Home » Uncategorized

Categorie archieven: Uncategorized

Geboorteakte van Antonia Petronella Baauw (1912-2002)

Geboorteakte van Antonia Petronella Baauw (1912-2002) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Maurik.

Hierboven wordt de geboorteakte van Antonia Petronella Baauw (1912-2002) weergegeven.1 Op 29 mei 1912 verscheen Aart Cornelis Baauw (1876-1927) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Maurik om aangifte te doen van de geboorte van zijn dochter. Aart Cornelis was zes en dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij verklaarde dat Antonia Petronella op 29 mei 1912 om half negen in de ochtend is geboren. Haar moeder was Roelofje van Winsen (1876-1956), zonder beroep. Aart Cornelis had twee getuigen meegebracht: (1) Cornelis de Wit (±1869-?), drie en veertig jaar en arbeider van beroep, en (2) Peter Jan den Ambtman (1883-1969), negen en twintig jaar oud en koopman van beroep.

Voetnoten

Geboorteakte van Peter Marinus van Meerten (1874-1959)

Geboorteakte van Peter Marinus van Meerten (1874-1959) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de geboorteakte van Peter Marinus van Meerten (1874-1959) weergegeven.1 Op 25 juli 1874 verscheen Johanna Geertruida Jacoba van Mourik (1813-1898) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van de geboorte van haar kleinzoon. De ambtenaar in functie was burgemeester Johan Adrianus Verbrugh (1841-1911). Johanna Geertruida Jacoba was weduwe van Gerrit Dirk van Hoeven (1791-1861), zestig jaar oud, zonder beroep en woonachtig te Ingen.2 Zij verklaarde dat Peter Marinus op 24 juli 1874 om vier uur in de middag is geboren. Zijn moeder was Maria Alida van Hoeven (1842-1911), sedert 18 december 1871 weduwe van Pieter Blankestein (1831-1871). De moeder woonde Lienden Wijk H nummer 45. Johanna Geertruida Jacoba had twee getuigen meegebracht: (1) Dirk Maters (1832-1897), een en veertig jaar oud en tuinman van beroep, en (2) Gerard Jan van Hemert (1850-1893), drie en twintig jaar oud en zonder beroep. De aangeefster verklaarde niet te kunnen schrijven omdat zij dit niet geleerd heeft.

In de kantlijn wordt vermeld dat het kind erkend is bij het huwelijk van Frederik van Meerten (1851-1930) en Maria Alida van Hoeven (1842-1911).3 Het huwelijk is voltrokken te Lienden op 27 april 1877. Verwezen wordt naar aktenummer 9. De griffier heeft het in de kantlijn opgeschreven op 5 mei 1877.

Voetnoten

Geboorteakte van Jan van Meerten (1859-1930)

Geboorteakte van Jan van Meerten (1859-1930) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden.

Hierboven wordt de geboorteakte van Jan van Meerten (1859-1930) weergegeven.1 Op 8 juni 1859 verscheen Jan van Meerten (1821-1866) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden. De ambtenaar in functie was burgemeester Johan Frederik Veeren (1820-1874). Jan was acht en dertig jaar oud en arbeider van beroep. Hij verklaarde dat zoon Jan op 7 juni 1859 om elf uur in de ochtend is geboren. Zijn moeder was Teuntje van Zoelen (1823-1906), zonder beroep. Het echtpaar woonde te Lienden Wijk 16 nummer 14. Vader Jan deed de aangifte samen met twee getuigen: (1) Johan Joost Paltzer (1792-1859), zes en zestig jaar oud en planter van beroep, en (2) Hendrik Vink (1814-1862), vier en veertig jaar oud en kastelein van beroep. Vader Jan verklaarde de akte niet te kunnen ondertekenen omdat hij niet kon schrijven.

Voetnoten

Overlijdensakte van Johanna Elisabeth van Meerten (1919-1927)

Overlijdensakte van Johanna Elisabeth van Meerten (1919-1927) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden

Hierboven wordt de overlijdensakte van Johanna Elisabeth van Meerten (1919-1927) weergegeven.1 Op 22 september 1927 verscheen Willem Knuivers (1865-1941) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Lienden om aangifte te doen van het overlijden van Johanna Elisabeth. Willem was een en zestig jaar oud en klompenmaker van beroep. Hij deed de aangifte samen met Jacobus Philippus van der Ros (1900-?), zeven en twintig jaar oud en ambtenaar ter secretarie van beroep. Zij verklaarden dan Johanna Elisabeth op 21 september 1927 om negen uur in de avond is overleden in de leeftijd van zeven jaar. Zij was geboren en woonachtig te Lienden.2 Johanna Elisabeth was de dochter van wijlen Frederik Johannes van Meerten (1886-1923) en Christina Andriessen (1893-1927).3 Christina was zonder beroep en woonachtig te Lienden.

Voetnoten

Eerste overlijdensakte van Cornelis Wezelman (1876-1945)

Overlijdensakte van Cornelis Wezelman (1876-1945) uit de Burgerlijke Stand van de Gemeente Medemblik.

Hierboven wordt de eerste overlijdensakte van Cornelis Wezelman (1876-1945) weergegeven.1 Op 1 oktober verscheen Johannes Hendricus Kramer (1881-1949) voor de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de Gemeente Medemblik om aangifte te doen van het overlijden van Cornelis. Johannes Hendricus was vier en zestig jaar oud en bureelambtenaar. Hij verklaarde dat Cornelis op 29 september 1945 om tien uur is overleden te Medemblik. Cornelis was negen en zestig jaar oud en zonder beroep. Hij was geboren en woonachtig te Enkhuizen.2 Cornelis was de echtgenoot van Geurtje van Meerten (1886-?) en een zoon van wijlen de echtelieden Harme Wezelman (1845-1884) en Anna Maria Kroeb (1844-1928).

Voetnoten

Spitten in het wapenboek van Maximiliaan Louis van Hangest d’Yvoy (24) Het rouwbord van Adriaan van Zuylen van Nyevelt (?-1650)

Het wapenboek van Maximiliaan Louis van Hangest d’Yvoy (1753-1831) geeft een schat aan informatie over glazen, graven en wapen- en rouwborden. Veel van deze informatie is door de achterliggende oorlogen verloren gegaan, maar dankzij het wapenboek Van Hangest d’Yvoy kan er een reconstructie worden gemaakt. In deze serie wil het wapenboek doorkruisen op telgen uit het geslacht Van Meerten. Ervan uitgaande dat de copyright verstreken is, heb ik specifieke uitsneden gemaakt.1 Het boek is te bezichtigen via het ledendeel van Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde (KNGGW).2 De vierentwintigste bijdrage in deze serie gaat over het rouwbord van Adriaan van Zuylen van Nyevelt (?-1650).

Het rouwbord van Adriaan van Zuylen van Nyevelt was te vinden in de Sint Joriskerk te Amersfoort. De tekst op het rouwbord luidt “O XXI Jan: 1650”. In het midden zien we het familiewapen van Van Zuylen van Nyevelt. Aan de linkerkant van dit rouwbord zien we de wapens van: Van Zuylen van Nyevelt, Foeyt, Van Naaldwijk, Vuysting, Gruyter, Van Hove van Zyl, Van Zuylen van Natewisch en Poth. Aan de rechterkant zien we de wapens van: Van Eck, De Beer, Van Meeckeren, Douwer, Van Meerten, Van Aller, Van Wijhe en Van Heuckelum.

Uitleg: Adriaan was een zoon van Willem van Zuylen van Nyeveld en Aleid van Eck van Panthaleon. We volgen eerst de linkerkant. Vader Willem was een zoon van Adriaan van Zuylen van Nyevelt en Elsabé Foeyt. Opa Adriaan was een zoon van Frederik van Zuylen van Nyevelt en Stephanie de Gruyter. Oma Elsabé was een dochter van Willem Foeyt en Agatha van Hove van Zyl. Overgrootvader Frederik was een zoon van Willem van Zuylen van Nyeveld en Adriana van Naaldwijk Overgrootmoeder Stephanie was een dochter van Gijsbert de Gruyter en Alijt van Zuylen van Natewisch. Overgrootvader Willem was een zoon van Lambert Foeyt en Elsabé Vuysting Overgrootmoeder Agatha was een dochter van Anthonis van Hove van Zyl en Agnes Poth. Nu de rechterkant van dit rouwbord. Moeder Aleid was een dochter van Henrick van Eck en Aleijda de Beer. Opa Henrick was een zoon van Johan van Eck en Aleid van Meeckeren. Oma Aleijda was de dochter van Wouter de Beer en Aleijda Douwer. Overgrootvader Johan was een zoon van Bartholomeus van Eck en Otte van Meerten. Overgrootmoeder Aleid was een dochter van Gerrit van Meeckeren en ? van Wijhe Overgrootvader Wouter was een zoon van Wouter de Beer en Deliana Freys van Dolre. Overgrootmoeder Aleijda was een dochter van Gerard Douwer en Wendelmoet Both. Waarom de wapens Van Aller en Van Heuckelum worden laten zien is mij (nog) niet bekend.3

Mocht u meer informatie kunnen geven over de laatstgenoemde personen, of een fout ontdekken in de bovengenoemde lijst, zou u dit dan kenbaar willen maken via ons contactformulier?

Voetnoten

‘A Creationist Model of Dinosaur Paleobiogeography’ – Rond de presentatie van dr. Marc Surtees (ICC), een drieluik

Vorig jaar presenteerde zoöloog dr. Marc Surtees uit Schotland een abstract op de ‘Ninth International Conference on Creationism‘ (ICC). Zijn presentatie ging over paleobiogeografie van de dinosauriërs.1 Dr. Surtees gaat er van uit dat de gevonden dinosauriërs uit het Mesozoïcum van ná de zondvloed dateren. Zij spreidden zich vanaf de ark van Noach uit over de aarde. We willen deze visie van dr. Surtees (in de woorden van deze zoöloog) uitwerken in een drieluik. Het eerste deel en tweede deel van dit drieluik omvatten twee presentaties van dr. Surtees. Het derde deel is een samenvatting van de abstract en lezing van dr. Surtees op de ICC (met behulp van zijn PowerPoint die hij ons toestuurde). Het doel van dit drieluik is om studenten en academici te stimuleren tot een soortgelijke deelname (of zelfs met een paper) aan de tiende ICC (vermoedelijk 2028 DV) en een lans te breken voor andere zondvloedmodellen. Vandaag ten slotte deel drie: ‘A Creationist Model of Dinosaur Paleobiogeography‘.

Waimea Canyon op het eiland Kauaʻi (Hawaii). Bron: Wikipedia.

In dit slotdeel vatten we de presentatie samen die dr. Marc Surtees gegeven heeft voor de negende ‘International Conference on Creationism’ (ICC).2 Deze conferentie werd gehouden aan Cedarville University. In de inleiding geeft dr. Surtees aan dat er ontzettend veel geschreven is over de paleobiogeografie van dinosauriërs en dat deze artikelen en het bewijsmateriaal een uitdaging vormt voor creationisten. Surtees geeft aan dat de eerste dinosauriërfossielen gevonden op het zuidelijk halfrond in de aardlagen van het Midden-Trias. De drie belangrijkste clades worden gevonden vanaf het Boven-Trias en Onder-Jura. De grootste diversiteit aan dinosauriërs wordt gevonden in aardlagen van het Midden-Jura tot het Krijt. Dan zijn de dinosauriërs ook verspreid over de hele wereld. Surtees oppert de gedachte dat dinosauriërs vanaf het zuidelijk halfrond zich langzaam over de aarde hebben verspreid. Mogelijk vanwege continentverschuiving, via landbruggen en over zee.

Dit scenario vindt dan plaats ná de zondvloed. Surtees ziet het als zeer onwaarschijnlijk (‘highly improbable’) dat deze beesten tijdens de zondvloed zijn omgekomen. Hij wijst daarbij op de gevonden pootafdrukken (ichnofossielen). Volgens Surtees zijn pootafdrukken zelfs dé sleutel om de aardlagen creationistisch in te delen. Wanneer we pootafdrukken vinden van ‘door-de-neus-ademende’-landdieren dan is dat, voor Surtees, een aanwijzing dat de zondvloed is afgelopen, de aarde droog lag en de ark weer leeg was.3 Het rondbanjeren van dinosauriërs op een onder water staande aarde, waarbij op sommige plaatsen een lasagne aan opeenvolgende aardlagen met pootafdrukken te vinden is, wijst dr. Surtees af. In de presentatie van Surtees wordt een alternatieve verklaring voorgesteld. Hierbij zaten de voorouders van dinosauriërs in de ark en laat het Mesozoïcum een biogeografische verspreiding van dinosauriërs na de zondvloed zien. Het lijkt er bovendien op dat de dinosauriërs gedurende het Mesozoïcum varieerden. Sommige soorten ondergingen reuzengroei (gigantisme), zoals de sauropoden. Deze gedachte om de gevonden dinosauriërs ná de zondvloed te plaatsen is overigens niet nieuw. In Nederland zijn drs. Hans Hoogerduijn en Jan Rein de Wit voorstanders van dit model.4 De Duitse dr. Joachim Scheven presenteerde dit zogenoemde ‘Rekolonisatiemodel’ al in de tweede helft van de vorige eeuw.

Het model geeft kleinere dinosauriërs de tijd om te diversifiëren. Het uiteenvallen van Pangea zorgde voor verschillende transgressies en regressies. Door deze herhaalde overstromingen werd het leeuwendeel van de Mesozoïsche sedimenten afgezet. Volgens Surtees zou dit in enkele honderden jaren ná de zondvloed gebeurd zijn. Het biedt bovendien een verklaring voor de ‘stratomorfe series’ dinosauriërs5, wat een lastig probleem is voor degenen die menen dat het Mesozoïcum door de zondvloed is afgezet. Immers, hoe verklaar je de opeenvolgende variatie onder verschillende groepen dinosauriërs als ze allemaal tegelijk zijn omgekomen tijdens een wereldwijde overstroming.

De biogeografische hypothese van dr. Marc Surtees rond de verspreiding van dinosauriërs ná de zondvloed. Bron: dr. Marc Surtees.

Voetnoten

PERSBERICHT – Weet Magazine bespreekt gevaren van klimaatmodellen: IPCC-wetenschapper over klimaatmodellering: „Neutraliteit bestaat niet”

Noot van de redactie: Wij zijn bij ‘Oorsprong’ minder sceptisch op de ‘man-made-klimaatsverandering’. In onze ogen heeft prof. dr. ir. Wim de Vries in de bundel ‘Inzicht: Wetenschap voor Gods Aangezicht’ een evenwichtig verhaal geschreven, waarbij onder andere gewezen wordt op de menselijke verantwoordelijkheid vanuit scheppingsperspectief. Omwille van het debat delen wij dit persbericht van Weet Magazine.

WADDINXVEEN, 17 april 2024 – Klimaatmodellen spelen een belangrijke rol bij het bepalen van overheidsbeleid rond klimaatverandering. Volgens velen hebben die modellen een hoge mate van objectiviteit en betrouwbaarheid, maar er klinkt ook kritiek. Het kan zomaar zijn dat de modellenmaker bepaalde gewenste uitkomsten in zijn algoritme heeft verstopt. Weet Magazine legde in haar nieuwe aprilnummer, dat nu in de boekhandel ligt, die kritiek voor aan Bart van den Hurk. Hij is werkzaam voor het IPCC, de VN-organisatie die de risico’s van klimaatverandering evalueert. Vindt hij de kritiek terecht? „Voor mij is het duidelijk dat neutraliteit niet bestaat.

Kritiek op het gebruik van computermodellen bij het bepalen van beleid komt onder andere van Ronald Meester (wiskundige aan de Vrije Universiteit Amsterdam) en Marc Jacobs (datawetenschapper). In hun recent verschenen boek Van aardbeving tot zoönose waarschuwen ze ervoor dat een klimaatmodel een gevaarlijk instrument kan zijn in handen van politici. Ze huldigen het standpunt dat je niet met een model aan de slag moet gaan waarvan de inhoud geheim blijft, en zeker niet om daar dan maatschappelijk beleid op te bouwen. Ronald Meester: „Als het gaat over ons, mensen, en als het gaat over complexe zaken, dan moeten we ontzettend oppassen wat een model ons eigenlijk gaat vertellen. Wiskundige modellen hebben de schijn van pure wetenschap. Alles moet wetenschappelijk en cijfermatig geduid worden. Ze leveren het resultaat met een cijfer. Dat geeft de schijn van objectiviteit.

Hoewel Meester ook aangeeft dat modellen buitengewoon succesvol kunnen zijn, onderstreept hij dat modellen niet alleen de werkelijkheid beschrijven „Soms creëren ze zelf ook een werkelijkheid. Met de constructie van een model laten we zien welke ingrediënten wij daarin kennelijk van belang achten. En we laten daarin ook zien wat we onbelangrijk vonden en daarom hebben weggelaten. Een model is vaak eerder een mening in wiskundige vorm dan een verantwoorde voorspelling!

Desgevraagd erkent Bas van den Hurk van het IPCC dat neutraliteit ook rond klimaatmodellen niet bestaat. „Klimaatmodellen voorzien in een behoefte om een politiek proces te informeren. Het is dus onvermijdelijk dat er subjectieve keuzes worden gemaakt in het opstellen van scenarioʼs. Klimaatmodelleurs zijn zich hier in het algemeen erg van bewust. Ik zie dat het bij de selectie en presentatie van modelresultaten niet altijd duidelijk is welke subjectieve keuzes er zijn gemaakt, en dat er door andere keuzes andere resultaten worden verkregen. Er wordt daarom, ook bij het IPCC, steeds meer discussie gevoerd over die subjectieve keuzes. De aandacht verschuift langzaamaan van ʻsignaleren wat er mis isʼ naar ʻhet in kaart brengen van de resultaten van beleidskeuzesʼ. Voor zowel wetenschappers als beleidsmakers is het erg belangrijk om hun eigen subjectieve normatieve waarden expliciet onder woorden te brengen.

Het artikel in het aprilnummer van Weet Magazine maakt deel uit van een drieluik over het klimaat en klimaatverandering. In het volgende nummer van Weet Magazine wordt verder ingegaan op de kritiek op argumenten die pleiten voor klimaatverandering.

Online

Hieronder ziet u welke (online) media en of andere kanalen aandacht hebben besteed aan dit bericht:

(1) Weet Magazine: https://weet-magazine.nl/artikelen/persberichten/klimaatmodellering-neutraliteit-bestaat-niet/.
(2) Fundamentum: https://oorsprong.info/persbericht-weet-magazine-bespreekt-gevaren-van-klimaatmodellen-ipcc-wetenschapper-over-klimaatmodellering-neutraliteit-bestaat-niet/.
(3) Drimble: https://drimble.nl/dossiers/duurzaamheid/96250245/ipcc-wetenschapper-over-klimaatmodellering-neutraliteit-bestaat-niet.html.

Opent de evolutietheorie de deur voor abortus en eugenetica?

Jaarlijks vinden in Nederland ongeveer 30.000 zwangerschapsafbrekingen, ofwel abortussen, plaats. Deze ingreep werd in 1984 gelegaliseerd toen de Wet Afbreking Zwangerschap uit mei 1981 van kracht werd.1 Een belangrijke aanleiding voor deze wet was de eis van, in het bijzonder feministische, vrouwen om ‘Baas in eigen Buik’ te zijn. De vrouw moet een keuze mogen maken aangaande wat er met, en in, haar lichaam gebeurt, inclusief de keuze voor de beëindiging van de zwangerschap.

Hoewel veel christenen abortus als moord bestempelen, blijkt de meerderheid van de Westerse wereld deze visie niet te delen. Een christen zal betogen dat het mens-zijn begint op het moment van bevruchting, terwijl voorstanders van abortus over het algemeen zullen zeggen dat het mens-zijn pas later begint, maar wanneer dat dan precies is blijft een punt van discussie. Er zijn er zelfs, die zover gaan dat zelfs na de geboorte een baby nog geen persoon is. Op basis daarvan is het dat bijvoorbeeld Singer pleit voor het recht van ouders om zelfs hun geboren gehandicapte baby’s te mogen doden (p. 122 in noot2). Ook in Nederland werd in 1999 een dergelijke visie gepredikt door cultuurfilosoof Rietdijk3 en in Canada is abortus tot 9 maanden zwangerschap legaal! (p. 372 in noot4). Dit verschil in visie is cruciaal omdat een persoon rechten heeft, terwijl een non-persoon geen rechten heeft! Een van de belangrijkste redenen om het ontwikkelende embryo geen persoonsstatus toe te kennen is de zogenaamde biogenetische grondwet welke stelt dat de embryonale ontwikkeling de evolutionaire ontwikkeling herhaalt. Hoewel deze grondwet al in de 19e eeuw werd ontkracht, vindt deze nog steeds veel weerklank en geeft een ogenschijnlijk wetenschappelijke onderbouwing van het ontkennen van het persoon-zijn van een menselijk embryo. Op een bepaald moment in de ontwikkeling wordt de baby bijvoorbeeld geacht in een visstadium te zijn. ‘Daar niemand problemen heeft met het doden van een vis, is er dus ook geen probleem met het doden van een menselijk embryo’, gaat de redenering. Maar wanneer wordt een embryo dan mens? Hoewel veel pro-choice vrouwen bij voorkeur spreken over ‘de foetus’ in plaats van hun baby, zijn ook zij zich er vaak terdege van bewust dat abortus het doden van een baby is!5 Misschien denkt men dat abortus over het algemeen gepleegd wordt om medische redenen, bijvoorbeeld omdat het leven van de moeder in gevaar is, het ontwikkelende kind een ernstige afwijking heeft, of het resultaat is van een verkrachting. De statistieken laten echter zien dat slechts 4.6% van alle abortussen om medische redenen worden uitgevoerd, en de rest vanwege redenen als: geen kinderwens, te weinig geld, geen energie, gezin compleet etc.6 Het gaat dus niet meer om de ‘sanctity of life’ maar de ‘quality of life’ en in het bijzonder de ‘quality of life’ van de moeder. De evolutietheorie veronderstelt dat de huidige levensvormen afstammen van een eencellige voorouder. In deze visie moet de evolutie dus een enorme scheppende kracht hebben. Het belangrijkste mechanisme, de belangrijkste scheppende kracht zo men will, van evolutie is natuurlijke selectie. De natuur, zegt men, heeft díe organismen geselecteerd die het beste overleven en nakomelingen voortbrengen.

Eind 19e en begin 20e eeuw kwam men op het idee de natuur een handje te helpen door zelf te gaan selecteren wie wel en wie niet kinderen mag hebben; ‘eugenetica’. Op de poster voor de Internationale Eugenetica Conferentie van 1921 stond: ‘Eugenetica is het zelf-sturen van de menselijke evolutie’. In de Verenigde Staten leidde dit in het begin van de vorige eeuw tot sterilisatie wetgeving, en voorstellen tot beperking van immigratie en huwelijk van zogenaamd minderwaardige rassen om daarmee het menselijk ras te verbeteren.7 De eugenetica bereikte echter zijn dieptepunt in Nazi Duitsland waar men niet alleen mensen steriliseerde, maar er ook niet voor terugdeinsde om systematisch mensen die niet aan de selectiecriteria van de Nazi’s voldeden te vermoorden. Wellicht zal men zeggen dat zoiets heden ten dage niet meer gebeurt, maar met de ontwikkeling van de prenatale diagnostiek is de eugenetica, weliswaar niet op dezelfde manier als in Nazi Duitsland, weer in opkomst! Er is een reëel gevaar dat de gezondheidszorg wel de prenatale diagnostiek, maar niet de zorg voor een gehandicapt kind zal vergoeden als de diagnose al prenataal was gesteld, of als prenatale diagnostiek was geweigerd! De huidige abortuspraktijk heeft de deur voor de eugenetica geopend.8 Abortus wordt nu al merendeels uitgevoerd zonder medische indicatie.9 De pre-natale diagnostiek is in staat meer en meer, in het bijzonder genetische, afwijkingen vast te stellen. Dit zal ongetwijfeld leiden tot een toename in het aantal abortussen om de geboorte van baby’s met afwijkingen uit te sluiten; men zegt wel ‘preventie’. Maar niets wordt hier voorkomen; er wordt prematuur een eind aan het leven van een mens gemaakt. En, wie bepaalt wat als een afwijking gezien moet worden?

Overweging

In Cyprus leidde abortus op grond van pre-natale diagnose van thalassemia, een bloedziekte, er toe dat er sinds de introductie van het programma geen baby’s met deze bloedziekte meer werden geboren.10 Vanuit de optiek van een evolutionist, voor wie een embryo vergelijkbaar is met bijvoorbeeld een vis, is dit niet alleen een groot succes, maar ook een demonstratie van de potentie van de hedendaagse eugenetica! De evolutie, en het materialisme, is dus de filosofie of wereldbeschouwing die ruimte schept voor abortus en eugenetica. Wanneer men echter erkent, zoals zelfs veel pro-choice activisten erkennen, dat vanaf de bevruchting er sprake is van een mens – een persoon – dan is elke voortijdige beëindiging van de zwangerschap, op welke manier dan ook, onacceptabel!

Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Leef. De volledige bronvermelding luidt: Degens, H., 2016, Opent de evolutietheorie de deur voor abortus en eugenetica?, Leef 32 (2): 12-13.

Lambert van Meerten als doopgetuige aanwezig bij doop Apollonia Lever (1664-?)

Hierboven wordt de doopinschrijving van Apollonia Lever (1664-?) weergegeven. Apollonia werd op 8 februari 1664 gedoopt in de Nederduitsch Gereformeerde Gemeente te Gorinchem.1 Zij was een dochter van Adriaen Lever en Geertruijd Kien. Als getuige was Capt. Lambert van Meerten en zijn vrouw Elijsabeth Lever aanwezig.2

Voetnoten