Home » Uncategorized » Intrinsiek-bijbelse inkadering van de vondsten is nodig – Ideologisch teleurstellende afloop van de raadskwestie over Urker archeologie

Intrinsiek-bijbelse inkadering van de vondsten is nodig – Ideologisch teleurstellende afloop van de raadskwestie over Urker archeologie

Dit artikel ontvangt in de loop van de dag nog een tekstuele fijnafstemming.

Het is al enige tijd geleden dat hier een artikel gepubliceerd werd over een commissiedebat op Urk, waarin het ging over het archeologische verhaal van Urk. Vraag uit diverse fracties, waar vanuit het klassieke scheppingsgeloof wordt gedacht, was of het een intrinsiek verhaal zou kunnen worden waarbij rekening gehouden kon worden met een Bijbels wereldbeeld. Hoe zouden bijvoorbeeld vondsten uit de Zeeheldenwijk geduid kunnen worden binnen een Bijbelse chronologie. De wethouder zag mogelijkheden om dit pleidooi mee te nemen? Is hier nog vervolg aan gegeven en wát was dat vervolg?1

Het zogenoemde ’trollenbrood’ in het Van der Lijn-reservaat aan de rand van Urk. Landijs heeft onmiskenbaar sporen achter gelaten op Urk. Hoe kunnen we deze vondsten interpreteren vanuit een Bijbelse chronologie? Bron: Wikipedia.

Vanuit het perspectief van hen die het klassieke scheppingsgeloof met een Bijbelse chronologie voorstaan, is de opbrengst uit deze hele discussie teleurstellend. Niet in praktische zin, maar in ideologische zin. Het heeft geresulteerd in een beschouwelijke bijzin ergens halverwege het document over ‘Het Verhaal van Urk’. In een informatienota, die de raad heeft gekregen, wordt aangegeven dat er nu een beschouwelijke zin is toegevoegd aan het programma (zie onder).2 In het ontwerpprogramma op de website van de gemeente is deze zin (nog) niet toegevoegd.3 Dit is totaal anders dan een eigenstandig document waarin het Bijbelse standpunt verweven zit (en daarmee intrinsiek wordt) of een document waarin dit in de inleiding verwoord wordt.

Erg mager

In het tweede commissiedebat over het bestemmingsplan archeologie (van 23 april 2024), wordt het, vooral op beleidstechnische onderwerpen, gewijzigde document vastgesteld. Er zijn tijdens het debat nog technische vragen over het paraplubestemmingsplan archeologie.4 Voordat er tot de vaststelling hiervan overgegaan wordt, zijn die (en andere) vragen eerst gesteld en beantwoord door wethouder Willem Foppen (CDA). De beleidstechnische vragen laten we hier rusten. De hoofdvraag in dit artikel is hoe wordt het klassieke scheppingsgeloof met een Bijbelse tijdlijn verwoord in het beleidsplan en uiteindelijk ook doorwerkt in het bestemmingsplan. In de eerste termijn kwamen de vragen over de ontstaansgeschiedenis en de Urker identiteit aanbod. Archeologie leeft op Urk, volgens de heren Meindert Bakker (CU) en Wilco van Klinken (SGP). Er is een groep van amateurarcheologen die erop uit trekt om onderzoek te doen. Vondsten worden door deze amateurarcheologen ‘gered, bewaakt en verzorgd. Die dit met heel veel passie en eigen middelen oppakken’. Bakker geeft ‘een groot compliment voor deze betrokken dorpsgenoten’. Het raadslid Bakker stelt daarom een vraag over de inmenging, of zelfs sturing, van de provincie, om bij de vaststelling ‘niet aarzelen om onze wettelijke instrumentarium in te zetten’. Is deze kritische blik wel nodig? Dat archeologie leeft op Urk, blijkt volgens Van Klinken wel uit de recent uitgave van de Urker Kronieken en diverse ‘prachtig verbeelde’ tekeningen die ook verschenen zijn in de krant Het Urkerland. Volgens Van Klinken is dat gedreven door een verlangen om te weten waar je vandaan komt en wat de oorsprong is van het Urker dorp, de Urker identiteit en de Urker gemeenschap. Van Klinken wijst voor onderbouwing terug naar het eerdere commissiedebat hierover.5 De SGP’er heeft er toen de vinger bij gelegd dat het grootste deel van de Urker bevolking een andere visie heeft op het ontstaan en de ontwikkeling van deze aardgeschiedenis dan veel andere mensen die professioneel archeologie bedrijven. Het raadslid wijst op de toezegging van de wethouder dat daarin voorzien zou worden. Op 28 maart 2024 werd de raad geïnformeerd en in die informatienota schrijft de wethouder dat aan hoofdstuk vier de volgende zinsnede is: ‘de saamhorigheid bestaat voor veel bewoners uit christelijke ankerpunten geworteld in het Bijbelse scheppingsverhaal’. Na meerdere keren lezen komt Van Klinken tot de conclusie dat deze zin erg mager is. Zeker als we bedenken dat het hier om hele diepe vragen gaat. Vragen zoals: Wat is de oorsprong? en Waar komen wij vandaan? De SGP’er meent dat de raad er eerlijk voor moet uitkomen, dat het gros van de Urker bevolking hier andere antwoorden op geeft dan naturalisten doen. Nu is het heel beschouwelijk verwoord. Van Klinken noemt het een hele schrale verwoording van een krachtige visie, die Urkers ook op een krachtige manier inspireert. Het raadslid had, nadat hij de toezegging van de wethouder hoorde, verwacht dat het iets ruimschootser en breder neergezet zou worden. Van Klinken noemt de casus Staphorst, waarin ze in de inleiding hebben vermeldt dat men in het dorp anders aankijkt tegen de archeologische vondsten dan naturalisten doen.6 Ten slotte vond de SGP’er, evenals de CU, de reactie van de provincie ‘erg fors aangezet’.

Had het niet ‘bevindelijker’ gemoeten?

De wethouder reageert op de vragen, in dezelfde volgorde van de vraagstellers. Wat de rigide houding van de provincie betreft, wordt volgens de wethouder de spreekwoordelijke soep niet zo heet gegeten als deze wordt opgediend. De wethouder verduidelijkt het met een voorbeeld. Kennelijk wil de provincie ook wat toezicht houden op Urk, het gaat immers om belangrijke zaken. Als het gaat om de vragen van de SGP, vallen die volgens de wethouder wel een buiten boord omdat het hier gaat om het juridisch kader van het bestemmingsplan. Maar de wethouder wil hier wel op ingaan. Had de zin niet nog ‘bevindelijker’ gemoeten. In het stuk heeft het college expres die een uitgangspunt van tien-, honderdduizenden en miljoenen jaren vermeden. De wethouder ziet dat we, wat de Urker bevolking hierover denkt, vertolkt hebben in de zin. De wethouder meent dat we het daar bij moeten laten. Het gaat hier namelijk om een beleidsstuk van de gemeenten en niet om een discussiestuk over schepping en evolutie. Ook niet om en discussie over dit vraagstuk te ontketenen.

Afstandelijke manier van schrijven

In het huidige stuk wordt de link gelegd met saamhorigheid, maar daar ging het niet om in het commissiedebat. Het gaat er volgens Van Klinken meer om hoe er gedacht wordt over het ontstaan van de aarde. Het raadslid noemt dit een meer fundamentele vraag die op een ander niveau in het stuk naar voren moet komen, dan nu gedaan wordt. Er hoeft niet een hele passage aan gewijd te worden en het meteen op scherp gezet te worden. Nu staat er echter, beschouwelijk, dat de Urker raad ziet dat er op Urk mensen zijn die… Beschouwelijk schrijven past nu niet, omdat een groot deel van de gemeente(raad) óók zo denkt over de Bijbelse chronologie. Deze Bijbelse chronologie is als het ware ook de bril van de gemeente(raad). Een bepaalde visie op archeologisch beleid. Daarom pleit Van Klinken ervoor om dit op een wat fundamenteler niveau, bijvoorbeeld in de inleiding, op te nemen. En niet op een afstandelijkere manier ergens dieper in het stuk te verwerken.

Agree to disagree

De wethouder Foppen signaleert een soort ‘agree to disagree’: ‘uw standpunt, mijn standpunt’. “Wij hebben het gedaan op de manier waarop wij het gedaan hebben. Ja, dat hebben we zo gedaan. Vanavond praten we natuurlijk over het bestemmingsplan en niet het stuk dat u aanhaalt. Ik begrijp wat u zegt, ik begrijp ook hoe je dat zou willen zien. Ik heb net uitgelegd hoe wij dat vanuit onze optiek hebben gedaan, en zo hebben wij het gedaan. En zo is het.”

Rekkelijken of preciezen

Mevrouw Hoekstra (Krachtig Urk) krijgt bij dit laatste punt, in haar tweede termijn, de gedachte: ‘gaat het hier nu om rekkelijken of preciezen’. Ze geeft aan de heer Van Klinken te begrijpen, maar vraagt zich af in hoeverre je daarvoor een beleidsplan kunt gebruiken. De heer Van Klinken maakt ook gebruik van de tweede termijn. Hij noemt het een terechte opmerking dat de beleidsnota door het college is vastgesteld. De SGP’er gaf daar een korte reactie op omdat het de raad is meegedeeld. De fractie wil niet als moraalridders het college of de andere fracties de maat nemen. Van Klinken gaat ervan uit dat in de raad dezelfde opvatting over deze materie aanwezig is. Bij het terugkijken naar het verleden is het niet alleen belangrijk om te benoemen wat je ziet, maar om allereerst te zeggen waar sta je, wat is je uitgangspunt. Van Klinken ziet dit laatste als van fundamenteel belang. Het raadslid bevestigt inderdaad dat de wethouder gelijk heeft dat er geen grote jaartallen van tienduizenden tot miljoenen jaren in voor komen. Hij waardeert dat van de wethouder. Na deze tweede termijn heeft met het paraplubestemmingsplan als hamerstuk vastgesteld. Na deze bespreking ging de raad over op andere onderwerpen.

Fundamentele wijziging nodig

Het is niet correct dat, wanneer je de honderduizenden en miljoenen jaren weglaat, je voldoende gedaan hebt om tegemoet te komen aan degenen die uitgaan van het klassieke scheppingsgeloof en een Bijbelse chronologie. Een stuk zal, bij dergelijke wijziging, nog steeds de naturalistische geest ademen. Het is waar dat de honderdduizenden tot miljoenen jaren zijn weggelaten in ‘Het verhaal van Urk’, maar nog steeds wordt wel de naturalistische chronologie (volgorde) genoemd. Hierin krijgen meerdere ijstijden over honderdduizenden jaren een plaats. Terwijl de Bijbelse chronologie niet genoemd wordt, met mogelijk als kernvraag: hoe zijn de vroege bewoners vanuit Babel uiteindelijk op Urk terecht gekomen? Er is hier een fundamentele wijziging nodig. Dat is duidelijk te maken door middel van deze vraag: Hoe kunnen de steentijd-vondsten (uit het zogenoemde mesolithicum en neolithicum), die gevonden zijn in de Zeeheldenwijk, verklaard worden binnen de Bijbelse tijdlijn?7 In antwoord op die vraag is er véél meer nodig dan alleen gedaan wordt door de vroegste jaartallen weg te halen. Immers, het slechts comprimeren van een naturalistische tijdschaal naar een Bijbelse tijdschaal, zal tot veel primaire problemen leiden. Creationistische herinterpretatie van de vroegste vondsten is nodig. Dat vraagt inderdaad veel van een archeologiewerkgroep, maar het is niet onmogelijk. Wat heb je aan een document als (een deel van) de bevolking er principieel-inhoudelijk niet achter kan staan en het document uiteindelijk in de prullenbak stopt? Het zou daarom goed zijn, dat een Urker werkgroep van wetenschappelijk onderlegde creationisten (dat kunnen ook autodidacten zijn), een document publiceert waarin de zogenoemde Steentijd-vondsten van Urk ingekaderd worden binnen een Bijbelse chronologie. Het kan namelijk zijn dat er handelingsverlegenheid binnen de gemeenteraad bestaat hoe deze vondsten ingekaderd moeten worden en hoe aangegeven kan worden dat vooronderstellingen een rol spelen binnen de huidige (naturalistische) inkadering. Huiswerk voor alle Urkers die het klassieke scheppingsgeloof voorstaan: publiceer een creationistisch Verhaal van Urk en presenteer deze aan de Urker gemeenteraad. Daar zal, ongetwijfeld, een groot deel van de partijen blij mee zijn! Maar ook andere Biblebelt-gemeenten zouden hier dan hun winst mee kunnen doen. Als dit op Urk of in Staphorst niet meer kan, waar in Nederland dan wel?

Voetnoten

  1. De raadsvergadering is hier terug te kijken: https://urk.bestuurlijkeinformatie.nl/Agenda/Index/47c53bd7-f698-4102-8cca-f8546c9f306b.
  2. Deze informatienota is online niet (?) te vinden.
  3. Zie: https://www.urk.nl/archeologiebeleid.
  4. Dit paraplubestemmingsplan is hier te lezen: https://www.planviewer.nl/imro/files/NL.IMRO.0184.PBP2023Archeologie-VA01/t_NL.IMRO.0184.PBP2023Archeologie-VA01.html.
  5. https://oorsprong.info/je-bent-bijna-een-bedreigde-diersoort-als-je-nog-denkt-dat-de-aarde-geschapen-is-urker-raadsleden-roepen-ertoe-op-om-klassieke-scheppingsgeloof-en-bijbelse-tijdlijn-te-verd/.
  6. Zie voor Staphorst: https://oorsprong.info/gemeente-staphorst-onder-vuur-vanwege-vermelding-van-jonge-aarde-visie-in-archeologisch-rapport-deel-1-raadstukken-en-nieuwsberichten/ en mijn column in Om Sions Wil: https://oorsprong.info/column-archeologie-in-staphorst/.
  7. Zie voor de vondsten in de Zeeheldenwijk, deze presentatie: https://www.zeeheldenwijk-urk.nl/wp-content/uploads/2023/05/Informatieavond-Urk-20-april_totaal-1.pdf.