Home » Gastbijdrage » Onmisbare bouwstenen op weg naar een bijbelgetrouwe hermeneutiek

Onmisbare bouwstenen op weg naar een bijbelgetrouwe hermeneutiek

Dit artikel is geschreven samen met dr. Mart-Jan Paul.

We noemen enkele ons inziens onmisbare bouwstenen voor een bescheiden, bijbelgetrouwe hermeneutiek. Het gaat hier om een zoektocht die nooit afkomt, een blijvende worsteling om eigen denkbeelden te stellen onder de kritiek van het Woord.

1. De overtuiging moet voorop staan dat de bijbeltekst een eigen onvervreemdbare betekenisinhoud heeft, los van de interpretaties van de lezers (realistische betekenistheorie). Een tekst heeft één ‘auteurs-intentionele’ betekenis en het is in principe mogelijk deze te achterhalen. Er is een objectieve betekenis van de bijbeltekst, ‘de mening van de Geest’, die wij vanuit een eerbiedige luisterhouding meer en meer kunnen leren verstaan en vervolgens ook leren vertolken en toepassen in onze eigen situatie. De belijdenis van de helderheid of transparantie van de Schrift is een belangrijke richtingwijzer in de hermeneutische bezinning.

2. De tweeheid van explicatie en applicatie, uitleg en toepassing, mag niet worden gereduceerd tot een verstaansproces waarin de eigen inbreng van de lezer afbreuk doet aan de gehoorzaamheid aan wat de lezer van Godswege wordt aangezegd. Het gaat om een theonome dialoog.

3. De gouden grondregel blijft gelden dat de Bijbel voor zichzelf mag spreken. De Schrift is een werkelijk ‘tegenover’ en mag nooit ingekapseld worden binnen een nog zo eerbiedwaardige confessionele traditie. Evenmin mag de Schrift onderworpen worden aan filters vanuit een eigentijds levensbesef en allerlei actuele ontwikkelingen in denken en moraal. De Schrift staat op eenzame hoogte als het gaat op wat voor leven en leer, voor dogmatiek en ethiek, gezaghebbend is.

4. Het gaat om alléén de Schrift, maar ook om héél de Schrift. De Schrift moet in al haar verbanden tot gelding komen, waarbij bijvoorbeeld het Oude Testament evenzeer stem krijgt als het Nieuwe Testament. Selectief Schriftgebruik is dus niet aan de orde, ook geen beperking tot kernbegrippen als ‘liefde’ en ‘gerechtigheid’ die een eigen leven gaan leiden los van de Bijbelse invulling daarvan. Het beroep dat christenen op de Schrift doen, moet consistent zijn, een willekeurig Schriftberoep dient vermeden te worden.

Niet elke tekst in de Schrift is even centraal, zoals in ons menselijk lichaam ook niet elk deel even wezenlijk is. Ons hart is belangrijker dan een teennagel. Ons gezicht is identiteitsbepalend, terwijl dat niet gezegd kan worden van een oorlel. Toch horen ook die teennagel en die oorlel bij ons lichaam en we zullen ze dus niet zonder reden afschrijven. Zo horen lastige, moeilijke teksten erbij, maar ze worden wél gelezen en verstaan in het licht van de eigen context en verder van centrale bijbelwoorden als bijvoorbeeld Johannes 1:18, Johannes 3:16 of Hebreeën 1:1.

5. Toch is het een kwestie van christelijke gehoorzaamheid om bepaalde Bijbelse voorschriften juist niét uit te voeren (zie bijv. wat in de brief aan de Galaten wordt gezegd over de besnijdenis bij christenen uit de volken). Niemand zal de stelling willen verdedigen dat ieder moreel voorschrift dat wij in de Bijbel aantreffen vandaag nog letterlijk moet worden opgevolgd en nagekomen. Ten aanzien van sommige voorschriften is er sprake van blijvende geldigheid, ten aanzien van andere niet. Zo is het verbod tegen tovenarij en allerlei vormen van occultisme en spiritisme een constant bijbels element, maar van de levitische spijswetten geldt dat de christenen uit de volken zich hieraan niet hoeven te houden (Hand. 15). Is dit tegenstrijdig? Nee, want de Schrift zelf geeft hier uitsluitsel over wat wél en wat niet blijvend normatief is voor ons. Technisch gezegd: het gaat om een binnen- bijbels hermeneutisch filter. Al wat de Schrift leert, heeft universele geldigheid tenzij de Schrift zelf duidelijk maakt in welk opzicht een bepaald gegeven beperkte geldigheid heeft (gehad).

6. We hebben door de voortgang van de bijbelwetenschap meer oog gekregen voor de variatie en veelvormigheid in het getuigenis van de Schrift. Het gevaar bestaat altijd weer dat we uit het koor van stemmen dat in de canon weerklinkt alleen nog die geluiden horen die ons vanuit onze traditie vertrouwd in de oren klinken. We staan voor de uitdaging om al die stemmen te laten doorklinken in ons geloofsgetuigenis. Daarbij moet de eenheid van de Schrift binnen de verscheidenheid in het oog worden gehouden. De Heilige Geest spreekt zichzelf immers nooit tegen. Hiermee hangt samen het zicht op de ene heilsgeschiedenis van God door de eeuwen heen. Alles maakt deel uit van de ene lijn die God trekt van schepping naar voleinding. Ieder tekstgegeven moet in verband worden gebracht met het kloppende hart van Gods openbaring, Zijn Koninkrijk in Christus.

7. We zagen al dat het er in het hermeneutisch proces om gaat te bereiken dat de tekst dezelfde zeggingskracht krijgt voor ons hier en nu als eens voor de eerste lezers en hoorders. Door intens luisteren zal duidelijk worden wat de wezenlijke boodschap is die de tekst bevat. Waar nodig zoeken we dan naar een ‘cultureel equivalent’ dat voor ons verstaanbaar is. Zo zal de toepassing van het Woord in een veranderde situatie boven de letterlijke betekenis van de tekst kunnen uitgrijpen, waarbij deze stippellijnen doortrekt van een in de tekst in gang gezette beweging (bijv. ten aanzien van de afschaffing van de slavernij of de gelijkwaardigheid van de vrouw aan de man). De actuele toepassing mag echter nooit tegen de oorspronkelijke betekenis indruisen.

De Geest als Hermeneut

De Heilige Geest als unieke Uitlegger, als ‘Hermeneut van het Woord’, is bij de tijd en Hij schrijft wegen in de tijd. Hij heeft in het Woord met alle tijden en plaatsen gerekend. De Geest gebruikt de context waarin wij ons bevinden als eyeopener om met andere ogen te kijken naar de tekst van de Schrift. Dan licht de Schrift op in verrassende actualiteit. Dat betekent dan ook dat het Woord helderheid kan verschaffen bij nieuwe vragen en in onbekende situaties. Er ligt een rijkdom en diepte in het gegeven Woord die de potentie in zich draagt voortdurend geactualiseerd te worden, juist daar waar gelovigen in afhankelijkheid van de Geest en met het oog op hun specifieke situatie de Schriften openen. De nieuw ontdekte betekenissen worden dan aan het Woord ontleend.

Van belang voor het vruchtbaar verstaan van de Schriften is daarom dat we niet alleen indachtig zijn aan het Woord, maar ook aandachtig ten aanzien van de situatie waarin wij leven (Sietse Meijers). Door middel van deze indachtige aandacht kan de gemeente van Christus de actuele betekenis van het Woord ineens verrassend zien oplichten en zo komen tot een profetisch getuigenis dat in de samenleving als relevant wordt herkend. Wie alleen maar luistert naar de Schrift wordt wereldvreemd en wie alleen maar luistert naar de wereld heeft niets te zeggen.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van de website CVandaag. Het originele artikel is hier te vinden.