John Owen wilde uitsluitend een Bijbels theoloog, een dienaar van het Woord zijn. Als er problemen waren, vroeg hij altijd hoe die in het licht van de Schrift moesten worden geduid. Daardoor is hij actueel voor de kerken van Nederland.
Wanneer de Engelse puriteinse theoloog en predikant John Owen (1616-1683) zijn geschriften publiceert, begint de Kerk van Engeland uiteen te vallen en keren velen haar de rug toe. Vertwijfeld vragen mensen zich af hoe dat toch mogelijk is. Owen wordt geregeld fel aangevallen omdat ook hij zich niet langer voegt naar de regels van de Engelse staatskerk. Is hij daardoor niet mede de oorzaak van het verval van die kerk en een scheurmaker?
Scheuring
Als antwoord op het verwijt dat hij een scheurmaker zou zijn, onderzoekt Owen Gods Woord op het woord ”scheuring” (schisma). Hij ontdekt iets verrassends. Nergens in de Bijbel worden mensen die zich afzonderen omdat ze om hun geweten niet kunnen meegaan in dwalingen scheurmakers genoemd. Het woord scheuring wordt uitsluitend gebruikt als mensen (vaak heimelijk) dingen de kerk indragen die niet in overeenstemming met de Schrift zijn. Daarin, zegt Owen, moet de oorzaak van het zichtbaar uiteenvallen van de kerk gezocht worden.
Owen ontkent steeds dat hij afstand wil nemen van de Kerk van Engeland. Hij heeft die kerk lief en wil er ten volle deel van uitmaken. Maar hij gaat niet mee in door de synode opgelegde zaken die niet stroken met Gods Woord, zijn geweten en zijn tedere band met de Heere. Dan kiest hij ervoor gehoorzaam te zijn aan het bevel zich daarvan af te zonderen en er geen gemeenschap mee te hebben, hoeveel smaad dat ook oplevert. De band met de Heere is hem daarvoor te lief.
Wereldse filosofie
In zijn omvangrijke Bijbels-theologische werk gaat Owen in op perioden van diep verval in de Bijbelse geschiedenis en in de kerkgeschiedenis. Hij beschrijft ook hoe de Heere telkens een reformatie gaf. Verval blijkt volgens hem steeds dezelfde oorzaak te hebben: het geloof dat de mens met zijn verstand en innerlijk licht God en Zijn wil kan kennen. Steeds opnieuw dringt een wereldse filosofie de kerk binnen. (Owen is overigens goed op de hoogte van de filosofie en gebruikt die als hulpmiddel.) Het gevolg is dat men de Geest niet meer nodig denkt te hebben en de Schrift niet meer onderzoekt.
Kerkmensen beginnen te denken dat de Bijbel voor de meesten een te moeilijk boek is. Geleerden die uit zijn op bewondering nemen de plaats van de Heilige Geest in.
John Owen is zeer bang voor zulke ontwikkelingen. Een natuurlijk mens verstaat de Schrift niet, benadrukt hij. Maar waar diep gebogen wordt voor de Heere en Zijn Woord en gevraagd wordt naar de leiding van de Heilige Geest, daar wordt de weg van de Heere duidelijk gemaakt. Dat is trouwens een weg die steeds tegen het vlees ingaat.
Woord van God
Hoogst verrassend is Owens verdediging tegenover mensen die zeggen dat niet de Bijbel maar Christus het Woord van God is. Diepgaand toont hij aan hoe Schriftuurlijk het is om de Bijbel eveneens Woord van God te noemen. Elke reformatie begon en begint met een herontdekking van de Schrift als het Woord van God, het boek waardoor de Heilige Geest tot ons spreekt. Ieder verval begon en begint waar het spreken van de Schrift door mensen wordt genegeerd.
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit het Reformatorisch Dagblad. De volledige bronvermelding luidt: Slager, J., 2024, Wat kerken van puritein John Owen kunnen leren, Reformatorisch Dagblad 54 (67): 31 (artikel).