Home » Uncategorized

Categoriearchief: Uncategorized

Nieske van Ingen (±1759-1830) als doopgetuige aanwezig bij doop Anna van Ingen (1790-?)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Anna van Ingen (1800-?) weergegeven.1 Als doopgetuige was Nieske van Ingen (±1759-1830), de huisvrouw van Peter van Meerten (±1761-1827) aanwezig. Anna van Ingen werd op 30 maart 1800 gedoopt in de Nederduits-Gereformeerde Gemeente van Ingen en is geboren op 21 maart 1800. De ouders van Anna waren Seger van Ingen (?-?) en Jacoba van Setten (?-?).

Voetnoten

Livestream congres 2023

Hier wordt D.V. 21 oktober 2023 de livestream van het congres ‘Bijbel & Wetenschap 2023’ getoond. Aanmelden voor dit congres of de link naar de livestream ter herinnering in uw postvak ontvangen kan via deze pagina. Hier wordt ook meer informatie gegeven over het congres.

Overlijdensakte van Johannes Marinus Honig (1824-1905)

Overlijdensakte van Johannes Marinus Honig (1824-1905) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht.

Hierboven wordt de overlijdensakte van Johannes Marinus Honig (1824-1905) weergegeven.1 Op 10 mei 1905 verscheen Willem Johannes Oudegeest (1838-1929) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Utrecht om aangifte te doen van het overlijden van Johannes Marinus. Willem Johannes was zes en zestig jaar oud en groefbidder van beroep. Hij deed de aangifte samen met Willem Frederik Hennevelt (1863-1920), een en veertig jaar oud en bode van beroep. De aangevers verklaarden dat Johannes Marinus op 9 mei 1905 om negen uur in de ochtend is overleden in de leeftijd van tachtig jaar. Johannes Marinus was zonder beroep, geboren te Utrecht en in dezelfde stad woonachtig aan de Nieuwegracht.2 Hij was weduwnaar van Elisabeth van Meerten (1824-1873) en gehuwd met Henriette Anny Marie Barones Taets van Amerongen (1836-1908) en de zoon van de wijlen echtelieden Johannes Honig (1796-1862) en Maria Dirksen (±1795-1850).

Voetnoten

Het zesendertigste jaargang van ‘De Nederlandsche Leeuw’ en telgen uit het geslacht Van Meerten

Het zesendertigste jaargang van De Nederlandsche Leeuw, het maandblad van het Genealogisch-Heraldiek Genootschap, verscheen in 1918. In dit jaargang komen enkele telgen uit het geslacht Van Meerten voor.

Elisabeth van Brakell

Op bladzijde 196 en 197 wordt het grafschrift van Elisabeth van Brakell (1648-1678) beschreven.1 Ze trouwde in 1670 met Eusebius Borchard Bentinck tot Schoonheten (1643-1710). In haar grafschrift komt ook het kwartier ‘Van Meerten’ voor. Dit grafschrift schijnt in De Nederlandsche Heraut te zijn meegedeeld. Het betreft ‘No. 324. Raelten. Ovaal Schild. Parti. 1. Bentinck. 2. Brakel’. Elisabeth was het achterkleinkind van Lodewijk van Brakell tot Karmestein. De Nederlandsche Leeuw geeft aan dat het onbekend is wanneer Lodewijk geboren, getrouwd en overleden is. Hij trouwde met Catharina Tempier, uit het land van Luik. Zij was een dochter van Gerard Tempier en Helena van den Bosch. Catharina overleed in Nijmegen op 15 juli 1600 en is begraven in de Grote Kerk aldaar. Elisabeth was een achterachterkleinkind van Johan van Brakell tot Karmestein (zoon van Cornelis van Brakell en Margriet van Boecop) en Johanna van Meerten (dochter van Dirk van Meerten tot Ingen en Bertha van Eck van Panthaleon). Johan is overleden op 8 juli 1580 en Johanna op 22 april 1600. Ze trouwden op 17 juli 1550.

Voetnoten

Doopinschrijving van Jan van Meerten (1828-1846)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Jan van Meerten (1828-1846) weergegeven.1 Jan werd op 19 oktober 1828 geboren en is gedoopt op 2 (?) november 1828. Zijn vader was Jan Willem van Meerten (1798-1845) en zijn moeder was Maartje2 Verwoert (1797-1845).3

Voetnoten

Doopinschrijving van Cornelia Catharina van Meerten (1798-1876)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Cornelia Catharina van Meerten (1798-1876) weergegeven.1 Cornelia Catharina werd geboren op 19 maart 1798 en werd gedoopt op 15 april 1798 in Noord-Schermer. Zij was een dochter van Henrik van Meerten (1766-1830) en Anna Barbera Schilperoord2 (1778-1853).3 De moeder hield het kind zelf ten doop. Als getuige waren aanwezig Leonard van Meerten (1731-1802) en Cornelia Catharina Beuzechum van der Linden (1729-1807).4 Deze werden vertegenwoordigd door Adriana Theresia van Brekelencam weduwe van Dirk Schilperoord5.

Voetnoten

Eerste huwelijksinschrijving van Henrik van Meerten (1766-1830) en Anna Barbara Schilperoort (1778-1853)

Hierboven wordt de eerste huwelijksinschrijving van Henrik van Meerten (1766-1830) en Anna Barbara Schilperoort (1778-1853) weergegeven.1 Henrik is een jongeman geboren te Arkel en wonende te Wadenoijen. Anna Barbara is een jonge dochter geboren onder Voorburg en wonende te Zaltbommel. Op 18 september 1794 gingen zij in ondertrouw. Na drie huwelijksvoorstellen die ook in Wadenoijen onverhinderd hebben plaatsgevonden, waarvan de laatste op 5 oktober 1794. Het stel is op 6 oktober 1794 te Zaltbommel in het huwelijk getreden.

Voetnoten

God spreekt werkelijk – Paul en Hoek stellen fundamentele vragen aan de orde over openbaring en ervaring

Tegelijk verschenen twee boeken met dezelfde sprekende titel ‘Een stem uit de hemel‘. Het eerste boek is een roman en gaat over de botsing tussen geloof en ongeloof. Het tweede boek is bepaald geen fictie. Het is een kloek en gedegen studieboek van dr. Mart-Jan Paul en dr. Jan Hoek.

Het eerste boek laat ik nu voor wat het is. Overigens komt ook in het tweede boek de botsing tussen geloof en ongeloof volop aan de orde. De beide auteurs zijn emeritus hoogleraar respectievelijk in het Oude Testament en in de Systematische theologie. Het is een goede gedachte om vanuit verschillende disciplines te komen tot een gezamenlijke aanpak, ook al leest het geheel wel als twee boeken in één band. Het boek is keurig uitgegeven en voorzien van beknopte registers van bijbelteksten, onderwerpen en personen. Wie het werk van beide auteurs kent, zal veel herkennen uit hun eerdere publicaties.

Gods stem

De kernvraag van deze studie is: wat gebeurt er precies wanneer God tot mensen spreekt? Dat is een verbluffend eenvoudige vraag, die bij elke bijbellezer opkomt, maar nauwelijks gethematiseerd is. ‘God zei tegen Mozes…’ Meestal vragen we vervolgens wat God zei, of waarom. Maar dit boek stelt de voorvraag: wat doet God wanneer Hij spreekt? Wat is er gebeurd? Heeft Mozes de stem van God gehoord? Hoe dan? Letterlijk?

Volgens de academische theologische wetenschap, zoals die sinds de Verlichting gangbaar is, heeft God nooit echt gesproken. Mozes is slechts tot de overtuiging geraakt dat hij God hoorde. De Bijbel wordt dus antropologisch en subjectief gelezen: wat hebben mensen ervaren?

Beide hoogleraren zijn congeniaal in hun overtuiging dat op deze wijze geen recht wordt gedaan aan de Schrift. Zij beklemtonen dat God werkelijk heeft gesproken, objectief. Dat heeft uiteraard allerlei consequenties voor het gezag van de Bijbel en voor de manier waarop wij die lezen. Al lezende leren wij niet welke ervaringen Mozes en anderen hebben opgedaan. We horen wat de HEERE God ons zegt. ‘En God zei’, geeft een ‘krachtdadige Goddelijke werkzaamheid’ (p. 27) weer, ook al is de Bijbel geschreven in menselijke bewoordingen.

Inventarisatie

Dr. Paul neemt het eerste deel van het boek voor zijn rekening. Hij gaat minutieus vrijwel alle teksten langs in zowel Oude als Nieuwe Testament, waar sprake is van openbaring. Hij inventariseert en rubriceert: God spreekt met Zijn stem, door dromen, visioenen, profetie, orakels, urim en tummim, schepping en geschiedenis etc. Ook weegt hij nauwgezet de verschillende woorden die de Bijbel daarbij bezigt. Na een hoofdstuk over het spreken van goden in het Nabije Oosten en in de apocriefen en pseudepigrafen komen uiteindelijk de conclusies.

Dr. Paul pleit ervoor de werkelijkheid van het spreken van God ernstig te nemen, ook wanneer het gaat over de datering van de bijbelboeken. Hij wil Genesis 1-3, Jona en Job ‘historisch’ lezen. Een spannende vraag is wel wat in dit verband ‘historisch’ betekent. Letterlijk staat tegenover vrij, objectief tegenover subjectief. Al deze woorden zijn in de geschiedenis van de uitleg (en van de filosofische hermeneutiek) een eigen leven gaan leiden. Daarnaast roept het lezen van dit boek bij mij de vraag op of de bijbeltaal zelf aanleiding geeft om na te denken over meer mogelijkheden dan alleen ‘vrij’ tegenover ‘letterlijk’.

Openbaring

Dr. Hoek komt in het tweede deel tot een systematisch onderzoek naar dergelijke vragen. Wat is openbaring? Hij wijst de positie van Schleiermacher en Kuitert beslist af: hun wereldbeeld is gesloten, waardoor ze blijven steken in menselijke ervaring. Echter: God spreekt werkelijk. Zijn openbaring is geconcentreerd in Christus en is relationeel van aard. Hoek schrijft een verhelderende paragraaf over het begrip ‘accommodatie’. Hij neemt het op voor het begrip ‘inerrancy‘, mits we niet vervallen in sciëntisme. De achterliggende filosofische discussies (Gadamer, Ricoeur) spelen mee, maar krijgen geen expliciete aandacht. Dr. Hoek wil dat we onbevangen omgaan met de resultaten van de kritische wetenschap, hoewel we de vooronderstellingen niet delen. Tekstkritiek is nuttig en nodig. De Bijbel geeft ons ‘profetische belichting van de geschiedenis’ (p. 261). De Bijbel is niet uit de hemel gevallen, ook niet op aarde bedacht. De Bijbel is op aarde gegroeid door openbaring uit de hemel. De scopus van de Schrift is Christus, maar daarmee is niet gezegd dat wij een kern mogen aanwijzen die méér gezag heeft dan bijbelgedeelten aan de rand van de Bijbel (tegen Berkouwer). Het is niet aan ons om te schiften. Hoek bespreekt en evalueert de Schriftleer van Bultmann, Barth, Bavinck en Kuyper.

Over Genesis 1-3 schrijft dr. Hoek: De Bijbel ‘is fundamentele waarheid over onze werkelijkheid. De schrijver van Genesis 1-3 is boven zijn eigen historische beperktheid uitgetild om zo eenvoudig en kernachtig te vertellen hoe God alles maakte. Daarmee overschreed hij zijn kennishorizon.’ (p. 298) Zo’n zin zet tot nadenken en vraagt om verder onderling beraad.

IJkpunten

Dr. Hoek reikt acht waardevolle hermeneutische ‘ijkpunten’ aan (p. 320-329). Deze passage vormt, wat mij betreft, het hoogtepunt van het hele boek. Hoek heeft oog voor het feit dat mensen in verschillende culturen de Bijbel met andere ogen lezen. Wat betekent dat? Is het aan ons mensen gegeven te kunnen onderscheiden tussen meaning en significance van bijbelteksten? Hoe doe je dat? Helpt onze cultuur ons daarbij?

Aan het einde van het boek waardeert dr. Hoek de gave van de profetie, niet als aanvulling op de openbaring, wel als toepassing daarvan. Dat roept de vraag op hoe hij zou oordelen over het voorstel van Vanhoover om als kerk een nieuwe act te spelen in het drama van de weg die God met mensen gaat. Bij vragen over auteurschap en wording van de canon ontbreken de namen van bijvoorbeeld Martin Hengel, Donald Carson en Richard Bauckham. In de literatuurlijst staan namen van onder ons veel gelezen auteurs als Arnold Huijgen en Bert Loonstra, maar hun bijdragen worden niet expliciet geduid.

Uit bovenstaande bespreking mag duidelijk zijn dat dit boek mij heeft aangezet tot hernieuwd nadenken over theologische uitgangspunten. Beide hoogleraren bieden ons een waardevol boek, dat richting wijst aan geïnteresseerde gemeenteleden, studenten en predikanten. Met name in de hoofdstukken 20 en 21 komen fundamentele vragen aan de orde over openbaring en ervaring, het gezag van de Schrift, geloof en bijbelwetenschap, en de hermeneutiek. Die beide hoofdstukken verdienen nadere toelichting, verdieping, precisering, doordenking en bespreking.

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit De Waarheidsvriend. De volledige bronvermelding luidt: Verhoeven, J.A.W., 2022, God spreekt werkelijk. Paul en Hoek stellen fundamentele vragen aan de orde over openbaring en ervaring, De Waarheidsvriend 110 (38): 10-11 (artikel).

Jantjen van Meerten (?-?) als doopgetuige aanwezig bij doop Arendiena de Rooij (1778-?)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Arendiena de Rooij (1778-?) weergegeven.1 Als doopgetuige was Jannetje2 van Meerten (?-?) aanwezig.3 Arendiena was een dochter van Jan de Rooij (?-?) en Joosje van Eck (±1749-1818). Arendiena werd op 2 augustus 1778 gedoopt en is geboren op 26 juli 1776.

Voetnoten

Koningsdag 2022 – Wilhelmus – Alle 15 coupletten gezongen

Vandaag is het Koningsdag. Koning Willem-Alexander is 55 jaar geworden. Ter gelegenheid van zijn verjaardag en deze feestelijke dag embedden wij hier het complete Wilhelmus. Het volkslied wordt gezongen door het Erasmuskoor en geplaatst op het YouTube-kanaal van MidnightRambler. Ons volkslied bevat veel christelijke elementen, zoals vertrouwen op God, het geloof in de wederkomst en historische Bijbelverhalen zoals Davids zucht voor Saul.