard kunnen we dat verstandelijk wel belijden, maar dat is niet genoeg: het moet ook beleefd worden. Daarmee zijn schepping en zondeval niet alleen historische zaken, maar ook geestelijke zaken.

Ook in de gereformeerde gezindte is al openheid naar de theïstische evolutieleer of zelfs evolutieleer. Hoe schat jij deze ontwikkeling in en wat vind jij ervan?

Inderdaad zien we binnen de breedte van de gereformeerde gezindte — van PKN (Gereformeerde Bond) tot oudgereformeerd — verschuivingen. Binnen de orthodox-gereformeerde kerken — Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) (GKV) en diverse kerken in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) — is dit natuurlijk al enige tijd aan de gang.

Enquête over zesdaagse schepping

Voorpagina van het Nederlands Dagblad van 16 mei 2009 waar de in dit interview genoemde enquête onder predikanten werd gepubliceerd. Bron: Nederlands Dagblad

In 2009 voerde het Nederlands Dagblad een enquête uit onder predikanten.3 Binnen de NGK was 20% overtuigd van een zesdaagse schepping. In de CGK lag dit percentage ook op 20%. Binnen de GKV was dit helaas nog lager: 10%. Als we de stelling “Wel zes dagen maar geen 6×24 uur” (normale werkdagen) meerekenen dan komt NGK op 40%, de CGK en de GKV op 50%. Dat wil nog niet zeggen dat de overige predikanten allemaal achter (een vorm van) theïstische evolutie aanhobbelen, maar het is wel een zorgelijk beeld. De afgelopen twaalf jaar is het er niet beter op geworden in deze orthodox-gereformeerde kerken (ook ziende op het feit dat momenteel diverse behoudende predikanten de GKV verlaten).

Predikanten binnen de kleine orthodox-gereformeerde kerken — Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) en De Gereformeerde Kerken (hersteld) (DGKH) — verdedigen volgens mij allen een zesdaagse schepping en een historische zondeval.

Theïstisch-evolutionistische geluiden

Helaas klinken ook binnen bevindelijk-gereformeerde kerken theïstisch-evolutionistische geluiden. Er zijn binnen de Hersteld Hervormde Kerk en de Gereformeerde Gemeente wel enkele kerkenraadsleden en kerkgangers te noemen die neigen naar theïstische evolutie. Onder de predikanten van de Gereformeerde Bond is schepping of evolutie, mede door de discussie rond het boek En de aarde bracht voort van prof. dr. Gijsbert van den Brink, een heet hangijzer geworden.

Pleidooi voor zesdaagse schepping

Onder de predikanten van de overige bevindelijk-gereformeerde kerken (HHK, GG, GGiN, OGGiN en enkele vrije gemeenten) ben ik het theïstisch-evolutionistische gedachtegoed nog niet tegengekomen. Sterker nog, ik zie daar veelvuldig een pleidooi voor een zesdaagse schepping en een historische zondeval. Wanneer je een willekeurige catechismusverklaring van een predikant uit een van deze kerken ter hand neemt, kun je dat zien. Wanneer je doorbladert naar de behandeling van zondag 9 en 10 zie je vrijwel altijd dat ze wat positiefs zeggen over een zesdaagse schepping. Eigenlijk zou dat de normaalste zaak van de wereld moeten zijn. Ze staan hiermee in de lijn van de kerk van de Reformatie. Zie ook de verklaring van Hieremias Bastingius4 (1551–1595)5 of die van Petrus van der Hagen (1641–1671)6. Die laatste windt er geen doekjes om. Dat geldt overigens ook voor Johannes Calvijn (1509–1564) in zijn Bijbelverklaring.

Bloemen en vlinders laten de schoonheid van de schepping zien. Bron: Pixabay.

Veel ondersteuning vanuit gereformeerde gezindte

Toch wil ik niet in een mineur eindigen. Het is hartverwarmend hoeveel ondersteuning ik ervaar vanuit kerken uit de breedte van de gereformeerde gezindte. Van mensen die willen opkomen voor de waarheid van Gods Woord. Daaronder zitten ook tientallen zo niet honderden academici. We hebben elkaar hard nodig in allerlei vakgebieden (bijv. geologie, biologie en geschiedenis). Gods Woord en Gods Vinger spreken elkaar niet tegen. De Schrift en de werkelijkheid horen bij elkaar. Laten we elkaar blijven ontmoeten, opscherpen en bemoedigen.

Staan op de schouders van reuzen

We moeten onder ogen blijven zien dat we op de schouders staan van geestelijke reuzen. Alle vragen zijn al eens voorbijgekomen en met de wijze Sálomo kunnen we wel zeggen dat er niets nieuws onder de zon is.7 Ook varianten op het theïstisch-evolutionisme zijn al eeuwenoud en stevig bestreden. In de zeventiende eeuw werden theologische hypothesen van preadamieten nog gezien als ketters en werden boeken daarover zelfs gecensureerd omdat ze schadelijk waren voor het volk. Laten wij de argumenten van hun bestrijders, zoals Voetius en Maresius, nog eens goed doorlezen. Hoewel het zorgelijk is dat het theïstische evolutionisme ook in de gereformeerde gezindte oprukt8, zijn gelukkig veruit de meeste predikanten binnen de bevindelijk-gereformeerde kerken overtuigd van (de waarde van) een zesdaagse schepping en de leer van een historische zondeval. Als je de Bijbel onbevangen leest, dan kun je ook niet anders.

Wat zou je mee willen geven aan jongeren die door hun wetenschappelijke opleiding geconfronteerd worden met een hele andere niet-Bijbelse wereldbeschouwing?

Doe je uiterste best om de studie met een (zeer) goed resultaat af te ronden. Woon in Gods Woord. Zoek een mentor die net als jij het academische denkniveau begrijpt en ook doorstaan heeft. Dat kan bijvoorbeeld een gepromoveerde wetenschapper uit je gemeente zijn. Blijf niet zitten met vragen, maar spreek je twijfels uit en ga op zoek naar oplossingen. Vergeet daarbij niet om deze zorgen ook in gebed voor Gods aangezicht te brengen.9

© Gereformeerd Venster. Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit de digitale nieuwsbrief Gereformeerd Venster. Abonneren kan via info@gereformeerdvenster.nl of www.gereformeerdvenster.nl. Een abonnee op deze nieuwsbrief is gratis!

Voetnoten

Bewijs van overlijden en begraven van Grietje van Meerten (±1731-1809)

Bewijs van overlijden en begraven van Grietje van Meerten (±1731-1809) zoals weergegeven in DTB 1020.

Hierboven wordt het bewijs van overlijden en begraven van Grietje van Meerten (±1731-1809) weergegeven.1 Grietje overleed op 29 januari 1809 te Kesteren in de leeftijd van 78 jaar. Ze werd begraven op 1 februari 1809. Ze woonde te Kesteren en was weduwe van Jan van Ingen (?-?). Ze heeft acht kinderen nagelaten als erfgenamen. Het is de auteur (nog) onbekend wie haar ouders waren. Vanuit de genealogische gegevens weten we dat ze op 5 mei 1754 te Opheusden in het huwelijk trad met Jan van Ingen.

Voetnoten

Doopbewijs van Maria van Meerten (1726-?)

Doopbewijs van Maria van Meerten in een van de doopboeken van de Nederduits Gereformeerde Gemeente te Lienden.

Hierboven wordt het doopbewijs van Maria van Meerten (17261-?) weergegeven.2 Op 1 december 1726 werd Maria gedoopt. Zij was een dochter van Jan Jans van Meerten (?-?) en Neeltje van Wees (?-?). Doopgetuige was Anneke van Meerten (?-?) de vrouw van Jan Jacobs van Renkum (?-?).

Voetnoten

Overlijdensakte van Andries van Meerten (1875-1909)

Overlijdensakte van Andries van Meerten (1875-1909) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Andries van Meerten (1875-1909) weergegeven.1 Op 1 juni 1909 deed Jan Willem van Meerten (1878-1944) in de Gemeente Kesteren aangifte van het overlijden van zijn broer. Jan Willem was een en dertig jaar oud en sigarensorteerder van beroep. Hij woonde te Opheusden. Hij gaf aan dat Andries op 29 mei 1909 om twee uur in de middag op drie en dertig jarige leeftijd is overleden. Andries was getrouwd met Evertje van de Kolk (1887-1974) 2 en weduwnaar van Aaltje Vermeer (1871-1904).3 Voor zijn overlijden was hij sigarensorteerder van beroep en woonde in Opheusden. Hij was geboren op 16 november 1875 te Opheusden.4 Volgens de akte was hij de zoon van Willem van de Kolk (1828-1900) en Jantje Ramkema (1841-1915). Dit is echter niet correct want Andries was een zoon van Jerfaas van Meerten (1837-1908) en Elizabeth Vermeer (1845-1900). De ambtenaar heeft de ouders van zijn vrouw Evertje en zwager Klaas verward met de ouders van Andries. Als getuige had Jan Willem de zwager van de overledene meegebracht: Klaas van de Kolk (1880-1966), acht en twintig jaar oud en sigarensorteerder van beroep.

Voetnoten

Overlijdensakte van Meggel van Meerten (1881-1907)

Overlijdensakte van Meggel van Meerten (1881-1907) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Kesteren.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Meggel van Meerten (1881-1907) weergegeven.1 Op 4 mei 1907 deed Gerrit Gerritsen (1881-1964) in de Gemeente Kesteren aangifte van het overlijden van zijn vrouw. Gerrit was zes en twintig jaar oud en sigarenmaker van beroep. Hij verklaarde dat zijn vrouw Meggel op 4 mei 1907 om zes uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van zes en twintig jaar. De overledene is geboren op 6 april 18812, oefende voor haar overlijden geen beroep uit en woonde in Opheusden. Meggel was een dochter van Jerfaas van Meerten (1837-1908) en Elizabeth Vermeer (1845-1900).3 Jerfaas was bij het overlijden van Meggel nog in leven, woonde in Opheusden en was arbeider van beroep. De aangever had als getuige meegenomen Cornelis Gerritsen (1851-1934), schoonvader van de overledene en dus vader van de aangever, vijf en vijftig jaar oud en boomkweker van beroep. Uit de genealogische gegevens blijkt dat Gerrit en Meggel op 6 november 1903 in het huwelijk zijn getreden.

Voetnoten

Transcriptie van het testament van een 17e /18e eeuwse Geertije van Meerten

In het Regionaal Archief Rivierenland te Tiel is een testament te lezen van een 18e eeuwse Geertije van Meerten.1 Het gaat om Geertije van Meerten de vrouw van Huybert van Wijk. Als erfgenaam wordt Jacob van Meerten aangewezen2, zoon van haar broer Dirck van Meerten. Ook wordt een Peter van Meerten genoemd met zijn twee zonen: Jacob en Hendrick. Hoe de drie laatste personen verwant zijn wordt niet vermeld. Hieronder op de foto de twee bladzijden van het testament, daaronder de transcriptie.3

Compareerde voor de Gesubstitueerde Rigter der Hooge en vrije Heerlijkheyt oudeweert Huybert van Wijk en Gerigs Luyden nabenoemt Geertije van Meerten sij vrouwe Cumlutone gesont van Lighaam en Haar verstandt en memorie maghtigh en overdenkende de Sterfelijkheijt des menschen leven dagt de uere wanneer daar van verborgen en na dat alvorens haar onsterfelijke ziele in de genadige Hande Gods en Zaligmaker was bevelende, en Haar Lighaam de aarde met een eerlijke begravenisse en willende van Haar tijdelijke goederen die Haar gode de Heere in deese werelt Heeft verleent disponeeren heeft verklaart en begeert dat alle Haare goederen gereede en ongereede hebbende in verkrijgende aan Haare neef Jacob van Meerten soon van Dirck van Meerten geen van dien uijtgesondert soo Hij testatriesen met de dood sal ontruijmen en nalaten onder deese conditie Haar broeder Dirck van Meerten vader van Haaren neef sal hebben ende genieten al Haar silver en gout linnen en wollen en de opkomste van Haar verdere nagelate goederen sijn Leven Lang geduerende en de soo Het kwam te gebueren dat Haare Neeft Jacob Dirckse van Meerten eerder quam te sterven als sijn vader Dirck van Meerten en geen kindt of kinderen quam na te Laten sullen alle de goederen soo gereede als ongereede alleen aan sijn vader koomen te versterven sonder aan Imant anders ende de vader dan ook komt te sterven en de goederen dan niet verteert sijn sullen als dan de goederen wederom moeten keeren aan die van Meerten Haare kandt die dan de naaste sijn ende is meede besproken dat Haare neef Jacob Dirckse van Meerten als Hij testariede sal overleden sijn dat dan Haare neef Jacob Dircks van Meerten sal aan twee kinderen van Peter van Meerten met namen Jacob Peterse van Meerten en Hendrick Peterse van Meerten ijder een vereeinge sal doen soo veel als Hem believen sal, willende en begerende dat deese Haar uijterste wil in alle sijne deelen mag nagekomen worden niet tegenstaande eenige solemniteijten nae regten gerequereert niet en waaren geobserveert begerende daar van te weesen geerouseert actum voor gerigsluyden Wouter van de Bijl en Jan Schenkhof. In Omoonde der waarheijt is deesen bij den Comparant neffens den gesubstitueerde Rigter sect en gerigtsluyden ondertekent op den 28 Maij 1743.

Met veel dank aan de medewerkers van Regionaal Archief Rivierenland die dit testament voor mij wilden opzoeken en lieten inzien. Eveneens veel dank voor de gastvrijheid van het archief om de studiezaal te gebruiken.

Voetnoten

Grafsteen van Gerrit Cornelis van Meerten (1929-2012)

Grafsteen van Gerrit Cornelis van Meerten (1929-2012). Foto genomen door Jan van Meerten op 4 juni 2021.

Hierboven wordt de grafsteen van Gerrit Cornelis van Meerten (1929-2012) weergegeven. Deze grafsteen bevat nauwelijks informatie slechts de overlijdensdatum van Gerrit Cornelis. Het graf is te vinden op de Algemene Begraafplaats, Tielsestraat 155, te Herveld grafnummer A056.1 Volgens de genealogische gegevens was hij een zoon van Cornelis van Meerten (1900-1991) en Janna Maria van der Woerdt (1901-1964).2

Extra foto’s

Foto 1.
Foto 2.
Foto 3.

Voetnoten

De tweeëndertigste jaargang van de Nieuwsbrief HKKO over de genealogie van het geslacht Van Meerten

De tweeëndertigste jaargang van de nieuwsbrief van de HKKO bevat enkele namen van telgen uit het geslacht van Meerten.

In het tweede nummer van dit jaargang wordt de kwartierstaat van Johanna Boers (1901-1919) weergegeven. Hierin komen ook twee namen uit het geslacht Van Meerten voor. Hieronder worden ze besproken.

De eerste Van Meerten die we zien is Maria van Meerten (1821-1894). Maria was een dochter van Teunis Zeger van Meerten (1795-1871) en Willemijna Winkelman (1793-1848). Maria werd geboren op 16 september 1821 te Kesteren en overleed op 19 februari 1894 te Kesteren. Op 10 april 1846 trad zij te Kesteren in het huwelijk met Jan van Zetten. Jan werd op 8 december 1822 geboren te Kesteren en overleed op 7 januari 1885 te Kesteren. Hij was arbeider van beroep. Jan was een zoon van Jan Rutger van Zetten (1793-18771) en Petronella Jans Jansen (1793-1871).

De zoon van de bovengenoemde Jan en Maria is Jan Cornelis van Zetten (1846-1935). Jan Cornelis werd op 5 februari 1846 geboren te Kesteren en overleed op 5 juni 1935 te Kesteren. Jan was arbeider van beroep. Op 5 juni 1874 trad hij te Kesteren in het huwelijk met Catrina Jacoba van den Hof. Catrina Jacoba is geboren op 3 mei 1851 en overleed op 20 augustus 1926. Zij was een dochter van Arien van den Hof (1826-1873) en Hendrika van Lent (1829-1906).

Maria van Meerten was een dochter van Teunis Zeger van Meerten (1795-1868) en Willemijna Winkelman (1793-1848). Teunis Zeger werd op 14 december 1793 geboren in Kesteren en overleed op 5 oktober 1868 te Kesteren. Hij was schaapherder van beroep. Op 21 april 1821 trad Teunis Zeger te Kesteren in het huwelijk met Willemijna Winkelman. Willemijna is geboren op 27 december 1793 te Opheusden en overleed op 18 februari 1848 te Kesteren.