Home » Hermeneutiek » Studiecommissie Hermeneutiek CGK presenteert rapport met overeenkomsten en verschillen tussen partijen

Studiecommissie Hermeneutiek CGK presenteert rapport met overeenkomsten en verschillen tussen partijen

Dit artikel ontvang in de loop van morgen nog een tekstuele fijnafstemming.

Door de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) is in juli 2022 een Studiecommissie Hermeneutiek in het leven geroepen. Deze studiecommissie moet zich buigen over hermeneutiek, de regels en principes die gehanteerd worden bij de uitleg van de Bijbel (in dit geval). De commissie heeft begin deze maand een verslag gepubliceerd op de website van de CGK.

In het verslag worden de punten besproken waar overeenstemming over is, en de punten waar de verschillen liggen. Deze week komt de synode opnieuw bij elkaar, het verslag staat deze week niet op de agenda. Wel wordt er nagedacht hoe het verder moet met het kerkverband, dit wordt begrijpelijkerwijs achter gesloten deuren besproken. Immers gaat het om ‘gevoelige materie waarmee we uiterst zorgvuldig willen omgaan’ (aldus drs. A. van der Zwan).1 Hoewel het deze week niet gaat over hermeneutiek is het toch de moeite waard om dit verslag hier kort te bespreken. Het verslag is in geheel te vinden op de website van de CGK. Hieronder volgt een samenvatting. Het rapport richt zich uiteindelijk op het thema ‘Vrouw in het Ambt’, omdat dit een kerkelijke aangelegenheid is zullen we ons alleen richten op hermeneutiek en Schriftgezag.2

Samenstelling en opdracht

De ‘Studiecommissie Hermeneutiek’ bestaat uit de volgende leden (in alfabetische volgorde): dr. P.D. Baarda, drs. M. Bergsma, prof. dr. K. van Breugel, ds. A. Brons, prof. dr. M.J. Kater, drs. J.M.J. Kieviet, drs. W.E. Klaver, dr. D.J. Steensma en dr. B.A.T. Witzier. Tijdens de afbakening van de opdracht werden een zevental onderwerpen genoemd waarmee de studiecommissie zich zou bezighouden. (1) Wat is de verhouding tussen openbaring en cultuur? De cultuur mag, volgens het meerderheidsrapport Vrouw in het Ambt, niet heersen over de openbaring. (2) De aard van het Schriftgezag in relatie tot hermeneutiek en ethiek. Wanneer een onderwerp de scheppingsorde raakt, raakt het dan automatisch de kern van de belijdenis? (3) Hebben de toenemende verschillen in visie op de Schrift gevolgen voor de gezamenlijke besluiten? (4) Wat is de verhouding tussen traditie en deelname aan de samenleving? (5) Kan er nog sprake zijn van leertucht als de gemeenten uit elkaar groeien? (6) Hebben gendervraagstukken in onze cultuur een rol ten aanzien van vrouwelijke ambtsdragers? (7) Wat is de ethische betekenis van de dualiteit van letter en Geest (in verhouding tot geloof en wetenschap)? Sommige vragen en onderdelen gaan, logischerwijze meer het kerkverband van de CGK aan. De commissie heeft elf keer vergaderd in het gebouw van de Theologische Universiteit Apeldoorn. Ze geven aan dat de gesprekken in goede orde zijn verlopen. Bovendien was er veel wat samenbond, maar was er ook verschil van mening op een aantal punten. Maar de vergadercultuur was veilig en de commissieleden konden vrijuit van gedachten wisselen.

Getoetst aan de Schrift

Bezinning op de hermeneutiek en het thema cultuur en openbaring hebben een rol gespeeld in de huidige spanning. De commissie meent dat we ervoor moeten waken dat we de ander ‘niet bij voorbaat beschuldigen van ontrouw aan de Schrift’. Omgekeerd moge zij die de klassieke hermeneutiek voorstaan niet afgewezen worden als traditionalisme en biblicisme. De Heilige Schrift heeft voor de commissieleden een hoger gezag dan traditie, rede en geloofservaring. “Geen enkele menselijke gezagsinstantie is vergelijkbaar met de bijbelse geschriften. De Schrift heeft voor ons het hoogste gezag in leer en leven (…). Wat traditie, rede en ervaring naar voren brengen, moet worden getoetst aan de norm van het Woord.” Er word verwezen naar de Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 7. Elke bijbeltekst heeft daarom gezag. Wel zal moeten worden gekeken op welke wijze deze tekst moet worden ingepast in het leven. De Schrift heeft absoluut gezag, omdat de Heilige Geest de Oorsprong en eerste Auteur is van de Schrift.

Cultuur

Een ander begrip dat speelt is ‘cultuur’. Dit begrip is door de eeuwen niet hetzelfde gebleven. In vroeger tijden ging cultuur over het bewerken en bebouwen van het land en de zorg voor dieren. In de twintigste eeuw wordt cultuur gebruikt voor ‘gewoonten en gebruiken, moraal en rituelen, uitingen van kunst en wetenschap van groepen mensen’. Culturele antropologie houdt zich bezig met het leven binnen deze groepen van mensen. De postmoderne interpretatie, dus de tegenwoordige interpretatie, van cultuur acht het geheel van overtuigingen, waarden en normen vloeibaar. Cultuur is hierbij het product van een voortdurende discussie en strijd. Tegenwoordig ligt het accent daarom meer op wat verschilt dan waar men overeenkomt. Cultuur in de vorm van betekenis (meaning). ‘Betekenis is een kwestie van persoonlijke interpretatie aan de hand van een eigen kader van interpretatie.’. De commissie heeft cultuur beschouwd als ‘geheel van overtuigingen, waarden en normen, praktijken en gewoonten dat breed in een samenleving wordt gedeeld, en de uitingen van deze manier van leven’.

Verhouding tussen Schrift en hedendaagse cultuur

Volgens de commissieleden is de cultuur een antwoord op het spreken van God. “De richting van dit antwoord kan bestaan in aanvaarding of afwijzing van dit spreken, in gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid, in verzet of overgave. De zondeval heeft de werkzaamheid van mensen in de schepping ernstig verstoord. De mens heeft zich in ongehoorzaamheid tegen God gekeerd. De hedendaagse cultuur kan en mag daarom niet heersen over de openbaring van God. God heeft de wereld niet losgelaten, maar vastgehouden (algemene genade). Hij spreekt door schepping en voorzienigheid (NGB art. 2). “Niemand in de studiecommissie is van oordeel dat de huidige cultuur de hermeneutische sleutel is voor het verstaan van de Schrift. Wel is iedereen van mening dat het staan en leven in een bepaalde (sub)cultuur in meer of mindere mate invloed heeft op het Schriftverstaan”. Gods daden, geboden en voorschriften zijn opgetekend in de Heilige Schrift. De bijbelschrijvers hebben dit opgeschreven in de toenmalige tijd en cultuur. God heeft gesproken in mensenwoorden en door menselijke middelen. ‘Heel de Schrift kent een dimensie die sterk met de tijd van haar ontstaan is verbonden’. Toch is de Schrift niet cultuurgebonden. “Tegelijkertijd toont de Schrift dat God op een aantal momenten cultuurpatronen van de tijd waarin zij is geschreven doorbreekt”.

Er is steeds meer kennis verkregen over de achtergronden van het op Schrift gestelde Woord van God. De methoden van Bijbeluitleg zijn bij Paulus bijvoorbeeld anders dan de methoden die de rabbijnen gebruikten. “Eveneens kent de Schrift een blijvende, altijd geldige dimensie, die ook vandaag gezaghebbend spreekt. Ook al dragen bijbelteksten vaak het stempel van de toenmalige tijd, de bedoeling van deze uitspraken heeft blijvende betekenis. De studiecommissie meent dat de Schrift anders spreekt over de samenstelling van de aarde, het heelal en het menselijk lichaam. De vraag kan gesteld worden of dit werkelijk zo is? Hebben we in de Schrift niet veel meer te maken met een ervaringsbeeld (‘de zon in de zee zien zakken’), dan met een wetenschappelijk wereldbeeld? De commissie heeft verschillende keren gesproken over de balans tussen het eigentijdse van de Schrift en de blijvende geldigheid van het geschrevene. Men kwam daar niet goed uit. “De conclusie uit de besprekingen was dat deze beide niet gemakkelijk uit elkaar worden gehaald. De hermeneutiek heeft niet een eenvoudig instrument in handen om een precies onderscheid te maken.”

Heil alleen in Christus

Het heil in Christus wordt gezien als het middelpunt of scharnierpunt van de geschiedenis. De Oudtestamentische Wet is door Hem vervuld. Toch bevatten de geboden in het Oude Testament ook een blijvend element. Niet iedereen in de commissie is gelukkig met de woorden ‘cultureel bepaald’ of ‘universeel geldig’. Dit zou de bijbellezer in een positie boven de Schrift kunnen plaatsen. Immers, hoe wordt iets als ‘cultureel bepaald’ of ‘universeel geldig’ gezien. Wie is dé autoriteit om dat te doen. ‘Met deze tegenstelling’ is ‘een categorie uit de Verlichting in de hermeneutiek geïmporteerd’. De studiecommissie ziet aan beide kanten een gevaar. “Aan de ene kant dreigt het gevaar dat er te weinig rekening wordt gehouden met de toenmalige cultuur van het oude Israël en zijn umwelt, en de christelijke gemeente en haar context, en dat daardoor een beroep op de Bijbel verzandt in biblicisme. Aan de andere kant dreigt het gevaar dat de toenmalige cultuur een dusdanig grote stem krijgt in het lezen van de Schrift dat haar kernboodschap tekort wordt gedaan. Dan verzandt het beroep op de Schrift in relativisme en heeft zij uiteindelijk helemaal geen gezag meer in leer en leven.

Hoogste maatstaf en belangrijkste richtsnoer

De Schrift dient dus als hoogste maatstaf en belangrijkste richtsnoer voor de kerk. Dit is de basishouding ten aanzien van de Schrift als het getuigenis van de Geest. “Dit getuigenis wil leiden tot het ware geloof en onderwijzen in de gezonde leer. Daartoe is nodig dat we de Schrift verstaan. Dit Schriftverstaan is onmisbaar voor het ware geloof”. De wetenschap die zich richt op het verstaan van teksten in de Schrift wordt ook wel theologische hermeneutiek genoemd. Andere termen zijn de Schrift vertalen, vertolken of uitleggen. Christus Jezus is de hoogste Schriftuitlegger (dat zien we bij de Emmaüsgangers). Zuivere uitleg van Gods Woord bouwt de kerk op en overwint het ongeloof. Deze ware uitleg overbrugt de afstand tussen cultuur en Schrift en wil het vreemde van haar boodschap en de verborgenheid daarvan wegnemen.

Hermeneutiek

De studiecommissie is het er onderling niet over eens in hoeverre de context moet meewegen in de uitleg van de Bijbeltekst. Het is belangrijk dat er regels worden geformuleerd voor de uitleg van de Schrift. Dit is de taak van de theologische hermeneutiek. Echter, moeten deze regels ook met een zekere relativering gebruikt worden. “Regels kunnen misbruik niet uitsluiten. Instrumenten van bijbeluitleg kunnen op een verkeerde manier worden gebruikt en kunnen leiden tot misinterpretatie.” Het belangrijkste doel van de hermeneutische regels is dat ze willekeurig tekstgebruik voorkomt. Deze willekeur is bij beide partijen te vinden. Ook waarschuwen deze regels er voor dat we ons verstand, de traditie of onze geloofservaringen laten heersen over de bijbeltekst. Dit is wat de apostel Petrus waarschijnlijk bedoelt met de ‘eigenmachtige uitleg’. Een belangrijke regel vanuit de Reformatie is dat de Schrift haar eigen uitlegster is, en niet de paus (de kerk) of de traditie. Deze regel is van belang, omdat in onze tijd het verstand of de ervaring nogal eens heerst over de Schrift. “De uitspraak over de Schrift als haar eigen uitlegster houdt in dat wij nauwkeurige exegese moeten doen om werkelijk te kunnen verstaan wat we in haar lezen, met aandacht voor zowel het geheel van haar boodschap als de afzonderlijke teksten. Het geheel werpt licht op de delen, en bestudering van de delen geeft een dieper verstaan van het geheel (de zgn. hermeneutische cirkel).

Heilige Geest

Omdat we van nature geen inzicht hebben in Gods Woord is het spreken van de Geest cruciaal. We zijn, van nature, niet ontvankelijk voor de Schrift en niet bereid echt te luisteren. “Ons hart heeft zich tegen God gekeerd. We hebben de ‘sleutel van de kennis’ weggenomen (vgl. Luc. 11:52). We verstaan niet wat we lezen (vgl. Hand. 8:29). De crux van het misverstaan en verdraaien van de boodschap van de Schrift zit bij onszelf.” Kennis van God en Zijn Koninkrijk is een geschenk. De commissieleden geven aan dat God de Zijnen meer en meer Zijn Woord doen verstaan. Onmisbaar is de verlichting van de Heilige Geest. Bekering is essentieel. De studiecommissie ziet deze bekering als ‘het breken met en corrigeren van verkeerde voorstellingen en een oprechte aandacht voor de stem van God’. God schenkt hiervoor verlichte ogen van het verstand. In de volgende paragraaf wordt nog benadrukt dat elke bijbellezer in het verstaan van de Schrift zijn of haar eigen vooronderstellingen meeneemt. Het geloof in de Heere Jezus Christus is fundamenteel voor het lezen van de Schrift. “Het ware verstaan ligt niet in onszelf, maar is een geschenk van God door Zijn Geest. De Geest is daarin vrij. (…) Tegelijkertijd blijft staan dat hét heilsmiddel dat de Geest gebruikt, de Schrift is.

De Heilige Geest heeft de bijbelschrijvers geïnspireerd. God spreekt in en door de Schrift. De Heilige Geest getuigt ook in de harten van de gelovigen. “De Geest doet hen instemmen met zijn getuigenis in de Schrift. Beide vormen van getuigenis zijn aan elkaar verbonden. De Geest die de Schrift inspireerde is ook Degene die lezers van nu verlicht en hen in hun eigen context tot verstaan brengt.

Mens als sleutel

In de postmoderne tijd heeft de mens zichzelf als hermeneutische sleutel gemaakt. “Hij is zelf het richtsnoer waarmee de bijbelteksten worden gemeten. Hijzelf is rechter over de Schrift geworden.” De betekenis wordt bepaald door de mens zelf. Deze gedachte gaat in tegen onze belijdenis. Het hoogste gezag van de Schrift boven rede, traditie en ervaring wordt dan niet erkend. De Schrift is dan niet alleen de bron, maar ook de norm voor leer en leven. Hoe zit het wel? De studiecommissie geeft hierop duidelijk antwoord. “De lezer is niet de sleutel tot het verstaan van de Schrift (ook al neemt hij bij het lezen van de Schrift altijd zijn eigen vooronderstellingen mee). Hij is geen beoordelaar van bijbelteksten. De Schrift is een macht die op ons is gericht om ons tot geloof te brengen en in het geloof te bewaren, maar ook een macht die tegenover ons staat. Het mag niet zo zijn dat we het spreken van de Schrift zo aanpassen dat zij aanvaardbaar is voor de huidige cultuur (…).”De Schrift kan en mag dus niet naar onze eigen maat gesneden worden. “Exegese en hermeneutiek vragen fijgevoeligheid om te onderscheiden waarop het aankomt.” Er ligt wel degelijk een boodschap in de tekst, dus ook het nut is belangrijk. Zo spreekt de Heidelbergse Catechismus bijvoorbeeld over het nut van de heilsfeiten.

Emoties

Niet alleen theologische overwegingen spelen een rol in de hermeneutische zoektocht, maar ook emotionele overwegingen. De studiecommissie adviseert daarom, om zorgvuldig naar elkaar te luisteren. “Daardoor krijgen we een beter zicht op wat de ander beweegt en waar de ander beducht voor is.” De commissieleden geven aan dat zij beducht zijn voor een té vrije en té gemakkelijke omgang met de Schrift. Allen maken zich ook zorgen om het gevaar voor een hellend vlak en van het relativistisch Schriftgebruik. Sommige commissieleden geven aan dat zij zorgen hebben voor een al te grote beduchtheid voor relativisme, wat omgekeerd kan leiden tot biblicisme of traditionalisme. Beide posities ervaren verdriet en teleurstelling over de huidige gang van zaken. “Het proces van gezamenlijk luisteren naar de Schrift en het uitluisteren van de ander als daad van liefde en zelfverloochening zijn wezenlijke aspecten van de hermeneutische zoektocht.” De commissie ziet ook spanning tussen het eenvoudig-meditatief bijbellezen en het wetenschappelijk onderzoek van de Schrift. “Uiteindelijk mag er geen concurrentie zijn tussen beide wijzen van het lezen van de Schrift. Beide polen staan naast elkaar. Aandacht voor de ene pool betekent niet dat de waarde van de andere pool minder wordt. Als het gaat om de ruimte voor een verschillend verstaan van de Schrift, is dit verstaan gebonden aan de grenzen van de gereformeerde belijdenisgeschriften.” De commissie meent daarom dat een wijziging van het kerkelijk beleid niet tegen de Schrift en de Belijdenis kan en mag ingaan.

Afsluitend

De commissie heeft geconstateerd dat er veel punten van overeenkomst zijn tussen de leden. Zo is de Schrift voor alle leden het gezaghebbende Woord van God. De huidige cultuur is voor de leden niet bepalend voor wat de Schrift ons te zeggen heeft. De strijd tussen cultuur en Schriftuur is een geestelijke strijd. Hermeneutische modellen worden door de leden als niet voldoende geacht in het recht verstaan van de Schrift. Daarvoor is de verlichting van de Heilige Geest nodig. Er zijn veel factoren die dit kunnen verstoren. We moeten de Schriften dus kritisch onderscheidend lezen, waarbij we onszelf onder kritiek laten stellen. Het Woord van God is niet in een vacuüm geopenbaard, maar in specifieke tijden en culturen. De leden constateren dat de verhouding tussen openbaring en cultuur niet op een eenvoudige manier kan worden omschreven. Ieder lid doet op enig moment een beroep op de cultuurbepaaldheid van de inhoud van een gedeelte van de Schrift. Hiermee wordt niet gelijk het gezag van de Schrift ondergraven of ontkent.

Er zijn ook punten van verschil. Zo wordt er door de leden een verschillend gewicht toegekend aan de culturele setting waarin de bijbelschrijvers zich bewogen. Er is ook een verschil van inzicht over het verstaan van de eerste hoofdstukken van de Bijbel (Genesis). In hoeverre speelt in die verwoording de toenmalige cultuur een rol? Ten slotte is er nog een verschil tussen de leden in de taxatie van ontwikkelingen in de geschiedenis en in hoeverre deze gestuurd worden door de geest dezer eeuw of door de Heilige Geest.

De ‘Studiecommissie Hermeneutiek’ heeft ons een fragmentarische indruk gegeven van wat er zoal tijdens de vergaderingen is besproken. Er was tijd té kort om diverse onderwerpen nog verder uit te werken. De commissie heeft de zaken eerlijk en transparant met elkaar doorgesproken. Het rapport wordt voorgelegd aan de Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). De bovenstaande samenvatting heeft vooral het rapport zelf willen laten spreken, een enkele annotatie daargelaten. Eén paragraaf heb ik in de bespreking overgeslagen, omdat deze specifiek ingaat op de rol van de vrouw in de kerk. Een belangrijk onderwerp, maar ook een kerkelijke aangelegenheid. Het is goed dat er van hart tot hart is gesproken. Het rapport geeft een evenwichtig beeld van de overeenkomsten en verschillen. Daarmee is het pleit niet beslecht, maar kan het leiden tot een beter verstaan van elkaar.

Voetnoten

  1. Jong, A. de, 2024, Synode behandelt rapport toekomst CGK achter gesloten deuren, Reformatorisch Dagblad 54 (185): 2-3. URL: https://www.rd.nl/artikel/1083464-synode-behandelt-rapport-toekomst-cgk-achter-gesloten-deur. Zie ook: Meijer, H., 2024, CGK vergadert in comité. Is dat wijs of zet synode kerken buitenspel?, Nederlands Dagblad 81 (21.825): 7. URL: https://www.nd.nl/geloof/protestant/1245643/cgk-praat-achter-gesloten-deuren-over-toekomst-is-dat-wijs-of.
  2. Het rapport is hier in z’n geheel te lezen: https://cgk.nl/wp-content/uploads/2024/11/9.37-p.1-14-Rapport-commissie-hermeneutiek.pdf.