Home » Scheppingsparadigma » Modern Schriftgebruik tegenover klassiek Schriftgebruik – Samenvatting van de tweede serie van het Studiesecretariaat Schriftgezag in De Saambinder

Modern Schriftgebruik tegenover klassiek Schriftgebruik – Samenvatting van de tweede serie van het Studiesecretariaat Schriftgezag in De Saambinder

Het Studiesecretariaat Schriftgezag van de Gereformeerde Gemeente is dit jaar naar buiten getreden.1 Onder andere door, tot nu toe twee series in De Saambinder, het kerkelijk weekblad van de Gereformeerde Gemeente, te publiceren2 en enkele opiniestukken te schrijven bijvoorbeeld voor het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad.3 Onlangs vatte wij hier op de website de eerste serie samen. Hieronder is de samenvatting van de tweede serie te lezen. Deze gaat over het Schriftgebruik en allerlei moderne manieren van Bijbeluitleg. De samenvatting spitst zich toe op de voor deze website relevante thema’s. Als kanttekeningen in de voetnoten vooral verwijzingen naar andere artikelen om verder te lezen.

Schriftkritiek

Het eerste deel van deze serie gaat over Schriftkritiek. Deze term wordt alleen nog gebruikt door tegenstanders van deze gedachten. “Schriftkritiek verwijst naar een manier van Bijbellezen en Bijbeluitleg waarin rekening gehouden wordt met het feit dat de Bijbelschrijvers ook fouten maakten of hun beperkingen hadden als gevolg van de cultuur waarin ze leefden. Op deze manier wordt de Schrift dus onder kritiek gesteld.” Voorstanders gebruiken liever niet het woord ‘Schriftkritiek’, maar spreken van ‘historisch-kritisch Bijbelonderzoek’. Schriftkritiek komt hiermee niet helemaal één-op-één overeen. “Historisch-kritisch wil allereerst zeggen dat de Bijbel bestudeerd wordt als een historische tekst en dat men in de uitleg zorgvuldig te werk wil gaan. Niet wat de lezer denkt dat er bedoeld is, maar wat de auteur bedoeld heeft, is het uitgangspunt.” De scribent ziet dit als een goed streven. “Het gaat echter mis als dit het enige is en het Goddelijke gezag genegeerd wordt.” De Bijbel is geen boek zoals alle andere boeken. Menen dat er oneffenheden, onjuistheden of eenzijdigheden in de Bijbel te vinden zijn valt onder Schriftkritiek. “We erkennen graag de historische kennis die het historisch-kritisch onderzoek heeft opgeleverd, maar bij kritiek op de Schrift wordt er een grens overschreden.” Dit is erg, want Schriftkritiek is kritiek op God en Zijn Woord. “Wie ermee in zee gaat, betaalt een hoge prijs.

Wat is de kritiek op Schriftkritiek? Allereerst ziet de scribent een verkeerd uitgangspunt bij Schriftkritiek. Hij verwijst hierbij naar de eerdere serie over Schriftverstaan en zelfverstaan.4 De rollen worden omgedraaid, in plaats van dat zondaren zich onder kritiek van de Schrift stellen, stellen zondaren de Schrift nu zélf onder kritiek. “Wie de Bijbel bekritiseert, is niet langer overtuigd van zijn eigen leugenachtigheid. Schriftkritiek gaat uit van een optimistische mensvisie en geeft blijk van een modern zelfverstaan.” In Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 7 wordt aangegeven dat alle mensen leugenaars zijn.5 Is dat niet te stellig? “De betekenis is niet dat mensen alleen maar liegen, maar dat ze, als God het niet verhoedt, altijd neigen tot de leugen (…).” Er is nog wel een zucht naar waarheid in de mens overgebleven, dankzij Gods goedheid, ‘maar daar komt tegelijk ook heel veel tegenop’. De mens heeft Gods onfeilbaar Woord nodig ‘om de weg naar het Vaderhuis te vinden’. Ten tweede is Schriftkritiek, volgens de scribent, ontijdig en komt het te vroeg. Gods Woord kan en mag nooit losgemaakt worden van Gods Geest. “Wie meent nu al Gods Woord te kunnen bekritiseren, houdt geen rekening met het feit dat geen woord bij God onmogelijk is.” God maakt altijd Zijn Woord waar. We zien dat aan de vervulling van bijvoorbeeld de profetieën over de Messias. De scribent geeft aan dat God nederige Schriftstudie wil zegenen, zoals ook in de kerkgeschiedenis zichtbaar is. Schijnbare tegenstrijdigheden en moeilijke knopen worden opgelost of ontbonden. Als voorbeeld wordt het citaat van Mattheüs 27:9 gegeven. Hier wordt op het eerste oog verwezen naar Jeremia in plaats van Zacharia. Zorgvuldige studie laat zien dat het een gecombineerd citaat is uit beide profeten. “Hoogmoedige kritiek op historische aspecten van de Bijbel bleek onjuist te zijn: het bestaan van de Hethieten was wel historisch. Hier geldt: God weet alles al, maar wij kennen ten dele.” Schriftonderzoek moet in nauw verband staan met dienst aan God. We moeten daarbij ons volledige verstand gebruiken, maar dat dient wel onderworpen te zijn aan de sprekende God. Net als bij de jonge Samuël moet gelden: ‘Spreek, want uw knecht hoort’ (1 Samuël 3:10, SV).6

Visie op de cultuur

In het tweede deel gaat de scribent in op aanpassingen aan de cultuur. Hij constateert dat er ook mensen zijn die Schriftkritiek afwijzen, maar toch de Bijbel anders lezen. Er zijn andere onzichtbare krachten die het Schriftgezag schade aandoen. “Eén daarvan is de visie op de cultuur.” Zo wordt in de praktijk de cultuur belangrijker ervaren dan de zondige verdorven menselijke natuur. Wij leven in een postmoderne cultuur. “Het postmodernisme gaat ervan uit dat waarheid onlosmakelijk verbonden is met context en cultuur. Een absolute waarheid die alle culturen zou overstijgen, is volgens postmodernisten onmogelijk of op zijn minst onbereikbaar.” Dit heeft volgens de auteur drie gevolgen. Allereerst leidt dit tot een andere kijk op de verlossingsleer. De klassieke leer is dat onze menselijke natuur zondig en schuldig is en verlossing door Christus nodig heeft. De moderne leer ziet Christus niet als laatste Adam, maar als deelgenoot van de Joodse cultuur. Christus komt daardoor op afstand te staan en ‘Bijbelse begrippen moeten eerst door een cultureel filter gehaald worden’. Ten tweede wordt de eigen cultuur een gezaghebbende bron. We zien dat bij de acceptatie van homoseksuele praxis. Hier krijgt de cultuur het eerste en ook het laatste woord. Ten derde maakt deze moderne visie de Bijbel minder toegankelijk. Gods Woord spreekt binnen deze visie niet meer direct tot ons. Teksten zijn niet zomaar te begrijpen, want ze komen uit een andere culturele context. Eerst dien je dus veel kennis te hebben van de Bijbelse cultuur ‘en je moet vervolgens vaststellen wat de kern is en dan kun je het vervolgens toepassen op je eigen cultuur’. De nadruk is meer komen te liggen op het culturele van de Bijbel, ‘het feit dat de Schrift spreekt tot zondaren [is] grotendeels buiten beeld (…) geraakt’. “Natuurlijk moeten wij zoeken naar wat de Bijbel ons in onze cultuur wil leren. Maar daar werpt de Bijbel zelf licht over. Het Woord heeft het eerste en het laatste woord, en niet het culturele besef van onze tijd.” Afsluitend laat de schrijver weten dat we moeten starten bij de kern van het Evangelie. “Het is (…) een ernstige afwijking van het Evangelie om de menselijke cultuur voorop te zetten en de menselijke natuur te vergeten.” De cultuur moet niet vooropgezet worden, want deze is ‘net als iedere andere cultuur een verzameling van leugenachtige mensen en daarover is het licht van Gods Woord nodig’. Daarom: ‘Nabij u is het Woord’ (Rom. 10:8, SV). 7

“Natuurlijk moeten wij zoeken naar wat de Bijbel ons in onze cultuur wil leren. Maar daar werpt de Bijbel zelf licht over. Het Woord heeft het eerste en het laatste woord, en niet het culturele besef van onze tijd.” Bron: Pixabay.

De relatie tussen de cultuur en het werk van de Heilige Geest

In het derde deel van deze serie wordt stilgestaan bij de relatie tussen de cultuur en het werk van de Heilige Geest. De ontwikkeling in de cultuur wordt door sommige christenen gezien als het werk van de Heilige Geest. De Bijbelse boodschap kan op deze wijze aangepast worden aan de tijd waarin wij leven. In de Reformatie werd echter benadrukt dat het werk van de Heilige Geest nooit los van het Woord gezien kan worden. Volgens de bekende kerkhervormer Maarten Luther leidt een scheiding tussen Woord en Geest tot geestdrijverij. Bij mensen die dat doen is het Woord van minder belang en waarde dan het innerlijke licht van de Heilige Geest. Andere Reformatoren, zoals Calvijn en Bullinger, geven ook aan dat de Geest Zich bindt aan het Woord. Woord en Geest moeten wel onderscheiden, maar niet gescheiden worden. De scribent ziet dat de verhouding tussen Woord en Geest belangrijke gevolgen heeft voor de plaats van bevinding.8 Bevinding is altijd geboden en ondergeschikt aan het Woord.9De Heilige Geest eert Zijn eigen werk. Als Hij zondaren zalig maakt, schakelt Hij het Woord niet uit, maar in. De Geest gaat in de bevinding ook niet tegen het Woord in, want dan zou Hij met Zichzelf in strijd zijn.” Maar, de Geest is wel soeverein in Zijn werk. “Hij doet met het Woord wat Hij wil en tegelijk bindt Hij Zich vrijwillig aan Zijn eigen Woord.” De auteur ziet in de discussie rond vrouw in het ambt en om genderideologie ook geestdrijverij. “Er wordt gezegd dat de Geest zaken duidelijk kan maken die in de Schrift zelf niet duidelijk zijn. Hier zit een visie op de verhouding tussen Woord en Geest achter die niet klassiek gereformeerd is.” Volgens de schrijver heeft deze geestdrijverij niets met de Geest te maken. “Als ons zelfverstaan met de Schrift overeen komt, kunnen we weten dat het van de Heilige Geest is. Maar hier komt het zelfverstaan niet overeen met de Schrift. Welke garantie is er dan dat het een werk van de Geest is? Geen enkele!” Er wordt in dit artikel erop gewezen dat onze ervaringen los van het Woord niet geïnterpreteerd kunnen worden als werk van Gods Geest. Ons zelfverstaan is dan een product van de moderne cultuur en niet van de Heilige Geest. Het valt zelfs misschien wel onder ‘de minst opvallende vorm van het bedroeven van de Geest’. 10

Antiek wereldbeeld?

Kent de Bijbel een antiek wereldbeeld? Daarover gaat het in het vierde deel van deze serie. Dat de Bijbel geen natuurkundeboek is, dat is een eeuwenoude gedachte.11De Bijbel is geschreven voor zondaren om hun de weg naar het Vaderhuis te wijzen. De Bijbel is niet bedoeld om theorieën te geven over de manier waarop onze zichtbare wereld werkt. Als dat wel zo zou zijn, zou de Schrift voor veel mensen onbegrijpelijk zijn.” Dit sluit aan bij wat Johannes Calvijn in zijn commentaar op Genesis schrijft.12 Calvijn geeft aan dat de wetenschappelijke bestudering van de schepping wel goed is, maar dat dit niet het doel is van de Schrift. “De Schrift is een boek voor geleerden én ongeleerden en spreekt over dingen die door allen kunnen worden begrepen.” De raad van Calvijn is niet altijd opgevolgd. De auteur wijst op theologen die meenden dat de Bijbel het wereldbeeld van Ptolemaeus vertolkte en dat daarom het Copernicaanse wereldbeeld onbijbels was.13De meeste gereformeerde theologen hebben er echter wijselijk op gewezen dat de Schrift geen theorieën leert. De Schrift is een levensboek gericht tot mensen als mensen. We moeten in de Schrift geen wetenschappelijk wereldbeeld zoeken.

Helaas worden er door veel moderne theologen wel pogingen gedaan om wetenschappelijke theorieën in de Schrift te zoeken. “Vanuit het moderne bewustzijn dat iedereen in een bepaalde cultuur leeft, menen sommige theologen dat ook de Bijbelschrijvers aansluiten bij opvattingen die in de cultuur van het oude Nabije Oosten gangbaar waren. Daarbij hoort volgens hen ook het antiek wetenschappelijke wereldbeeld. Dat antieke wereldbeeld zou bestaan uit de aarde als een platte schijf waarbij de lucht een koepel is en de hemellichamen als lampen aan de koepel hangen.” Deze moderne theologen haasten zich te zeggen dat deze beelden in de Schrift niet gezaghebbend zijn. Het geldt als inkleding van Gods openbaring, zonder gezag te hebben. Het gaat immers ‘om de boodschap, niet om de verpakking’. Wat geldt dan wel als gezaghebbende bron? “Bij de uitleg van Schriftplaatsen als Genesis 1 wordt de huidige wetenschap hiermee tot een gezaghebbende bron in de Schriftuitleg.” Deze manier van Schriftuitleg wordt als aantrekkelijk gezien. Het lijkt daarmee of je niet meedoet aan Schriftkritiek. Volgens de scribent is het verschil echter maar klein. “Het begrip wereldbeeld is een breed begrip waar van alles onder kan vallen. Sommige willen ook de visie op de verhouding man/vrouw er onder laten vallen. Zo kun je gemakkelijk je eigen selectie maken van zaken die wel en zaken die niet bij Gods openbaring horen.”

De schrijver wijst erop dat het argument van het zogenaamde Bijbelse wereldbeeld niet nieuw is. In het verleden is dit vaak bestreden door gereformeerde theologen. Tegenwoordig is het argument echter weer helemaal ‘in de mode’. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt om meer open te kunnen staan voor de evolutietheorie. De scribent geeft aan dat daarbij niet altijd het woord ‘wereldbeeld’ wordt gebruikt. Soms gaat het over ‘perspectivisme’ (Gijsbert van den Brink) of over ‘antieke wetenschap’ (Denis Lamoureux). Het komt op hetzelfde neer: “God heeft in Zijn openbaring verouderde wereldbeelden gebruikt als voertuig voor de boodschap.” Oudtestamenticus dr. Mart-Jan Paul heeft, volgens de auteur, in hoofdstuk 4 van zijn boek ‘Oorspronkelijk’ duidelijk gemaakt dat de Bijbel geen antiek wereldbeeld heeft.14 Een antiek wereldbeeld volgt in ieder geval niet uit de Bijbel zelf. De hyperbewustwording van eigen cultuur beïnvloedt hier het Bijbellezen. De gedachte dat Israël het wereldbeeld van omliggende volken zou hebben overgenomen ‘is weinig steekhoudend’. “Het wereldbeeld echter van deze omliggende volken was doordrongen van de afgoderij, dus dit argument miskent de unieke positie van Israël. Daarnaast worden vaak allerlei poëtische teksten aangehaald die dan vervolgens heel letterlijk uitgelegd worden.” De Schrift laat zien dat ‘God in Zijn openbaring uitgaat van het perspectief van de menselijke aanschouwing’. De schrijver geeft aan dat dit perspectief altijd waar is, ‘al kan het door natuurwetenschappelijk onderzoek wel beter begrepen worden’. We moeten niet een zogenaamd antiek wereldbeeld laten schiften in de Schrift, we doen ‘er verstandiger aan de Schrift in ons leven te laten schiften’. Moeilijke vragen zullen blijven. Geboden is dat we ze benaderen in het Schriftlicht.15

“Moeilijke vragen zullen blijven. Geboden is dat we ze benaderen in het Schriftlicht.” Bron: Pixabay.

Bijbelse cultuur

In de huidige tijd krijgt de huidige cultuur of de antieke cultuur veel aandacht bij de Bijbeluitleg.16Dit leidt tot een normatief maken van de eigen cultuur en een verzwakking van het gezag van Gods Woord.” In het vijfde deel gaat het over de cultuur van de Bijbelse tijd. Zit er dan geen kern van waarheid in de stelling dat de Bijbel in een andere cultuur ontstaan is dan de onze? Dat zeker! Hoe moeten we daarover denken? “Door de moderne hermeneutiek is die vraag alleen maar belangrijker geworden.” De scribent staat stil bij twee punten die van belang zijn. Allereerst wil hij een misverstand rechtzetten. Er wordt door theologen over cultuur gesproken alsof God willekeurig deze cultuur had uitgekozen ‘om daar Zijn openbaring te laten plaatsvinden’. Theologen menen ook dat de cultuur een belemmering is geweest voor Gods openbaring ‘alsof God in die cultuur niet alles heeft kunnen zeggen wat Hij wilde zeggen’. De auteur geeft aan dat dit een miskenning is van Gods almacht. Het leidt tot semi-deïsme, nl. ‘dat God Zich alleen met sommige dingen bemoeit, en andere dingen hun gang laat gaan’. Het omgekeerde is echter waar. “God heeft de cultuur van de Bijbelse tijd verkozen tot de bedding van Zijn openbaring en Hij heeft deze cultuur daarna in Zijn voorzienigheid en algemene genade tot een geschikte plaats gemaakt voor Zijn bijzondere opebaring.” Het was Gods wil dat de Bijbel ontstond in een andere cultuur dan de onze. “Deze cultuur is ook geen obstakel voor ons als lezers, maar juist een hulpmiddel om Gods Woord te verstaan.” Er is redding mogelijk voor Adamskinderen, en God gaf er een context bij om deze mogelijkheid beter te verstaan. Ten tweede is het goed om op te merken dat de Bijbel de cultuur van de Bijbel beschrijft, maar niet voorschrijft. “Dit is dus geen onderscheid wat wij mensen maken, maar wat de Bijbel ons zelf aanreikt.” De Grieks-Romeinse cultuur waarin het Nieuwe Testament ontstaan is was zeer divers. Hoewel er sprake was van diversiteit ging de apostelen uit van één Evangelie, met daarbij één en dezelfde christelijke levensstijl. “De cultuur is in de Bijbel dus niet onbelangrijk of afwezig, maar ze gaat niet voorop. Eerst komt de menselijke natuur, vervolgens de menselijke cultuur.” Elke cultuur dient ‘onderworpen’ te zijn ‘aan de heerschappij van Christus’.

De scribent gaat in twee alinea’s in op de heilige kus (o.a. uit Romeinen 16:16 en 1 Thessalonicenzen 5:26). Dit wordt vaak aangehaald door moderne theologen in het debat over Schriftgezag en Schriftuitleg. Hoe beveelt Paulus die groet aan? Stelt Paulus het groeten met een kus als voorschrift in, of vermaant hij om elkaar een heilige kus te geven als groet? Het is overduidelijk niet Paulus’ bedoeling om dit als voorschrift te laten gelden. “Paulus sluit met zijn voorschrift bij dit gebruik (zoals gebruikelijk in OT en NT, JvM) van groeten aan en vereist slechts dat het heilig is. Die kus moet niet zijn zoals die van Joab (2 Sam. 20:9) of Judas (Luk. 22:48), maar oprecht en vanuit broederlijke liefde.” Deze uitleg wordt bevestigd door de kerkgeschiedenis, die een kus als groet nooit opgevat hebben als absoluut gebod17.18

Toekomstverwachting

Vragen rond de cultuur is een belangrijk thema binnen de modern hermeneutiek. In het zesde en laatste deel gaat de scribent in op de christelijke toekomstverwachting en de omgang met de Schrift. Of we wereldbewoner zijn of pelgrim zegt veel over onze omgang met de Schrift. “Als het leven hier en nu het belangrijkste is, zullen we proberen de Schrift vooral zo uit te leggen dat het goed is voor het leven hier en nu.” We zullen dan ook proberen duidelijk te maken dat de Schrift ten positieve gebruikt kan worden in hedendaagse maatschappelijke thema’s. Het gebrek aan toekomstverwachting wordt dan vooral aards ingevuld. “Thema’s als klimaat, inclusiviteit en emancipatie van minderheden krijgen dan alle aandacht. Waarbij natuurlijk de menselijke inspanning onmisbaar is.” Dit is in regelrechte tegenspraak met de kern van de Schrift. Dáár wordt allereerst gefocust ‘op de toekomst van Christus’. “Vandaaruit vallen dan de zaken van het leven hier en u op z’n plaats.” Niet om bepaalde zonden goed te praten of zelfs goed te keuren, integendeel. “Wat we bedoelen is dat deze gerichtheid op de grote toekomst betekent dat er redding nodig is. Zondaren moeten behouden worden van de toekomende toorn (1 Thessalonicenzen 1:10) en zij dienen zich te bekeren en het Evangelie te geloven (Markus 1:15).” Hierin zijn eerlijkheid en duidelijkheid naar de medemens van groot belang. We moeten onze naaste geen knollen voor citroenen verkopen. Het wijzen op de zonden is niet hard en liefdeloos veroordelend alsof men zelf beter is, maar integendeel. De auteur wijst op 1 Korinthe 11:31-32 en licht dit toe. “Ieder mens zou zichzelf moeten beoordelen in het licht van Gods Woord. Wanneer iemand dat niet doet, kan zo iemand geoordeeld worden door zijn naaste. Het uiteindelijke doel hiervan is echter dat iemand in het laatste oordeel niet veroordeeld zal worden.” Bij degene die dat onverdraagzaam, liefdeloos en hooghartig noemt, ontbreekt een gezonde christelijke toekomstverwachting. “De Schrift is onze onmisbare gids op reis naar de Godsontmoeting. Maar wanneer het doel van de gids uit het oog verloren wordt, raakt de waarde van de gids ook buiten beeld.” Wie dienen de Schriften te onderzoeken als een pelgrim, geleid door de Heilige Geest, op weg naar het Vaderhuis met zijn vele woningen. Met deze woorden sluiten wij ook deze samenvatting van de serie af.19

Voetnoten

  1. https://oorsprong.info/om-het-goddelijk-woord-commissie-schriftgezag-van-de-gereformeerde-gemeente-treedt-naar-buiten/.
  2. De tweede serie wordt hieronder samengevat, de eerste serie is hier te vinden: https://oorsprong.info/studiesecretariaat-schriftgezag-over-het-gezag-van-de-heilige-schrift-en-het-moderne-leven-de-verhouding-tussen-schriftverstaan-en-zelfverstaan-belicht/.
  3. Deze artikelen opiniestukken zijn in chronologische volgorde hier te lezen: https://oorsprong.info/gereformeerde-belijdenis-heeft-ook-een-hermeneutiek/, https://oorsprong.info/in-orthodoxe-kerken-is-juist-geen-sprake-van-verborgen-vrijzinnigheid-integendeel/ en https://oorsprong.info/jezelf-verstaan-vraagt-om-bijbels-evenwicht/.
  4. https://oorsprong.info/studiesecretariaat-schriftgezag-over-het-gezag-van-de-heilige-schrift-en-het-moderne-leven-de-verhouding-tussen-schriftverstaan-en-zelfverstaan-belicht/.
  5. https://www.nederlandse-geloofsbelijdenis.nl/artikel-7.
  6. Deze twee alinea’s zijn een samenvatting van: Studiesecretariaat Schriftgezag, 2024, Schriftgebruik (1) De Schrift onder kritiek, De Saambinder 102 (23): 4-5.
  7. Deze alinea is een samenvatting van: Studiesecretariaat Schriftgezag, 2024, Schriftgebruik (2) Aanpassing aan de cultuur, De Saambinder 102 (24): 4-5.
  8. De verhouding tussen Woord en Geest kwam ook op het CGK-convent in april ter sprake: https://oorsprong.info/als-er-geen-eerbied-is-voor-god-en-zijn-woord-gaat-het-wezenlijk-mis-schriftgezag-en-schriftbeschouwing-op-het-cgk-convent-van-20-april-2024/.
  9. Dit sluit goed aan bij wat ds. Budding schreef in zijn 95 stellingen: https://oorsprong.info/hervormd-emerituspredikant-budding-schrijft-op-hervormingsdag-95-nieuwe-stellingen-predikant-is-kritisch-op-de-synthese-tussen-het-christelijk-geloof-en-de-evolutietheorie/.
  10. Deze alinea is een samenvatting van: Studiesecretariaat Schriftgezag, 2024, Schriftgebruik (3) Verhouding tussen Woord en Geest, De Saambinder 102 (25): 4-5.
  11. In het sluitstuk van dit artikel hebben we dat ook aangegeven: https://oorsprong.info/adam-is-een-historisch-figuur-en-niet-een-leermodel-of-iets-anders-verklaring-van-gevoelen-roept-op-tot-schriftgetrouwe-hermeneutiek/.
  12. Hier wordt verwezen naar het eerste deel van het Calvijncommentaar, bladzijde 39.
  13. Dit punt heb ik hier besproken: https://scheppingsmodel.wordpress.com/2015/06/09/de-theologie-en-haar-knieval-voor-het-neodarwinisme/. Dit artikel hopen we, als de Heere het geeft, ook nog op deze website te plaatsen.
  14. Dr. Paul hield hierover een lezing bij het openingscongres van Logos Instituut. Een samenvatting van deze lezing is hier te vinden: https://oorsprong.info/aarde-is-niet-plat-in-de-bijbel/. Zie ook een bijdrage van dr. Benno Zuiddam over een vermeende platte aarde in de Bijbel en de vroege kerkgeschiedenis: https://oorsprong.info/kerk-geloofde-niet-in-platte-aarde-christelijke-wetenschappers-door-eeuwen-heen-nagenoeg-unaniem-dat-de-wereld-rond-is/.
  15. Bron voor deze alinea’s: Studiesecretariaat Schriftgezag, 2024, Schriftgebruik (4) Antiek wereldbeeld, De Saambinder 102 (26): 4-5.
  16. Dit constateerde dr. Mulder onlangs ook naar aanleiding van zijn proefschrift: https://oorsprong.info/moderne-hermeneutiek-tijd-waarin-we-leven-bepalend-voor-uitleg-dr-g-w-s-mulder-promoveerde-aan-de-vrije-universiteit-op-predikkunde/.
  17. Het studiesecretariaat heeft hier al eens over geschreven in het Nederlands Dagblad: https://oorsprong.info/in-orthodoxe-kerken-is-juist-geen-sprake-van-verborgen-vrijzinnigheid-integendeel/.
  18. Bron voor deze twee alinea’s: Studiesecretariaat Schriftgezag, 2024, Schriftgebruik (5) Cultuur van de Bijbelse tijd, De Saambinder 102 (27): 4-5.
  19. Bron voor deze alinea: Studiesecretariaat Schriftgezag, 2024, Schriftgebruik (6) De christelijke toekomstverwachting, De Saambinder 102 (28): 6-7.

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *