Home » Kerkgeschiedenis » Proefschrift over Franciscus Ridderus (1620-1683) en het debat over onze vroegste geschiedenis

Proefschrift over Franciscus Ridderus (1620-1683) en het debat over onze vroegste geschiedenis

27 november 2008 was een heugelijke dag voor dr. Gijsbert Schaap. Om drie uur in de middag verdedigde hij aan de Theologische Universiteit Apeldoorn zijn proefschrift over Franciscus Ridderus (1620-1683).1 De theoloog deed onderzoek naar de theologie en de bronnen van deze zeventiende eeuwse geleerde en onderzocht ook zijn plaats binnen de Nadere Reformatie.2 Hieronder willen we het proefschrift bestuderen op Schriftgezag en onze vroegste geschiedenis.3

Franciscus Ridderus (1620-1683)

Wie was Franciscus Ridderus (1620-1683)? We weten niet precies wanneer en waar Franciscus Ridderus is geboren. Vermoedelijk in de maand januari 1620 in Leiden of Middelharnis. Over de jonge jaren van Ridderus weten we niet veel, wel werd hij ingeschreven als student filosofie aan de universiteit te Leiden. Op 22 oktober 1642 rondde hij zijn studie af met een verdediging van een aantal stellingen. Er is discussie over de vraag of hij gepromoveerd is of niet. Wel ontving Ridderus een eredoctoraat van de Universiteit Utrecht voor zijn wetenschappelijke werk. Hij werd predikant in de gereformeerde kerk en in 1643 beroepbaar. Van 1644 tot 1648 diende hij de gemeente van Schermerhorn. Op 19 januari 1649 werd hij verbonden aan de kerkelijke gemeente Brielle. Op 30 april 1656 preekte hij afscheid in Brielle vanwege zijn vertrek naar Rotterdam. Ridderus is tot aan zijn dood in Rotterdam gebleven. Ridderus is drie keer getrouwd geweest. Op 3 februari 1649 trouwde hij te Delft met Sara van der Mast (1620-1649). Acht maanden later verloor hij zijn vrouw. Hij hertrouwde te Brielle met Alida van Ophoven (?-±1656).Op 2 december 1659 trouwde Ridderus voor de derde maal, dit keer te Rotterdam met Anna Jansdr. van Loo (?-1710). Zij was eerder getrouwd geweest met Hendricus Goeree, predikant te Botersloot. Franciscus kreeg met die laatste vrouw drie kinderen: Anna, Johannes (die op achttienjarige leeftijd overleed) en Jacobus (die al in de kinderjaren overleden is). Franciscus overleed op 11 januari 1683.

De Bijbel en Schriftgezag

Dr. Schaap weet op bladzijde 15 te vermelden dat Franciscus Ridderus ‘altijd bijbelteksten citeert in de Statenvertaling en hoogst zelden van de uitleg van de kanttekeningen afwijkt‘.4

Ingeschapen Godskennis

In het hoofdstuk over ‘De gemeenschap met Christus‘ beschrijft dr. Schaap christelijke deugden en plichten zoals die te vinden zijn bij Ridderus. Volgens Ridderus hadden heidenvolken ook deugden. Deze deugden hebben ze uit de natuur en niet uit de genade van God. “Veel heidenen stonden in religieus en ethisch opzicht zeer hoog. Dat is, volgens Ridderus, een gevolg van het feit dat van het beeld van God in de mens nog enkele overblijfselen aanwezig zijn. Zo is het mogelijk dat onder veel volkeren dingen gezegd en gedaan zijn die verwant zijn aan het christendom, terwijl die volken nog nooit het evangelie gehoord hadden..”5 Wie zijn die heidenenvolken? Dr. Schaap legt het uit in voetnoot 34: “Ridderus bedoelt met heidenen de volken die uit Noachs drie zonen voortgekomen zijn en tot afgoderij vervallen zijn. Ze waren zonder rechte kennis van God en dus ook zonder de ware religie en hadden slechts een natuurreligie en ‘dwaze’ inzettingen van hun voorouders.” Schaap noemt het echter een raadsel hoe het mogelijk is dat deze volkeren, zoals we hierboven zien, in religieus en ethisch opzicht bijna even hoog stonden als de christenen. Schaap: “Ridderus vermoedt dat ze behalve uit de schepping, ook lering hebben weten te trekken uit hun kennis en zo hun wetten en ‘Zedenkonst’ hebben ontwikkeld. (…) Ridderus laat de mogelijkheid open dat enige tradities van de ware religie door Noach en zijn zonen aan de nakomelingen zijn overgeleverd, zodat ze onder hun nazaten nog bekend zijn. Ook is het niet onmogelijk dat verstrooide Joden weetgierige heidenen op de hoogte hebben gebracht of dat nu en dan predikanten [Leeraren] onder hen geweest zijn en hen met de ware religie hebben bekendgemaakt.” Als bron voor het bovenstaande gebruikt dr. Schaap ‘De Beschaemde Christen’ en dan het voorwoord ‘Onderrichtinge Aen den Leser‘.

Ook de hartstochten zijn de mens ingeschapen. Ridderus spreekt dan over affecten, verlangens en emoties waarbij ook de wil betrokken is. Door de zonde zijn dit verdorven lusten geworden, maar in de wedergeboorte worden de hartstochten vernieuwd.6

Winterlandschap met ijsvermaak. Geschilderd door Hendrick Avercamp, ‘de Stomme van Kampen’, rond 1608. Bron: Wikipedia.

‘Kleine IJstijd’

Bij de bespreking van staatkundige en maatschappelijke ontwikkelingen in de tijd waarin Ridderus leefde noemt dr. Schaap ook de ‘kleine ijstijd’. Volgens de theoloog was deze tijd niet alleen de Gouden eeuw, maar ook een koude eeuw. “Deze eeuw viel midden in de “Kleine ijstijd” (ca. 1430-ca. 1860). Bekend is dat overstromingen en zware stormen het land teisterden. De winters waren streng, vergezeld van veel sneeuw, en duurden tot in maart. In het midden van deze eeuw waren de winters nog relatief zacht te noemen, daarbuiten waren ze extremer. Dat betekent dat het binnenlandse scheepvaartverkeer stil lag. Velen leden onder de koude, hadden gebrek aan brandstoffen en voedsel.7 Schaap beschrijft ook andere rampen zoals pestuitbraken in steden en in dorpen. De levensverwachting, die in onze ogen al lager was, lag in dergelijke tijden nog lager. Volgens Schaap was het onder andere de slechte hygiëne die een rol speelde bij de verspreiding van ziekten.8

‘Noort-sterre’

Voor Ridderus zijn God en Zijn beloften het voorwerp van de hoop. De zeventiende eeuwse geleerde gebruikt hiervoor in het boek ‘Trappen en hinderpalen‘ een beeld uit de sterrenkunde. “Onze ziel is als de naald van het kompas die niet stilstaat dan wanneer ze de ‘Noort-sterre’ heeft gevonden.” In voetnoot 90 legt dr. Schaap uit dat dit beeld ontleend is aan de zeevaartkunde: “Men gebruikte het kompas om zich te oriënteren op het noorden, met name op de noordster.9 Door Ridderus wordt deze ster toegepast op God: “De gelovigen zoeken in hun grote benauwdheid hun rustpunt door naar de hemel te zien waar God is, zoals de trillende naald van het kompas op het noorden ziet“.10

Polaris of de poolster. Bron: Wikipedia.

Voetnoten

  1. Ridderus was een zeventiende eeuwse theoloog die uitging van een recente schepping en zondeval: https://oorsprong.info/komt-de-creationistische-schriftvisie-uit-de-twintigste-eeuw/.
  2. De promotiecommissie bestond uit de hoogleraren H.J. Selderhuis, A. de Reuver, W.J. op ‘t Hof, W. van ‘t Spijker en W. Verboom.
  3. De gegevens van de handelseditie van het proefschrift zijn: Schaap, G., 2008, Franciscus Ridderus 1620-1683: een onderzoek naar zijn theologie, bronnen en plaats in de Nadere Reformatie (Gouda: Vereniging voor Nederlandse Kerkgeschiedenis.
  4. Schaap 2008 blz. 15.
  5. Schaap 2008 blz. 31.
  6. Schaap 2008 blz. 42.
  7. Creationisten zoals dr. Jake Hebert, Michael J. Oard en Peter Klevberg hebben zich intensief bezig gehouden met de oorzaken van deze ‘Kleine IJstijd’. Zie bijvoorbeeld deze publicatie in Journal of Creation: https://creation.com/solar-activity-and-little-ice-age of deze publicatie (als onderdeel van een serie) in Creation Research Society Quarterly: https://crs-alchemy-attachments.s3.amazonaws.com/uploads/pdf/crsq-summer-2012-klevberg.pdf.
  8. Schaap 2008 blz. 24-25.
  9. Deze ster is overigens voor ons beter bekend als Polaris of de poolster, zie Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Poolster. Onlangs waren we, met ons gezin, bij het Scheepvaartsmuseum in Amsterdam waar deze navigatiemethode werd uitgelegd.
  10. Schaap 2008 blz. 38.